Dit product wordt voor een geselecteerde groep gebruikers behoudt de Gmbh Robert Bosch zich het recht voor straf- vervaardigd als voertuigmechanieker,-elektrieker, werkplaats- rechterlijke vervolging en schadeclaims in te dienen bij de leider en geschoolde technici uit de voertuigbranche.
Veiligheidsvoorschriften Irritatiegevaar bij ademhaling Bij de uitlaatgasmeting worden opnameslangen gebruikt dewelke bij opwarming boven de 250°C of in geval van brand Netspanningen, Hoogspanning, een sterk irriterend gas (fluor-waterstof) vrijgegeven,die de ademhaling sterk kunnen bemoeilijken. Bij het lichtnet zoals bij elektrische installaties van voertuigen Veiligheidsvoorschriften: treden gevaarlijke spanningen op.Bij het aanraken van delen –...
Pagina 5
Aanwijzingen voor uw veiligheid en ter bescherming van testers en voertuig componenten Verstikkingsgevaar Verbrandingsgevaar Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide (CO), een kleur- en Bij werkzaamheden in de nabijheid van een warme motor reukloos gas dat bij inademing voor zuurstofgebrek in het bestaat het gevaar op brandwonden indien men delen als lichaam zorgt.Bijzondere voorzichtigheid is geboden in een uitlaatgascollector,turbolader of lambdasonde aanraakt of ervan werkput gezien bepaalde uitlaatgassen zwaarder zijn als lucht...
Enkel Basisvarianten: voor lokale Duitse markt in Duitse taal (optie)). BEA 150 met DTM plus (Diesel) BEA 250 met DTM plus (Benzine) BEA 350 met DTM plus (Diesel + Benzine) DTM staat voor Toerental-Temperatuur-Module.
5. Beschrijving toestel componenten 5.1 Verwerkingsunit (VSM-module) 5.2 Motormeettechniek DTM plus Volgende functies zijn geïntegreerd in deze VSM-module: DTM plus beschikt over volgende meetfuncties: – Meting van de olietemperatuur met dito opnemer – Motormeettechniek DTM plus (Toerental –en – Toerentalmeting via: temperatuurmodule) –...
Meten • Afhankelijk van de gebruikte brandstof. Deze waardes Na het inschakelen van de pomp wordt het nulpunt van het kunnen door de dienst na verkoop van Bosch worden gewijzigd. analysesysteem met omgevingslucht (nulgas) automatisch bepaald (duurtijd 30 seconden). Daarna volgt een HC-resettest waarbij nog resterende HC delen •...
Achter het actief koolfilter kunnen aanslagen in kleine hoe- 5.3.3 Uitlaatgasmetingen bij 2-Taktmotoren veelheden aan de wand van de slang optreden. • Deze dienen te worden verwijderd.Hiervoor bestaan er 2 Techniek alternatieven: Voertuigen met tweetaktmotoren hebben in vergelijking met — Alternatief 1 viertaktmotoren een hogere HC uitstoot en scheiden daarnaast olie af.Olie bestaat hoofdzakelijk uit koolwaterstoffen (HC).
Pagina 10
De mogelijke afzet kan op deze manier snel met behulp van perslucht worden verwijderd. 5.5 Papierwissel thermodrukker Schakel de Bosch Emissie Analyser in. 2. Open het printerdeksel aan de voorzijde van het toestel. 3. Breng een nieuwe papierrol aan met de kunststofas in de papierbak (Fig7, Pos.
5.6 Afstandsbediening De symbolen en toetsenbezetting vindt u terug in para- graaf 5.7.1 “Bediening”. 5.6.1 Spanningsvoorziening De spanningsvoorziening van de afstandsbediening gebeurt met behulp van 4 batterijen van het type AAA. 5.6.2 Kanaalverstelling Bij gebruik van meerdere testsystemen in eenzelfde ruimte is het vaak aangewezen bij elk testsysteem een andere kanaalsturing te gebruiken bij de afstandsbediening.
Men onderscheid 2 types van toetsen: 5.7.1 Bediening Hardkeys en De bediening van de Bosch-Emissie-Analyser kan zowel via de Softkeys funktietoetsen onder het beeldscherm als via de IR-afstands- „Hardkeys“ zijn toetsen met vaste functies,dewelke in alle bediening als via een PC-toetsenbord.
