Wat u wel en niet moet doen
• Gebruik en bewaar de camcorder niet op stoffige of zanderige
plaatsen. De camcorder is niet waterdicht – vermijd daarom ook
water, modder of zout. De camcorder en/of lens kan beschadigd
raken als dergelijke substanties de camcorder binnendringen.
• Let op hitte die door verlichtingsapparatuur wordt afgegeven.
• Demonteer de camcorder niet. Werkt de camcorder niet naar
behoren, neem dan contact op met een deskundige reparateur.
• Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder niet bloot
aan schokken of trillingen, omdat hierdoor schade kan ontstaan.
• Plaatst u de camcorder op een statief, zorg er dan voor dat de
bevestigingsschroef van het statief korter is dan 5,5 mm.
Gebruik van andere statieven kan de camcorder beschadigen.
• Probeer bij het opnemen van films een kalm, stabiel beeld
te krijgen. Als u tijdens het opnemen de camcorder te veel beweegt
en vaak snel zoomt en pant (door de camcorder zijwaarts te
bewegen), kan dit tot onrustige scènes leiden. In extreme gevallen
kan het afspelen van dergelijke scènes tot gevolg hebben dat door
de visuele waarneming bij u bewegingsziekte wordt veroorzaakt.
Als u een dergelijke reactie ervaart, stop dan onmiddellijk met
afspelen en wacht een tijdje totdat u verdergaat.
5,5 mm
281