Inhoudsopgave
Advertenties
Quick Links
Advertenties
Inhoudsopgave
Gerelateerde Handleidingen voor Daikin DWSC 050
Samenvatting van Inhoud voor Daikin DWSC 050
- Pagina 1 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud D – DWSCDWDC – 07/10 5 – NL Centrifugaalkoelers met enkele/dubbele compressor DWSC/DWDC 050, 063, 079, 087, 100, 113, 126, Alleen koelen DWCC 100, 113, 126 DHSC 050, 063, 079, 087, 100, 126, Warmteterugwinning...
-
Pagina 2: Inhoudsopgave
Garantiebepaling ...................61 De informatie en afbeeldingen geven de producten van Daikin weer op het tijdstip van publicatie en we behouden ons het recht voor om op om het even welk ogenblik zonder kennisgeving veranderingen in ontwerp en constructie aan te brengen. -
Pagina 3: Inleiding
OM CentrifMicro II (de nieuwste versie staat op www.daikineurope.com) voor meer informatie over het gebruik van de MicroTech II™ unitcontroller. Alle centrifugaalkoelers van Daikin zijn in de fabriek getest vóór de verzending en moeten de eerste keer op de site worden opgestart door een in de fabriek opgeleide servicetechnicus van Daikin. -
Pagina 4: Installatie
Ontvangst en behandeling Controleer de unit onmiddellijk na ontvangst op eventuele schade. Alle centrifugaalwaterkoelers van Daikin worden franco aan boord uit de fabriek verzonden. De ontvanger is aansprakelijk voor alle claims voor behandelings- en transportschade. De isolatiehoekstukken van de montagegaten van de verdamper worden los verscheept en moeten worden vastgelijmd nadat de unit op zijn plaats staat. -
Pagina 5: Plaats En Montage
Oliecarter, pomp, verwarming Motor- klemmenkast Montagegaten Montage- gaten Condensor Dubbele veiligheidskleppen Gemeenschappelijke Smering & wateraansluitingen Condensor Besturingskasten oliekoeler compressor Opmerking: 1. De locatie van de aansluitingen voor gekoeld water en de condensor kunnen verschillen. Controleer de aanduidingen op de unit of raadpleeg de gecertificeerde tekeningen van de unit voor de locaties van de aansluitingen op specifieke units. -
Pagina 6: Bedrijfsbeperkingen En Standbybeperkingen
28,5 mm voorzien. Opmerking: De units worden verscheept met gesloten koelmiddel- en oliekleppen om deze vloeistoffen tijdens het transport te isoleren. De kleppen moeten dicht blijven tot de unit wordt opgestart door de Daikin-technicus. Typeplaatjes De koeler is uitgerust met verschillende identificatieplaatjes: •... -
Pagina 7: Werking Met Lage Condensorwatertemperatuur
Lagere temperaturen helpen de prestaties van de koeler. Tot 300 ton Centrifugaalkoelers van Daikin tot 300 ton zijn uitgerust met elektronische expansiekleppen (EXV) en worden opgestart en draaien met een minimum watertemperatuur condensorinlaat zoals aangegeven in Afbeelding 3 of zoals berekend met de volgende formule waarop de krommen zijn gebaseerd. -
Pagina 8: Meer Dan 300 Ton
Aangezien koelers worden geselecteerd op lagere kW per ton, maakt het motorvermogen van de koeltorenventilator een groter percentage uit van het totale koelervermogen bij piekbelasting. Het Energy Analyzer-programma van Daikin kan de werking van de koeler/toren optimaliseren voor specifieke gebouwen op specifieke plaatsen. -
Pagina 9: Waterleiding
Er kan ook een frequentieverschil ontstaan door het klein verschil in het bedrijfstoerental van de pompmotor en dat van de centrifugaalmotor van Daikin. Daikin beveelt 1750/1460 tpm (vierpolige) pompmotoren aan. Aftappen bij het opstarten... - Pagina 10 Thermische dispersiestromingsschakelaars zijn verkrijgbaar bij Daikin als in de fabriek geïnstalleerde optie. Zij worden geïnstalleerd in een wateraansluiting van de verdamper en condensor en zijn bedraad in de fabriek.