6.1.1 Slangen aan AMM aansluiten 1. Pak alle geleverde delen uit. 2. Verwijder het RTM karton van de rolwagen (enkel bij BEA 150/350) en pak de RTM delen uit. 3. Monteer de geleverde delen volgens de meegeleverde handleiding 1 689 978 290.
Bevestig de slangen van het uitlaatgasmodule met een !!!! Bij de bedieningsunit mogen de aansluitkabels in geen bijgeleverde kabelbinder langs de rechtse zijde van de geval onzorgvuldig uit de stekkerbussen worden verwijderd. bovenste ligplaat (zie Fig.12). !!!!!! De slangen mogen door de kabelbinder niet worden samen gedrukt.
1. Sluit alle sensoren en de netkabel aan de achterzijde van de 6.2 Spanningsvoorziening bedieningsunit aan (Zie Fig 14). De spanningsvoorziening wordt voorzien op het lichtnet.Het 2. Bevestig alle sensorkabels en de netaansluitkabel met de BEA meettoestel is ingesteld op een toevoerspanning van bijgeleverde kabelbinders aan de daartoe voorziene 220/230V met een frequentie van 50/60Hz.
Het jaarlijkse en halfjaarlijkse onderhoud kan in Duitsland met het testprotokol 1.689.980.302 worden bevestigd en op het 7.1 Dichtheid van het opnamesysteem toestel bevestigd met de daartoe voorzien Bosch zelfklever 1.689.980.194. Voor nauwkeurige metingen is een absolute dichtheid van het opnamesysteem noodzakelijk.Aanbevolen wordt een dagelijkse...
7.4 Filter 7.4.3 Pompbeschermingsfilter GF3 ! Bij het vervangen van de filters GF1, GF2 en GF3 dienen De filter GF3 is voorzien ter bescherming van de aanzuigpomp. enkel originele filters met bestelnummer 1 687 432 005 te worden gebruikt. ! !! !! Het verkeerd of veelvuldig wisselen van deze filter kan tot een vervuiling van de analysekamers leiden..
Nieuwe filter met winkelhaakdelen monteren als aangegeven op de figuur op de achterzijde van de gastester ! Enkel de originele Bosch O2 meetcel met de beschrijving BOSCH A7-11.5, CLASS R-17A BOS, CLASS R-17A SIE of W79085-G4003-X kunnen worden gebruikt (Bestelnummer 7.5 Testen van de indicatiestabiliteit...
7.8 NO-Meetcel De NO meetcel heeft een beperkte levensduur. Het nulpunt van de NO meting wordt constant gecontroleerd. Bij afwijkingen verschijnt de fouttekst ; "Instelling,NO kanaal buiten tolerantie". De NO meetcel dient dan te worden vervangen en het NO meetkanaal dient opnieuw te worden gekalibreerd.
Multimetingen: 11.2 EMV, geluidsnorm,maten en gewichten Sensor Meetbereik Resolutie Elektomagnetische straling(EMV): Dit product is een toestel uit de klasse A naar EN 55 022 en EN50082-2. Lambda sonde ±5V 10 mV Emissiegeluidsnorm in diagnosemodus naar EN ISO 11200: L Ontstekingstijdstip/-verstelling: = 46 dB(A) Sensor Meetbereik...
Pagina 25
Programmabeschrijving Versie 1.00 NED Bosch-Emissie-Analyser BEA 150/250/350 BOSCH...
Pagina 26
Inhoud: Pagina: TESTTECHNIEK 1. Algemene informatie 1.1 Hoofdfunktietoetsen 1.2 Toerentalopname 1.3 Basisprogramma-overzicht VOOR EEN 1.4 Standaard toestelinstellingen 1.4.1 Opwarmtijd 1.4.2 Lektest ZUIVERE 1.4.3 HC resettest 2. Veiligheidsinstructies 2.Uitlaatgastest-APK afloop OMGEVING 2.1 APK bij voertuigen met katalysator 2.2 APK bij voertuigen zonder kat voor en na 10.’86 7 2.3 APK bij diesel-en turbodieselvoertuigen 8-9-10 3.
