Stromingsschakelaars
Op de klemmenstrook van het besturingspaneel van de unit zijn vergrendelklemmen voor de
waterstroming voorzien voor lokaal geïnstalleerde schakelaars. Zie het Schema Lokale
bedrading op pagina 32 of op het deksel van het besturingspaneel voor de juiste aansluitingen.
De vergrendelingen van de waterstroming moeten voorkomen dat de compressor pas werkt
wanneer zowel de pomp voor het verdamperwater als de pomp voor het condensorwater draaien
en er stroming is. Als de stromingsschakelaars niet in de fabriek zijn geïnstalleerd en bedraad,
moeten zij lokaal worden voorzien vooraleer de unit kan worden gestart.
Systeempompen
De pomp voor gekoeld water kan 1) de pomp met de compressor in- en uitschakelen, 2)
doorlopend draaien, of 3) automatisch worden gestart door een bron op afstand.
De pomp van de koeltoren moet samen met de machine in- en uitschakelen. De houdspoel van
de starter van de pompmotor van de koeltoren moet 115 V, 60 Hz, met maximum 100 VA-
waarde. Een stuurrelais is vereist als de VA-waarde wordt overschreden. Zie het Schema Lokale
bedrading op pagina 32 of op het deksel van het besturingspaneel voor de juiste aansluitingen.
Alle vergrendelingscontacten moeten minimaal 10 A inductieve belasting zijn. Het alarmcircuit
in het controlcentrum werkt met 115 VAC. Het gebruikte alarm mag niet meer dan 10 VA
afnemen.
Zie OM CentriMicro II voor meer informatie over de MicroTech II unitcontroller.
Schakelaars in het bedieningspaneel
In de linkerbovenhoek van het hoofdbedieningspaneel van de unit (naast het paneel van de
operatorinterface) vindt u drie aan/uit-schakelaars.
•
UNIT schakelt de koeler uit met de normale uitschakelcyclus waarbij de compressor(en)
word(t)(en) ontlast en biedt een nasmeerperiode.
•
COMPRESSOR één schakelaar per compressor in een unit; schakelt de compressor
onmiddellijk uit zonder de normale uitschakelcyclus.
•
CIRCUIT BREAKER onderbreekt de optionele externe voeding naar systeempompen en
torenventilatoren.
Een vierde schakelaar links op de buitenkant van het bedieningspaneel van de unit met de naam
EMERGENCY STOP SWITCH legt de compressor onmiddellijk stil. Deze schakelaar is serieel
met de COMPRESSOR aan/uit-schakelaar bedraad.
Overspanningscondensatoren
Alle units (behalve die met solid-state starters of VFD's) worden geleverd met standaard
overspanningscondensatoren die de compressormotoren beschermen tegen spanningspieken.
•
Bij op de unit geïnstalleerde starters zijn de condensatoren in de fabriek geïnstalleerd en
bedraad in de starterbehuizing.
•
Bij autonome starters zijn de condensatoren geïnstalleerd in de klemmenkast van de motor
en moeten zij bij het bedraden van de motor met kabels van minder dan 460 mm worden
aangesloten op de motorklemmen.
D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL
29