Handige functies
* Als u voor fast motion een snelheid tussen [x10] en [x1200] selecteert,
kunt u met de volgende procedure de gewenste opnametijd selecteren
voordat u [X] aanraakt.
•
en de geselecteerde snelheid voor slow/fast motion
verschijnen op het scherm.
• Om de opnamestand voor slow en fast motion uit te schakelen,
herhaalt u de procedure maar selecteert u [Uit].
3
Druk op Y om met opnemen te beginnen.
• Tijdens de opname verschijnt een scèneteller waarvan de
scheidingstekens ( : ) knipperen. Houd er rekening mee dat hoe
hoger de snelheid is die u gebruikt voor fast motion, hoe trager
de scèneteller afloopt.
4
Druk nogmaals op Y om de opname van de
time-lapsescène of de scène in slow motion te stoppen.
De opnametijd instellen
Door één frame op te nemen bij elk interval ontstaat een vloeiendere
time-lapsevideo. Voor snel bewegende onderwerpen kan het beter zijn
om bij elk interval circa 0,5 seconde video op te nemen.
>
[w]
Selecteer [1 frame] of [0,5 sec]
>
[K]
94