- Pagina 11 Als losse stromingsschakelaars worden gebruikt, moeten in het bedieningspaneel van de unit de elektrische aansluitingen worden uitgevoerd van de gemeenschappelijke T3-S-klem naar klem CF voor de condensorschakelaar en van T3-S naar klem EF voor de verdamperschakelaar. Zie Afbeelding 15, Lokaal bedradingsschema op pagina 32. De normaal open contacten van de stromingsschakelaar moeten worden bedraad tussen de klemmen.
-
Pagina 12: Koeltorens
Koeltorens Het waterdebiet in de condensor moet worden gecontroleerd om te zien of voldoet aan het systeemontwerp. Voorzie ook één of andere vorm van temperatuurregeling als een niet- gecontroleerde toren water met een temperatuur van minder dan ongeveer 18°C kan leveren. Als de torenventilatorregeling niet voldoet, wordt een torenbypassklep aanbevolen. -
Pagina 13: Legende
Afbeelding 7, Schema warmteterugwinning HEAT LOAD AUXILIARY HEATER OPEN CIRCUIT RECOVERY TOWER CONDENSER TOWER HEAT RECOVERY CONDENSER CHILLER LEGEND EVAPORATOR TC TEMPERATURE CONTROL POINT PUMP COOLING LOAD HEAT LOAD VERWARMINGSLAST AUXILIARY HEATER HULPVERWARMING OPEN CIRCUIT TOWER OPEN CIRCUIT TOREN RECOVERY CONDENSER TERUGWINNINGSCONDENSOR TOWER CONDENSER TORENCONDENSOR... -
Pagina 14: Gids Lokale Isolatie
Gids lokale isolatie Afbeelding 8, Isolatievereisten, units voor alleen koelen D – DWSCDWDC – 07/10 5 – NL... - Pagina 15 D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL...
- Pagina 16 Do not insulate Niet isoleren Stop here Stop hier Note: Starter mounting brackets if supplied Opmerking: Montagebeugels starter indien voorzien Motor drain line Motoraftapleiding Motor to chiller Motor naar koeler Expansion valve - Insulate crosshatched area & Expansieklep – Isoleer gearceerd deel & tot aan de up to the chiller insulation koelerisolatie Note: stop at motor/gearcase boundary...
-
Pagina 17: Fysieke Gegevens En Gewichten
De feitelijke hoeveelheid voor een specifieke selectie kan verschillen naar gelang het aantal pijpen en kan worden opgezocht in het Daikin Selectieprogramma. Het programma laat geen selectie toe waarbij de hoeveelheid koelmiddel voor de unit groter is dan de afpompcapaciteit van de condensor. - Pagina 18 Afpompen Om onderhoudswerkzaamheden aan de compressor te vergemakkelijken zijn alle centrifugaal- koelers van Daikin zo ontworpen dat alle koelmiddel kan worden afgepompt en opgesloten in de condensor van de unit. Units met dubbele compressoren en enkelvoudige compressoren met de optionele aanzuigafsluiter kunnen ook naar de verdamper worden afgepompt.
-
Pagina 19: Oliekoelers
Oliekoelers De Daikin centrifugaalkoelers maat 063 t/m 26 zijn uitgerust met een in de fabriek geïnstalleerde watergekoelde oliekoeler, temperatuurgestuurde waterregelafsluiter magneetklep per compressor. Koelers model 050 zijn uitgerust met koelmiddelgekoelde oliekoelers en vereisen geen koelwateraansluiting. De koelwateraansluitingen op DWSC/DHSC-koelers met enkelvoudige compressor zitten bij de compressor en vindt u op de gecertificeerde tekeningen van de specifieke units. - Pagina 20 Tabel 7, Autonome VFD, koelvereisten Koel- Koel- Koel- Koel- water water water water DWSC/DHSC 063 - 087 Stroming, gpm Inlaattemperatuur, °F 80.0 65.0 55.0 45.0 Uitlaattemperatuur, °F Drukval, ft. 13.0 DWSC/DHSC 100 - 126 Stroming, gpm Inlaattemperatuur, °F 80.0 65.0 55.0 45.0 Uitlaattemperatuur, °F...
