12. Montage van de servo's
De inbouw van een servo (A) is altijd afhankelijk van het
op dat moment gebruikte model. Uitvoerige informatie
hierover kunt u vinden in de bij het model geleverde do-
cumentatie.
In principe dient u echter te proberen de servo's tegen tril-
lingen gedempt vast te schroeven. Daarom worden bij de
servo's gewoonlijk doorvoerrubbers (B) met metalen hul-
zen (C) bijgevoegd.
Bij stroef aansturen kunnen de servo's niet in de vereiste
stand draaien. U verbruikt daardoor onnodig stroom en het
model heeft een onzuivere stuurverhouding.
De aansturingen moeten zo soepel mogelijk werken, zon-
der daarbij speling in de lagers of afwijkingen te vertonen.
Neem voordat u de servohendel monteert de zender en
daarna de ontvanger in gebruik en controleer de juiste
middelste stand van de trimmer op de zender van de af-
standsbediening.
Monteer de servohendel dan altijd onder een hoek van 90°
t.o.v. de stuurstangen (A).
Bij een schuin t.o.v. de stuurstangen staande servohendel
zijn de stuurwegen in beide stuurrichtingen niet even groot
(B).
Een kleine mechanische schuine instelling, die door de
vertanding van de servohendel is veroorzaakt, kan later
met de trimmer worden gecorrigeerd.
18