Samenvatting van Inhoud voor Hyundai TUCSON Hybrid
Pagina 1
Gebruikshandleiding TUCSON Hybrid TUCSON Plug-in hybrid...
Pagina 2
Onderhoud Technische gegevens De specificaties en de beschrijvingen in dit instructieboekje waren correct bij het ter perse gaan. HYUNDAI streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment wijzigingen in de specificaties en uitrusting aan te brengen.
Pagina 3
OPMERKING: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI Uw HYUNDAI mag op geen enkele wijze worden aangepast. Door aanpassingen kunnen de prestaties en de veiligheid van uw HYUNDAI verslechteren en kan de levensduur worden verkort. Daarnaast kan dit gevolgen hebben voor de garantie van de auto. Sommige aanpassingen kunnen ook in strijd zijn met de regelgeving van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en/of andere overheidsorganen in uw land.
Pagina 4
WAARSCHUWING M.B.T. VEILIGHEID EN SCHADE AAN DE AUTO In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en OPMERKING. Hiermee wordt het volgende bedoeld: GEVAAR GEVAAR geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
Pagina 6
Inhoudsopgave Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Voertuiginformatie Veiligheidssysteem Instrumentenpaneel Handige functies Met uw auto rijden Bestuurdershulp Noodsituaties Onderhoud Index...
Pagina 7
OPGELET Het gebruik van brandstoffen en smeermiddelen van lage kwaliteit die niet voldoen aan de specificaties van HYUNDAI, kan leiden tot ernstige schade aan de motor en overbrenging. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit, die voldoen aan de specificaties op pagina 2-24 in het gedeelte 'Voertuigspecificaties' van het instructieboekje.
Pagina 8
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om optimaal rijplezier uit uw auto te halen. Dit instructieboekje biedt veel informatie. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om risico's op overlijden of lichamelijk letsel te minimaliseren, is het verplicht om de WAARSCHUWING en OPGELET in het instructieboekje te lezen.
Pagina 9
Loodhoudende benzine (indien van toepassing) Bepaalde landenversies van het model van uw auto zijn ontworpen om op gelode benzine te rijden. Overleg eerst met een officiële HYUNDAI-dealer voordat u gelode benzine in uw auto gebruikt. Het octaangetal van gelode benzine is hetzelfde als dat van ongelode benzine.
Pagina 10
Gebruik van MTBE HYUNDAI raadt u aan het gebruik van brandstoffen met een MTBE-gehalte (methyl- tert-butylether) van hoger dan 15,0 volumeprocent (zuurstofgehalte 2,7 massaprocent) in uw auto te vermijden.
Pagina 11
Brandstofadditieven HYUNDAI raadt aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Antiklopindex) van 91 of hoger (Europa) of een octaangetal van RON (Research Octane Number) 91/AKI (Antiklopindex) van 87 of hoger (buiten Europa).
Pagina 12
Sommige alarmsignalen (inclusief het welkom/dag-geluid, een virtueel motorgeluid, Road Active Noise Control enz.) worden door buitenversterkers gegenereerd. Indien nodig raden we u aan om HYUNDAI-onderdelen te kopen om een externe versterker te vervangen. Niet toegelaten producten kunnen een storing veroorzaken in de externe versterkers.
Pagina 13
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Hybride elektrische voertuigen (HEV) van HYUNDAI gebruiken zowel de benzinemotor als de elektrische motor als krachtbron. De elektrische motor wordt gevoed door een HEV-hoogspanningsaccu. Op basis van de rijomstandigheden kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektromotor of zelfs allebei gelijktijdig.
Pagina 14
Het HYUNDAI plug-inhybride elektrisch voertuig (PHEV) combineert de eigenschappen van een conventioneel hybride elektrisch voertuig en een geheel elektrisch voertuig. Bij gebruik als een conventioneel hybride elektrisch voertuig kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektromotor of zelfs allebei gelijktijdig.
Pagina 15
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Informatie over laden Laadtijd AC-laden: AC-laden: Het Plug-inhybride voertuig wordt Duurt ongeveer 2 uur en 15 minuten bij geladen door deze aan te sluiten op een kamertemperatuur. (Opladen mogelijk normale lader bij u thuis of een openbaar tot 100%.) laadpunt.
Pagina 16
Laadprocedures Categorie AC-laden Druppellaadprocedure Laadaansluiting (Auto) ONX4EPHQ011018L ONX4EPHQ011018L Laadstekker ONE1Q011088L ONE1Q011088L Lader OLFP0Q5007K ONX4EPHQ011019L Gebruik de AC-lader die thuis Gebruik huishoudelijke Opladen of op een openbaar laadpunt is elektriciteit geïnstalleerd Om thuis op te laden. Denk Ongeveer 2 uur en 15 minuten eraan dat de druppellader Laadtijd (om volledig op te laden, 100%)
Pagina 17
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Laadstatus Bij het laden van de hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden gecontroleerd. ONX4EPHQ011020L Werking Classificatie laadindicatielampje Meer informatie Laadaanslui- Modus Status Oplaadtoets ting 0 ~ 65 % Aan (Geel) Off (Uit) Niet- READY oplaadstatus...
Pagina 18
Gepland laden (indien van toepassing) U kunt een laadplanning voor uw auto instellen met behulp van het infotainmentsysteem of de BlueLink- applicatie. Raadpleeg de handleiding van het infotainmentsysteem of de BlueLink- handleiding voor gedetailleerde informatie over het instellen van gepland laden. ONX4EPHQ011021L Een geplande laadprocedure kan Als u op de toets geplande...
Pagina 19
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Laadstekkervergrendeling Constante modus De stekker wordt vergrendeld wanneer de laadstekker in de laadaansluiting wordt gestoken. De stekker blijft vergrendeld tot alle portieren door de bestuurder ontgrendeld zijn. Deze modus is handig om kabeldiefstal te voorkomen. Als de laadstekker ontgrendeld wordt terwijl alle portieren ontgrendeld zijn, maar de laadkabel wordt niet...
Pagina 20
Voorzorgsmaatregelen voor Volg onderstaande aanwijzingen op om elektrische schokken bij het laden laden te voorkomen: AC-lader - Gebruik een waterdichte lader. - Wees voorzichtig met het aanraken van de laadstekker en laadplug met natte handen, of wanneer u in water of sneeuw staat terwijl u de laadkabel aansluit.
Pagina 21
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Als de auto tijdens het laden wordt Het controleren van het symbool uitgezet, kan de koelventilator in op het oplaadlabel (voor Europa) het elektromotorcompartiment automatisch ingeschakeld worden. Raak de koelventilator niet aan tijdens het laden. Laat de laadstekker niet vallen.
Pagina 22
Voorzorgsmaatregelen voor laden Elektrische laadkabel met een AC- en draagbare lader 1. Controleer na het openen van de laadklep het oplaadsymbool onderaan het waarschuwingslabel. 2. Controleer het symbool van de laadstekker op de kabel van de AC- of druppellader 3. Na het controleren van de letter op het oplaadsymbool, gaat u verder met de oplaadstap (Raadpleeg de tabel met symbolen van elektrische...
Pagina 23
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Tabel met symbolen van elektrische laadkabels Laden met AC-lader en draagbare lader Type voeding Configuratie Type accessoire Spanningsbereik Symbool Laden met AC-lader en Autostekker en draagbare laadaansluiting lader...
Pagina 24
AC-laden 4. Controleer of er stof in de laadstekker en de laadaansluiting zit. AC-lader OLFP0Q5007K ONX4EPHQ011029L Het daadwerkelijke uiterlijk van de lader 5. Houd de handgreep van de en de laadmethode kunnen verschillen laadstekker vast en sluit de afhankelijk van de laderfabrikant. laadstekker aan op de laadaansluiting voor de AC-lader.
Pagina 25
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem AC-lader Informatie Om de temperatuur van de hoogspanningsbatterij te regelen tijdens het laden of wanneer de batterij een hoge temperatuur heeft, wordt de airconditioning gebruikt om de batterij af te koelen. Hierdoor kan geluid hoorbaar zijn door de werking van de compressor en koelventilator van de airconditioning, maar dit is normaal wanneer de...
Pagina 26
Informatie Afhankelijk van de conditie en de ouderdom van de hoogspanningsbatterij, de specificaties van de lader en de omgevingstemperatuur kan de laadtijd van de batterij variëren. Controleren van laadstatus OAEPHQ049818L 8. Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel.
Pagina 27
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Werking Classificatie laadindicatielampje Meer informatie Laadaanslui- Modus Status Oplaadtoets ting 0 ~ 65 % Aan (Geel) Off (Uit) Niet- READY oplaadstatus 65 ~ 100 % Aan (Groen) Off (Uit) Hulpaccu laadfunctie + / De 12V hulpaccu opladen/Status Aan (Rood) Off (Uit) Waarschuwing...
Pagina 28
Loskoppelen van AC-lader Informatie AC-lader Om kabeldiefstal te voorkomen kan de laadstekker niet uit de aansluiting gehaald worden zolang de portieren vergrendeld zijn. Ontgrendel alle portieren om de laadstekker uit de aansluiting te kunnen halen. Als het voertuig echter in de AUTO-modus is, wordt de laadstekker automatisch ontgrendeld wanneer het opladen voltooid Raadpleeg voor meer informatie...
Pagina 29
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem De stekker ontgrendelen in Druppellaadprocedure noodgevallen Draagbare lader Bagageruimte ONE1Q011087L ONX4EPHQ011004L (1) Code en stekker (Code ingesteld) Als de laadstekker niet losgekoppeld (2) Regeleenheid kan worden door een ontladen accu of (3) Laadkabel en laadstekker een storing in de bedrading, open dan de motorkap en trek lichtjes aan de Met het huiselektriciteitsnet kan de...
Pagina 30
Gereed-status ONX4EPHQ011005L Laadstatus ONX4EPHQ011024L 4. Als de storingsindicator niet knippert tijdens laad- of gereed-status, houd dan de toets (1) achterop de regeleenheid langer dan 2 seconden ingedrukt om het laadniveau aan te passen. (Zie het laadkabeltype en het voorbeeld voor het instellen van het laadniveau.) 5.
Pagina 31
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Voorbeeld van het instellen van het ICCB-laadniveau (Dit voorbeeld dient alleen ter referentie en kan verschillen afhankelijk van de omgeving.) Uitgangsstroom ICCB-laadniveau Weergavevenster regeleenheid 14-16 A 12 A 13-12 A 10 A 11-10 A 9-8 A ONX4EPHQ011007L...
Pagina 32
Aansluiten van draagbare lader (ICCB: In-Cable Control Box) Stekker Wandcontactdoos ONX4EPHQ011022L 5. Druk op de middelste rand van de laadklep om de laadklep te openen. OLFP0Q5020K 1. Steek de stekker in een wandcontactdoos. Informatie Tik zachtjes op de laadklep of druk er voorzichtig tegenaan als deze is vastgevroren om het ijs te breken en open daarna de tankdopklep.
Pagina 33
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Type A Type B Informatie Laadstekker in de AUTO/LOCK-modus De laadstekker is gedurende een verschillende tijdsperiode vergrendeld in de aansluiting, afhankelijk van welke modus is geselecteerd. LOCK-modus : De stekker wordt vergrendeld wanneer de laadstekker in de laadaansluiting wordt gestoken.
Pagina 34
Controleren van laadstatus OAEPHQ049818L 10. Nadat het laden gestart is, wordt ONX4EPHQ011020L de geschatte laadtijd gedurende Bij het laden van de ongeveer 1 minuut weergegeven op hoogspanningsbatterij kan het het instrumentenpaneel. laadniveau van buiten de auto worden Als u tijdens het laden het gecontroleerd.
Pagina 35
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Werking Classificatie laadindicatielampje Meer informatie Laadaanslui- Modus Status Oplaadtoets ting 0 ~ 65 % Aan (Geel) Off (Uit) Niet- READY oplaadstatus 65 ~ 100 % Aan (Groen) Off (Uit) Hulpaccu laadfunctie + / De 12V hulpaccu opladen/Status Aan (Rood) Off (Uit) Waarschuwing...
Pagina 36
Laadstatuscontrolelampje voor draagbare lader Regeleenheid ONX4EPHQ011008L Controlelampje Meer informatie 12V- Aan : Stroom aan Aan : Laden LADEN Knipperen : Stroombeperking omwille van een hoge temperatuur van de stekker of hoge interne temperatuur STORING Knipperen : Storing bij laden...
Pagina 37
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Controlelampje Meer informatie Aan : Fout tijdens het laden / Fout tijdens de zelfdiagnose Foutcode Onderdeel Oorzaak Communicatiefout met het CP-Communicatie voertuig Stroomlek Fout in lader Waarschuwing te hoge temperatuur van de stekker Temperatuur van Fout door temperatuur van de de stekker stekker...
Pagina 38
Controlelampje Meer informatie Type A Type B Type C 12 A 10 A 10 A * De regeleenheid LAADNIVEAU De laadstroom verandert elke keer dat de toets (1) minder dan 1 seconde wordt ingedrukt terwijl de lader is aangesloten op een stroomvoorziening maar niet op de auto.
Pagina 39
Laadstekker op het voertuig laadindicatielampje brandt) aangesloten (Groene controlelampje We adviseren u contact op te nemen met Power brandt) een officiële HYUNDAI-dealer. Stekker verbonden met een contactdoos (Groene controlelampje Power brandt) We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 40
Abnormale temperatuur contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. ONX4EPHQ011011L Spaarstand ONX4EPHQ011010L Er is een stroomlek met foutcode E2 Het weergavevenster met het...
Pagina 41
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Loskoppelen van draagbare lader (ICCB: In-Cable Control Box) ONX4EPHQ011023L 2. Zorg ervoor dat de laadklep goed gesloten wordt. ONX4EPHQ011030L De oplaadklep heeft geen 1. Houd de hendel van de laadstekker vergrendelingssysteem. vast en trek eraan terwijl de ontgrendelknop ingedrukt wordt.
Pagina 42
(ICCB: In-Cable Control Box) Bagageruimte We raden u aan een draagbare lader te gebruiken die door HYUNDAI Motors gecertificeerd is. Probeer een draagbare lader niet te repareren, te demonteren of te modificeren. Gebruik geen verlengsnoer of adapter.
Pagina 43
5. Als de auto met een andere normaal werkende lader ook niet kan worden geladen, bevelen wij u aan om contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer voor een inspectie.
Pagina 44
RIJDEN MET DE HYBRIDEAUTO Starten van de auto Informatie Auto's met Smart Key-systeem Onder het hybridesysteem start en 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u stopt de motor automatisch. Als het heeft of laat deze in de auto. hybridesysteem werkt, brandt het '-controlelampje.
Pagina 45
(HEV- contact op te nemen met uw officiële accu) en met een geïntegreerde HYUNDAI-dealer. lithiumion-polymeeraccu van 12 volt voor de lampen, de ruitenwissers en het audiosysteem. WAARSCHUWING - De geïntegreerde 12 V-accu wordt...
Pagina 46
Geeft aan dat er zuinig wordt gereden (Laag)niveau bevindt, adviseren wij u met de auto. de auto te laten controleren door een POWER: officiële HYUNDAI-dealer. Dit geeft aan dat de auto buiten het milieuvriendelijke bereik zit. Afhankelijk van de weergave op de hybridesysteemmeter kan het 'EV'- lampje gaan branden.
Pagina 47
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Controlelampje plug-inhybride- AUTO-modus modus (Plug-inhybride voertuig) Type A Type B EV/HEV-toets ONX4EPHQ011013L ONX4EPHQ011014L CS-modus Type A Type B ONX4EPHQ011012L Als u op de [EV/HEV]-toets drukt, schakelt de systeemmodus van het plug-inhybride systeem tussen Electric (CD, elektrisch) en Hybrid (CS, lading behoudend, hybride).
Pagina 48
Infotainmentsysteem Hulpaccu laadfunctie+ (Plug-inhybride voertuig) (Plug-inhybride voertuig) (indien van toepassing) De Hulpaccu laadfunctie + is een functie die de laadstatus van de 12 V hulpaccu bijhoudt. Als het laadniveau van de hulpaccu laag is, laadt de hoogspanningsbatterij de hulpaccu op. Informatie De Hulpaccu laadfunctie + staat niet aan wanneer het voertuig wordt...
Pagina 49
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem WAARSCHUWING Informatie De Hulpaccu laadfunctie + is maximaal 20 minuten actief. Als de Aux. Battery Saver+-functie vaker dan 10 keer achter elkaar actief wordt in de automatische modus, dan wordt de functie niet meer ingeschakeld, omdat dan verondersteld wordt dat er een probleem is met de hulpaccu.
