Inhoudsopgave
Advertenties
4.14
Openen en sluiten:
Vergrendelen:
4.15
Openen:
I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL
Vouwverduisteringen voor voorruit, bestuurdersraam
en passagiersraam
Tijdens de rit moeten de vouwverduisteringen voor de voorruit, het
bestuurders- en passagiersraam geopend, vergrendeld en geborgd zijn.
Afb. 24
Vouwverduistering
Vouwverduistering aan de greep (Afb. 24,1) vasthouden en naar links of
rechts schuiven.
De greep (Afb. 25,1) op de houder schuiven. De vouwverduistering is ver-
grendeld.
Motorkap
Bij geopende motorkap bestaat verwondingsgevaar in de motorruimte.
Ook als de motor reeds langere tijd geleden werd uitgeschakeld, kan
deze nog heet zijn. Verbrandingsgevaar!
Niet in de motorruimte werken terwijl de motor draait.
De motorkap moet tijdens de rit vast gesloten en vergrendeld zijn. Na het
sluiten controleren, of de vergrendeling is vergrendeld. Daarvoor aan de
motorkap trekken.
Afb. 26
Ontgrendelingsgreep
motorkap (in het voertuig)
Aan de hendel (Afb. 26,1) links onder het dashboard trekken. Bij modellen
zonder beveiligingshaak is de motorkap nu ontgrendeld.
Bij modellen met beveiligingshaak met beide handen de bovenste en de
onderste rand van de motorkap vasthouden en de motorkap tot de aanslag
van de beveiligingshaak naar voren trekken.
Tijdens de rit
Afb. 25
Vergrendeling voor vouwver-
duistering
Afb. 27
Ontgrendelingsgreep
motorkap (buiten)
4
45
Advertenties
Inhoudsopgave
