4
Tijdens de rit
4.4
4.5
Voor het begin van iedere
4.6
38
Met een bedieningstoets of de knop "OFF" op het display kan het systeem
worden uitgeschakeld.
Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Rijsnelheid
Het voertuig is met een krachtige motor uitgerust. Zo staan in moeilijke
verkeerssituaties voldoende reserves ter beschikking. Het hoge ver-
mogen maakt een hoge eindsnelheid mogelijk en vereist zeer goede rij-
capaciteiten.
Het voertuig is zeer gevoelig voor wind. Bijzonder gevaar levert plotse-
ling optredende zijwind.
Ongelijkmatige of eenzijdige belading verandert het rijgedrag.
Op onbekende wegen kunnen moeilijke verhoudingen van de rijbanen
heersen en verrassende verkeerssituaties optreden. Pas daarom voor
uw eigen veiligheid de rijsnelheid telkens aan de verkeerssituatie en de
omgeving aan.
De nationale wettelijke snelheidsbeperkingen aanhouden.
Remmen
Gebreken aan de reminstallatie meteen laten verhelpen door een geau-
toriseerde werkplaats.
Hard remmen vermijden. Bij hard remmen, waarbij de wielen blokkeren,
slijten de banden snelller en onregelmatig. Dit vermindert het rijcomfort. De
banden kunnen zelfs onbruikbaar worden.
Voor iedere rit door test-remmen controleren:
rit
Functioneren de remmen?
Reageren de remmen gelijkmatig?
Blijft het voertuig tijdens het remmen in het spoor?
Veiligheidsgordels
Het voertuig is in de woonruimte bij de zitplaatsen, waar volgens de wet een
veiligheidsgordel is voorgeschreven, met automatische driepuntsgordels uit-
gerust. Voor het dragen van gordels gelden de van toepassing zijnde natio-
nale bepalingen.
Voor de rit de gordels omdoen en tijdens de rit omlaten.
Gordels niet beschadigen of klemmen. Laat beschadigde veiligheidsgor-
dels vervangen door een geautoriseerde werkplaats.
De gordelbevestigingen, het oprolautomatisme en de gordelsloten niet
wijzigen.
Schroefverbinding van de veiligheidsgordels van tijd tot tijd controleren
op vastzitten.
I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL