:
Opmerking
Verwijder de plastic transportpluggen (indien voorzien) uit de kleppen
voordat u de leidingen aansluit. Wanneer ontluchtingsleidingen worden geïnstalleerd,
moeten deze leidingen worden aangelegd conform met de plaatselijke voorschriften; op
plaatsen zonder plaatselijke voorschriften moeten de aanbevelingen in de recentste
versie van ANSI/ASHRAE Norm 15 worden gevolgd.
Condensors zijn uitgerust met twee veiligheidskleppen in 1 set met een 3-wegsklep als scheiding
tussen de twee kleppen (bij grote condensors zijn er twee dergelijke sets). Eén klep blijft altijd
actief, terwijl de tweede standby staat.
Afbeelding 13, 3-wegsklep condensor
Valve stem position
This side open
Markings on valve
Koelmiddelontluchtingsleiding
De veiligheidsklepaansluiting is 1" FTP; zie Tabel 2 en Tabel 3 op pagina 17 voor de aantallen
Op de condensor worden op een vlotterklep gemonteerde dubbele veiligheidskleppen gebruikt
zodat één veiligheidsklep kan worden ontkoppeld en verwijderd, terwijl de andere klep blijft
werken. De twee kleppen werken nooit tegelijkertijd. Waar u in de tabel vier kleppen ziet staan,
gaat het om twee kleppen, elk op twee vlotterkleppen. Van de vier veiligheidskleppen zijn er
altijd slechts twee actief.
De maat van de ontluchtingsleiding is voorzien voor slechts één klep van de set aangezien
slechts één klep tegelijk actief kan zijn. Een combinatie van de verdamper- en condensormaat
zou nooit meer koelmiddel vereisen dan de afpompcapaciteit van de condensor. De
afpompcapaciteit van de condensor is gebaseerd op de actuele ANSI/ASHRAE-norm 15 die
90% vol voorschrijft bij 32°C. Om de waarden om te rekenen naar de oudere ARI-norm,
vermenigvuldigt u de afpompcapaciteit met 0,888.
Maat ontluchtingsleiding (ASHRAE-methode)
De leidingmaat voor de veiligheidsklep is gebaseerd op de afvoercapaciteit voor een bepaalde
verdamper of condensor en de lengte van de te voorziene leiding. De afvoercapaciteit voor R-
134a-componenten wordt berekend aan de hand van een ingewikkelde formule met de
equivalente leidinglengte, klepcapaciteit, Moody-wrijvingsfactor, binnendiameter van de
leiding, uitlaatdruk en tegendruk. De formule, en de tabellen met waarden, staat in ASHRAE
Norm 15-2001.
De veiligheidskleppen van centrifugaalunits van Daikin zijn ingesteld op 180 psi, 200 psi en 225
psi, en daaruitvolgende afvoercapaciteiten van de klep van respectievelijk 68,5 # lucht/min, 75,5
# lucht/min en 84,4 # lucht/min.
De ASHRAE-formule en berekeningen op basis van het 225 psi-ontwerp leveren een
conservatieve leidingmaat op, die u ziet in Tabel 9. In de tabel ziet u de vereiste leidingmaat per
veiligheidsklep. Wanneer de kleppen op dezelfde leiding zitten, moet de gemeenschappelijke
leiding voldoen aan de voorschriften in de volgende paragraaf over gemeenschappelijke leiding.
Stand klepsteel
Deze kant open
Markeringen op klep
D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL
23