"Surge" en "stall"
Onregelmatige luchtlevering ("surge") en stromingsinstabiliteit ("stall") zijn typische
verschijnselen voor alle centrifugaalcompressoren. Deze verschijnselen doen zich voor
wanneer een kleine belasting samenvalt met grote compressorvraag. Bij "stall" heeft het
persgas onvoldoende snelheid bij het verlaten van de waaier om het slakkenhuis te
bereiken en blijft het zitten in het verspreiderdeel. Het geluidsniveau van de compressor
neemt sterk af omdat er geen stroming is en de waaier begint warm te worden. Bij
"surge" stroomt het verwarmde persgas ongeveer om de twee seconden terug door de
waaier en dan weer naar het slakkenhuis. Dit gaat gepaard met veel lawaai en trillingen.
De compressor is uitgerust met een temperatuursensor die de compressor uitschakelt als
deze verschijnselen zich voordoen.
Smeersysteem
Het smeersysteem smeert de compressorlagers en interne delen en voert de warmte
ervan af. Bovendien levert het systeem smeerolie onder druk voor de hydraulische
bediening van de ontlastzuiger die de inlaatschoepen voor de capaciteitsregeling laat
bewegen. DWDC, koelers met dubbele compressoren, beschikken over volledig
onafhankelijke smeersystemen voor elke compressor.
Gebruik alleen de aanbevolen smeerolie (zie Tabel 13) voor het hydraulisch systeem en
het smeersysteem van de lagers. Elke unit is in de fabriek gevuld met de juiste
hoeveelheid van de voorgeschreven smeerolie. Bij normaal gebruik is geen extra
smeerolie vereist. De smeerolie moet altijd zichtbaar zijn in het kijkglas van het
oliecarter.
Het smeersysteem voor de CE0050-compressor is volledig autonoom binnen de
compressorbehuizing. De montage omvat de pomp, de pompmotor en de
smeerolieverwarming. De olie wordt naar het interne oliefilter in het compressorgietstuk
gepompt en dan naar de interne oliekoeler met koeling door koelmiddel.
Bij de andere compressormaten, CE063 t/m CE126, zit een afzonderlijke smeerpomp in
het carter. Het carter omvat de pomp, de motor, verwarming en smeerolie-
/dampafscheider. De smeerolie wordt door de externe oliekoeler gepompt en dan naar
het oliefilter in de compressorbehuizing. DWSC/DWDC/DWCC 063-126-units, met
enkelvoudige of dubbele compressor, werken allemaal met een watergekoelde oliekoeler
voor elke compressor.
De
oliekoelers
houden
bedrijfsomstandigheden. De regelklep van de koelmiddelstroming houdt de temperatuur
op 35°C - 41°C. De smeerbeveiliging voor de vertraging in vrijloop ingeval van
stroompanne wordt voorzien door een geveerde zuiger in de modellen CE050 t/m 100.
Wanneer de oliepomp wordt gestart, wordt de zuiger door de oliedruk tegen de veer
gedrukt waardoor de veer wordt samengedrukt en de zuigerholte wordt gevuld met olie.
Wanneer de pomp stopt, duwt de veerdruk op de zuiger de olie naar de lagers.
In model CE126 zorgt een smeerpot met druppelaar voor smering van de compressor
ingeval van vertraging in vrijloop.
Een typisch stromingsschema ziet u in Afbeelding 24.
Tabel 13, Goedgekeurde polyolesteroliën voor R-134a-units
Compressormodellen
Benaming smeerolie
Daikin-onderdeelnummer
Vat 55 gallons (208 liter)
Vat 5 gallons (19 liter)
Blik 1 gallon (3,8 liter)
Compressorolie Label
OPMERKINGEN:
1.
Twee verschillende soorten goedgekeurde olie mogen worden gemengd, zelfs wanneer ze een verschillende
viscositeitsgraad hebben.
2.
Smeerolie van beide merken kan worden besteld met het Daikin-onderdeelnummer.
D – DDWSCDDWDC – 07/10 5 – NL
de
olie
op
de
juiste
CE050 - 126
Mobil Artic EAL 46;
ICI Emkarate RL32H
(2)
735030432, Rev 47
735030433, Rev 47
735030435, Rev 47
070200106, Rev OB
temperatuur
bij
normale
45