- Pagina 21 Afbeelding 10, Oliekoelerleiding met leidingwater OIL COOLER SOLENOID VALVE COOLING TOWER STOP WATER VALVE SUPPLY STRAINER COOLING TOWER MAKEUP MAX. 40 DISCHARGE ABOVE MESH HIGHEST POSSIBLE DRAIN VALVE WATER LEVEL OR PLUG OPEN DRAIN OIL COOLER OLIEKOELER SOLENOID VALVE MAGNEETKLEP WATER SUPPLY WATERTOEVOER STOP VALVE...
-
Pagina 22: Olieverwarming
Afbeelding 12, Oliekoeleraansluitingen, DWDC 100/126, mantels van 4,87 m (16 ft) Magneetkleppen Opmerking: Alle andere DWDC- Temperatuurregelkleppen units zijn uitgerust met oliekoeler- aansluitingen op de Inlaataansluiting rechtse pijpplaat onder de verdamper. Uitlaataansluiting Tabel 8, maten koelwateraansluiting DWSC/DHSC 063- DWDC 063-087, Model DWDC/DWCC 100-126 087,... -
Pagina 23: Koelmiddelontluchtingsleiding
De formule, en de tabellen met waarden, staat in ASHRAE Norm 15-2001. De veiligheidskleppen van centrifugaalunits van Daikin zijn ingesteld op 180 psi, 200 psi en 225 psi, en daaruitvolgende afvoercapaciteiten van de klep van respectievelijk 68,5 # lucht/min, 75,5 # lucht/min en 84,4 # lucht/min. -
Pagina 24: Elektrisch Systeem
De bedrading, zekeringen en kabeldikte moeten conform de National Electric Code (NEC) zijn. Standaard NEMA motorstarters moeten aangepast worden om te voldoen aan de specificaties van Daikin. Zie Daikin Specificatie R35999901 of de Daikin producthandleiding PM DWSC/DWDC. Belangrijk: De spanningsonbalans mag de 2% niet overschrijden, met een resulterende stroomonbalans van 6 tot10 keer de spanningsonbalans volgens de NEMA MG-1, 1998 norm. - Pagina 25 De aannemer die de installatie uitvoert is verantwoordelijk voor de isolatie van de motorklemmen van de compressor wanneer de spanning van de unit 600 V of meer bedraagt. Dit moet gebeuren nadat de opstarttechnicus van Daikin de fasevolgorde en de draairichting van de motor heeft gecontroleerd.
-
Pagina 26: Bedrading Display Remote Starter
Bedrading display remote starter Bij op afstand gemonteerde Wye-Delta starters, solid-state starters en starters met directe inschakeling moet lokale bedrading worden voorzien om het optionele ammeterdisplay of het full metering display op het paneel van de operatorinterface van de koeler te activeren. De bedrading loopt D3-kaart starter... - Pagina 27 Afbeelding 14, Lokale bedrading voor optioneel display MODELS: WSC/WPV/WDC UNITS MODELLEN: WSC/WPV/WDC-UNITS REMOTE MOUNTED STARTER WITH D3 OP AFSTAND GEÏNSTALLEERDE STARTER MET D3- COMMUNICATION MICROTECH II COMMUNICATIE MICROTECH II D3 BOARD D3-KAART (SEE NOTE 2) (ZIE OPMERKING 2) BIAS BLOCK COMPENSATIEBLOK COMPRESSOR CONTROLLER CONTROLLER COMPRESSOR...
