4.4
MOTORBEDIENING
OPMERKING: De motor moet altijd eerst gestart worden vanaf het grond-
bedieningsstation.
Startprocedure
ALS DE MOTOR NIET DIRECT START, MAG HIJ NIET LANGDURIG GETORND WORDEN.
ALS DE MOTOR WEER NIET START, LAAT DE STARTMOTOR DAN 2-3 MINUTEN 'AFKOE-
LEN' . ALS DE MOTOR NA DIVERSE POGINGEN NIET START, RAADPLEEG DAN DE
MOTORONDERHOUDSHANDLEIDING.
OPMERKING: Alleen dieselmotoren: Nadat de machinist het contactslot
heeft ingeschakeld, moet hij wachten totdat het lampje van
de gloeibougie uitgaat voordat hij de motor gaat tornen.
1. Zet de sleutel van de keuzeschakelaar op Grond. Zet de voe-
dings/noodstopschakelaar aan en druk op de motorstart-
schakelaar totdat de motor start.
LAAT DE MOTOR ENKELE MINUTEN BIJ LAAG TOERENTAL OPWARMEN VOORDAT U
HEM BELAST.
2. Wanneer de motor genoeg tijd heeft gehad om op te war-
men, zet u deze uit.
3122349
LET OP
LET OP
– JLG Hoogwerker –
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
3. Zet de keuzeschakelaar op Platform.
4. Trek de voedings/noodstopschakelaar naar buiten en druk
op de motorstartschakelaar totdat de motor start.
OPMERKING: De voetschakelaar moet worden losgelaten (omhoog
staan) voordat de startmotor kan werken. Als de startmo-
tor werkt terwijl de voetschakelaar is ingedrukt, MAG DE
MACHINE NIET GEBRUIKT WORDEN.
Stopzetprocedure
ALS EEN STORING VAN DE MOTOR EEN NIET-GEPLANDE STOPZETTING VEROORZAAKT,
MOET DE OORZAAK WORDEN BEPAALD EN VERHOLPEN VOORDAT DE MOTOR
OPNIEUW WORDT GESTART.
1. Neem alle belasting weg en laat de motor 3-5 minuten lang
met laag toerental werken; hierdoor kan de inwendige
motortemperatuur verder dalen.
2. Druk op de VOEDINGS/NOODSTOP-schakelaar.
3. Zet de HOOFDSCHAKELAAR op Uit.
Zie de handleiding van de motorfabrikant voor gedetailleerde
informatie.
LET OP
4-5