Bedrading besturingsvoeding
Het besturingscircuit op een Daikin compacte centrifugaalkoeler is ontworpen voor 115 V. De
besturingsvoeding kan afkomstig zijn van drie verschillende bronnen:
1. Als de unit wordt geleverd met een in de fabriek geïnstalleerde starter of VFD, is de voeding
van het besturingscircuit in de fabriek bedraad vanaf een transformator in de starter of VFD.
2. Bij een door Daikin of door de klant volgens de specificaties van Daikin geleverde
autonome starter of VFD zal een besturingstransformator bevatten; deze vereist lokale
bedrading naar klemmen in de klemmenkast van de compressor.
3. De voeding kan worden voorzien door een afzonderlijk circuit met een zekering van 20 A
inductieve belasting. De onderbreker van het besturingscircuit moet gemarkeerd zijn om een
stroomonderbreking te voorkomen. Behalve bij servicewerkzaamheden moet de
onderbreker altijd ingeschakeld blijven zodat de olieverwarmingen blijven werken en
voorkomen dat koelmiddel wordt verdund in de olie.
Als een afzonderlijke voedingsbron voor de besturing wordt gebruikt, moeten de
volgende stappen worden genomen om ernstig lichamelijk letsel of fatale
gevolgen door elektrocutie te voorkomen:
1. Breng een waarschuwing aan op de unit die aangeeft dat meerdere
voedingsbronnen zijn aangesloten op de unit.
2. Breng een waarschuwing aan op de onderbrekers van de hoofd- en
besturingsvoeding die aangeeft dat de unit op nog een andere voedingsbron
is aangesloten.
Ingeval een transformator een stuurspanning levert, moet deze 3 KVA zijn, met een
inschakelwaarde van minimum 12 KVA bij een vermogensfactor van 80% en een afgegeven
spanning van 95%. Zie de NEC voor de dikte van de besturingsbedrading. Artikel 215 en 310.
Wanneer geen berekeningen mogelijk zijn omdat de volledige informatie ontbreekt, moet de
spanningsval fysiek worden gemeten.
Tabel 10, Gegevens besturingsvoedingskabels
Maximumlengte, ft (m)
0 (0) tot 50 (15,2)
50 (15,2) tot 75 (22,9)
75 (22,9) tot 120 (36,6)
Opmerkingen:
1.
De maximumlengte is de afstand die een geleider aflegt tussen de besturingsvoedingsbron en het
besturingspaneel van de unit.
2.
In de klemaansluitingen van het paneel past draad tot 10 AWG. Voor grotere geleiders is een
tussenaansluitdoos vereist.
De aan/uit-schakelaar van de unit in het besturingspaneel van de unit moet op "Off" worden
gezet wanneer de compressor niet mag werken.
Bedrading voor optionele BAS-interface
De optionele BAS-interface (Building Automation System) werkt met de functie Protocol
Selectability™ van de MicroTech II unitcontroller wordt lokaal bedraad en wordt
geïnstalleerd door de opstarttechnicus van Daikin. In de volgende handleidingen vindt u
informatie over de bedrading en installatie:
28
Draaddikte
(AWG)
12
10
8
® > IM 735
L
W
ON
ORKS
BACnet® > IM 736
MODBUS® > IM 743
GEVAAR
Maximumlengte, ft (m)
120 (36,6) tot 200 (61,0)
200 (61,0) tot 275 (83,8)
275 (83,8) tot 350 (106,7)
D – DWSCDWDC – 07/10 5 – NL
Draaddikte
(AWG)
6
4
3