Pagina 50
Laat in dit geval uw auto de componenten ervan. inspecteren door een officiële HYUNDAI- dealer. Laat uw auto inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer als het...
Pagina 51
Parkeer de auto in dit geval op een veilige plek en laat hem het liefst Controleer de remmen slepen naar de dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI-dealer voor inspectie. Storing Hybrid Systeem OOSHQ019004L Deze melding wordt weergegeven als het remvermogen laag is of als...
Pagina 52
Ga niet rijden slepen naar de dichtstbijzijnde officiële als de waarschuwingsmelding wordt HYUNDAI-dealer voor inspectie. weergegeven. Controleer virtueel systeem Laat de auto in dit geval inspecteren door motorgeluid een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 53
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Vul koelvloeistof spanningsregelaar Stop veilig met motor aan om batt. op te laden OOSHQ019012L Deze melding wordt weergegeven als de OOSHQ019013L omvormer bijna geen koelvloeistof meer Deze melding wordt weergegeven als heeft. het laadniveau van de hybrideaccu (SOC) laag is.
Pagina 54
Als hetzelfde probleem zich voordoet wanneer de auto wordt geladen met een normaal werkende AC-lader of een originele draagbare lader van HYUNDAI, dan raden wij u aan om uw auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer.
Pagina 55
Als hetzelfde probleem zich voordoet wanneer de auto wordt geladen met een vervangende laadkabel of een originele draagbare lader van HYUNDAI, dan raden wij u aan om uw auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. OAEPHQ049830L...
Pagina 56
In andere gevallen adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Wrik de tankdopklep niet los. Spuit de tankdopklep indien nodig in met ruitontdooier (gebruik geen...
Pagina 57
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Hyb-modus inschakelen voor In de hyb-modus blijven voor verwarming of airconditioning verwarming of airconditioning (Plug-inhybride voertuig) (Plug-inhybride voertuig) OAEPHQ049842L OAEPHQ049841L Dit bericht wordt weergegeven wanneer Dit bericht wordt weergegeven wanneer het voertuig automatisch naar de HEV- het voertuig in de HEV-modus blijft om modus schakelt om verwarming of verwarming of airconditioning mogelijk...
Pagina 58
Lage/hoge systeemtemp. Schakelen Hyb-modus behouden om de motor naar hybride modus te smeren (Plug-inhybride voertuig) (Plug-inhybride voertuig) OAEPHQ049839L Dit bericht verschijnt wanneer op de OAEPHQ049836L OAEPHQ049837L toets [HEV] wordt gedrukt, maar het Dit bericht wordt weergegeven onmogelijk is om van de HEV-modus als de temperatuur van de naar de EV-modus te schakelen omdat hoogspanningsbatterij (hybride)
Pagina 59
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Energiestroom Extra vermogen Het hybridesysteem informeert de bestuurder over de energiestromen in de verschillende bedrijfsmodi. Tijdens het rijden wordt de actuele energiestroom gespecificeerd in 11 modi. Voertuig gestopt ONX4EHQ010003 Zowel de motor als het motorvermogen worden gebruikt om het voertuig aan te drijven.
Pagina 60
Opladen door verbrandingsmotor Afremmen op de motor ONX4EHQ010005 ONX4EHQ010007 De hoogspanningsaccu wordt opgeladen De auto remt af doordat het gaspedaal door de motor wanneer de auto stilstaat. wordt losgelaten. Hybridebatterijpakket) Opladen door reservevermogen Regeneratief remmen ONX4EHQ010008 De benzinemotor werkt tegelijk om ONX4EHQ010006 De hoogspanningsaccu wordt opgeladen de auto aan te drijven en om de...
Pagina 61
Voorwoord / Overzicht van het hybridesysteem Opladen door de Afremmen op de motor/ verbrandingsmotor/Elektrische Regeneratief remmen aandrijving ONX4EHQ010010 ONX4EHQ010009 De motor wordt tegelijk gebruikt De hoogspanningsaccu wordt opgeladen om de auto af te remmen en om de door de benzinemotor. De auto wordt hoogspanningsaccu op te laden.
Pagina 62
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HYBRIDESYSTEEM Onderdelen van de hybrideauto WAARSCHUWING Hoogspanningsbatterijsysteem Raak nooit oranjegekleurde componenten of onderdelen met HPCU (Hybrid Power Control Unit, vermogensregeleenheid hybridesysteem) hoogspanningssymbolen aan, ook geen draden, kabels en aansluitingen. In geval van schade aan of ontbreken van isolatiemateriaal of afdekkingen kan ernstig lichamelijk letsel of de dood door elektrocutie het gevolg zijn.
Pagina 63
We raden aan het hybridesysteem gevaarlijk kan zijn of tot verminderde van uw auto te laten nakijken prestaties kan leiden. en repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. Wees voorzichtig als u ontvlambare vloeistoffen in de bagageruimte vervoert. In geval van lekkage WAARSCHUWING...
Pagina 64
Als u het hoogspanningsaccusysteem wilt controleren, raden we aan dit WAARSCHUWING te laten doen door een officiële HYUNDAI-dealer. De omvormers van het Raak de hoogspanningsaccu en hybrideaccusysteem genereren de hoogspanningskabel die is hoogspanning. De hoogspanning in het...
Pagina 65
Hierdoor kan de koeling van de hybrideaccu worden belemmerd. Neem onmiddellijk contact op met uw HYUNDAI-dealer als voorwerpen het koelkanaal blokkeren. Zet nooit bakken of houders met vloeistoffen op of in de buurt van het koelkanaal.
Pagina 66
Het is aangeraden om onmiddellijk de hulpdiensten te bellen of contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Geef daarbij aan dat er sprake is van een hybrideauto. Bewaar wanneer het voertuig ernstig beschadigd is een veilige afstand...
Pagina 67
Probeer uw ondergelopen voertuig nooit aan te raken. Neem onmiddellijk contact op met een officiële HYUNDAI-dealer en geef daarbij aan dat het om een hybrideauto gaat.
Pagina 69
Voertuiginformatie Vooraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4E011007L 1. Motorkap ..........5-39 5. Panoramadak ........5-34 2. Koplamp ..........9-49 6. Voorruitenwisserbladen ......9-18 3. Banden en wielen ......... 9-26 7. Ruiten ............ 5-30 4. Buitenspiegels ........5-27 8. Radar voorzijde ........7-15...
Pagina 70
Vooraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EN011003L 1. Motorkap ..........5-39 5. Panoramadak ........5-34 2. Koplamp ..........9-49 6. Voorruitenwisserbladen ......9-18 3. Banden en wielen ......... 9-26 7. Ruiten ............ 5-30 4. Buitenspiegels ........5-27 8. Radar voorzijde ........7-15...
Pagina 71
Voertuiginformatie Achteraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4E010002 1. Deur ............5-14 5. Derde remlicht ........9-59 2. Tankdopklep.......... 5-50 6. Achterruitenwisserbladen .....9-18 3. Achterlichtunit ........9-55 7. Antenne ..........5-107 4. Achterklep ..........5-40 8. Achteruitrijcamera ........ 7-114...
Pagina 72
Achteraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EN011002L 1. Deur ............5-14 5. Derde remlicht ........9-59 2. Takdopklep ..........5-50 6. Achterruitenwisserbladen .....9-18 3. Achterlichtunit ........9-55 7. Antenne ..........5-107 4. Achterklep ..........5-40 8. Achteruitrijcamera ........ 7-114...
Pagina 73
Voertuiginformatie De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4H010003 1. Portiergreep binnen ......5-16 8. Knop elektronische achterklep .... 5-44 2. Schakelaars ruitbediening ....5-30 9. Toets ESC OFF........6-33 3. Blokkeertoets ruitbediening ....5-32 10. Resetschakelaar 12 V-accu..... 8-5 4.
Pagina 74
De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EH010004 1. Instrumentenpaneel ....... 4-2 10. DBC toets ..........6-39 2. Bestuurdersairbag ......... 3-51 11. Toets parkeerveiligheid ......7-141 3. Toets Engine Start/Stop ......6-9 12. Toets Parking/View (Parkeren/Zicht) ....7-115, 7-120, 7-155 4.
Pagina 75
Voertuiginformatie De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EH010004 18. Voorpassagiersairbag ......3-51 21. 12 V-aansluiting ........5-98 19. Dashboardkastje ........5-94 22. USB-lader ..........5-99 20. USB-aansluiting ........5-107 23. Draadloos oplaadsysteem ....5-99 24. Verwarmings- en ventilatiesysteem 2e rij ............5-76...
Pagina 76
De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. NX4E010005 1. Bediening verlichting ......5-57 6. Bediening LCD-display ......4-34 2. Bedieningshendel ruitenwissers en 7. Toets Lane Driving Assist -sproeier ..........5-70 (Hulp met rijden op de rijstrook) ..7-32 3. Schakelpaddel ........6-19 8.
Pagina 77
Voertuiginformatie Smartstream G1.6 T-GDi HEV De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. ONX4PH091001N 1. ECU 7. Vuldop motorolie ........9-9 2. Expansievat motorkoelvloeistof ....9-11 8. Peilstok motorolie ........9-9 3. Dop expansievat motorkoelvloeistof ..9-11 9. Ruitenwisservloeistofreservoir ..... 9-15 4.
Pagina 78
Vooraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4E011007L 1. Motorkap ..........5-39 5. Panoramadak ........5-34 2. Koplamp ..........9-49 6. Voorruitenwisserbladen ......9-18 3. Banden en wielen ......... 9-26 7. Ruiten ............ 5-30 4. Buitenspiegels ........5-27 8. Radar voorzijde ........7-15 2-11...
Pagina 79
Voertuiginformatie Vooraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EN011003L 1. Motorkap ..........5-39 5. Panoramadak ........5-34 2. Koplamp ..........9-49 6. Voorruitenwisserbladen ......9-18 3. Banden en wielen ......... 9-26 7. Ruiten ............ 5-30 4. Buitenspiegels ........5-27 8. Radar voorzijde ........7-15 2-12...
Pagina 80
Achteraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4E010002 1. Deur ............5-14 5. Derde remlicht ........9-59 2. Takdopklep ..........5-54 6. Achterruitenwisserbladen .....9-18 3. Achterlichtunit ........9-55 7. Antenne ..........5-107 4. Achterklep ..........5-40 8. Achteruitrijcamera ........ 7-114 2-13...
Pagina 81
Voertuiginformatie Achteraanzicht De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EN011002L 1. Deur ............5-14 5. Derde remlicht ........9-59 2. Takdopklep ..........5-54 6. Achterruitenwisserbladen .....9-18 3. Achterlichtunit ........9-55 7. Antenne ..........5-107 4. Achterklep ..........5-40 8. Achteruitrijcamera ........ 7-114 2-14...
Pagina 82
De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EPH011001L 1. Portiergreep binnen ......5-16 8. Knop elektronische achterklep .... 5-44 2. Schakelaars ruitbediening ....5-30 9. Toets ESC OFF........6-33 3. Blokkeertoets ruitbediening ....5-32 10. Ontgrendeltoets tankdopklep ..... 5-53 4.
Pagina 83
Voertuiginformatie De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EPH011002L 1. Instrumentenpaneel ....... 4-2 10. DBC toets ..........6-39 2. Bestuurdersairbag ......... 3-51 11. Toets parkeerveiligheid ......7-141 3. Toets Engine Start/Stop ......6-9 12. Toets Parking/View (Parkeren/Zicht) ....7-115, 7-120, 7-155 4.
Pagina 84
De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EPH011002L 18. Voorpassagiersairbag ......3-51 21. 12 V-aansluiting ........5-98 19. Dashboardkastje ........5-94 22. USB-lader ..........5-99 20. USB-aansluiting ........5-107 23. Draadloos oplaadsysteem ....5-99 24. Verwarmings- en ventilatiesysteem 2e rij ............5-76 25.
Pagina 85
Voertuiginformatie De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. NX4E010005 1. Bediening verlichting ......5-57 6. Bediening LCD-display ......4-34 2. Bedieningshendel ruitenwissers en 7. Toets Lane Driving Assist -sproeier ..........5-70 (Hulp met rijden op de rijstrook) ..7-32 3. Schakelpaddel ........6-19 8.
Pagina 86
Smartstream G1.6 T-GDi PHEV De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. ONX4PH091001N 1. ECU 7. Vuldop motorolie ........9-9 2. Expansievat motorkoelvloeistof ....9-11 8. Peilstok motorolie ........9-9 3. Dop expansievat motorkoelvloeistof ..9-11 9. Ruitenwisservloeistofreservoir ..... 9-15 4.
Pagina 87
Voertuiginformatie Onderwerpen Totale lengte 4.500 Totale lengte 4.510 (Voor N Line) Totale breedte 1.865 Totale hoogte 1.650 Voor Achter Spoorbreedte 17’’ : 1.630 17’’ : 1.637 19’’ : 1.615 19’’ : 1.622 Voor Achter Spoorbreedte (Voor N Line) 19’’ : 1.615 19’’...
Pagina 88
WATTAGE LAMP Gloeilamp Gloeilamp Wattage Hoog Koplamp Laag Type A Lamp dagrijverlichting (DRL) / stadslicht Richtingaanwijzer PY21W Hoog Voor Koplamp Laag SBL* Type B / C Lamp dagrijverlichting (DRL) / stadslicht Richtingaanwijzer Richtingaanwijzer (buitenspiegel) Achterlicht P21/5W 5/21 Type A Achterlicht/remlicht P21/5W 5/21 Achterlicht...
Pagina 89
Voertuiginformatie BANDEN EN WIELEN Bandenspanning bar (kPa) Aanhaalmoment Onderwer- Banden- Normale Maximumbe- Velgmaat wielmoeren maat belasting lasting kgf·m (N·m) Voor Achter Voor Achter 215/65 R17 7,0J x 17 Standaard- band 235/50 R19 7,5J x 19 2,75 Standaard- (240) (240) (275) 11~13 (107~127) band 235/50 R19...
Pagina 90
R134a Voor 550 ± 25 Europa) Compressorolie Voor 150 ± 10 Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. MAXIMAAL TOELAATBAAR VOERTUIGGEWICHT Motor Smartstream G1.6 T-GDi HEV 2.175 2.245 Smartstream G1.6 T-GDi PHEV 2.415...
Pagina 91
*1 *2 hervullen) ILSAC GF-6 MICHANG ATF SP4M-1, SK ATF Automatische- SP4M-1, S-OIL ATF SP4M-1, transmissievloeistof Hyundai originele ATF SP4M-1 Mengsel van antivries en water Koelvloeistof (ethyleenglycol op fosfaatbasis voor aluminiumradiateur) Mengsel van antivries en water (ethyleenglycol op fosfaatbasis voor aluminiumradiateur)
Pagina 92
Aanbevolen SAE-viscositeitsindex OPGELET Reinig altijd het gebied rond een vulplug, aftapplug of peilstaaf alvorens een smeermiddel te controleren of af te tappen. Dit is in het bijzonder van belang in stoffige of zanderige omgevingen en wanneer het voertuig op onverharde wegen wordt gebruikt.
Pagina 93
Voertuiginformatie Chassisnummer ONX4010022 Op het voertuigcertificatielabel op de ONX4EH010020 middenstijl aan bestuurderszijde (of Het voertuigidentificatienummer (VIN) voorpassagierszijde) staat het voertuig- is het nummer dat gebruikt wordt bij de identificatienummer (VIN). registratie van uw auto en bij alle zaken die te maken hebben met eigendom, BANDENSPANNINGSLABEL enz.
Pagina 94
MOTORNUMMER OPLAADLABEL ONX4H010021 Het motornummer is op het motorblok ONX4EPHQ011027L gestanst zoals op de afbeelding is Oplaadlabel bevindt zich aan de aangegeven. binnenzijde van het klepje van de laadaansluiting. Raadpleeg voor meer LABEL AIRCOCOMPRESSOR informatie “Het Plug-inhybride voertuig laden” in hoofdstuk 1. KOUDEMIDDELLABEL ONX4EH010023 Een label voor de aircocompressor geeft...
Pagina 95
1995/5/EG. Meer informatie, waaronder de conformiteitsverklaring van de fabrikant, kunt u vinden op deze website van OAEPH048585 HYUNDAI; Buiten Europa http://service.hyundai-motor.com Benzinemotor Het brandstoflabel is aangebracht op de tankdopklep. OAEPH048584 Hybride voertuig A.
