7. Voorschriften voor batterijen en accu's
• Houd batterijen en accu's uit de buurt van kinderen.
• Laat batterijen en accu's niet rondslingeren. Er bestaat dan gevaar dat ze door kinderen of huisdieren
worden ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met een arts!
• U mag batterijen/accu's nooit kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er bestaat explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu's kunnen bij contact met de huid chemische brandwonden
veroorzaken. Gebruik in dergelijke gevallen geschikte veiligheidshandschoenen.
• Gewone batterijen mogen niet opgeladen worden. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Laad uitsluitend
batterijen op die daarvoor bestemd zijn en gebruik hiervoor een geschikte acculader.
• Let bij het plaatsen van de batterijen/accu´s op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bv. als u het opbergt), moet u de batterijen (of accu´s) uit de
afstandsbediening en het modelvoertuig nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te
voorkomen.
• Laad accu's eens in de ca. 3 maanden, omdat er anders door zelfontlading een zogeheten diepontlading
kan optreden, waardoor de accu's onbruikbaar worden.
• Vervang steeds de volledige set batterijen of accu´s. Gebruik geen volle en halfvolle batterijen of accu's
door elkaar. Gebruik steeds batterijen of accu's van hetzelfde type en dezelfde fabrikant.
• U mag nooit batterijen en accu's door elkaar gebruiken!
• Aangezien accu's een lagere uitgangsspanning (1,2 V) hebben dan batterijen (1,5 V), bevelen wij om
redenen van bedrijfsveiligheid aan om in de zender van de afstandsbediening batterijen en geen accu's
te gebruiken. Anders geeft de zender al na relatief korte tijd een te lage bedrijfsspanning aan.
• Als alternatief kan in de zender ook een tweecellige LiPo-accu met BEC-stekker worden gebruik (nomi-
nale spanning 7,4 V).
8