condenseer het koelmiddel en pomp het in de condensor of afpompreservoir volgens de geijkte
procedures.
Gebruik altijd een drukregelklep op het reservoir dat wordt gebruikt om het systeem onder druk
te brengen. Overschrijd de hierboven vermelde testdruk niet. Verwijder de gasfles wanneer de
testdruk is bereikt.
Druktest
Een druktest is alleen nodig wanneer de unit schade heeft opgelopen tijdens het transport. De
schade kan worden vastgesteld door een visuele controle op defecte onderdelen of losse
bevestigingen op de externe leidingen. De servicemeters moeten een positieve druk aangeven.
Als de meters geen druk aangeven, kan er een lek zijn waardoor alle koelmiddel is weggelopen.
In dat geval moet u een lekkagetest van de unit uitvoeren om de plaats van het lek te bepalen.
Lektest
Wanneer al het koelmiddel is weggelopen, moet u de unit controleren op lekken vóór u het
volledige systeem vult. Dit kan door het systeem met voldoende koelmiddel te vullen tot een
druk van ongeveer 69 kPa en voldoende stikstof toe te voegen tot een druk van maximaal 860
kPa. Gebruik een elektronische lekdetector voor de lektest. Halogenide-lekdetectoren werken
niet met R-134a. Zorg bij het toevoegen of verwijderen van koelmiddel aan/van het systeem
altijd voor waterstroming door de componenten.
Gebruik geen zuurstof of een mengsel van R-22 en lucht om de druk te verhogen
aangezien dit een ontploffing kan veroorzaken met ernstige letsels tot gevolg.
Als u een lek detecteert in een gelaste of hardgesoldeerde verbinding of als een pakking moet
worden vervangen, moet u de testdruk in het systeem aflaten alvorens verder te gaan. Koperen
koppelingen moeten worden hardgesoldeerd.
Na een reparatie moet het systeem worden gevacumeerd zoals beschreven in het volgende
hoofdstuk.
Vacumeren
Nadat u het systeem hebt gecontroleerd op koelmiddellekken, moet u het vacumeren met een
vacuümpomp die tot minstens 1000 micron kwik kan vacumeren.
Sluit een kwikmanometer of een elektronische of andere micronmeter aan op het punt dat zich op
het verste punt van de vacuümpomp bevindt. Voor een waarde van minder dan 1000 micron moet
u een elektronische of een ander type van micronmeter gebruiken.
De drievoudige vacumeermethode is aanbevolen, zeker wanneer de vacuümpomp de druk niet tot
1 millimeter vacuüm kan laten dalen. Eerst wordt het systeem tot ongeveer 74 cm (29") kwik
gevacumeerd. Vervolgens wordt het systeem met droog stikstof op nul pond druk gebracht.
Daarna wordt het systeem opnieuw gevacumeerd tot ongeveer 74 cm kwik. Dit wordt drie keer
herhaald. De eerste keer zal ongeveer 90% van de niet-condenseerbare stoffen verwijderen, de
tweede keer ongeveer 90% van de rest van de eerste keer, en na de derde keer blijft nog slechts
1/10-1% niet-condenseerbare stoffen over.
Systeem vullen
De DWSC- en DWDC-waterkoelers worden in de fabriek getest op lekken en worden verzonden
met de juiste hoeveelheid koelmiddel zoals aangegeven op het typeplaatje van de unit. Wanneer
het koelmiddel is weggelopen door transportschade moet het systeem als volgt worden gevuld
nadat eerst de lekken zijn gerepareerd en het systeem is gevacumeerd.
1.
Sluit de koelmiddelfles aan op de meterpoort van de vloeistofzijdige afsluiter en ontlucht de
vulleiding tussen de koelmiddelfles en de afsluiter. Draai de afsluiter half open.
2.
Start de waterpomp van de koeltoren en de pomp van het gekoeld water en laat het water
door de condensor en de koeler circuleren. (De starter van de condensorpomp moet
handmatig worden ingeschakeld.)
54
WAARSCHUWING
D – DWSCDWDC – 07/10 5 – NL