10
Sanitaire inrichting
10.4
190
Waterinstallatie vullen
Bij het vullen van de watertank de technisch toegelaten totale massa van
het voertuig in acht nemen. Als de watertank vol is, moet de bagage
overeenkomstig worden gereduceerd.
De waterpomp loopt zonder water warm en kan beschadigd worden.
Waterpomp nooit gebruiken als de watertank leeg is.
De Truma installatie (verwarming/boiler) heeft een veiligheids-/aftapventiel
en afhankelijk van het model een of twee aftapkranen voor het legen.
De Alde-installatie (verwarming/boiler) heeft afhankelijk van het model een
of twee aftapkranen voor het legen.
Terwijl de watertank wordt gevuld, kan de waterhoeveelheid op het paneel
worden gecontroleerd.
Afb. 210 Aftapkraan (met kiphendel)
Voertuig horizontaal zetten.
12-V-voorziening op het paneel inschakelen.
Evt. de waterpomp op het paneel inschakelen.
Waterinstallatie reinigen resp. ontsmetten.
Veiligheids-/aftapventiel (Truma) sluiten. Daarvoor de draaiknop dwars ten
opzichte van het veiligheids-/aftapventiel draaien en de drukknop
indrukken.
Bij temperaturen onder de 6 °C kan het veiligheids-/aftapventiel niet
worden gesloten. Daarom de woonruimteverwarming inschakelen en
wachten tot de temperatuur bij het veiligheids-/aftapventiel boven 6 °C ligt.
Alle aftapkranen sluiten. Daartoe de kiphendel van de aftapkraan
(Afb. 210,1) horizontaal zetten of de kap van de aftapkraan (Afb. 211,1)
met de klok mee draaien.
De aftapopening van de watertank sluiten.
Alle waterkranen sluiten.
Drinkwatervulopening buiten aan het voertuig openen.
Watertank met drinkwater vullen. Voor het vullen een waterslang, waterjer-
rycan met trechter o.d. gebruiken.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen. De waterpomp wordt inge-
schakeld. De warmwaterleidingen worden gevuld met water.
Afb. 211 Aftapkraan (met draaikap)
I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL