4.2
Toerentalopname
Bij de toerentalmeting wordt door de BEA de aangesloten
toerentalbron
automatisch
toerentalbronnen worden samen met het gemeten toerental
in het display afgebeeld:
BDP-gever of optische toerentalgever
Klem 1 of TD/TN/EST
Triggertang
Klemgever (dieseltoerentalopnemer)
Dynamorimpel (B+/B–)
OBD-diagnosestekker (G-kat, Diesel)
4.3
Invoervelden
Wanneer een geel invoerveld met de toets F3 wordt
gekozen verschijnt de cursor in dit omkaderde veld (rood of
zwart). Wanneer een nieuw karakter wordt ingevoerd
verdwijnt de oude veldinhoud uit het scherm. De inhoud van
een veld kan ook met de toetsen Del resp. Delete gewist
worden. Wanneer een vooringestelde waarde veranderd
moet worden verplaatst u de cursor met de cursortoetsen
of naar de te wijzigen plaats, voert het gewenste
karakter in of wist een of meerdere karakters. De ingevoerde
tekst wordt met de toets F3 bevestigd of de cursor in het
invoerveld springt automatisch naar het volgende veld.
Het geaccepteerde ingavebereik (minimaal- en maximaal
toelaatbare waarde) staat in de bovenste regel vermeld.
herkend.
De
onderstaande
Bediening | BEA 150 / BEA 250 / BEA 350 – V 2.20 NED | 8 | nl
4.4
Keuzevelden
In de keuzevelden kunt u met de toetsen F1 of F2 of met
F1 of F1 een keuze maken. Met de toets F5 wordt
de gemaakte keuze bevestigd.
Als alternatief kan de keuze ook door het invoeren van
de eerste letter worden gedaan. Als er meerdere
menupunten met dezelfde letter beginnen dan kunt u
door meermaals de letter in te drukken bij het menupunt
van uw keuze komen.