d) Functie "NAME": Naam van het modelgeheugen wijzigen
Voor ieder van de 20 modelgeheugens kan een naam van 4 tekens worden ingevoerd. Daarvoor zijn de letters A - Z
en de getallen 0 - 9 beschikbaar.
Ga als volgt te werk:
• Selecteer vervolgens het gewenste modelgeheugen, als dit nog niet is gebeurd (zie hoofdstuk 13. c).
• Druk kort op de draaiknop (14); de functie MODEL wordt grijs gemarkeerd.
• Draai de draaiknop (14) naar links of rechts totdat de functie NAME grijs is
gemarkeerd, zie afbeelding rechts.
• Druk kort op de draaiknop (14); de eerste positie voor invoer van de naam
knippert onderaan het scherm.
• Door het naar links of rechts draaien van de draaiknop (14) kan het knippe-
rende teken worden gewijzigd.
Door kort drukken op de draaiknop (14) wisselt u de positie voor invoer.
• Als u de laatste ingevoerde stand hebt gewijzigd en op de draaiknop (14) hebt gedrukt, houdt de aanduiding op met
knipperen. De naam van het modelgeheugen werd met succes gewijzigd.
Indien gewenst, kunt u nu door het draaien van de draaiknop (14) een andere te wijzigen functie selecte-
ren.
Druk kort de toets "BACK" (13), om in plaats hiervan het instellingenmenu te verlaten. De zender laat een
korte signaaltoon horen en bij de functies bovenaan het scherm verdwijnt het grijs gemarkeerde veld. De
zender bevindt zich weer in de normalen bedrijfsmodus.
21