Basisfuncties voor opnemen
• De filmmodus van de camcorder is standaard ingesteld op N
(A 56). U kunt een andere filmmodus selecteren die past bij de
opnameomstandigheden (A 83).
2
Schuif de lensafdekkingsschakelaar omlaag.
3
Druk op
Y
• Druk nogmaals op
De scène wordt opgenomen in het geheugen.
• De ACCESS-indicator gaat van tijd tot tijd knipperen terwijl
de scène wordt opgenomen.
Nadat u klaar bent met het maken van opnamen
1
Controleer of de ACCESS-indicator uit staat.
Sluit het LCD-paneel of druk op [ om de camcorder
2
uit te zetten.
3
Schuif de lensafdekkingsschakelaar omhoog.
• Houd de lensafdekking gesloten wanneer u niets opneemt.
Zo beschermt u de lens.
• Zorg ervoor dat u regelmatig een back-up van uw opnamen
maakt (A 154), vooral nadat u belangrijke opnamen hebt
gemaakt. Canon is niet aansprakelijk voor verlies of
beschadiging van gegevens.
om met opnemen te beginnen.
om de opname te stoppen.
Y
51