Neen toets F2 om te bevestigen • Print toets F3 om te printen 1.2 Toerentalopname De Bosch BEA emissietester beschikt over een DTM module dewelke het toerental opneemt op de volgende wijzen: • Via een BDP (Bovenste Dode Punt) - of een optische gever •...
1.4 Standaard toestelinstellingen De Bosch BEA emissietester is standaard ingesteld volgens de Nederlandse wetgevende eisen met betrekking tot de correcte afloop van de APK voorschriften.Dit houdt in dat bepaalde programmadelen slechts toegankelijk zijn door de geëigende kali- bratiediensten en dat een aantal verplichte maatregelen zijn ingebouwd met betrekking tot periodieke ijking,- lektest en – HC resettest.
1. Specifieke APK afloop - Uitlaatgastest 1.1 APK bij voertuigen met katalysator Vanuit het opstartprogramma “uitlaatgastest” start u het Vooraleer de meting aan te vatten verschijnt een display met APK programma met de toets F5 >> . Maak een voertuig- de specifieke richtwaarden voor het gekozen motortype.In keuze met de toets F2 ↓...
Pagina 30
Kies vervolgens het branstoftype van het desbetreffende Vooraleer de meting aan te vatten wordt een visuele kontrole voertuig;Benzine,LPG of CNG (aardgas). van het uitlaatgedeelte aanbevolen. Ga vervolgens verder met de toets F5 >>. Ga vervolgens verder met de toets F5 >>. In de volgende testfase wordt de toerentalopname gekontro- Via de kleurbalk kan u makkelijk het richttoerental instellen.
Pagina 31
Na de stationairtest wordt een meting doorgevoerd bij ver- Vooraleer het meetprogramma defintief wordt verlaten en de hoogd toerental waarbij naast de numerieke waardes een gemeten waardes uit het geheugen van het meettoestel kleurbalk de metingen weergeeft.In het bovenste display- verdwijnen wordt hiertoe nogmaals confirmatie gevraagd.
1.3 APK bij diesel- en turbodieselvoertuigen Maak een voertuigkeuze met de toets F2 ↓ en vervolg het Na de instelgegevens bij stationair toerental kunnen de isntelgegevens bij afregeltoerental tevens worden ingegeven programma met de toets F5 >>. via het PC-toetsenbord.Bij de vermelding van de sonde dient men er rekening mee te houden dat sonde 1(10mm) en sonde 2(16mm) over een verschillende binnendiameter beschikken dewelke steeds op de gebruikte sonde wordt aangegeven.
Pagina 33
Daarna wordt de motorolietemperatuur gekontroleerd.Naast Na de kontrole van het stationair toerental wordt het de numerieke weergave wordt tevens in een kleurenbalk afregeltoerental gekontroleerd.In het bovenste display- aangegeven wanneer de ideale testtemperatuur is bereikt. gedeelte worden de bedieninstructies weergegeven. Ga vervolgens verder met de toets F5 >>. Via de toets F1 kan de test worden herhaald.
Pagina 34
Na de eertse gasstoot wordt het meetresultaat zowel numeriek als in kleurbalkvorm weergegeven.Op deze manier worden minimaal 3 opeenvolgende tests doorgevoerd.Indie de gemiddeld e meetwaarde na 10 opeenvolgende metingen og steeds buiten tolerantie blijft wordt deze automatisch afgebroken. Op het einde van de meetcyclus wordt het meetresultaat automatisch uitgeprint en worden de meetresultaten op het display weergegeven.Daarbij worden de opeenvolgende meetresultaten weergegeven alsook de gemiddelde zwarthei...
3.BEA – Diagnose Het BEA programmadeel “Diagnose” laat de gebruiker toe naast de specifieke APK afloop ook nog te kiezen voor een universeel meetprogramma.Het dignoseprogramma laat de gebruiker toe een specifieke diagnose te stellen op zowel benzine- als op dieselmotoren; 3.1.Diagnose benzine 3.1.1 Diagnose benzine gaswaarden In dit programma kan u kiezen tussen de 3 bove...
3.2.Diagnose diesel 3.2.1 Diagnose diesel kontinumeting In dit programma kan u kiezen tussen de 3 bove Deze funktie laat u toe kontinumetingen door te voeren staande testmogelijkheden. bij dieselvoertuigen.Met de toets F1 kan u de m eetwaarde omstellen.Met de toets F3 kan u de meetgegeven s opslaan in het toestelgeheugen om daarna eventueel uit te p rinten.
