Informatie
Een normaal werkende lamp kan
kortstondig knipperen om het
elektrische regelsysteem van de auto te
stabiliseren. Als de lamp echter dooft
na het kortstondig flikkeren of blijft
knipperen, adviseren we u het systeem
te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
De parkeerverlichting gaat
mogelijk niet branden als de
verlichtingsschakelaar in de
parkeerlichtstand wordt gezet, maar
de parkeerverlichting en de koplampen
gaan normaliter wel branden
wanneer de verlichtingsschakelaar
in de dimlichtstand wordt gezet. Dat
kan worden veroorzaakt door een
netwerkstoring of een storing in het
elektrische systeem van de auto. Als dit
gebeurt, adviseren we u het systeem
te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Informatie
De koplamp moet na een ongeval of na het
opnieuw monteren worden afgesteld.
Informatie
Wisselen tussen links- en rechtsrijdend
verkeer (Europa)
De dimlichtbundel is asymmetrisch. Als
u naar een land gaat waar het verkeer
links rijdt, kan dit asymmetrische deel
tegemoetkomend verkeer verblinden.
Om verblinding te voorkomen schrijven
ECE-regels verschillende technische
oplossingen voor (bijv. een automatisch
aanpassingssysteem, afplakken of
de koplampen lager afstellen). Deze
koplampen zijn zodanig ontworpen dat
tegemoetkomend verkeer niet verblind
wordt. Daarom hoeft u de koplampen niet
aan te passen als u in een land rijdt waar
het verkeer aan de andere kant van de weg
rijdt.
Koplamp, parkeerverlichting,
richtingaanwijzer,
Dagrijverlichting (DRL)
vervangen
Type A
(1) Koplampen (Grootlicht/Dimlicht)
(2) Richtingaanwijzer
(3) Dagrijverlichting/parkeerlicht
Koplamp/richtingaanwijzer
1. Activeer de parkeerrem en ontkoppel
de negatieve accukabel.
2. Verwijder de clips van de
wielafscherming (onder de voorste
bumper: 6 stuks).
09
ONX4EH090009
ONX4E091083L
9-49