RIJDEN MET DE HYBRIDEAUTO
Starten van de auto
Auto's met Smart Key-systeem
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u
heeft of laat deze in de auto.
2. Zorg ervoor dat de parkeerrem goed is
aangetrokken.
3. Zorg ervoor dat de schakelknop in
de P (Parkeren) stand staat. Als de
selectiehendel in de stand N staat, kan
de auto niet worden gestart.
4. Trap het rempedaal in.
5. Druk de startknop in. Als het
hybridesysteem start, gaat het
controlelampje '
Of de motor nu warm is of koud, hij
dient gestart te worden zonder het
gaspedaal in te trappen.
Nadat de startprocedures zijn
doorlopen, gaat het lampje '
het instrumentenpaneel branden. Zie
hoofdstuk 6 voor meer bijzonderheden.
BRANDSTOFBESPARING en VEILIGE
BEDIENING van hybridesysteem
Rijd zo vloeiend mogelijk. Trek
geleidelijk op en houd een constante
rijsnelheid aan. Maak geen vliegende
starts. Sprint niet van verkeerslicht
naar verkeerslicht.
Vermijd indien mogelijk
verkeersopstoppingen. Bewaar
altijd voldoende afstand tot uw
voorligger, zodat u onnodig remmen
kunt voorkomen. Hierdoor slijten de
remmen ook minder snel.
Tijdens het decelereren wekt het
regeneratief remsysteem energie op.
Als het hybridebatterijpakket bijna leeg
is, laadt het hybridesysteem automatisch
het hybridebatterijpakket op.
Wanneer de motor draait met
de selectiehendel in de stand N
(Neutraal), kan het hybridesysteem
geen energie opwekken. De
hybrideaccu kan niet worden
opgeladen als de selectieknop in
stand N (Neutraal) staat.
' branden.
' op
Informatie
Onder het hybridesysteem start en
stopt de motor automatisch. Als het
hybridesysteem werkt, brandt het
y
'
'-controlelampje.
In de onderstaande situaties kan de motor
automatisch draaien.
- Wanneer de motor bedrijfsklaar is
- Wanneer de hybrideaccu wordt
opgeladen
- Afhankelijk van de temperatuur van de
hybrideaccu
Speciale functies
Hybride voertuigen klinken anders dan
voertuigen met een benzinemotor.
Als het hybridebatterijpakket
operationeel is, kan een geluid van
het hybridebatterijpakket achter
de achterbank hoorbaar zijn. Als u
het gaspedaal snel indrukt, hoort u
mogelijk een ongewoon geluid. Als u het
rempedaal intrapt, kan een geluid van
het regeneratieve remsysteem hoorbaar
zijn. Wanneer het hybridesysteem
in- of uitgeschakeld wordt, kan een
geluid hoorbaar zijn in de motorruimte.
Als u het rempedaal herhaaldelijk
intrapt wanneer het hybridesysteem
ingeschakeld is, kan een geluid hoorbaar
zijn in de motorruimte. Geen van deze
geluiden duidt op een probleem. Het zijn
normale, karakteristieke geluiden van
hybrideauto's.
Onder de volgende omstandigheden
is het normaal om een motorgeluid te
horen in het motorcompartiment:
- Als het rempedaal wordt losgelaten
nadat het hybridesysteem is
uitgeschakeld.
- Als het rempedaal wordt
ingedrukt met het hybridesysteem
uitgeschakeld.
- Als het portier van de bestuurder
wordt geopend.
01
43