12
Onderhoud
12.6.1
12.6.2
222
Laat de verwarmingsvloeistof ca. om de twee jaar door de geautoriseerde
dealer of het servicepunt vervangen omdat de corrosiebescherming na
verloop van tijd afneemt.
Het verwarmingssysteem alleen met een water-glycol-mengsel (60 : 40)
bijvullen. Dit mengsel is bij vorst beschermd tot ca. -25 °C. Bij het bijvullen
van warmwaterverwarmingen die op het koelcircuit van de voertuigmotor
zijn aangesloten, de gegevens in de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant
in acht nemen.
Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van de apparatuur.
Vloeistofpeil controleren
Afb. 252 Buffertank warmwaterverwar-
ming
Warmwaterverwarming uitschakelen en laten afkoelen.
Controleren of de vloeistof in de buffertank (Afb. 252) tussen de "MIN"-
markering (Afb. 252,3) en de "MAX"-markering (Afb. 252,2) staat.
Verwarmingsvloeistof bijvullen
Het voertuig horizontaal zetten. Zo kunnen luchtbellen worden vermeden.
Warmwaterverwarming uitschakelen en laten afkoelen.
Afscherming afschroeven resp. aftrekken.
De draaisluiting (Afb. 252,1) van de buffertank opendraaien.
Deksel verwijderen.
Bescherming tegen vorst met een anti-vriesmeter controleren. Het anti-
vriesgehalte moet 40 % bedragen of overeenkomen met een bescherming
tot -25 °C.
Water-antivries-mengsel langzaam in de buffertank gieten.
Het optimale vloeistofpeil is bereikt, wanneer de vloeistof in de buffertank
in de afgekoelde toestand 1 cm boven de "MIN"-markering staat.
I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL