Basisfuncties voor opnemen
4
Wanneer u het gewenste onderwerp goed in het kader hebt,
houdt u de camcorder stil.
• Wanneer u de camcorder niet meer beweegt, zoomt deze in
op het gebied dat wordt aangeduid met het witte kader.
1
• Indien de zoomhendel wordt bediend terwijl de camcorder
aan het in- of uitzoomen is of tijdens automatische
framinghulp, wordt de automatische zoombewerking gestopt.
Handmatige framinghulp
1
Selecteer vooraf de handmatige stand.
0
1
>
[
[l Handmatig]
2
Zoom in op het gewenste onderwerp.
3
Indien u het onderwerp kwijtraakt, houdt u [
tijdelijk uit te zoomen.
• De oorspronkelijke zoomstand wordt aangeduid met een wit kader.
2
Overige instellingen]
>
[X]
3
>
p
>
62
>
[Framinghulp]
] ingedrukt om