LIQUID INJECTION
MOTOR COOLING
IN
OUT
FILTER DRIER
CHILLED WATER
EVAPORATOR
NOTE 2
PILOT
EXPANSION VALVE
CONDENSED WATER
CONDENSER
KING VALVE
Elektrisch systeem
Het onderhoud van het elektrisch systeem omvat de algemene vereiste om de contacten schoon te
houden en de aansluitingen vast en de volgende punten te controleren:
1.
Controleer de door de compressor opgenomen stroom en vergelijk met de RLA-waarde op
het typeplaatje. Normaal zal de werkelijk opgenomen stroom lager liggen aangezien de
waarde op het typeplaatje voor werking onder vollast geldt. Controleer ook alle amperages
van de pomp- en ventilatormotor en vergelijk ze met de waarden op het typeplaatje.
2.
Inspecteer of de olieverwarming werkt. De verwarmingen zijn van het cassettetype en
kunnen worden gecontroleerd met een ammeter. Ze moeten worden ingeschakeld wanneer
het stuurcircuit stroom krijgt, wanneer de olietemperatuursensor warmte vraagt en wanneer
de compressor niet draait. Wanneer de compressor draait, zijn de verwarmingen
uitgeschakeld. Het scherm Digital Output en het tweede scherm View op het paneel van de
operatorinterface geven allebei aan wanneer de verwarmingen ingeschakeld zijn.
3.
Activeer minstens één keer om de drie maanden alle beveiligingen, behalve die voor
overbelasting van de compressor, en controleer hun activeringspunten. Het activeringspunt
van een bediening kan veranderen naarmate het verslijt; dit moet worden gedetecteerd zodat
de bedieningen kunnen worden bijgesteld of vervangen. Controleer of pompvergrendelingen
en stromingsschakelaars het besturingscircuit onderbreken wanneer zij worden geactiveerd.
4.
Inspecteer en maak de contactors in de motorstarter om de drie maanden schoon. Draai alle
aansluitpunten vast.
5.
Controleer de weerstand naar aarding van de compressormotor en noteer ze om de zes
maanden. Deze registratiegegevens bieden een overzicht van de slijtage van de isolatie op.
Een waarde van 50 Mohm of minder wijst op een mogelijk defect in de isolatie of vocht en
moet verder worden onderzocht.
Gebruik nooit een megger op een motor in een vacuüm. Anders kan de motor
6.
De centrifugaalcompressor moet in de richting van de pijl op de achterste motordekselplaat
(bij het kijkglas) draaien. Als de operator reden heeft om te vermoeden dat de aansluitingen
van het voedingssysteem zijn veranderd (fasen omgekeerd), moet u de compressor heel even
worden gedraaid (getornd) om de draairichting te controleren. Neem contact op met het
plaatselijke servicekantoor van Daikin voor meer informatie.
VLOEISTOFINSPUITING
MOTORKOELING
IN
UIT
FILTERDROGER
GEKOELD WATER
VERDAMPER
OPMERKING 2
PILOOT
EXPANSIEKLEP
GECONDENSEERD WATER
CONDENSOR
HOOFDKLEP
LET OP
ernstige schade oplopen.
D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL
51