Pagina 96
3. Veiligheidssysteem Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ..........3-2 Doe uw veiligheidsgordel altijd om ................3-2 Gebruik voor alle kinderen de juiste veiligheidssystemen ........3-2 Gevaren airbag ......................3-2 Afleiding van de bestuurder ..................3-2 Pas uw snelheid aan .....................3-3 Houd uw auto in een veilige conditie .................3-3 Stoelen .......................
Pagina 97
Veiligheidssysteem BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN In dit hoofdstuk en deze handleiding Afleiding van de bestuurder vindt u veel veiligheidsmaatregelen en Afleiding van de bestuurder vormt een adviezen. De veiligheidsmaatregelen in ernstig en potentieel dodelijk gevaar, dit hoofdstuk zijn de belangrijkste. vooral voor onervaren bestuurders. Veiligheid moet de eerste zorg zijn achter Doe uw veiligheidsgordel altijd het stuur.
Pagina 98
Pas uw snelheid aan Te hoge snelheid is een belangrijke factor bij letselongevallen en doden. Over het algemeen geldt dat hoe hoger de snelheid, hoe groter het risico, maar bij lagere snelheden kan ernstig letsel ontstaan. Rijd nooit sneller dan veilig is voor de huidige omstandigheden, ongeacht de toegestane maximumsnelheid.
Pagina 99
Veiligheidssysteem STOELEN Handgeschakelde transmissie Voeding De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto. ONX4EH030001 Voorstoelen Achterstoelen (1) Voorwaartse/achterwaartse richting (10) Rugleuningverstelling en neerklappen rugleuning (2) Rugleuningverstelling (11) Hoofdsteun (3) Zittinghoek* (12) Armsteun* (4) Stoelhoogte (13) Stoelverwarming* (5) Lendensteun (Bestuurdersstoel)* (6) Stoelverwarming*...
Pagina 100
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING Het afstellen van de stoelen zodat u in Om de kans op ernstig letsel door een veilige, comfortabele positie zit, een zich opblazende airbag te speelt een belangrijke rol bij de veiligheid beperken, moeten de volgende van bestuurder en passagiers, samen voorzorgsmaatregelen getroffen met veiligheidsgordels en airbags, als u worden:...
Pagina 101
Veiligheidssysteem Laat kinderen of baby's NOOIT op Wees uiterst voorzichtig wanneer u schoot van een passagier meerijden. kleine objecten oppakt die vastzitten onder de stoelen of tussen de Laat het schoudergedeelte van de stoel en de middenconsole. U kunt veiligheidsgordel niet langs uw nek, snijwonden of letsel aan uw handen langs een scherpe rand of achter uw oplopen door de scherpe randen van...
Pagina 102
Handmatige aanpassing ONX4E030074 Rugleuningverstelling ONX4E030073 Rugleuning achterover kantelen: Verstellen in voorwaartse en achterwaartse richting 1. Draai de knop van de rugleuning naar achteren. Om de stoel naar voren of naar achteren te bewegen: 2. Leun voorzichtig achterover en zet de rugleuning in de gewenste positie.
Pagina 103
Veiligheidssysteem WAARSCHUWING Rijd NOOIT met een naar achteren geklapte rugleuning. Als de rugleuning te ver achterover staat, neemt de kans op letsel bij een aanrijding of een noodstop aanzienlijk toe. Bestuurder en passagiers moeten ALTIJD goed in hun stoel zitten, de gordel op de juiste manier dragen en de rugleuning zo ver mogelijk rechtop ONX4E030075...
Pagina 104
Elektrische verstelling (indien van toepassing) WAARSCHUWING Laat kinderen NOOIT zonder toezicht in de auto achter. De elektrisch verstelbare stoelen kunnen worden gebruikt als de auto is uitgeschakeld. OPMERKING ONX4030008 Om beschadiging van de stoelen te Zitting kantelen (1, indien van toepassing) voorkomen: Om de hoogte van de voorzijde van de Laat de schakelaar los zodra de stoel...
Pagina 105
Veiligheidssysteem De veiligheidsgordel moet strak over Rugleuninghoogte aanpassen uw heupen en borst lopen voor een maximale effectiviteit. Als de rugleuning achterover gekanteld is, kan de schoudergordel zijn beschermende functie niet correct uitvoeren omdat deze niet strak over uw borst loopt. In plaats daarvan hangt deze voor u.
Pagina 106
Lendensteun Walk-in-schakelaar (bestuurdersstoel, indien van toepassing) (indien van toepassing) ONX4030009 OTM030042 Om de lendensteun te verstellen: De passagier op de achterbank kan de schakelaars gebruiken om de 1. Druk op de voorzijde (1) van de voorpassagiersstoel te regelen. schakelaar voor meer steun en op de achterzijde (2) voor minder steun.
Pagina 107
Veiligheidssysteem Opbergvak in rugleuning Achterstoelen Opklappen van de achterbank De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten terwijl de auto rijdt. Dit is geen goede zitpositie en er zijn geen ONX4030018 veiligheidsgordels beschikbaar.
Pagina 108
ONX4E030084 ONX4E030064 Neerklappen van de rugleuning achter: 1. Zet de rugleuning zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de voorste stoel naar voren. 2. Laat de achterste hoofdsteunen zakken naar de laagste stand door de ontgrendelingsknop (1) in te drukken en vast te houden en de hoofdsteun (2) naar beneden te duwen.
Pagina 109
Veiligheidssysteem WAARSCHUWING WAARSCHUWING Wanneer u de rugleuning van de Wanneer u de rugleuning van de achterbank van de neergeklapte naar achterbank van de neergeklapte naar de normale positie terugplaatst, houdt de normale positie terugplaatst, houdt u de rugleuning vast en zet u deze u de rugleuning vast en zet u deze langzaam terug.
Pagina 110
Rugleuning op afstand WAARSCHUWING neerklappen/uitklappen Zorg ervoor dat de motor uitstaat, de (indien van toepassing) keuzehendel in P (Parkeren) staat en dat de parkeerrem goed is vastgezet bij het in- of uitladen van bagage. Als u deze stappen niet opvolgt, kan de auto zich in beweging zetten als de transmissie per ongeluk in een andere stand wordt gezet.
Pagina 111
Veiligheidssysteem Armsteun Hoofdsteun De voorstoelen en de achterbank van de auto hebben verstelbare hoofdsteunen. De hoofdsteunen bieden comfort voor passagiers, maar wat nog belangrijker is, ze zijn ontworpen om passagiers te beschermen tegen whiplash en ander nek- en rugletsel tijdens een ongeval, vooral bij een aanrijding van achteren.
Pagina 112
Hoofdsteunen voorstoelen WAARSCHUWING OTL035061 Zet de hoofdsteun niet in de laagste stand als u op de achterbank zit. ONX4E030035 OPGELET De bestuurdersstoel en de voorpassagiersstoel zijn voorzien van een Wanneer er geen inzittenden aanwezig verstelbare hoofdsteun voor de veiligheid zijn op de achterstoelen, zet dan de en het comfort.
Pagina 113
Veiligheidssysteem Type A ONX4030010 ONX4E030077 Vooruit/achteruit verstellen Type B (indien van toepassing) De hoofdsteun kan in 3 standen naar voren worden versteld door de hoofdsteun tot de gewenste aanslag naar voren te trekken. Trek de hoofdsteun vanuit de voorste positie nogmaals naar voren en laat hem los om de hoofdsteun helemaal naar achteren te plaatsen.
Pagina 114
Hoofdsteunen achterstoelen Type A ONX4E030078 Type B ONX4E030061 Elke achterstoel is voor de veiligheid en het comfort van de passagier voorzien van een hoofdsteun. ONX4030015 Plaatsen van de hoofdsteun: 1. Zet de rugleuning rechtop. 2. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt.
Pagina 115
Veiligheidssysteem Stoelverwarming (indien van toepassing) Met de stoelverwarming kunnen de stoelen bij lage buitentemperaturen worden verwarmd. Laat de stoelverwarming UIT in warm weer of onder omstandigheden waar de stoelverwarming niet gebruikt hoeft te worden. ONX4030016 WAARSCHUWING Verwijderen/Aanbrengen De stoelverwarming kan ERNSTIGE Hoofdsteun verwijderen: BRANDWONDEN veroorzaken, zelfs bij 1.
Pagina 116
OPMERKING Achterstoelen Om beschadiging van de stoelverwarming en stoelen te voorkomen: Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen oplosmiddel, zoals thinner, benzeen, alcohol of wasbenzine. Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn voorzien van stoelverwarming. ONX4030026 Bedek de stoelbekleding niet.
Pagina 117
Veiligheidssysteem - Achterstoelen Informatie Als de schakelaars voor de UIT HOOG ( ) LAAG ( stoelverwarming in stand ON staan, 30 MIN schakelt de stoelverwarming automatisch Als de HOGE temperatuur opnieuw aan of uit, afhankelijk van de temperatuur handmatig geselecteerd wordt, van de stoel.
Pagina 118
HYUNDAI-dealer. Om deze functie te gebruiken, moet de functie worden geactiveerd in het menu Settings (Instellingen) op het scherm van het infotainmentsysteem.
Pagina 119
Veiligheidssysteem ROA-systeem Werking systeem (Achterbank-passagier-alarm) Eerste alarm (indien van toepassing) Wanneer u het voorportier opent na het openen en sluiten van het Het ROA-systeem (achterbank- achterportier en het uitschakelen van passagier-alarm) wordt voorzien om te de motor, verschijnt de waarschuwing helpen voorkomen dat de bestuurder het "Controleer de achterbank"...
Pagina 120
Voorzorgsmaatregelen voor het Het alarm kan worden geactiveerd terwijl de portieren zijn vergrendeld systeem in een wasstraat of door trillingen of Zorg ervoor dat alle ruiten zijn lawaai in de omgeving. gesloten. Als er een ruit geopend is, Als het voertuig op afstand wordt kan het alarm afgaan omdat de sensor gestart (indien voorzien van starten op een onbedoelde beweging detecteert...
Pagina 121
Veiligheidssysteem VEILIGHEIDSGORDELS Dit hoofdstuk beschrijft het juiste gebruik Draag nooit breekbare voorwerpen van de veiligheidsgordels. Het beschrijft in uw kleding onder de ook enkele dingen die u niet moet doen veiligheidsgordel. Bij een noodstop terwijl u de veiligheidsgordel draagt. of botsing kan de veiligheidsgordel deze voorwerpen beschadigen.
Pagina 122
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje voorpassagiersgordel veiligheidsgordel Waarschuwingslampje Als herinnering voor de voorpassagier brandt telkens als het contact bestuurdersgordel in stand ON wordt gezet het Instrumentenpaneel waarschuwingslampje van de voorpassagiersgordel gedurende ongeveer 6 seconden, ongeacht of de gordel is vastgemaakt. Als u begint te rijden zonder dat de veiligheidsgordel is vastgemaakt of als u de veiligheidsgordel losmaakt wanneer u minder dan 20 km/h rijdt of stopt, gaat...
Pagina 123
Veiligheidssysteem Als u blijft rijden zonder dat de Informatie veiligheidsgordel is vastgemaakt of Ook als er geen passagier op de stoel als u de veiligheidsgordel losmaakt zit, zal het waarschuwingslampje wanneer u 20 km/h of meer rijdt, zal gedurende 6 seconden knipperen of de waarschuwingszoemer van de branden.
Pagina 124
Veiligheidsgordels Voor de stoel midden achter Als herinnering voor de achterpassagier Driepuntsgordel brandt telkens als het contact in stand ON wordt gezet het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordels gedurende 6 seconden, ongeacht of de gordels zijn vastgemaakt. Als de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt terwijl het contact in stand ON wordt gezet, zal het waarschuwingslampje voor de...
Pagina 125
Veiligheidssysteem OPMERKING Hoogteverstelling U kunt de hoogte van het Als de veiligheidsgordel niet soepel gordelomkeerpunt in één van de uit de oprolautomaat kan worden vier verschillende posities zetten getrokken, trek dan krachtig aan de voor maximaal comfort en maximale veiligheidsgordel en laat hem dan veiligheid.
Pagina 126
OHI038142 ONX4E030085 2. Steek de gesp (A) in de opening van Losnemen van de veiligheidsgordel: de gordelsluiting (A') totdat een klik Druk op de ontgrendelknop (1) in het hoorbaar is. De klik geeft aan dat gordelslot. de gordel goed vergrendeld is. Zorg De gordel wordt automatisch in de ervoor dat de gordel niet is verdraaid.
Pagina 127
Veiligheidssysteem OTLE035028 OTL035031 4. Trek aan de gesp (B) en steek hem in De veiligheidsgordel losmaken: van de gordelsluiting (B') totdat een 1. Druk op de ontgrendelknop op de klik hoorbaar is. De klik geeft aan dat gordelsluiting (B') en verwijder de de gordel goed vergrendeld is.
Pagina 128
Gordelspanner veiligheidsgordel OTLE035032 4. Steek, om de middelste gordel achter OJX1039118 te laten oprollen, de gesp in de [1] : Oprolmechanisme voorgespannen gordel opening (A') van de gordelsluiting. Voorstoel en buitenste achterstoel (indien van Trek de gordel omhoog en laat deze toepassing) automatisch oprollen.
Pagina 129
(4) Oprolmechanisme voorgespannen gordel achteraan (indien van toepassing) OPGELET Het gordelspannersysteem kan beschadigd raken door carrosseriereparaties aan de voorzijde van de auto. Daarom raden we u aan om deze reparaties door een officiële HYUNDAI-dealer te laten uitvoeren. 3-34...
Pagina 130
NAUW over uw heupen en om de gordelspanners en/of de SRS- bekken sluit, onder het ronde gedeelte regelmodule zo snel mogelijk door van de buik. een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. WAARSCHUWING Informatie Om de kans op ernstig letsel voor het...
Pagina 131
Veiligheidssysteem Grotere kinderen WAARSCHUWING Kinderen jonger dan 13 jaar die te groot Zet een baby of kind ALTIJD op de zijn voor een stoelverhoger moeten altijd juiste wijze vast in een kinderzitje plaatsnemen op de achterbank en de dat geschikt is voor de lengte en het aanwezige driepuntsgordel gebruiken.
Pagina 132
We adviseren u contact op aanzienlijk toe. te nemen met een officiële HYUNDAI- Bestuurder en passagiers moeten dealer. ALTIJD goed in hun stoel zitten, de gordel op de juiste manier dragen en de rugleuning zo ver mogelijk rechtop zetten.
Pagina 133
Laat de HYUNDAI-dealer na een ongeval het kinderzitje, de Regels met betrekking tot de limieten veiligheidsgordels, de ISOFIX- voor leeftijd en lengte/gewicht...
Pagina 134
Kiezen van een kinderzitje Doe bij het kiezen van een kinderzitje altijd het volgende: Controleer of het kinderzitje is voorzien van een label waarop staat dat het desbetreffende zitje wettelijk goedgekeurd is. Een kinderzitje mag alleen worden gebruikt als het is goedgekeurd conform de norm ECE-R44 of ECE-R129.
Pagina 135
Veiligheidssysteem Zittingverhogingen Een stoelverhoger is een kinderzitje dat de loop van de veiligheidsgordel van de auto verbetert. Een stoelverhoger plaatst het kind zo dat de veiligheidsgordel correct over de sterkere delen van het lichaam van het kind loopt. Houd uw kinderen in stoelverhogers tot ze groot genoeg zijn om goed in de veiligheidsgordel te passen.
Pagina 136
Plaatsen van een kinderzitje Zorg dat het kinderzitje stevig bevestigd is. Beweeg het kinderzitje naar voren en naar achteren en van WAARSCHUWING links naar rechts om te controleren of het stevig is bevestigd. Een kinderzitje Doe altijd het volgende voordat u een dat met een veiligheidsgordel wordt kinderzitje installeert: bevestigd, moet zo stevig mogelijk...
Pagina 137
Veiligheidssysteem Geschiktheid van elke stoelpositie voor kinderzitjes met gordel & ISOFIX- kinderzitjes (CRS) overeenkomstig de VN-voorschriften. (Informatie voor gebruik door voertuigbezitters en fabrikanten van kinderzitjes) Ja : Geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes Nee : Niet geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes “-”...
Pagina 138
Stoelnummer Positie in het voertuig Positie Voor, linker zitplaats Voor, middelste zitplaats Voor, rechter zitplaats 2e zitrij, linker zitplaats 2e zitrij, middelste zitplaats ONX4E030063 2e zitrij, rechter zitplaats Wanneer de hoofdsteun een juiste plaatsing van het kinderzitje verhindert, verstel of verwijder dan de hoofdsteun van de stoel.
