HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
11. Indicator kabelservice
Wanneer deze indicator brandt, zijn de giekkabels los of
gebroken en moeten deze onmiddellijk worden gerepareerd
of afgesteld.
12. Rijrichtingsindicator
Wanneer de giek in een van beide richtingen voorbij de ach-
terbanden wordt gezwenkt, gaat de rijrichtingsindicator
branden als de rijfunctie wordt gekozen. Dit is een signaal
voor de machinist om te controleren of de rijbesturing in de
juiste richting werkt (d.w.z. situaties waarin de bedienings-
elementen zijn omgekeerd).
13. Indicator Assen ingesteld
Geeft aan dat de assen volledig uitgeschoven zijn. De indica-
tor knippert terwijl de assen worden in- of uitgeschoven en
brandt continu wanneer ze volledig zijn uitgeschoven. Het
lampje gaat uit wanneer de assen volledig zijn ingeschoven.
3-22
14. Waarschuwingsindicator giekbesturingssysteem
Geeft aan dat het platform zich buiten de gebruiksafstand
bevindt en dat bepaalde giekfuncties (heffen, in-/uitschui-
ven) uitgeschakeld kunnen zijn. Bij pogingen tot gebruik
van uitgeschakelde functies gaat de indicator knipperen en
klinkt er een waarschuwingssignaal. Breng het platform
onmiddellijk naar de grond. Als de indicator blijft branden, is
een storing of defect van het giekbesturingssysteem waar-
genomen. Als een defect wordt vastgesteld, moet het
systeem worden gerepareerd door een bevoegde service-
monteur van JLG voordat de machine weer kan worden
gebruikt.
– JLG Hoogwerker –
3122349