-
Pagina 28: Bedrading Besturingsvoeding
VFD. 2. Bij een door Daikin of door de klant volgens de specificaties van Daikin geleverde autonome starter of VFD zal een besturingstransformator bevatten; deze vereist lokale bedrading naar klemmen in de klemmenkast van de compressor. -
Pagina 29: Stromingsschakelaars
Stromingsschakelaars Op de klemmenstrook van het besturingspaneel van de unit zijn vergrendelklemmen voor de waterstroming voorzien voor lokaal geïnstalleerde schakelaars. Zie het Schema Lokale bedrading op pagina 32 of op het deksel van het besturingspaneel voor de juiste aansluitingen. De vergrendelingen van de waterstroming moeten voorkomen dat de compressor pas werkt wanneer zowel de pomp voor het verdamperwater als de pomp voor het condensorwater draaien en er stroming is. -
Pagina 30: Opmerkingen Over Het Volgende Bedradingsschema
De minimum draaddikte voor 115 VAC is 12 GA voor een maximumlengte van 15 meter. Als de lengte meer dan 15 meter is, moet u contact opnemen met Daikin voor de aanbevolen minimum draaddikte. Draaddikte voor 24 VAC is 18 GA. Alle bedrading moet worden geïnstalleerd als een NEC Klasse 1 bedradingssysteem. - Pagina 31 Voor de optie "Full Metering" of "Amps Only Metering" moet lokale bedrading worden uitgevoerd wanneer autonome starters worden gebruikt. De bedrading hangt af van het type koeler en starter. Neem contact op met het plaatselijke Daikin- verkoopkantoor voor informatie over specifieke selecties.
- Pagina 32 Afbeelding 15, Lokaal bedradingsschema MICROTECH CONTROL BOX TERMINALS (115V) (24V) POWER * NOTE 7 NEUTRAL * NOTE 10 * COOLING TOWER FOURTH STAGE STARTER * NOTE 10 * COOLING TOWER THIRD STAGE STARTER * NOTE 10 * COOLING TOWER SECONDH STAGE STARTER * NOTE 10...
- Pagina 33 MICROTECH CONTROL BOX TERMINAL KLEMMEN MICROTECH CONTROLLER COOLING TOWER FOURTH STAGE STARTER KOELTOREN VIERDE FASE STARTER COOLING TOWER THIRD STAGE STARTER KOELTOREN DERDE FASE STARTER COOLING TOWER SECOND STAGE STARTER KOELTOREN TWEEDE FASE STARTER COOLING TOWER FIRST STAGE STARTER KOELTOREN EERSTE FASE STARTER MODE SWITCH STANDSCHAKELAAR REMOTE ON/OFF (NOTE 5)
-
Pagina 34: Setup Met Meerdere Koelers
Setup van het pLAN De MicroTech II pLAN RS485-bedrading moet vóór het opstarten door de installateur worden geïnstalleerd. De opstarttechnicus van Daikin controleert de aansluitingen en voert de vereiste instellingen van de instelpunten uit. 1. Zonder pLAN-verbindingen tussen koelers, schakel de besturingsvoeding van de koeler uit en stel de DIP-schakelaars in zoals aangegeven in Tabel 11. - Pagina 35 Afbeelding 16, Communicatiebedrading PIGTAIL Chiller A J10 J11 OPDR UNIT CONTROL BLU/WHT WHT/BLU SHIELD Chiller B PORT OPDR J11 PORT UNIT CONTROL BLU/WHT WHT/BLU SHIELD Chiller C (+) (-) J11 Port UNIT CONTROL PIGTAIL AFGESCHERMDE VERBINDINGSLEIDING Chiller A Koeler A UNIT CONTROL UNITBESTURING BLU/WHT...