Pagina 139
Veiligheidssysteem ISOFIX-bevestiging en bevestigingsband (ISOFIX-systeem) voor kinderen Het ISOFIX-systeem houdt een kinderzitje vast tijdens het rijden en bij een ongeval. Dit systeem is ontworpen om bevestiging van het kinderzitje gemakkelijker te maken en de kans op het onjuist bevestigen van het kinderzitje te reduceren.
Pagina 140
Vastzetten van een kinderzitje met het ISOFIX-systeem Om een i-Size of ISOFIX-compatibel kinderzitje in een van de buitenste zitposities achteraan en de buitenste zitposities van de passagiersstoel vooraan te installeren (indien van toepassing): 1. Plaats de veiligheidsgordelsluiting uit de buurt van de ISOFIX-bevestigingen. 2.
Pagina 141
Hierdoor kan het bevestigingspunt loskomen of breken. We raden u aan om het ISOFIX- systeem na een ongeval te laten nakijken door uw HYUNDAI-dealer. Een ongeval kan het ISOFIX- systeem beschadigen waardoor het kinderzitje niet meer correct kan worden bevestigd.
Pagina 142
WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het aansluiten van de bevestigingsband: Lees alle aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje met betrekking tot het plaatsen en volg deze aanwijzingen op. Bevestig NOOIT meer dan een kinderzitje aan een enkel ISOFIX-Top ONX4030034 Tether-bevestigingspunt.
Pagina 143
Veiligheidssysteem Kinderzitje met een driepuntsgordel Informatie bevestigen Plaats de ontgrendelknop zo dat deze in Als het ISOFIX-bevestigingssysteem niet geval van nood gemakkelijk bereikbaar is. wordt gebruikt, moet een kinderzitje altijd met het heupgedeelte van een driepuntsgordel worden vastgezet op een achterstoel. OHI038183L 3.
Pagina 144
AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM Het werkelijk aantal airbags in de auto kan afwijken van de afbeelding. ONX4E030054 1. Bestuurdersairbag 5. Centrale airbag vooraan* 2. Voorpassagiersairbag 6. ON/OFF-schakelaar voorste passagiersairbag* 3. Zijairbag* 4. Curtain airbag* * : Indien van toepassing 3-49...
Pagina 145
Veiligheidssysteem Dit voertuig is voorzien van een airbagsysteem voor de bestuurdersstoel en de voorpassagiersstoel. De frontairbags zijn ontworpen om de driepuntsveiligheidsgordels aan te vullen. De veiligheidsgordels moeten tijdens het rijden altijd worden gedragen, willen deze airbags bescherming bieden. U kunt ernstig letsel oplopen of overlijden bij een ongeval als u de veiligheidsgordel niet draagt.
Pagina 146
Waar zitten de airbags? WAARSCHUWING Frontairbags bestuurder en Om de kans op ernstig letsel door voorpassagier een zich opblazende airbag voor te beperken, moeten de volgende Bestuurdersairbag voorzorgsmaatregelen getroffen worden: Alle inzittenden moeten altijd hun veiligheidsgordel dragen: de gordel houdt de inzittende zo goed mogelijk op zijn plaats.
Pagina 147
Veiligheidssysteem OTM038095L ONX4E030069 Uitschakelen van de ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier (indien van toepassing) voorpassagiersairbag: Het doel van de schakelaar is om de Steek de sleutel of een vergelijkbaar frontairbag van de voorpassagier uit stevig voorwerp in de ON/OFF- te schakelen als passagiers worden schakelaar voorpassagiersairbag en vervoerd die een verhoogd risico lopen draai deze naar de OFF-stand.
Pagina 148
OFF-schakelaar voor de binnenzijde van de rugleuning van voorpassagiersairbag en het de bestuurdersstoel. Het doel van de airbagsysteem zo spoedig mogelijk airbag is om extra bescherming te controleren door een officiële bieden bovenop de bescherming die de HYUNDAI-dealer. veiligheidsgordels bieden. 3-53...
Pagina 149
Stoot niet tegen de portieren als de Engine start/stopknop in de On of START stand staat omdat de zijairbags hierdoor kunnen opblazen. Als de stoel of de stoelbekleding beschadigd zijn, adviseren we u het systeem te laten repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-54...
Pagina 150
Gordijnairbag Voor voertuigen die zijn uitgerust met een rollover sensor kan de zijdelingse (indien van toepassing) en/of gordijnairbag en de voorspanners aan beide kanten van de auto beginnen werken als er een (mogelijke) rollover wordt gedetecteerd. De curtain airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij of situaties waarbij de auto over de kop kan slaan opgeblazen te worden.
Pagina 151
De SRSCM controleert constant alle veiligheidssysteem zo snel mogelijk componenten van het systeem als het door een officiële HYUNDAI-dealer contact in stand ON staat, om te bepalen te laten controleren als een van deze of een aanrijding zwaar genoeg is om omstandigheden zich voordoet.
Pagina 152
Tijdens een gematigde tot ernstige Naast het opblazen tijdens een frontale botsing detecteren sensoren ernstige aanrijding van opzij worden de snelle vertraging van de auto. Als de bij auto's met een roll-over-sensor vertraging hoog genoeg is, activeert de zijairbags en/of de curtain airbags de regeleenheid de frontairbags op het opgeblazen als deze sensor het over juiste moment en met de benodigde...
Pagina 153
Veiligheidssysteem Airbag bestuurder (1) Airbag bestuurder (3) ODN8039077L ODN8039079L Als de SRSCM oordeelt dat de kracht Voorpassagiersairbag waaraan de voorzijde van de auto wordt blootgesteld een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, activeert hij automatisch de airbags vóór. Airbag bestuurder (2) ODN8039080L Nadat de airbag geheel gevuld is, begint hij direct weer leeg te lopen, waardoor de bestuurder weer zicht naar voren krijgt en hij de auto weer kan besturen of...
Pagina 154
Was de huid die hiermee in aanraking is gekomen altijd af met koud water en een milde zeepoplossing. Wij adviseren om geactiveerde airbags beslist te laten vervangen bij een officiële HYUNDAI-dealer. Airbags zijn ontworpen voor eenmalig gebruik. 3-59...
Pagina 155
Duw de Engine Start/Stopknop in de OFF of ACC stand en wacht 3 minuten als de auto wordt weggesleept om onbedoeld opblazen van de airbag te voorkomen. Laat alle reparaties aan airbags door een officiële HYUNDAI-dealer uitvoeren. 3-60...
Pagina 157
Veiligheidssysteem Voorwaarden voor activeren airbags Zijairbags en gordijnairbags De airbags opzij (zijairbags en gordijnairbags) worden geactiveerd bij een aanrijding van opzij, waarbij rekening wordt gehouden met de kracht van de botsing. Hoewel de frontairbags voor bestuurder en voorpassagier zijn ontworpen om te worden opgeblazen bij frontale botsingen, kunnen ze ook worden opgeblazen bij andere soorten botsingen...
Pagina 158
Voorwaarden voor niet-activeren van de airbags ONX4030049 De airbags voor worden bij zijdelingse aanrijdingen soms niet geactiveerd. ONX4E030047 De inzittenden bewegen altijd in de Bij bepaalde aanrijdingen met richting van de aanrijding, waardoor het lage snelheden worden de airbags activeren van de airbags voor geen extra niet geactiveerd.
Pagina 159
Veiligheidssysteem Informatie Auto's met een rollover sensor De zijdelingse airbags en de gordijnairbags kunnen worden geactiveerd als de auto over de kop slaat, wanneer dit door de roll-over- sensor wordt gedetecteerd. Auto's zonder rollover-sensor Als de auto is uitgerust met zij- en gordijnairbags, worden deze mogelijk ONX4E030051 geactiveerd wanneer de auto over de...
Pagina 160
HYUNDAI-dealer te laten controleren. systeem aan en wijzig niets aan de We adviseren alle werkzaamheden aan carrosseriestructuur.
Pagina 161
Veiligheidssysteem Aanvullende Waarschuwingslabel airbag voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Passagiers mogen tijdens het rijden niet uit de stoel stappen of van stoel wisselen. Een passagier die tijdens een botsing of noodstop geen veiligheidsgordel draagt, kan tegen de binnenkant van het voertuig of tegen andere inzittenden worden gegooid, of uit het voertuig worden geslingerd.
Pagina 163
Instrumentenpaneel 4,2-inch 10,25 inch Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie 'Meters en tellers' in dit hoofdstuk voor meer informatie. ONX4EH041015E/ONX4H040002 1. Vermogensmeter 4. Brandstofmeter 2. Snelheidsmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 3. Ladingstoestandmeter (SOC) accu 6. LCD-display (inclusief boordcomputer)
Pagina 164
4,2-inch 10,25 inch Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie 'Meters en tellers' in dit hoofdstuk voor meer informatie. ONX4EH040007/ONX4H040002 1. Vermogensmeter 4. Brandstofmeter 2. Snelheidsmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 3. Ladingstoestandmeter (SOC) accu 6. LCD-display (inclusief boordcomputer)
Pagina 165
Instrumentenpaneel Verlichting instrumentenpaneel Meters en tellers Dashboardverlichting Snelheidsmeter 4,2-inch km/h OCN7040019L ONX4H040003 U kunt de helderheid van de verlichting van het instrumentenpaneel aanpassen km/h, MPH MPH, km/h in de Gebruikersinstellingenmodus op het LCD-display als de ontstekingsschakelaar op Aan staat (verlichting’)). Als de parkeerlichten of koplampen van de auto branden, worden ook de sterkte van de binnenverlichting en de sfeerlampjes aangepast.
Pagina 166
Vermogensmeter Brandstofmeter 4,2-inch 10,25-inch 4,2-inch Type A Type B ONX4040008 ONX4E040008 ONX4H040004 OCN7H040002 10,25-inch De vermogensmeter geeft aan of u Type A Type B momenteel zuinig rijdt of niet. CHARGE (OPLADEN) : Dit geeft aan dat de energie die de auto opwekt, omgezet wordt in elektrische energie.
Pagina 167
(SOC) dicht bij '0' of 'L' raakt. (Laag) staat, neem dan contact op met een officiële HYUNDAI-dealer om de auto te laten nakijken. OPMERKING Probeer nooit de auto te starten terwijl de brandstoftank leeg is.
Pagina 168
Controlelampje plug- Buitentemperatuurmeter inhybridemodus 4,2-inch AUTO-modus Type A Type B OTM040015 10,25-inch ONX4EPHQ011013L ONX4EPHQ011014L CS-modus Type A Type B OTM040013 Op dit display wordt de huidige ONX4EPHQ011015L ONX4EPHQ011016L buitentemperatuur weergegeven in CD-modus (Charge Depleting, eenheden van 1 °C. lading verbruikend, elektrisch) : Neem in acht dat de temperatuur De hoogspanningsbatterij die op het LCD-display wordt...
Pagina 169
Instrumentenpaneel Kilometerteller Actieradius 4,2-inch 4,2-inch OTM040017 OTM040018 10,25-inch 10,25-inch OTM040019 OTM040020 De kilometerteller geeft de totale afstand De actieradius is de geschatte afstand aan die met de auto is gereden en dient die het voertuig met de resterende ook te worden gebruikt om te bepalen brandstof kan afleggen.
Pagina 170
Brandstofbezuiniging Waarschuwingslampje gladheid (voor paneel van 10,25-inch) (indien van toepassing) OTM040062L OHCR049127L De gemiddelde brandstofbesparing (1) Dit waarschuwingslampje brandt en de instant brandstofbesparing (2) om de bestuurder te waarschuwen worden onderaan het cluster getoond. voor een mogelijk glad wegdek. Als de temperatuur op de Automatisch resetten buitentemperatuurmeter lager wordt dan ongeveer 4 °C knippert zowel het...
Pagina 171
Instrumentenpaneel Schakelindicator transmissie Schakelindicator automatische transmissie in Handmatig Schakelstandindicator schakelenmodus (voor Europa, automatische transmissie indien van toepassing) (indien van toepassing) 4,2-inch 4,2-inch 10,25 inch OTM040016L OTM040016 OCN7040013 10,25 inch Dit lampje licht u in over de huidige versnelling. OCN7040014 In de handmatige schakelstand geeft deze indicator aan in welke versnelling u het beste kunt rijden om brandstof te besparen.
Pagina 172
Laat de auto in dit geval inspecteren op vloeistoflekkage. Als een remvloeistoflek wordt gevonden door een officiële HYUNDAI-dealer. of als het waarschuwingslampje blijft branden of als de remmen niet goed werken, rijd dan niet met de auto. Wij adviseren u de auto te laten controleren door een officiële...
Pagina 173
Als dat gebeurt, rijd dan voorzichtig. Wij worden uitgeoefend om de auto tot adviseren u de auto te laten controleren stilstand te brengen. door een officiële HYUNDAI-dealer. Verder zal in dat geval de remweg De bediening van het rempedaal is toenemen.
Pagina 174
Wanneer er een storing is in de EPS. Wij adviseren u om uw auto in dit geval zo snel mogelijk naar een officiële HYUNDAI-dealer of een servicepunt te brengen en het systeem zo snel mogelijk te laten controleren.
Pagina 175
Laat de auto in dit geval inspecteren geactiveerd dat het motorvermogen door een officiële HYUNDAI-dealer. beperkt. Daarna gaat het motorwaarschuwingslampje OPMERKING branden als u herhaaldelijk en voortdurend blijft rijden.
Pagina 176
HYUNDAI-dealer. Laat uw auto zo snel mogelijk Zie 'Auto Hold' in hoofdstuk 6 voor meer controleren door een officiële HYUNDAI- informatie. dealer als het waarschuwingslampje na het bijvullen blijft branden of als er geen Waarschuwingslampje olie beschikbaar is.
Pagina 177
OPMERKING Doorrijden met een brandend Laat uw auto inspecteren door een waarschuwingslampje voor een officiële HYUNDAI-dealer als het laag brandstofniveau of met een waarschuwingslampje gaat branden lager brandstofniveau dan 0 of E tijdens het rijden of als het niet uitgaat op de brandstofmeter, kan leiden nadat u de auto hebt gestart.
Pagina 178
Dit waarschuwingslampje gaat branden: GPF-systeem te laten controleren Als er een storing is in de werking van door een officiële HYUNDAI-dealer. een van de volgende systemen: - Storing in Forward Collision- OPMERKING Avoidance Assist-systeem (indien van...
Pagina 179
Forward Collision-Avoidance Als dat gebeurt, adviseren wij u de auto Assist-waarschuwingssysteem zo snel mogelijk te laten controleren door (ondersteuning botsingsvermijding een officiële HYUNDAI-dealer. voorzijde). Zie 'Bandenspanningscontrolesysteem Laat de auto in dit geval inspecteren door (TPMS)' in hoofdstuk 8 voor meer een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 180
Lane Keeping Assist. Wanneer er een storing is in de LED- koplampen. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. Zie 'Lane Keeping Assist-systeem (LKA) - rijvakassistentie' in hoofdstuk 7 voor Dit waarschuwingslampje gaat knipperen: meer details.
Pagina 181
Wanneer er een storing is in de ESC. het systeem. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI- Laat de auto in dit geval inspecteren dealer. door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 182
Smart Key niet kan detecteren. startblokkeersysteem in de sleutel Laat de auto in dit geval inspecteren door detecteert met het contact in de stand een officiële HYUNDAI-dealer. - Op dat moment kunt u de motor Dit controlelampje knippert: starten. Als er een storing is in het - Het controlelampje gaat uit zodra de startblokkeersysteem.
Pagina 183
(indien van toepassing) Als een van deze situaties zich voordoet, adviseren wij u de auto te laten Dit controlelampje gaat branden: controleren door een officiële HYUNDAI- Als het grootlicht brandt met de dealer. verlichtingsschakelaar in de stand AUTO.
Pagina 184
Controlelampje SPORT- LCD-displayberichten modus Schakel naar P (indien van toepassing) (auto's met Smart Key-systeem) Dit controlelampje gaat branden: Deze melding wordt weergegeven als u probeert de auto uit te schakelen Als u de SPORT-modus als rijmodus zonder dat de selectiehendel in stand P selecteert.
Pagina 185
12 V-accu tijdens indrukt, adviseren wij u de auto te laten het parkeren laag is als gevolg van niet- controleren door een officiële HYUNDAI- fabrieksmatige elektrische accessoires dealer. (zoals een dashboardcamera). Zorg ervoor dat de accu niet leeg raakt.
