Correctie chromatische aberratie
Vervormingscorrectie
Correctiegegevens voor het objectief
De camera bevat al gegevens voor de correctie van helderheid van randen, van chromatische
aberratie en van vervormingen voor ca. 30 objectieven. Als u [Inschakelen] selecteert, worden de
correctie van helderheid van randen en de correctie van chromatische aberratie automatisch
toegepast voor elk objectief waarvoor correctiegegevens in de camera zijn opgeslagen.
U kunt in EOS Utility (de meegeleverde software voor de EOS) bekijken van welke objectieven
correctiegegevens zijn opgeslagen in de camera. U kunt ook correctiegegevens voor niet-
geregistreerde objectieven vastleggen. Zie de EOS Utility Instructiehandleiding (pdf, pag. 165)
op de EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) voor meer informatie.
3 Correctie van helderheid randen en chromatische afwijkingen
1
Selecteer de instelling.
2
Maak de opname.
1
Selecteer de instelling.
2
Maak de opname.
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor het gebruikte objectief.
Selecteer [Chromatische afw.] en
druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde chromatische aberratie.
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor het gebruikte objectief.
Selecteer [Vervorming] en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
De beeld wordt opgenomen met
correctie voor vervorming.
105