Protokolkop: instemenu voor paginaindeling • Interfaces : instelmenu voor interfaces • Afloop :eigen instelmenu voor programmaverl • Service : enkel voor Bosch servicedienst ste instelprogramma met de toets Selekteer het door u gewen F2 ↓ en klik vervolgens op de toets F5 >>.
4.1.2 Programma-afloop benzine In dit programmadeel kan u bepaalde programmast appen ijzigen het do r u gewenste pro gram maverloop .M .t. de etgevende eisen ijn ech niet al programmainstellingen toegankelijk voor de gebruiker. it specifieke afloopprogramma bestaat uit 2 instelpagina’s. e tweede pagina verschijnt automatisch nadat de toets 5 >>...
4.2 BEA – Instelmenu benzine instelmenu bij de BEA benzine- of combiuitvoering kan worden opgeroepen vanuit het hoofdmenu;Kies voor instellingen, confirmeer met de toets F5,kies voor benzine en confirmeer opnieuw met de toets F5.Vervolgens heeft u de mogelijkheid tot de volgende programmapunten; 4.2.
4.2. Pomp: 4.2.4 Instelgegeven In dit menudeel kan de pomp manueel worden in In dit programmadeel worden de brandstofspecifieke coëfficienten en uitgeschakeld. Weergegeven. 4.2.5 Ijkingsintervallen/Toestelinstellingen: In dit menudeel vindt u een overzicht van de toest elspecifieke instelgegevens; 4.2. Onderhoudsdatum: dit menudeel kan u aangeven dat een onderhoud is doorgevoerd.Dit laat de gebruiker toe een ingebouwde utomatische onderhoudstiming door te voeren bij het apparaat.Het volstaat met de toets F1 "Ja"...
.Van zodra de ijking succesvol is doorgevoerd wordt dit ook in klaartekst aangegeven in het display. Indien de ijking niet wordt geaccepteerd door het toestel dient u de servicedienst van Bosch in te roepen. 02 Sensor De O2 meetcel is een slijtdeel.Het nulpunt van deze zuurstofmeting w ordt constant gecontroleerd.Bij afwijking wordt...
Deze kontrole wordt enkel doorgevoerd in het geval evestigd in het displ omgevingslucht aanwezig is met een normale zuurstofconcentratie. NO sensor Deze funktie wordt niet standaard ondersteund.De specifieke gegevens kunnen bij de Bosch klantendienst worden nagevraagd.
4.3 BEA – Instelmenu diesel Het instelmenu bij de BEA diesel- of combiuitvoering kan worden opgeroepen vanuit het hoofdmenu;Kies voor instellingen onfirmeer met de toets F5,kies v oor diesel en confirmeer opnieuw met de toets F5.Vervolgens heeft u de mogelijkheid tot e volgende programmapunten;...
4.3. 3 RTM kontrole In dit programmadeel kan de ijking van de roetmeetmodule (RTM)worden doorgevoerd.Het volstaat te wachten tot het toestel vraagt de ijkstift in de daartoe voorziene opening onder in de meetmodule aan te brengen en na te gaan of de gemeten waarde overeen stemt de aangegeven waarde op de desbetreffende ijkstift.
5. BEA-Foutmeldingen De BEA uitlaatgasanalyser beschikt over een intelligent storingsdetectiesysteem.Van zodra een storing de goe de wer king an het toestel verhindert schakelt het toestel zichzelf uit en verschijnt een foutmelding op het display. nderstaand vindt u een overzicht van de mogelijke storingen en de maatregelen dewelke de gebruiker kan treffen. De vermelding “KD”...
Pagina 46
Numm Foutmelding AMM-uitlaatg asmodule Maatregelen 4042 CO² analysedeel defekt 4043 Analysedeel antwoordt niet 4044 Meetkanalen verkeerd gekozen 4045 Batterij leeg 4050 HC meetkanaal niet geijkt 4051 CO meetkanaal niet geijkt 4052 CO² meetkanaal niet geijkt 4053 Aktief koolfilter vervuild met HC resten -Meting opnieuw starten -Aktief koolfilter vervangen 4055...