Pagina 186
Controlelampje portier, motorkap, Controlelampje zonnedak open achterklep open (indien van toepassing) ONX4040009 ONX4040010 Deze waarschuwing wordt weergegeven Deze waarschuwingsmelding wordt als een van de portieren, de motorkap weergegeven als u de motor uitschakelt of de achterklep blijft openstaan. De terwijl het schuif-/kanteldak is geopend. waarschuwing geeft op het display aan Sluit het schuifdak goed voordat u de welk portier geopend is.
Pagina 187
Instrumentenpaneel Lichten Ruitenwissers Type A Type B Type A Type B OJX1049007L OJX1049062L OJX1049008L OJX1049063L Deze indicator geeft weer welke Dit controlelampje geeft weer welke verlichting aan de buitenzijde er is wissersnelheid er is geselecteerd met de geselecteerd met de bediening van de bediening van de ruitenwissers.
Pagina 188
GPF- als er een probleem is met de LED- systeem te laten controleren door een koplamp. Wij adviseren u de auto te laten officiële HYUNDAI-dealer. controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. GPF : Benzinedeeltjesfilter Gereed om te rijden Controleer koplamp...
Pagina 189
Parkeer de auto in dit geval op een Virtual Engine Sound-systeem. veilige plek en laat hem het liefst slepen naar de dichtstbijzijnde officiële Laat de auto in dit geval inspecteren door HYUNDAI-dealer voor inspectie. een officiële HYUNDAI-dealer. Storing Hybrid Systeem Vul koelvloeistof spanningsregelaar Deze melding wordt weergegeven...
Pagina 190
OAEPHQ049828L van de batterij te melden. Deze melding wordt weergegeven wanneer er een probleem is met het Virtual Engine Sound-systeem. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-29...
Pagina 191
Instrumentenpaneel Wacht tot klep brandstoftank opent Check brandstofklep (Plug-inhybride voertuig) (Plug-inhybride voertuig) OAEPHQ049830L OAEPHQ049831L Dit bericht wordt weergegeven wanneer Dit bericht wordt weergegeven wanneer u probeert om de tankdopklep te de tankdopklep tijdens het rijden open is openen terwijl de brandstoftank onder of er iets afwijkends is gebeurd.
Pagina 192
Brandstofklep open Hyb-modus inschakelen voor (Plug-inhybride voertuig) verwarming of airconditioning (Plug-inhybride voertuig) OAEPHQ049832L Dit bericht wordt weergegeven wanneer OAEPHQ049842L de tankdopklep open gaat nadat de druk Dit bericht wordt weergegeven wanneer van de brandstoftank af is. Als dit bericht het voertuig automatisch naar de HEV- verschijnt, kunt u de brandstoftank modus schakelt om verwarming of bijvullen.
Pagina 193
Instrumentenpaneel In de hyb-modus blijven voor Lage/hoge systeemtemp. Hyb- verwarming of airconditioning modus behouden (Plug-inhybride voertuig) (Plug-inhybride voertuig) OAEPHQ049841L OAEPHQ049834L OAEPHQ049835L Dit bericht wordt weergegeven wanneer Dit bericht wordt weergegeven het voertuig in de HEV-modus blijft om als de temperatuur van de verwarming of airconditioning mogelijk hoogspanningsbatterij (hybride) te maken.
Pagina 194
Schakelen naar hybride modus om De SPORT-modus verlaten om naar de motor te smeren EV te schakelen (Plug-inhybride voertuig) (Plug-inhybride voertuig) OAEPHQ049838L OAEPHQ049840L Dit bericht verschijnt wanneer het Dit bericht verschijnt wanneer op de voertuig automatisch naar de HEV- toets [HEV] wordt gedrukt, maar het modus wordt geschakeld om de motor onmogelijk is om van de HEV-modus te smeren, terwijl het contactslot in de...
Pagina 195
Instrumentenpaneel Bediening LCD-display ONX4E040020 De weergavemodus van het LCD-display kan met de bedieningsknoppen worden veranderd. Schakelaar Functie Toets MODE voor het wijzigen van modi Schakelaar MOVE voor het wijzigen van functies SELECT/RESET knop voor het instellen of resetten van de geselecteerde functie 4-34...
Pagina 196
LCD-displaymodi Standen Symbool Toelichting Deze modus geeft ritinformatie weer, zoals de ritmeter, de brandstofbesparing, enz. Tripcomputer Zie “Boordcomputer” in dit hoofdstuk voor meer informatie. Turn By Turn In deze modus wordt de status van de navigatie (TBT - Rijadvies) weergegeven. - Lane Keeping Assist (Rijvakassistentie) Smart Cruise Control Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen)
Pagina 197
Instrumentenpaneel Modus van de boordcomputer Rijassistentie ONX4E040022 ONX4040013 De modus van de boordcomputer geeft LKA/SCC/HDA informatie weer met betrekking tot de In deze modus wordt de status van Lane rijparameters van de auto, waaronder Keeping Assist (LKA, Rijvakassistentie), het brandstofverbruik, informatie van de Smart Cruise Control (SCC, Adaptieve dagteller en de rijsnelheid.
Pagina 198
- Storing in Smart Cruise Control (indien van toepassing) - Radar van Smart Cruise Control (indien van toepassing) wordt geblokkeerd - Storing TPMS (bandenspanningscontrolesysteem) Het hoofdwaarschuwingslampje gaat branden als een of meer van de bovenstaande waarschuwingssituaties zich voordoen. ONX4040014 Op dit moment verschijnt er een Verdeling aandrijfkracht pictogram Hoofdwaarschuwing (Vierwielaandrijving)
Pagina 199
Instrumentenpaneel Gebruikersinstellingen Instellen aanpassen na schakelen naar P Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u tijdens het rijden probeert om een andere gebruikersinstelling te selecteren. Wijzig, voor uw veiligheid, de Gebruikersinstellingen na het parkeren van de auto, trek de parkeerrem aan en schakel naar stand P (Parkeren).
Pagina 200
1. Bestuurdershulp Onderwerpen Toelichting HDA (Hulp bij rijden op snelweg) Activeren en deactiveren van de functie Highway Driving Assist. Zie 'Highway Driving Assist (HDA - Rijhulp op de snelweg)' in hoofdstuk 7 voor meer details. Rijcomfort Automatische snelheidscontrole op de snelweg Navigation-based Smart Cruise Control in- of uitschakelen.
Pagina 201
Instrumentenpaneel Onderwerpen Toelichting Lane Keeping Assist (Hulp bij rijbaan aanhouden) afstellen Assistent / Alleen waarschuwing / Uit Rijbaanveiligheid Zie 'Lane Keeping Assist (LKA - Op de rijstrook bijven)' in hoofdstuk 7 voor meer details. Dodehoekweergave Monitor Blindehoekweergave in- of uitschakelen. Voor meer details zie de "Blind-Spot View Monitor (BVM - Blindehoekweergave)"...
Pagina 202
2. Cluster Onderwerpen Toelichting Bij starten van voertuig Na het tanken Ø-verbruik resetten Manueel Om de weergegeven brandstofbesparing te resetten Activeren en deactiveren van de ruitenwisser-/verlichtingsmodus. Weergave ruitenwisser/ Indien geactiveerd, toont het LCD-display de geselecteerde verlichting ruitenwisser-/verlichtingsmodus wanneer u de modus wijzigt. Verkeersborden De weergegeven verkeersborden instellen Het volume van de stembegeleiding van het...
Pagina 203
Instrumentenpaneel 4. Deur Onderwerpen Toelichting Actief bij schakelen: Alle portieren worden automatisch vergrendeld wanneer de transmissie van de automatische transmissie vanuit stand P (Parkeren) in stand R (Achteruit), N (Neutraal) of D (Rijden) wordt gezet. (Alleen wanneer de motor Automatisch draait).
Pagina 204
5. Handig Onderwerpen Toelichting Uit: De instapfunctie is uitgeschakeld. Normaal/Lang: Wanneer u de motor uitschakelt, gaat de bestuurdersstoel automatisch een stukje (normaal) of stuk (lang) Entree instellingen naar achteren om u op een comfortabele manier in en uit de auto stoel te laten stappen.
Pagina 205
Instrumentenpaneel 6. ECO rijden Toelichting Onderwerpen Activeren en deactiveren van de Groene zone EV-modus. * Groene zone EV-modus: Wanneer de gebruiker "Green Zone Groene zone EV- Drive" selecteert, rijdt de auto zoveel mogelijk in de EV+ modus modus om de atmosfeer te beschermen. (gebaseerd op kaartinfo - bij een school, park, overdekte parkeerplaatsen, enz.) Zeilfunctie Aan: On/Off (Aan/Uit) Informeert de bestuurder wanneer hij zijn voet van...
Pagina 206
Boordcomputer (4,2 inch) - Hybride voertuig De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rijinformatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid), wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld. ONX4E040020 Om de tripmodus te wijzigen, bedient u Dagtellermodi de "...
Pagina 207
Instrumentenpaneel Type A Type B Type A Type B OTM040063L OTM040064L OTM040067L OTM040068L Ritinfo Totale informatie Reisafstand (1), gemiddelde Totale reisafstand (1), gemiddelde brandstofbesparing (2), en instant brandstofbesparing (2), en instant brandstofbesparing (3) worden brandstofbesparing (3) worden weergegeven. weergegeven. De informatie wordt gecombineerd De informatie is cumulatief vanaf de voor elke contactcyclus.
Pagina 208
Boordcomputer (10,25 inch) - Hybride voertuig De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rijinformatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid), wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld. ONX4EHQ010006 Energiestroom Dagtellermodi Het hybridesysteem informeert de...
Pagina 209
Instrumentenpaneel Type A Type B ONX4E040020 OJX1049011L OTM040061L Om de tripmodus te wijzigen, bedient u Ritinfo de " " schakelaar op het stuurwiel. Reisafstand (1), gemiddelde brandstofbesparing (2), en totale rijtijd Handmatig resetten (3) worden weergegeven. Om de gemiddelde De informatie wordt gecombineerd brandstofbesparing handmatig voor elke contactcyclus.
Pagina 210
Type A Type B OJX1049012L OJX1049067L ONX4EHQ010006 Totale informatie Energiestroom Opgetelde reisafstand (1), gemiddelde Het hybridesysteem informeert de brandstofbesparing (2), en totale rijtijd bestuurder over de energiestromen in de (3) worden weergegeven. verschillende bedrijfsmodi. Tijdens het rijden wordt de actuele energiestroom De informatie is cumulatief vanaf de gespecificeerd in 11 modi.
Pagina 211
Instrumentenpaneel Boordcomputer (4,2 inch) - Plug-inhybride voertuig De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rijinformatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid), wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld. ONX4E040020 Om de tripmodus te wijzigen, bedient u Dagtellermodi...
Pagina 212
Type A Type B OAEPH049534L OTM040063L OTM040064L Bereik Ritinfo Het bereik is de geschatte afstand Reisafstand (1), gemiddelde die het voertuig kan afleggen met de brandstofbesparing (2), en instant resterende brandstof (Benzine) en de brandstofbesparing (3) worden hoogspanningsbatterij (hybridebatterij) weergegeven. (Elektrisch).
Pagina 213
Instrumentenpaneel Type A Type B OTM040067L OTM040068L OTM040045 Totale informatie Digitale snelheidsmeter Totale reisafstand (1), gemiddelde De digitale snelheidsmeter toont de brandstofbesparing (2), en instant snelheid van de auto. brandstofbesparing (3) worden weergegeven. De informatie is cumulatief vanaf de laatste reset. Om handmatig te resetten, drukt u meer dan 1 seconde op de OK-schakelaar op het stuurwiel als ‘Totale info’...
Pagina 214
Boordcomputer (10,25 inch) - Plug-inhybride voertuig De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit. Informatie Bepaalde rijinformatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoorbeeld de gemiddelde rijsnelheid), wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld. ONX4E040020 Om de tripmodus te wijzigen, bedient u Dagtellermodi de "...
Pagina 215
Instrumentenpaneel Type A Type B OAEPH049534L OJX1049011L OTM040061L Bereik Ritinfo Het bereik is de geschatte afstand Reisafstand (1), gemiddelde die het voertuig kan afleggen met de brandstofbesparing (2), en totale rijtijd resterende brandstof (Benzine) en de (3) worden weergegeven. hoogspanningsbatterij (hybridebatterij) De informatie wordt gecombineerd (Elektrisch).
Pagina 216
Type A Type B OJX1049012L OJX1049067L OTM040069L Totale informatie Digitale snelheidsmeter Opgetelde reisafstand (1), gemiddelde De digitale snelheidsmeter toont de brandstofbesparing (2), en totale rijtijd snelheid van de auto. (3) worden weergegeven. De informatie is cumulatief vanaf de laatste reset. Om handmatig te resetten, drukt u meer dan 1 seconde op de OK-schakelaar op het stuurwiel als ‘Totale info’...
Pagina 217
Instrumentenpaneel Instellingen voor uw voertuig ONX4E040028 Voertuiginstellingen in het ONX4050067 infotainmentsysteem bieden de 1. Druk op de knop SETUP gebruikers opties voor verschillende van de hoofdunit van het instellingen, waaronder een waaier infotainmentsysteem van instellingen voor onder meer vergrendel-/ontgrendelfuncties, comfortfuncties, instellingen voor rijhulp, enz.
Pagina 218
5. Handige functies Toegang tot uw auto ..................5-4 Afstandsbediening .......................5-4 Smart Key ........................5-7 Startblokkeersysteem ....................5-13 Sloten ....................... 5-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen ..............5-14 Portiersloten van binnenuit ontgrendelen..............5-16 Supervergrendeling ....................5-18 Kenmerken van de automatische portiervergrendeling/-ontgrendeling ....5-18 Kindersloten achterportieren ..................
Pagina 220
5. Handige functies Extra voorzieningen verwarmings- en ventilatiesysteem ......5-91 Automatisch ontwasemingssysteem ................ 5-91 Automatische ontvochtiging ..................5-92 Lucht opnieuw laten circuleren na gebruik van sproeivloeistof ......5-92 Luchtrecirculatie in het zonnedak ................5-93 Automatische bediening die de instellingen van het verwarmings- en ventilatiesysteem gebruikt (voor de bestuurdersstoel) ...........5-93 Opbergvak .......................
Pagina 221
Ontgrendelen Om te ontgrendelen: OPDE046001 1. Druk op de deurontgrendeltoets (2) op Uw HYUNDAI heeft een de afstandsbediening. afstandsbediening, die u kunt gebruiken 2. De portieren zullen worden om de portieren of de achterklep te ontgrendeld.
Pagina 222
Mechanische sleutel Informatie Nadat de achterklep ontgrendeld is, wordt hij automatisch vergrendeld. Op de schakelaar staat 'HOLD' (ingedrukt houden) om aan te geven dat u de schakelaar moet indrukken en langer dan 1 seconde ingedrukt moet houden. Starten Zie voor meer informatie “Contactslot” in hoofdstuk 6.
Pagina 223
Als de afstandsbediening niet correct werkt, opent en sluit u de portieren met de mechanische sleutel. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als u een probleem ervaart met uw afstandsbediening. OPD046002 Als de afstandsbediening zich dicht...
Pagina 224
Gebruikersinstellingenmodus op het LCD-display. Zie “LCD-display” in OTM050229L hoofdstuk 4 voor meer informatie. De Smart Key van uw HYUNDAI kunt 5. Controleer of de portieren u gebruiken om de portieren (en vergrendeld zijn door aan de de achterklep) te vergrendelen of portierhandgreep buiten te trekken.
Pagina 225
Handige functies Hoewel u op de toetsen van de Uw auto ontgrendelen portierhandgrepen aan de buitenzijde hebt gedrukt, worden de portieren niet vergrendeld en klinkt de zoemer gedurende 3 seconden als zich een van de volgende situaties voordoet: De Smart Key bevindt zich in de auto. De startknop staat in de stand ACC of Er staat een portier (niet de achterklep) open.
Pagina 226
Het voertuig op afstand starten Druk op de vergrendeltoets van uw Smart Key en meteen daarna (indien van toepassing) langer dan 4 seconden tegelijk U kunt de auto starten met de Remote op de ontgrendeltoets en de Start-toets (6) op de Smart Key. vergrendeltoets om onbedoeld Doe het volgende om de auto op afstand vergrendelen of ontgrendelen van...
Pagina 227
Handige functies Het voertuig vanop afstand Mechanische sleutel voorwaarts of achterwaarts Als de Smart Key niet normaal werkt, verplaatsen (indien van toepassing) kunt u het bestuurdersportier met de mechanische sleutel vergrendelen of Met de toetsen Vooruit en Achteruit (4, ontgrendelen. 5) op de smart key kan de bestuurder de auto naar voren of achteren verplaatsen.