-
Pagina 36: Instellingen Van Het Microtech Ii Operator Interface Touch Screen (Oits)
Tabel 11, Adresinstellingen DIP-schakelaar voor controllers met pLAN Koeler Comp 1 Comp 2 Unit- Voor- Operator- Voor- Controller Controller controller behouden interface (2) behouden 100000 010000 101000 011000 111000 000100 100100 010100 101100 011100 111100 000010 100010 010010 101010 011010 111010 000110 100110... -
Pagina 37: Dwcc-Instellingen
DWCC-instellingen Aangezien de DWCC in essentie overeenstemt met twee koelers gecombineerd in één koeler met twee circuits met tegenstroom en enkele doorstroming van het koelmiddel, moet de compressor op het benedenstroomse circuit (uittredend gekoeld water) altijd worden aangeduid als de Fase 1 compressor - eerste aan, laatste uit. Bedieningssequentie Bij parallele bediening met meerdere koelers zijn de MicroTech II-controllers onderling verbonden door een pLAN-netwerk en zorgen zij voor het in-/uitschakelen van de... -
Pagina 38: Controlelijst Vóór Het Opstarten Van Het Systeem
..................(*) Inclusief water verwarmen bij units met warmteterugwinning. Opmerking: Deze controlelijst moet worden ingevuld en twee weken vóór het opstarten van het systeem naar het plaatselijke Daikin-servicecentrum worden gestuurd. D – DWSCDWDC – 07/10 5 – NL... -
Pagina 39: Bediening
OM CentrifMicro II (nieuwste uitgave) lezen en het bij de unit geleverde besturingsschema bestuderen voordat hij de unit opstart, bedient of uitschakelt. Wanneer de koeler voor het eerst wordt opgestart, zal de Daikin-technicus beschikbaar zijn om vragen te beantwoorden en procedures voor een juiste bediening aan te raden. - Pagina 40 Afbeelding 18, Bedieningspaneel unit AAN/UIT- schakelaars UTB1- Unitklemmenblok 110 V onderbreker pLAN-afsluiting Unitcontroller & isolatiekaart besturingsvoeding Noodschakelaar (UIT) Afbeelding 19, Bedieningspaneel compressor 115 V onderbreker Grendelrelais Verwarmingsrelais Klemmenbord CTB1 Compressorrelais Compensatieblok voor aansluiting display-optie starter Contactor oliepomp 115V-24V Transformatoren (3) Overbelasting oliepomp Resetknop relais AC-DC-signaalomzetter...
-
Pagina 41: Capaciteitsbesturingssysteem
Capaciteitsbesturingssysteem De hoeveelheid koelmiddel die in de waaier komt, wordt geregeld door het openen of sluiten van de inlaatschoepen. Op deze manier wordt de capaciteit van de compressor geregeld. De schoep beweegt als reactie op de olie die uit de SA of SB 4-wegs magneetkleppen komt. Deze magneetkleppen worden op hun beurt gestuurd door de microprocessor van de unit die de temperatuur van het uittredend gekoeld water meet. - Pagina 42 Afbeelding 20, Locatie naaldklep De snelheid moet laag genoeg zijn om oversturing en pendelen te voorkomen. De linker regelschroef is de SB-naaldklep voor het veranderen van de OPEN-snelheid van de schoep voor het belasten van de compressor. Draai deze schroef rechtsom om de snelheid waarmee de schoep wordt geopend te verlagen en linksom om ze sneller te laten openen.
- Pagina 43 Afbeelding 22, Werking regelmagneetklep schoep LEGEND HOLDING Oil Under Pressure Compressor Floating Piston Linked to Inlet Vanes Unloader Opens Vanes Cylinder Closes Vanes Four-Way Solenoid Piston Drain Valve Located on To Oil Compressor or #3 Outlet Pump Sump in Lube Box Section “SB”...
- Pagina 44 HOLDING VASTE STAND LEGEND LEGENDE Oil under pressure Olie onder druk Compressor unloader cylinder Ontlastcilinder compressor Floating piston linked to inlet vanes Vrije zuiger aangesloten op inlaatschoepen Opens vanes Opent schoepen Closes vanes Sluit schoepen Four-way solenoid valve located on compressor or Vierwegs-magneetklep op compressor of in smeerkast in lube box Adjustable needle valves integral with four-way...
