13. Instellingenmenu van de zender
a) Algemeen
Na het inschakelen van de zender (zie hoofdstuk 9. b) laat de zender een geluids-
signaal horen, de schermweergave verschijnt en de schermverlichting wordt geac-
tiveerd.
De schermverlichting gaat na enkele seconden automatisch uit, als de
draaiknop of de toetsen "BACK" of "BIND" niet worden bediend.
In het scherm verschijnen de verschillende instelbare/programmeerbare functies
bovenaan, het nummer van de zojuist geactiveerde modelgeheugens links onder-
aan en de huidige spanning de geplaatste batterijen rechts onderaan.
Als u de draaiknop (14) naar links of rechts draait, wisselt de aanduiding onderaan
het scherm naar de aanduiding van de huidige servoposities of wordt het nummer
van het modelgeheugen en de modelnaam (4 tekens) weergegeven.
b) Bediening van het instellingenmenu
Instellingenmenu oproepen
Druk kort op de draaiknop (zoals het indrukken van een toets). De eerste functie MODEL wordt grijs gemarkeerd.
Functie selecteren
Draai nadat u het instellingenmenu hebt geopend de draaiknop naar links of rechts, om de gewenste functie te selec-
teren, waarvan u de instelling wilt wijzigen. Deze wordt telkens grijs gemarkeerd.
Druk kort op de draaiknop (zoals het drukken op een toets), om de instelling te starten.
Instelling uitvoeren
Het wijzigen van een instelling vindt plaats door aan de draaiknop te draaien.
Bevestig de instelling, door kort op de draaiknop te drukken.
Functie of instellingenmenu verlaten
Na het wijzigen van een instelling bevindt de zender zich weer in het instellingenmenu (een functie is grijs gemar-
keerd). U kunt nu een andere functie selecteren of kort op de toets "BACK" (13) drukken om het instellingenmenu te
verlaten.
19