Pagina 228
Als de Smart Key niet correct werkt, opent en sluit u de portieren dan met de mechanische sleutel. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als u een probleem ervaart met de Smart Key. Als de Smart Key zich dicht bij uw...
Pagina 229
4. Plaats het deksel aan de achterzijde van de Smart Key. Als u vermoedt dat de Smart Key beschadigd is of als u denkt dat de Smart Key niet goed werkt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 5-12...
Pagina 230
Als het systeem herhaaldelijk de code van de sleutel niet herkent, raden we u aan contact op te nemen met een HYUNDAI-dealer. Probeer geen wijzigingen aan te brengen aan het systeem of het uit te breiden met andere apparaten. Er kunnen elektrische problemen ontstaan waardoor uw auto onbruikbaar wordt.
Pagina 231
Handige functies SLOTEN Portiersloten van buitenaf Informatie vergrendelen Wees voorzichtig met het Mechanische sleutel vergrendelen van het portier met een mechanische sleutel, want alleen het bestuurdersportier kan worden vergrendeld/ontgrendeld. Wanneer alle portieren vergrendeld zijn met een mechnische sleutel, kunt u alle portieren vergrendelen met de schakelaar centrale vergrendeling in de auto.
Pagina 232
Afstandsbediening Smart Key OPDE046413 ODN8059001 Druk, om de portieren te vergrendelen, Druk op de toets op de buitenportierkruk op de vergrendeltoets voor de portieren van het bestuurdersportier terwijl u de (1) op de afstandsbediening. Smart Key bij u draagt of druk op de portiervergrendelingstoets op de Smart Druk, om de portieren te ontgrendelen, Key: alle portieren vergrendelen.
Pagina 233
Handige functies Portiersloten van binnenuit Met de centrale schakelaar voor het ver/ontgrendelen van portieren ontgrendelen Met de portiergreep binnenzijde ONX4050005 Als op het ( ) deel (1) van de ONX4050004 schakelaar wordt gedrukt, worden alle Bestuurdersportier en autoportieren vergrendeld. voorpassagiersportier - Als er een portier wordt geopend, Als er aan de binnenportiergreep zullen de portieren niet worden...
Pagina 234
WAARSCHUWING OPGELET De portieren moeten altijd volledig Het openen van een portier als iemand gesloten en vergrendeld zijn als of iets de auto nadert, kan schade of de auto rijdt. Als de portieren letsel veroorzaken. Let bij het openen ontgrendeld zijn, is het risico om uit van portieren goed op of er geen ander de auto geslingerd te worden bij een verkeer aankomt.
Pagina 235
Handige functies Supervergrendeling Kindersloten achterportieren (indien van toepassing) Sommige auto's zijn uitgerust met supervergrendeling. Deze voorkomt dat een portier van binnenuit of van buitenaf wordt geopend zodra de supervergrendeling is geactiveerd, waardoor de auto extra is beveiligd. Om de auto te vergrendelen met de supervergrendelingsfunctie, moeten de portieren worden vergrendeld met de afstandsbediening of de Smart Key.
Pagina 236
Dit systeem helpt uw auto en Informatie waardevolle spullen te beschermen. De Vergrendel de portieren niet voordat claxon klinkt en de alarmknipperlichten alle passagiers de auto verlaten hebben. knipperen continu in een van de Als de achtergebleven passagiers volgende situaties: de auto verlaten terwijl het systeem - Een portier wordt geopend zonder de is ingeschakeld, wordt het alarm...
Pagina 237
Als de accu wordt losgekoppeld, worden de geheugeninstellingen gewist. Als het geïntegreerde geheugen niet normaal werkt, adviseren wij u het systeem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. Standen in het geheugen opslaan ONX4050007 1. Het systeem werkt wanneer de Het geïntegreerde geheugen voor...
Pagina 238
Standen oproepen uit het Het systeem resetten geheugen Volg de volgende procedure om het geïntegreerde geheugen te resetten als 1. Het systeem werkt wanneer de het niet goed werkt. rijsnelheid lager is dan 3 km/h. 2. Druk op de gewenste geheugentoets Integrated memory system (1 of 2).
Pagina 239
Handige functies OPMERKING OPGELET Herstart de resetprocedure als het De bestuurder moet voorzichtig zijn resetten en het meldingsignaal als hij deze functie gebruikt en ervoor ophouden als ze niet volledig zorgen dat passagiers of kinderen zijn tijdens het resetten van het op de achterste zitbank niet gewond geïntegreerde geheugen.
Pagina 240
Wij adviseren u uw auto of met lage snelheid rijdt. zo snel mogelijk naar een officiële Wanneer u het stuurwiel bedient in lage HYUNDAI-dealer of een servicepunt temperaturen, kan abnormaal geluid te brengen en het systeem te laten worden waargenomen. Deze geluiden controleren.
Pagina 241
Handige functies Stuurkolomverstelling Informatie Wanneer u het stuurwiel in een Soms grijpt de ontgrendelingshendel niet comfortabele stand zet, stel het dan compleet aan. Dit kan gebeuren als de zo in dat het naar uw borst wijst, niet tanden van het vergrendelingsmechanisme naar uw gezicht.
Pagina 242
Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie De stuurwielverwarming gaat ongeveer 30 minuten na het inschakelen van de stuurwielverwarming automatisch uit. OPMERKING Monteer geen hoes of accessoires op het stuurwiel.
Pagina 243
Handige functies SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing) Controleer, voordat u gaat rijden, of de binnenspiegel correct is ingesteld. Stel de binnenspiegel zo af dat het zicht door de achterruit goed gecentreerd is. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat uw zicht niet wordt gehinderd.
Pagina 244
Zelfdimmende binnenspiegel (ECM) Buitenspiegels (indien van toepassing) ONX4050009 ODN8059023L Uw auto is uitgerust met zowel een De elektrochromatische binnenspiegel linker als een rechter buitenspiegel. voorkomt automatisch verblinding door De spiegels kunnen vanop afstand koplampen van achteropkomend verkeer met de schakelaar voor aanpassing bij nacht of weinig licht.
Pagina 245
Handige functies Afstellen van de buitenspiegels WAARSCHUWING Verstel de buitenspiegels niet of klap ze niet in tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen en een ongeval veroorzaken. OPMERKING Gebruik geen krabber om de spiegel ijsvrij te maken; hierdoor kan het spiegelglas beschadigd raken.
Pagina 246
Buitenspiegel inklappen De achteruitkijkspiegel zal automatisch in- of uitklappen Welcome mirror/light (welkom Aan’ is geselecteerd in de Gebruikersinstellingenmodus op het LCD-display. - De spiegel wordt in- of uitgeklapt wanneer de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld met de Smart Key. - De spiegel wordt in- of uitgeklapt ONX4E050009 wanneer de portieren worden Handmatig type...
Pagina 248
Openen: het resetten niet goed werken, raden we u aan het systeem te laten controleren Druk de ruitschakelaar in tot het eerste door een officiële HYUNDAI-dealer. drukpunt (5). Laat de schakelaar los wanneer u wilt dat de ruit stopt. WAARSCHUWING...
Pagina 249
Handige functies Automatische omkeerfunctie WAARSCHUWING (indien van toepassing) Zorg dat lichaamsdelen of voorwerpen veilig weggestoken zijn voordat een ruit wordt gesloten. Zo voorkomt u letsel of schade aan het voertuig. Als een voorwerp met een diameter van minder dan 4 mm tussen de ruit en de sponning terechtkomt, wordt de extra weerstand mogelijk niet opgemerkt door de klembeveiliging en de ruit zal...
Pagina 250
Ruit op afstand openen/sluiten WAARSCHUWING (indien van toepassing) Laat kinderen niet met de ruitbediening spelen. Laat de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening van de bestuurder in de stand vergrendeld staan. Ernstig tot dodelijk letsel kan het gevolg zijn van onbedoelde bediening van de ruiten door een kind.
Pagina 251
Handige functies OPMERKING Indien uw auto is uitgerust met een schuif-/kanteldak, kunt u dit met Bedien het schuif-/kanteldak niet als behulp van de hendel in de dakconsole er dakrails op het dak zitten of als er openschuiven of kantelen. bagage op het dak ligt. Elektrisch zonnescherm ONX4EPH051005E Het schuif-/kanteldak kan alleen...
Pagina 252
Omhoog/omlaag kantelen Open-/dichtschuiven ONX4C051006 ONX4C051007 Duw de schakelaar van het schuif-/ Duw de schakelaar van het schuif-/ kanteldak omhoog, dan kantelt het kanteldak naar achteren naar de glas open. Maar als het elektrische eerste klikstand, beweegt het glas van zonnescherm dicht is, gaat dat eerst het schuif-/kanteldak.
Pagina 253
Handige functies OPMERKING Klembeveiliging Duw niet meer tegen de hendel als het schuif-/kanteldak volledig is geopend, gesloten of gekanteld. DIt kan leiden tot schade aan de motor van het schuif-/kanteldak. Doorlopend open-/dichtschuiven, open-/dichtkantelen, kan leiden tot een storing in de motor of het schuif-/kanteldaksysteem.
Pagina 254
Schuif-/kanteldak resetten 5. Duw de hendel van het schuif-/ zonnedak nogmaals naar voren en houd hem die positie tot het elektrische zonnescherm en het glas van het schuif-/zonnedak kunnen openen en sluiten. Laat de hendel pas los als de handeling afgerond is. Als u de schakelaar tijdens de procedure loslaat, start u die weer vanaf stap 2.
Pagina 255
Handige functies Waarschuwing geopend schuif-/ kanteldak ONX4040010 Als de bestuurder de motor uitschakelt wanneer het schuif-/kanteldak niet volledig is gesloten, klinkt er enkele seconden een waarschuwingszoemer en verschijnt er een waarschuwing geopend schuifdak op het LCD-display. Sluit het schuif-/kanteldak volledig wanneer u de auto verlaat.
Pagina 256
EXTERIEUR Motorkap Openen van de motorkap ONX4050022 4. Haal de motorkapsteun los. 5. Ondersteun de motorkap met de ONX4050020 steun (3). 1. Parkeer de auto en activeer de parkeerrem. WAARSCHUWING 2. Trek aan de ontgrendelingshendel om de motorkap te ontgrendelen. De Pak de steun altijd vast bij het motorkap komt iets omhoog.
Pagina 257
Handige functies Sluiten van de motorkap Verplaats de auto niet met geopende motorkap omdat het zicht wordt 1. Controleer het volgende in en rond de belemmerd, wat een ongeval tot motorruimte voordat u de motorkap gevolg kan hebben, en de motorkap sluit: kan vallen of beschadigd raken.
Pagina 258
Achterklep sluiten WAARSCHUWING ONX4E051057 ONX4E051058 Breng en druk de achterklep omlaag Houd het deel (gasveer) dat de totdat deze vergrendelt. Controleer altijd achterklep ondersteunt niet vast. of de achterklep correct is gesloten door Vervorming van de achterklepveer deze weer open te trekken zonder de kan schade aan het voertuig en letsel toets in de achterklephandgreep in te veroorzaken.
Pagina 259
Handige functies Noodontgrendeling achterklep Elektrische achterklep (indien van toepassing) Gebruiksomstandigheden van de elektrische achterklep De elektrische achterklep werkt als de versnelling in stand P (Parkeren) staat terwijl de motor draait. Als de motor is uitgeschakeld, zal de elektrische achterklep ongeacht de stand van de versnelling werken.
Pagina 260
Breng geen wijzigingen aan delen openen/sluiten op de Smart Key of het van de elektrische bedienbare instrumentenpaneel. achterklep aan en voer geen reparaties uit. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 5-43...
Pagina 261
Handige functies Druk tijdens het openen van de Als u de elektrische achterklep meer dan 5 keer na elkaar bedient, kan dat achterklep op de toets om de achterklep stil te zetten. de motor beschadigen. In dat geval zal de elektrische achterklep niet werken Houd de toets elektrische achterklep om te verhinderen dat de motor open/sluiten ingedrukt terwijl de...
Pagina 262
WAARSCHUWING Steek nooit voorwerpen of lichaamsdelen in de opening van de elektrische achterklep om te proberen of de klembeveiliging werkt. Dit kan resulteren in ernstig letsel of schade aan de auto of voorwerpen. Informatie De elektrische achterklep kan stoppen ONX4E051062 met werken als de automatische Toets openen/sluiten elektrische achterklep klembeveiliging meer dan twee keer in...
Pagina 263
Handige functies Snelheid van de elektrische Hoogte-instelling van de gebruiker achterklepopening 1. Plaats de achterklep met de hand op Om de snelheid van de elektrische de gewenste hoogte. achterklep aan te passen, selecteert u 2. Druk niet langer dan 3 seconden ‘User Settings (Gebruikersinstellingen) op de toets elektrische achterklep openen/sluiten aan de binnenkant van...
Pagina 264
Het resetten van de elektrische bovenstaande procedure, adviseren we u achterklep kan onder andere nodig zijn in de auto te laten nakijken door een officiële de volgende gevallen: HYUNDAI-dealer. Wanneer de 12 V-accu opnieuw is geladen Noodontgrendeling achterklep Wanneer de 12 V-accu wordt...
Pagina 265
Handige functies Smart Tailgate Informatie (Intelligente achterklep) De Smart Tailgate-functie werkt NIET als: (indien van toepassing) Een van de portieren is niet vergrendeld of gesloten. De smart key binnen de 15 seconden na de sluiting en vergrendeling van de portieren wordt opgemerkt. De Smart Key wordt gedetecteerd op minder dan 1,5 m van de voorportierkrukken en binnen 15...
Pagina 266
De Smart tailgate (intelligente Als u de Smart Tailgate-functie hebt gedeactiveerd door op de knop van de achterklep) uitschakelen Smart Key te drukken en een portier Type A Type B hebt geopend, kan de Smart Tailgate- functie weer worden geactiveerd door alle portieren te sluiten en vergrendelen.
Pagina 267
Handige functies Detectiezone Tankdopklep (Hybride voertuig) Openen van de tankdopklep ONX4E050032 De detectiezone van de slimme ONX4E050033 achterklep strekt zich ongeveer 50- 1. Zet de motor uit. 100 cm achter het voertuig uit. Als u 2. Zorg ervoor dat alle portieren zich in de detectiezone bevindt terwijl ontgrendeld zijn.
Pagina 268
Sluiten van de tankdopklep Informatie 1. Plaats de dop terug en draai hem De tankdopklep wordt ontgrendeld als alle rechtsom totdat hij eenmaal klikt. portieren ontgrendeld zijn. 2. Sluit de tankdopklep totdat deze Tankdopklep ontgrendelen: stevig vergrendelt. Druk op de ontgrendeltoets van de Smart Key.
Pagina 269
Als de brandstoftankdop moet Gebruik alleen plastic jerrycans die worden vervangen, bevelen we ontworpen en geschikt zijn voor aan alleen een originele HYUNDAI- brandstof. dop of vergelijkbare dop die is Zet de transmissie altijd in de stand voorgeschreven voor uw auto P (Parkeren), bedien de parkeerrem te gebruiken.
Pagina 270
Tankdopklep (Plug-inhybride voertuig) Openen van de tankdopklep OAEPHQ049832L OPMERKING Het kan maximaal 20 seconden ONX4EPH051001L duren voordat de tankdopklep opent. 1. Zet de auto uit. Als de tankdopklep bevroren is en 2. Duw op de toets van de niet opent na 20 seconden wanneer tankdopklepontgrendeling.
Pagina 271
Handige functies WAARSCHUWING Controleer voordat u gaat tanken welk type brandstof uw voertuig gebruikt. Als u dieselbrandstof tankt in een voertuig dat op benzine rijdt of als u benzine tankt in een voertuig dat op diesel rijdt, dan kan dit het brandstofsysteem aantasten en ernstige schade aan het voertuig veroorzaken.
Pagina 272
Als u een geschikte jerrycan WAARSCHUWING wilt vullen, plaats deze dan op Benzine is licht ontvlambaar en de grond. Een met statische explosief. Het niet naleven van deze elektriciteit geladen jerrycan kan richtlijnen kan leiden tot ERNSTIG brandstofdampen doen ontbranden. LETSEL of de DOOD: Zodra u begint te tanken, moet u met Lees alle waarschuwingen bij het...