-
Pagina 45: Surge" En "Stall
735030435, Rev 47 Compressorolie Label 070200106, Rev OB OPMERKINGEN: Twee verschillende soorten goedgekeurde olie mogen worden gemengd, zelfs wanneer ze een verschillende viscositeitsgraad hebben. Smeerolie van beide merken kan worden besteld met het Daikin-onderdeelnummer. D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL... - Pagina 46 Afbeelding 24, Typisch oliestromingsschema COMPRESSOR COMPRESSOR PISTON DRAIN AFVOER VAN ZUIGER DRAIN AFVOER VENT ONTLUCHTING UNLOADER PISTON ONTLASTZUIGER TO BEARINGS NAAR LAGERS FILTER FILTER THRUST PUMP DRUKPOMP 4-WAY SOLENOID 4-WEGS MAGNEETKLEP OIL COOLER OLIEKOELER BYPASS RELIEF VALVE BYPASS-VEILIGHEIDSKLEP HEATER VERWARMING OIL PUMP OLIEPOMP OIL SUMP...
-
Pagina 47: Warmgas-Bypass
Wanneer de natteboltemperatuur van de buitenlucht lager is dan de ontwerpwaarde, mag de watertemperatuur aan de condensorinlaat dalen, waardoor de koeler efficiënter kan draaien. Koelers van Daikin beginnen te werken met een watertemperatuur aan de condensorinlaat tot 42,8°C als de temperatuur van het gekoeld water onder de condensorwatertemperatuur ligt. -
Pagina 48: Onderhoud
Een analyse van de olie bij het initieel opstarten kan een toetssteen vormen waarmee latere tests kunnen worden vergeleken. Het plaatselijke Daikin-servicekantoor kan u verwijzen naar laboratoria voor dergelijke tests. Tabel 14 geeft de bovenlimieten voor metalen en vocht in de polyolestersmeeroliën voor Daikin-koelers. -
Pagina 49: Oliefilters Vervangen
Oliefilters vervangen Daikin-koelers staan altijd onder positieve druk en lekken geen vervuilde vochtige lucht in het koelmiddelcircuit, zodat de olie dus niet jaarlijks moet worden ververst. Een jaarlijke controle van de olie in een laboratorium is aanbevolen om de algemene toestand van de compressor te controleren. -
Pagina 50: Koelmiddelcyclus
Koelmiddelcyclus Voor onderhoud koelmiddelcyclus dient logboek bedrijfsomstandigheden bij te houden en te controleren of de unit de juiste hoeveelheid olie en koelmiddel bevat. Noteer bij elke inspectie de oliedruk, aanzuigdruk, persdruk en temperatuur van het condensorwater en gekoeld water. Meet de temperatuur van de aanzuigleiding bij de compressor minstens één keer per maand. Wanneer u hiervan het verzadigde temperatuurequivalent van de aanzuigdruk aftrekt, levert dit de aanzuigoververhitting op. - Pagina 51 (fasen omgekeerd), moet u de compressor heel even worden gedraaid (getornd) om de draairichting te controleren. Neem contact op met het plaatselijke servicekantoor van Daikin voor meer informatie. D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL...
