2.2 Werking van het therapieapparaat
•
Hat apparaat kan met de meegeleverde netadapter aan
spanningen van 115 V tot 230 V worden gebruikt. Controleer
of uw netspanning overeenstemt met deze waarden. Voor de
werking met 12 V DC of 24 V DC gebruikt u een als accessoire
verkrijgbare DC-adapter WM 24469.
•
Het apparaat moet aan een licht toegankelijke contactdoos
worden aangesloten zodat in geval van storing de stekker snel
uit het stopcontact kan worden getrokken.
•
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een verwarming en
stel het niet bloot aan directe zonbestraling, omdat de
ademlucht en de inwendige onderdelen zich dan ook kunnen
verwarmen. Daardoor kan er in de ademluchtbevochtiger
condensaat worden gevormd dat in het slangsysteem
neerslaat.
•
Dek het apparaat niet af met dekens enz. De luchtinlaat wordt
anders geblokkeerd waardoor oververhitting van het apparaat
kan ontstaan. Dit kan leiden tot onvoldoende therapie en
beschadiging van het apparaat.
•
Let erop dat er geen vuil in het therapieapparaat of inde
ademluchtbevochtiger komt.
•
Het therapieapparaat is onderhevig aan bijzondere
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de EMC en moet
volgens de EMC-instructies in de begeleidende papieren
worden opgesteld en in bedrijf gesteld.
•
Het apparaat is onderhevig aan bijzondere
voorzorgsmaatregelen van de EMC (elektromagnetische
compatibiliteit). Tussen het apparaat en de apparaten die HF-
straling uitzenden (bijv. mobiele telefoons) moet een afstand
van minstens 30 cm worden aangehouden. Dat geldt ook voor
accessoires zoals antennekabels en externe antennes. Niet-
inachtneming kan leiden tot een reductie van de functie-
eigenschappen van het apparaat.
SOMNObalance (e) / SOMNOsoft 2 (e)
Veiligheid
NL
11