Pagina 273
Als de brandstoftankdop moet ONX4EPH051006L worden vervangen, bevelen we Als de klep van de laadaansluiting niet aan alleen een originele HYUNDAI- geopend kan worden door een ontladen dop of vergelijkbare dop die is accu of een storing in de bedrading, volg voorgeschreven voor uw auto dan de volgende stappen.
Pagina 274
VERLICHTING Verlichting buitenzijde Dagrijverlichting (DRL) Bediening verlichting De dagrijverlichting (DRL) zorgt ervoor dat medeweggebruikers uw auto Draai, om de verlichting te bedienen, overdag beter zien, met name na de knop op het uiteinde van de zonsopgang en voor zonsondergang. combischakelaar naar een van de volgende standen: Het DRL-systeem zorgt ervoor dat de Type A...
Pagina 275
Handige functies OPMERKING Bedek de sensor (1) aan de bovenkant van de voorruit niet en mors er niets op. Reinig de sensor niet met een ruitenreiniger. Deze laat een dunne laag achter op de sensor, waardoor deze niet meer goed werkt. Als de voorruit van uw auto extra getint glas heeft of is voorzien van een metaalhoudende coating,...
Pagina 276
Grootlicht Richtingaanwijzers ODN8059205 ODN8059207 Om het grootlicht in te schakelen duwt u Duw de hendel naar omlaag om richting de hendel van u af. De hendel keert terug naar links, en omhoog om richting naar zijn uitgangspositie. naar rechts aan te geven in positie (A). Beweeg de combischakelaar gedeeltelijk Het controlelampje voor het grootlicht naar beneden of naar boven en houd...
Pagina 277
Handige functies Mistachterlicht Koplamp vertragen functie (indien van toepassing) (indien van toepassing) Als u het contactschakelaar in stand ACC of OFF zet terwijl de koplampen zijn ingeschakeld, blijven de koplampen (en/ of parkeerlichten) ongeveer 5 minuten branden. Als het bestuurdersportier echter wordt geopend en gesloten, wordt het dimlicht na 15 seconden uitgeschakeld.
Pagina 278
WAARSCHUWING Als de functie niet correct werkt, raden we u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Probeer de bedrading niet zelf te controleren of vervangen. 5-61...
Pagina 279
Handige functies Statische verlichting dimlichtondersteuning (indien van toepassing) Bij het rijden in een bocht wordt ofwel de linker ofwel de rechter vaste lamp Low beam assist automatisch ingeschakeld om het zicht te verbeteren en de veiligheid te verhogen. De statische verlichting dimlichtondersteuning gaat aan onder de volgende omstandigheden.
Pagina 280
OPMERKING Houd de frontzichtcamera altijd in goede staat om de optimale prestaties van High Beam Assist te waarborgen. Zie de alinea 'Forward Collision- Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde)' in hoofdstuk 7 voor meer informatie over de voorzorgsmaatregelen voor de ODN8059206 frontzichtcamera.
Pagina 281
High system’ of ‘Check HBA (High Beam Beam Assist uit. Assist system)’ (Controleer High Beam Assist-systeem (HBA)) en gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwings- lampje branden. We adviseren u de auto te laten controleren door een offici- ele HYUNDAI-dealer. 5-64...
Pagina 282
Beperkingen van de High Beam Informatie Assist Zie de paragraaf ‘Forward Collision- Mogelijk werkt High Beam Assist niet Avoidance Assist (FCA, ondersteuning goed in de volgende situaties: botsingsvermijding voorzijde)’ in Het licht van een tegemoetkomend hoofdstuk 7 voor meer informatie over de voertuig of voorligger een voertuig beperkingen van de frontzichtcamera.
Pagina 283
Handige functies INTERIEURVERLICHTING Interieurverlichting voor WAARSCHUWING Gebruik de interieurverlichting niet tijdens het rijden in het donker. De interieurverlichting kan uw zicht verstoren waardoor u een ongeval kunt veroorzaken. OPMERKING Laat de interieurverlichting niet te lang branden als de motor niet draait, anders zal de accu ontladen raken.
Pagina 284
Verlichting make-upspiegel Interieurverlichting ( (indien van toepassing) Druk op de toets om de interieurlamp voor de zitplaatsen voor/achter in te schakelen. Achterverlichting (indien van toepassing) Type A OTM050200 Druk op de schakelaar om de verlichting in of uit te schakelen. : Het lampje begint te branden als u op deze knop drukt.
Pagina 285
Handige functies Bagageruimteverlichting Welkomstsysteem ONX4E051073 ONX4E050038 De bagageruimteverlichting gaat Het verwelkomingssysteem helpt de branden zodra de achterklep wordt bestuurder door de autolichten te laten geopend. branden als de bestuurder nadert. De bagageruimteverlichting gaat uit zodra de achterklep gesloten is. 5-68...
Pagina 286
Portiergreepverlichting Koplamp en stadslichten Wanneer alle portieren (en de achterklep) Als de koplichten (lichtschakelaar in de zijn gesloten en vergrendeld, gaat koplamp of AUTO stand) branden en alle de portierkrukverlichting ongeveer portieren (en de achterklep) zijn gesloten 15 seconden branden wanneer het en vergrendeld, zullen de koplampen en onderstaande wordt gedaan.
Pagina 287
Handige functies RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Ruitenwissers/-sproeiers voor Ruitenwisser/-sproeier achter Type A Type A ONX4E050148 ONX4E050149 Type B Type B ONX4050042 ONX4050043 Type C Type C ONX4E050042R ONX4E050043R A. Snelheidsregelknop ruitenwissers D. Bediening achterruitenwisser* (voor) 2 / HI – Hoge wissersnelheid V/MIST –...
Pagina 288
Ruitenwissers voorruit AUTO (Automatische) regeling (indien van toepassing) De werking is als volgt als het contact in stand ON staat. V (MIST) : Druk voor een enkele wisbeweging de schakelaar (V) omlaag of omhoog (MIST) en laat hem weer los. De ruitenwissers zullen blijven werken zolang de schakelaar in deze stand wordt...
Pagina 289
Handige functies Ruitensproeiers voorruit WAARSCHUWING Als de motor draait en de schakelaar voor de ruitenwissers voor in stand AUTO staat, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht om letsel te voorkomen: Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensor zich bevindt, niet aan.
Pagina 290
Achterruitenwisser en -sproeier WAARSCHUWING Wanneer de buitentemperatuur beneden het vriespunt is, verwarm de voorruit dan ALTIJD door deze te ontwasemen om te voorkomen dat de ruitensproeiervloeistof op de ruit bevriest en uw zicht belemmert, waardoor een ongeval met ernstig letsel tot gevolg kan ontstaan. OPMERKING Gebruik de ruitensproeiers niet ONX4E050150...
Pagina 291
Handige functies ONX4E050045 Duw de hendel van u af om ruitensproeiervloeistof op de ruit te sproeien en de achterruitenwissers 1~3 keer te laten wissen. De ruitensproeier en de ruitenwissers blijven werken tot u de hendel loslaat. Automatische achterruitenwisser (indien van toepassing) De achterwisser werkt met de auto in achteruitversnelling terwijl de voorruitenwissers zijn ingeschakeld als...
Pagina 292
Stoel op voorste rij - Type A - Type B De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4EH050101/ONX4EH050100 1. Toets/knop temperatuurregeling 8. Aanjagertoets bestuurderszijde 9. Luchtcirculatietoets 2. Toets/knop temperatuurregeling 10. Toets meerdere luchtstanden passagierszijde 11. Toets achterruitverwarming 3. Toets AUTO (automatische regeling) 12.
Pagina 293
Handige functies - HIGH (Hoog) : Snelle airconditioning Stoel op de 2e zitrij (indien van toepassing) en verwarming met een sterke luchtstroom - MEDIUM (Gemiddeld) : Airconditio- ning en verwarming met gematigde luchtstroom - LOW (Laag) : Geschikt voor bestuurders die liever een zachte luchtstroom hebben.
Pagina 294
Druk op een van de volgende toetsen Handmatig bediende om de automatische werking uit te verwarming en airconditioning schakelen: Het verwarmings- en - Luchtcirculatietoets airconditioningssysteem kan handmatig - Toets voorruitontwaseming (Druk worden geregeld met andere toetsen de toets nogmaals in om de dan de toets AUTO.
Pagina 295
Handige functies Luchtcirculatie ONX4050118 De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. 5-78...
Pagina 296
Stand ontwasemen (A, B) Het grootste deel van de luchtstroom wordt naar de voorruit geleid. Face-Level (Gezichtshoogte) (B, C, E) De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het hoofd. Daarnaast kan iedere uitstroomopening versteld worden ONX4E050163 om de richting van de luchtstroom te De luchtcirculatietoets regelt de wijzigen.
Pagina 297
Handige functies Temperatuurregelknop Voor Stoel op voorste rij Type A Type B ONX4050104 Achter ONX4050114 ONX4050115 Door de knop omhoog te duwen verhoogt de temperatuur. Door de knop omlaag te duwen verlaagt de temperatuur. Achterstoelen ONX4050105 Uitstroomopeningen dashboard De luchtstroom vanuit de luchtroosters in het instrumentenpaneel kunnen omhoog/omlaag of naar links/rechts worden versteld met behulp van de...
Pagina 298
Luchttoevoertoets De luchttoevoertoets wordt gebruikt om te kiezen uit verse lucht (buitenlucht) of recirculatiemodus (interieurlucht). Recirculatiemodus Als de recirculatiemodus is geselecteerd, wordt de lucht uit het interieur door het systeem gerecirculeerd en, afhankelijk van de gekozen ONX4050122 functie, gekoeld of verwarmd. De temperatuur gezamenlijk instellen Druk op de toets 'SYNC' (controlelampje Modus verse lucht...
Pagina 299
Handige functies Aanjagerknop Informatie Aanbevolen wordt om zo veel mogelijk de modus verse lucht te gebruiken. Gebruik de recirculatiemodus indien nodig zo kort mogelijk. Langdurig gebruik van het verwarmingssysteem in de recirculatiemodus zonder de airconditioning ingeschakeld kan beslaan van de voorruit veroorzaken. Langdurig gebruik van de airconditioning in combinatie met de recirculatiemodus kan resulteren in uitermate droge,...
Pagina 300
OPMERKING Alleen bestuurder Als u op de toets DRIVER ONLY drukt en Wanneer de aanjager wordt bediend het controlelampje gaat branden, wordt terwijl het contact in stand ON staat, de lucht voornamelijk in de richting van kan de accu ontladen raken. Bedien de de bestuurdersstoel geblazen.
Pagina 301
Handige functies Modus meerdere luchtstanden (indien van toepassing) De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. ONX4050129 5-84...
Pagina 302
Werking systeem Ventileren 1. Selecteer de modus gezichtshoogte 2. Stel de luchttoevoertoets in op de modus verse lucht. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. ONX4050128 Als u op de toets meerdere luchtstanden Verwarmen drukt, zorgt een zacht briesje uit de 1.
Pagina 303
Handige functies Airconditioning Tips voor gebruik van de airconditioning Open de ruiten een tijdje wanneer de HYUNDAI-airconditioningssystemen auto tijdens warm weer in de volle zijn gevuld met koudemiddel R-134a of zon geparkeerd is geweest, zodat de R-1234yf. warme lucht naar buiten kan.
Pagina 304
Ook een teveel aan koudemiddel reduceert de prestaties van de airconditioning. Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het systeem niet normaal werkt. OPMERKING OIK047401L Het is belangrijk dat het juiste type...
Pagina 305
Handige functies Voorbeeld WAARSCHUWING Type A Auto's met R-1234yf Omdat het koudemiddel ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onderhoud aan het airconditioningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertificeerde monteurs. Het is belangrijk dat het OHYK059003 juiste type en de juiste hoeveelheid olie en Type B koudemiddel worden...
Pagina 306
ONTWASEMEN EN ONTDOOIEN VOORRUIT Automatisch verwarmings- en WAARSCHUWING ventilatiesysteem Voorruitverwarming Binnenzijde voorruit ontwasemen Gebruik de stand niet in combinatie met koelen bij een extreem hoge luchtvochtigheid. Het verschil tussen de temperatuur van de buitenlucht en die van de voorruit kan ertoe leiden dat de buitenzijde van de voorruit beslaat, waardoor het zicht kan worden belemmerd en de kans op een ongeval...
Pagina 307
Handige functies Buitenzijde voorruit ontdooien Achterruitverwarming OPMERKING Om beschadiging van de verwarmingsdraden van de achterruit te voorkomen, nooit scherpe voorwerpen of reinigingsmiddelen met schurende bestanddelen gebruiken om de achterruit te reinigen. De achterruitverwarming verwarmt de ruit om rijp, condens en dun ijs van de binnen- en buitenkant van de ONX4EH051103 achterruit te verwijderen als...
Pagina 308
VENTILATIESYSTEEM Automatisch Het automatische ontwasemingssysteem in- of ontwasemingssysteem uitschakelen (indien van toepassing) Verwarmings- en ventilatiesysteem Houd de toets voor voorruitontwaseming 3 seconden ingedrukt wanneer de Engine Start/Stop-toets in de stand ON staat. Als het automatisch ontwasemingssysteem is uitgeschakeld, knippert het symbool ADS OFF 3 maal en wordt ADS OFF weergegeven op het informatiescherm van het verwarmings- en ventilatiesysteem.
Pagina 309
Handige functies Lucht opnieuw laten circuleren Wanneer het automatische ontwasemingssysteem actief is, na gebruik van sproeivloeistof zijn zowel de aanjagerknop, de (indien van toepassing) temperatuurregelknop als de De recirculatiemodus wordt automatisch luchttoevoertoets uitgeschakeld. geactiveerd om te verhinderen dat de onaangename geur van de OPMERKING sproeivloeistof in het interieur dringt als Verwijder de behuizing van de sensor...
Pagina 310
Luchtrecirculatie in het Automatische bediening zonnedak (indien van die de instellingen van toepassing) het verwarmings- en ventilatiesysteem gebruikt (voor Als het schuifdak is geopend, wordt de bestuurdersstoel) automatisch de modus verse lucht geselecteerd. Als u op dat moment De temperatuur van de verwarming van de luchttoevoertoets indrukt, wordt de bestuurdersstoel, de stoelventilatie de recirculatiemodus geselecteerd,...
Pagina 311
Handige functies OPBERGVAK Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING Bewaar nooit sigarettenaanstekers, gasflessen of andere ontvlambare/ explosieve materialen in de auto. Deze voorwerpen kunnen ontbranden en/of exploderen als de auto langere tijd aan hoge temperaturen wordt blootgesteld. WAARSCHUWING Houd opbergvakken ALTIJD gesloten tijdens het rijden. Voorwerpen in uw auto bewegen net zo snel als uw ONX4050047 auto.
Pagina 312
Opbergvak bagageruimte (indien van toepassing) ONX4E051076 In het vak kunt u o.a. een verbandtrommel, een gevarendriehoek (opbergvak voor) en gereedschap opbergen, zodat u hier in geval van nood gemakkelijk bij kunt. Pak de handgreep aan de bovenzijde van het deksel vast en zet het deksel open.
Pagina 313
Handige functies OVERIGE VOORZIENINGEN Bekerhouder WAARSCHUWING Voor Vermijd abrupt wegrijden en remmen wanneer de bekerhouder in gebruik is om morsen van uw drankje te voorkomen. Als hete dranken worden gemorst, kunt u brandwonden oplopen. Zo'n brandwond voor de bestuurder kan leiden tot verlies van controle over het voertuig met een ongeval als gevolg.
Pagina 314
Asbak (indien van toepassing) Zonneklep OPDE046419 OPD046337 Open het deksel om de asbak te Trek de zonneklep omlaag om deze te gebruiken. kunnen gebruiken. Trek de zonneklep omlaag, neem hem uit De asbak leegmaken: de steun (1) en draai hem naar de zijruit (2) om bescherming te verkrijgen tegen De plastic houder moet worden zon van opzij.
Pagina 315
Handige functies 12 V-aansluiting WAARSCHUWING Voor Voorkom dat u een elektrische schok krijgt. Steek geen vingers of vreemde voorwerpen (pennen e.d.) in een 12 V-aansluiting en raak de aansluiting niet aan met natte handen. OPGELET Om beschadiging van de 12 V-aansluitingen te voorkomen: Gebruik de 12 V-aansluiting alleen als ONX4050052...
Pagina 316
USB-lader Draadloos smartphone opladen (indien van toepassing) Voor ONX4050053 Achter ONX4050055 [A] : Controlelampje, [B] : Oplaadoppervlak Sommige uitvoeringen van de auto worden geleverd met een draadloze oplader voor smartphones. Het systeem is beschikbaar wanneer alle portieren zijn gesloten en de startknop in stand ON (of START) staat.
