Inhoudsopgave
Advertenties
Inleiding
Algemene beschrijving
Centrifugaal waterkoelers van Daikin zijn volledige, autonome en automatisch geregelde
vloeistofkoelunits. Elke unit is volledig geassembleerd en in de fabriek getest vóór de verzending.
De modellen DWSC/DWDC/DWCC zijn voor alleen koelen en de DHSC-modellen zijn voor
koelen met warmteterugwinning in condensorpijpen die losstaan van de pijpenbundel van de
koeltoren.
Bij de DWSC- en DHSC-reeks is elke unit uitgerust met één compressor die verbonden is met
een condensor en een verdamper. De DWDC-reeks is uitgerust met twee compressoren die
parallel werken op één enkele verdamper en condensor. De DWCC-reeks is uitgerust met twee
compressoren, en elke compressor werkt met één koelmiddelkring van een verdamper en
condensor met twee kringen. De informatie in deze handleiding over de DWSC en DWDC geldt
ook voor DWCC- en DHSC-units, behalve indien expliciet anders vermeld.
De koelers werken met R-134a-koelmiddel om de afmetingen en het gewicht te beperken in
vergelijking tot koelmiddelen met negatieve druk, en aangezien R-134a over het hele bereik bij
een positieve druk werkt, is ook geen ontluchtingssysteem nodig.
De bedieningen zijn voorbedraad, afgesteld en getest. Alleen de normale lokale aansluitingen
zoals de leidingen, elektrische aansluitingen en vergrendelingen, enz. moeten nog worden
uitgevoerd, wat de installatie eenvoudiger maakt en de betrouwbaarheid verhoogt. De meeste
vereiste beveiligingen en bedieningsorganen zijn in de fabriek in het bedieningspaneel
geïnstalleerd.
De basismaten van de units zijn de 050, 063, 076, 079, 087, 100, 113 en 126. Zij bieden een
koelcapaciteit van 80 tot 2500 ton. In deze handleiding gelden alle verwijzingen naar de DWSC-
modellen ook voor andere modellen, behalve indien specifiek anders vermeld.
Toepassing
De in deze handleiding opgegeven procedures gelden voor de standaard koelers van de
DWSC/DWDC/DWCC-reeks e DHSC-koelers met warmteterugwinning. Zie de gebruiks-
aanwijzing OM CentrifMicro II (de nieuwste versie staat op www.daikineurope.com) voor meer
informatie over het gebruik van de MicroTech II™ unitcontroller.
Alle centrifugaalkoelers van Daikin zijn in de fabriek getest vóór de verzending en moeten de
eerste keer op de site worden opgestart door een in de fabriek opgeleide servicetechnicus van
Daikin. Als deze opstartprocedure niet wordt gevolgd, kan dit invloed hebben op de garantie van
de apparatuur.
De standaard beperkte garantie op deze apparatuur dekt onderdelen die materiaalgebreken of
andere gebreken vertonen. Specifieke details over deze garantie vindt u in de bij de apparatuur
geleverde garantiebepalingen.
Koeltorens die voor de centrifugaalkoelers van Daikin worden gebruikt worden normaal
geselecteerd voor een maximum watertemperatuur aan de condensorinlaat tussen 24°C en 32°C.
Vanuit het standpunt van een lager energieverbruik verdient een lagere inlaatwatertemperatuur de
voorkeur, maar er is wel een minimum. De modellen met warmteterugwinning (DHSC) werken
in principe op dezelfde manier als de units voor alleen koelen. De warmteterugwinningsfunctie
wordt buiten de koeler geregeld, zoals verder in deze handleiding wordt beschreven.
Benaming
H = Warmteterugwinning
D = Dubbele compressor
S = Enkelvoudige compressor
C = Dubbele, Tegenstroom
W D C 063
W = Watergekoeld
D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL
Koelermodel, op basis
van de waaierdiameter
Centrifugaalcompressor
3
Advertenties
Inhoudsopgave
