Tips voor het vastleggen van krachttrainingsactiviteiten
• Kijk niet op de watch terwijl u herhalingsoefeningen uitvoert.
U kunt de watch gebruiken aan het begin en einde van elke set en tijdens rustpauzes.
• Concentreer u tijdens herhalingsoefeningen volledig op de correcte uitvoering ervan.
• Voer lichaamsgewichttrainingen of vrije gewichtstrainingen uit.
• Voer herhalingsoefeningen uit met een consistent, groot bewegingsbereik.
Elke keer wanneer de arm met de watch in de startpositie terugkeert, wordt als een herhaling geteld.
OPMERKING: Beenoefeningen worden mogelijk niet geteld.
• Schakel automatische setdetectie in om uw sets te starten en te stoppen.
• Na afloop kunt u uw krachttrainingsacitiviteit opslaan en verzenden naar uw Garmin Connect account.
U kunt de tools in uw Garmin Connect account gebruiken om activiteitgegevens weer te geven en te
bewerken.
Een HIIT-activiteit vastleggen
U kunt speciale timers gebruiken om een HIIT-activiteit (high-intensity interval training) vast te leggen.
1 Druk op
.
2 Selecteer HIIT.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Vrij om een open, ongestructureerde HIIT-activiteit vast te leggen.
• Selecteer HIIT-timers > AMRAP om zo veel mogelijk ronden op te nemen gedurende een ingestelde
periode.
• Selecteer HIIT-timers > EMOM om een ingesteld aantal bewegingen per minuut op de minuut vast te
leggen.
• Selecteer HIIT-timers > Tabata om te wisselen tussen intervallen van 20 seconden van maximale
inspanning en 10 seconden rust.
• Selecteer HIIT-timers > Aangepast om uw bewegingstijd, rusttijd, aantal bewegingen en aantal ronden in
te stellen.
• Selecteer Workouts om een opgeslagen workout te volgen.
4 Volg indien nodig de instructies op het scherm.
5 Druk op
om uw eerste ronde te starten.
De watch geeft een afteltimer en uw huidige hartslag weer.
6 Druk indien nodig op
7 Nadat u klaar bent met de activiteit, drukt u op
8 Selecteer
.
De loopbandafstand kalibreren
Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de loopband wilt vastleggen, kalibreert u de
loopbandafstand nadat u minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u verschillende loopbanden
gebruikt, kunt u de loopbandafstand handmatig kalibreren op elke loopband of na elke hardloopsessie.
1 Begin een loopbandactiviteit
2 Laat de loopband draaien totdat uw vívoactive 5 watch ten minste 1,5 km (1 mijl) heeft opgenomen.
3 Nadat u uw hardloopsessie hebt voltooid, drukt u op
4 Op het scherm van de loopband kunt u de afgelegde afstand bekijken.
5 Selecteer een optie:
• Voer de loopbandafstand op uw watch in om de eerste keer te kalibreren.
• Als u de eerste kalibratie handmatig wilt uitvoeren, veegt u omhoog, selecteert u Kalibreren en opslaan en
voert u de loopbandafstand in op uw watch.
Apps en activiteiten
om handmatig naar de volgende ronde of rust te gaan.
(Een activiteit starten,
om de activiteitentimer te stoppen.
pagina 3).
.
5