Pagina 317
Handige functies Een smartphone opladen Het controlelampje knippert 10 seconden oranje als er een storing in het systeem Met de draadloze oplader voor voor draadloos opladen is. smartphones kunnen alleen Qi- Stop in dit geval het oplaadproces compatibele smartphones ( ) worden tijdelijk en probeer uw smartphone opgeladen.
Pagina 318
OPMERKING Bij het opladen van sommige smartphones met een Het draadloze oplaadsysteem beveiligingsfunctie kan het voor smartphones is mogelijk draadloos opladen minder snel gaan niet geschikt voor bepaalde of zelfs stoppen. smartphones, die niet zijn Als de smartphone een dikke hoes goedgekeurd voor de Qi-specificatie heeft, kan het draadloos opladen ( ).
Pagina 319
Handige functies Klok WAARSCHUWING Het klokje kan vanaf het infotainmentsysteem worden ingesteld. Kijk voor meer informatie in de apart geleverde handleiding van het infotaintmentsysteem. WAARSCHUWING Probeer niet de klok in te stellen terwijl u rijdt. Hierdoor kunt u van de verkeerssituatie worden afgeleid, wat kan leiden tot ongevallen met lichamelijk of zelfs dodelijk letsel.
Pagina 320
Om verstoring van te zitten. Het zijgordijn mag niet de pedaalbediening te voorkomen, worden opgetild. adviseert HYUNDAI dat u de originele HYUNDAI automat voor in uw auto gebruikt. 5-103...
Pagina 321
We adviseren u voor het aanschaffen van een bagagenet contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Voorkom oogletsel. Overstrek het bagagenet NIET. Houd uw gezicht en lichaam altijd uit de weg van het elastische bagagenet, voor het geval het losschiet.
Pagina 322
Rolhoes voor de bagageruimte Wanneer de rolhoes niet wordt gebruikt: verwijderen 1. Trek de rolhoes naar achteren en omhoog om ze uit de geleiders te halen. 2. De rolhoes schuift automatisch weer Informatie De rolhoes schuift mogelijk niet automatisch weer in wanneer ze niet volledig is uitgetrokken.
Pagina 323
Handige functies EXTERIEUR Roof rack WAARSCHUWING (indien van toepassing) Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat op het roof rack kan worden geladen. Verdeel de lading zo gelijkmatig mogelijk over het roof rack en zet de lading goed vast. 100 kg BAGAGEREK GELIJKMATIG...
Pagina 324
OPMERKING Antenne Haaienvinantenne Als u achteraf HID-koplampen van externe leveranciers monteert, treden er mogelijk storingen op in het audiosysteem en de elektronische onderdelen van uw auto. Voorkom dat chemicaliën als parfum, cosmetische oliën, zonnebrandcrème, handenreiniger en luchtverfrisser in aanraking komen met onderdelen van het interieur, omdat ze beschadiging of verkleuring kunnen veroorzaken.
Pagina 325
Handige functies VOLUME (VOL+ / VOL- ) (1) Infotainmentsysteem (indien van toepassing) Draai de VOLUME-knop naar boven om het volume te verhogen. Kijk voor meer informatie in de apart geleverde handleiding van het Draai de VOLUME-knop naar beneden infotaintmentsysteem. om het volume te verlagen. Spraakherkenning SEEK/PRESET ( ) (2)
Pagina 326
Bluetooth® draadloze OPGELET technologie Voorkom afleiding van de verkeerssituatie en ongevallen en Type A gebruik het apparaat niet overmatig tijdens het rijden. Uitleg werking radiosysteem auto FM-ontvangst OCN7050075 Type B OJF045308L AM- en FM-radiosignalen worden uitgezonden vanaf zendmasten die zich in het land bevinden. Ze worden opgevangen door de radioantenne op ONX4050062 uw auto.
Pagina 327
Handige functies AM (MW, LW)-ontvangst FM-zenders OJF045309L OJF045310L AM-uitzendingen kunnen op grotere FM-uitzendingen worden uitgezonden afstand worden ontvangen dan FM- op hoge frequenties en buigen niet met uitzendingen. Dit komt doordat AM- het aardoppervlak mee. Daarom ontstaat radiogolven op lage frequenties worden bij FM-radiozenders op een relatief korte uitgezonden.
Pagina 328
De volgende situaties zijn normaal en duiden niet op problemen met de radio: OJF045311L Zenderverdringing - Als een FM- JBM004 signaal zwakker wordt, kan de Fading - Naarmate uw auto zich zender waarnaar u luistert worden van de zender verwijdert, wordt het verdrongen door een andere zender signaal zwakker en begint het geluid met een krachtiger signaal die...
Pagina 329
Bluetooth SIG, Inc. verwijderd van de audioapparatuur. en elk gebruik van deze merken door HYUNDAI gebeurt onder licentie. OPMERKING Andere handelsmerken en Bij gebruik van een handelsnamen zijn eigendom van hun communicatiesysteem zoals een respectieve eigenaars.
Pagina 330
6. Rijden met uw auto Vóór het rijden ....................6-4 Voor het instappen ...................... 6-4 Vóór het starten ......................6-4 Contactslot ......................6-6 Contactslot ........................6-6 Toets Engine Start/Stop ....................6-9 Automatische transmissie ................6-14 Bediening automatische transmissie ............... 6-14 Parkeren ........................6-17 LCD-displaybericht ....................
Pagina 331
Vierwielaandrijving (4WD) ................6-43 Multi Terrain Control ....................6-43 Multi Terrain Control-modus ..................6-43 De werking van de vierwielaandrijving (4WD) ............6-45 Maatregelen voor noodgevallen ................6-48 Voorkomen dat de auto over de kop slaat ............... 6-49 Elektronische geregeld veersysteem .............6-51 Storing in het systeem ....................
Pagina 332
Laat uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 333
Rijden met uw auto VÓÓR HET RIJDEN Voor het instappen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat alle ruiten, Om de kans op ERNSTIG LETSEL buitenspiegel(s) en lampen schoon en te beperken, moeten de volgende onbedekt zijn. voorzorgsmaatregelen getroffen Verwijder rijp, sneeuw of ijs. worden: Controleer de banden visueel Doe uw veiligheidsgordel ALTIJD...
Pagina 334
WAARSCHUWING Ga NOOIT rijden als u onder invloed bent van drank of drugs. Rijden onder invloed van drank of drugs is gevaarlijk en kan resulteren in een ongeval met ERNSTIG LETSEL tot gevolg. Rijden onder de invloed van alcohol is de meest voorkomende oorzaak voor ongevallen op de snelweg.
Pagina 335
Rijden met uw auto CONTACTSLOT WAARSCHUWING WAARSCHUWING Om de kans op ERNSTIG LETSEL Draai de contactsleutel NOOIT in de te beperken, moeten de volgende stand LOCK of ACC terwijl de auto voorzorgsmaatregelen getroffen rijdt, behalve in een noodsituatie. worden: Hierdoor slaat de motor af en valt Laat kinderen en mensen die de stuur- en rembekrachtiging niet bekend zijn met de auto...
Pagina 336
Standen contact Stand Actie Opmerkingen contact Om het contact in stand LOCK te zetten, moet de sleutel in stand ACC iets worden ingedrukt en vervolgens naar stand LOCK worden gedraaid. LOCK Als het contact in stand LOCK staat, kan de contactsleutel worden verwijderd.
Pagina 337
Rijden met uw auto Starten van de motor Informatie Breng de motor niet op WAARSCHUWING bedrijfstemperatuur door hem stationair te laten draaien. Draag tijdens het rijden altijd Rijd weg met een gematigd geschikte schoenen. Ongeschikte motortoerental. (Krachtig accelereren schoenen, zoals hoge hakken, en decelereren moet worden skilaarzen, sandalen, teenslippers, voorkomen.)
Pagina 338
Toets Engine Start/Stop WAARSCHUWING (indien van toepassing) Druk de startknop NOOIT in als de auto in beweging is, behalve in een noodsituatie. Hierdoor wordt de auto uitgeschakeld en valt de stuur- en rembekrachtiging uit. Hierdoor is voor het sturen en remmen aanzienlijk meer kracht nodig en kunt u een ongeval veroorzaken.
Pagina 339
Rijden met uw auto Standen startknop Stand startknop Actie Opmerking Zet de motor uit door op de startknop te drukken terwijl Als het stuurwiel niet correct de selectiehendel in stand P vergrendeld is wanneer u het OFF (Uit) (Parkeren) staat. bestuurdersportier opent, klinkt er Het stuurslot blokkeert om de auto een waarschuwingszoemer.
Pagina 340
Starten van de motor 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key altijd bij u hebt. 2. Controleer of de parkeerrem is WAARSCHUWING geactiveerd. Draag tijdens het rijden altijd 3. Zorg dat de transmissie naar P geschikte schoenen. Ongeschikte (Parkeren) is geschakeld. schoenen, zoals hoge hakken, 4.
Pagina 341
Rijden met uw auto OPMERKING Om schade aan de auto te voorkomen: Probeer niet de transmissie in stand P (Parkeren) te zetten wanneer de motor tijdens het rijden afslaat. Als de verkeers- en wegomstandigheden dit toestaan, kunt u de transmissie in stand N (Neutraal) zetten terwijl de auto nog rijdt en op de toets ENGINE START/ STOP (motor starten/stoppen)
Pagina 342
Starten op afstand Doe het volgende om de auto op afstand te starten: (indien van toepassing) 1. Druk op een afstand van minder Type A dan 10 m van de auto op de portiervergrendelingsknop. 2. Houd de Remote Start-( ) toets meer dan 2 seconden ingedrukt binnen 4 seconden na het vergrendelen van de portieren.
Pagina 343
Rijden met uw auto AUTOMATISCHE TRANSMISSIE ONX4060003 Bediening automatische transmissie De automatische transmissie heeft zes versnellingen vooruit en 1 versnelling achteruit. De verschillende versnellingen worden in stand D (Rijden) automatisch ingeschakeld. De indicator op het instrumentenpaneel geeft, als het contact in stand ON staat, aan in welke stand de selectiehendel staat.
Pagina 344
R (Achteruit) WAARSCHUWING Gebruik deze stand om de auto achteruit Om het risico op ERNSTIG of DODELIJK te rijden. LETSEL te beperken: Controleer ALTIJD de omgeving rond OPMERKING de auto op de aanwezigheid van personen, in het bijzonder kinderen, Laat de auto helemaal tot stilstand voordat u de transmissie in stand D komen alvorens de selectiehendel in of (Rijden) of R (Achteruit) zet.
Pagina 345
Rijden met uw auto In stand N (Neutraal) blijven 4. Houd de OK- toets op het stuurwiel langer dan 1 seconde ingedrukt. wanneer de auto is uitgeschakeld 5. Bij de melding ‘Voertuig blijft in Neutraal. Verander de versnelling om te annuleren’ (of ‘N zal blijven werken als de auto in Off staat’) verschijnt op het LCD display van het instrumentenpaneel, druk op de...
Pagina 346
Voor meer informatie, zie "Drive-stand Parkeren geïntegreerd regelsysteem" verder in Breng de auto altijd volledig tot stilstand dit hoofdstuk. en blijf het rempedaal ingedrukt houden. Zet de selectiehendel in stand P Schakelblokkeersysteem (Parkeren), activeer de parkeerrem en zet Voor uw veiligheid beschikt de het contact in stand LOCK/OFF.
Pagina 347
Deze waarschuwing verschijnt op het de schakelknop. LCD-display wanneer de versnelling naar stand P (Parkeren) wordt geschakeld Als de melding opnieuw verschijnt, raden terwijl de auto beweegt. we aan om de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-18...
Pagina 348
In dat geval adviseren we u om de auto stand te zetten. onmiddellijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Om vanuit de manueel schakelenmodus terug te veranderen naar automatisch Controleer schakelbediening schakelen, doet u een van de volgende...
Pagina 349
Activeer altijd de parkeerrem voordat HYUNDAI adviseert u om u altijd aan u de auto verlaat. Vertrouw er niet op de aangegeven snelheidslimieten te dat de auto niet zal bewegen als de houden.
Pagina 350
Gebruiksomstandigheden Na het selecteren van de functie in de modus Gebruikersinstellingen mode, kan het systeem in de stand-by modus worden gebracht aan de hand van de volgende procedure. 1. Voer uw bestemmingsinformatie in het navigatiesysteem in en selecteer de te rijden route. 2.
Pagina 351
Rijden met uw auto REMSYSTEEM Rembekrachtiging Als de remmen nat zijn, remt de auto mogelijk minder dan normaal en Uw auto is voorzien van bekrachtigde kan de auto naar één kant trekken remmen die bij normaal gebruik tijdens het remmen. Door het automatisch afgesteld worden.
Pagina 352
Remblokslijtage-indicator Elektronische parkeerrem (EPB) Parkeerrem activeren Wanneer uw remblokken versleten zijn en moeten worden vervangen, hoort u een hoog waarschuwingssignaal van uw voor- of achterremmen. Dit geluid kan komen of gaan of kan optreden wanneer u het rempedaal intrapt. Neem in acht dat bij sommige rijomstandigheden of klimaten een piepend geluid hoorbaar kan zijn wanneer u het rempedaal voor de eerste...
Pagina 353
HYUNDAI-dealer. 2. Trap, met de auto in de stand-by ) modus, het rempedaal in en schakel vanuit stand P (Parkeren) naar R (Achteruit), D (Rijden) of de handmatige schakelmodus.
Pagina 354
EPB uit te We adviseren u het systeem schakelen te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het Als u probeert weg te rijden terwijl waarschuwingslampje voor het de EPB geactiveerd is, klinkt er een...
Pagina 355
Rijden met uw auto WAARSCHUWING Informatie Wanneer u de auto verlaat of Bij het activeren of deactiveren van de parkeert, moet u altijd volledig EPB kan een klikkend geluid hoorbaar stilstaan en het rempedaal ingedrukt zijn. Dit is normaal en betekent dat de houden.
Pagina 356
EPB waarschuwingslampje HYUNDAI-dealer te laten brengen met brandt, druk dan op de schakelaar een autoambulance en het systeem na te en trek deze vervolgens omhoog.
Pagina 357
Rijden met uw auto Auto Hold-functie De Auto Hold-functie houdt de auto op zijn plek, zelfs als het rempedaal niet wordt ingetrapt, nadat de bestuurder de auto volledig tot stilstand heeft gebracht met het rempedaal. Activeren: ONX4060009 2. Indien u de auto volledig tot stilstand brengt door het intrappen van het rempedaal, zorgt het Auto Hold- systeem ervoor dat de remdruk...
Pagina 358
Hold-systeem kunt u mechanische - De auto parkeert. geluiden horen. Dit zijn echter normale werkingsgeluiden. OPMERKING Wanneer het controlelampje AUTO HOLD geel gaat branden, werkt het Auto Hold-systeem niet correct. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 6-29...
Pagina 359
Als de overgang van Auto Hold naar EPB We adviseren u contact op te nemen niet op de juiste wijze verloopt, klinkt er met een officiële HYUNDAI-dealer. een waarschuwingssignaal en wordt er een melding weergegeven. Waarschuwingsmeldingen Wanneer deze melding wordt...
Pagina 360
Antiblokkeersysteem (ABS) WAARSCHUWING Een antiblokkeersysteem (ABS) of een elektronische stabiliteitsregeling (ESC) kan geen ongevallen als gevolg van gevaarlijke rijmanoeuvres voorkomen. Neem altijd een veilige afstand tussen u en voorwerpen vóór u in acht, ondanks dat deze systemen ervoor zorgen dat u de auto beter OTM060049L onder controle kunt houden tijdens Voorwaarden AUTO HOLD niet vervuld.
Pagina 361
Als u het rempedaal intrapt onder HYUNDAI-dealer om ernstig of dodelijk omstandigheden waarbij de wielen letsel te voorkomen. kunnen blokkeren, kunt u geluiden...
Pagina 362
Elektronische Bediening voertuigstabiliteitsregeling (ESC) stabiliteitsregeling (Electronic Stability Control-ESC) Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) (indien van toepassing) ingeschakeld Als het contact in stand ON staat, gaan de controlelampjes ESC en ESC OFF circa drie seconden branden. Nadat beide lampjes doven is de ESC geactiveerd. In werking Wanneer ESC is ingeschakeld, brandt het ESC-controlelampje.
Pagina 363
ESC adviseren wij u de auto zo snel mogelijk (remregeling) uitgeschakeld. te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Als u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand