12.1
12.2
I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor inspectie- en onderhoudswerkzaam-
heden aan het voertuig.
De onderhoudsinstructies hebben betrekking op:
de deuren
de woonruimteaccu
de brandstofcel
de warmwaterverwarming Alde
de standverwarming
het vervangen van gloeilampen
Aan het einde van het hoofdstuk vindt u belangrijke instructies voor het
bezorgen van reserveonderdelen.
Inspectiewerkzaamheden
Zoals ieder technisch apparaat moet het voertuig met regelmatige intervallen
worden geïnspecteerd.
Deze inspectiewerkzaamheden moeten door vaklieden worden uitgevoerd.
Voor deze werkzaamheden wordt speciale vakkennis vereist, die in het kader
van deze gebruiksaanwijzing niet kan worden uiteengezet. Deze vakkennis
staat bij al onze servicepunten ter beschikking. Ervaring en regelmatige tech-
nische instructies vanuit de fabriek alsmede voorzieningen en gereedschap
bieden een garantie voor vakkundige inspectie van het voertuig, die aan de
nieuwste eisen beantwoordt.
De "eerste geplande inspectie" 12 maanden na de aflevering van het kente-
kenbewijs bij een van onze servicepunten laten uitvoeren.
Alle andere inspecties jaarlijks laten uitvoeren.
Het dienstverlenende servicepunt bevestigt de uitgevoerde werkzaamheden.
De inspectiewerkzaamheden voor het chassis laten bevestigen in het klanten-
serviceboekje van de fabrikant van het chassis.
De door de fabrikant voorgeschreven inspecties in acht nemen en binnen
de voorgeschreven intervallen laten uitvoeren. Zo blijft de waarde van het
voertuig behouden.
De bevestiging van de uitgevoerde inspectiewerkzaamheden geldt tegelijk
als bewijs bij eventueel optredende schade- en garantiegevallen.
Onderhoudswerkzaamheden
Zoals ieder technisch apparaat heeft het voertuig onderhoud nodig. De
omvang en de frequentie van de onderhoudswerkzaamheden richten zich
naar verschillende gebruiks- en inzetwaarden. Bij verzwaarde gebruiksom-
standigheden het voertuig vaker laten onderhouden.
Het basisvoertuig en de inbouwapparatuur binnen de intervallen laten onder-
houden die in de betreffende gebruiksaanwijzingen zijn opgegeven.
12
Onderhoud
12Onderhoud
219