-
Pagina 52: Schoonmaken En Onderhoud
Onbehandeld water kan corrosie, erosie, slijm, ketelsteen, of algenvorming veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een bekend waterbehandelingsbedrijf. Daikin is niet aansprakelijk voor het resultaat van onbehandeld of verkeerd behandeld water. 6. Verwijder de condensorkoppen minstens één keer per jaar om de condensorpijpen te inspecteren en maak ze indien nodig schoon. -
Pagina 53: Opstarten Na De Winter
Opstarten na de winter Wanneer een doorgebrande compressormotorstarter stroom krijgt, kan dit een gevaarlijke situatie opleveren. Dit kan zonder dat de persoon die de apparatuur opstart hiervan op de hoogte is. Dit is een goede gelegenheid om de volledige isolatie naar aarding van de motorwikkelingen te controleren. -
Pagina 54: Vacumeren
condenseer het koelmiddel en pomp het in de condensor of afpompreservoir volgens de geijkte procedures. Gebruik altijd een drukregelklep op het reservoir dat wordt gebruikt om het systeem onder druk te brengen. Overschrijd de hierboven vermelde testdruk niet. Verwijder de gasfles wanneer de testdruk is bereikt. -
Pagina 55: Belangrijk
U vindt deze parameters in Tabel 1. In het algemeen beveelt Daikin niet aan om de smeeroliën en filters regelmatig te vervangen. De smeerolie en filters moeten worden vervangen na een zorgvuldige overweging van de olie-analyse, trillingsanalyse en kennis van de bedrijfshistoriek van de apparatuur. - Pagina 56 Tin kan afkomstig zijn van lagers. Zink De lagers van Daikin-koelers zijn vrij van zink. Het kan evenwel afkomstig zijn van additieven in sommige mineraaloliën. Lood Lood in centrifugaalkoelers van Daikin is afkomstig van de schroefdraadafdichtingsproducten die worden gebruikt bij de assemblage van de koeler.
-
Pagina 57: Normale Bemonsteringsintervallen
Samenvattend kunnen we dus zeggen dat één enkel element van een olie-analyse niet mag worden gebruikt als basis voor een schatting van de algemene interne toestand van een Daikin-koeler. Men moet rekening houden met de eigenschappen van de smeermiddelen en koelmiddelen, en kennis van de interactie van slijtagematerialen in de koeler bij de interpretatie van een analyse van metalen in de olie. - Pagina 58 vervangt u het oliefilter en de filterdroger en neemt u opnieuw een monster op het normaal interval. D – DWSCDWDC – 07/10 5 – NL...
-
Pagina 59: Onderhoudsschema
Onderhoudsschema Punt controlelijst onderhoud I. Unit · Bedrijfslogboek · Analyse bedrijfslogboek · Lektest koelmiddel koeler · Veiligheidskleppen testen of vervangen II. Compressor · Trillingstest compressor A. Motor · Meet wikkelingen met megger (Opmerking 1) · Ampère-evenwicht (binnen 10% bij RLA) ·... - Pagina 60 Uitgevoerd wanneer er een apart contract voor afgesloten is; maakt geen deel uit van de standaard garantieservice. Het oliefilter moet worden vervangen en de compressor gedemonteerd en geïnspecteerd op basis van de resultaten van de jaarlijkse olietest door een bedrijf dat gespecialiseerd is in dergelijke testen. Neem contact op met de Daikin Factory Service voor aanbevelingen.
-
Pagina 61: Serviceprogramma's
Operatoropleidingen Daikin biedt verschillende keren per jaar trainingen aan voor het werken met en onderhoud van centrifugaalunits in zijn Training Center in Staunton, Virginia. Trainingen duren 3,5 dag en de volgende onderwerpen komen aan bod: basiskoeling, MicroTech-controllers, koelerefficiëntie en betrouwbaarheid verhogen, oplossen van problemen met de MicroTech, systeemcomponenten en andere verwante onderwerpen. - Pagina 62 Post Office Box 2510, Staunton, Virginia 24402-2510 • (800) 432-1342 • www.Daikin.com IMM DWSCDWDC-4 (11/05)
- Pagina 63 IM 269...
-
Pagina 64: Centrifugaalkoelers Met Enkele/Dubbele Compressor
Centrifugaalkoelers met enkele/dubbele compressor DDWSC/DDWDC 050, 063, 079, 087, 100, 113, 126, Alleen koelen DDWCC 100, 113, 126 DHSC 050, 063, 079, 087, 100, 126, Warmteterugwinning DAIKIN EUROPE N.V. Zandvoordestraat 300 B-8400 Oostende – België www.daikineurope.com Post Office Box 2510, Staunton, Virginia 24402-2510 • (800) 432-1342 •...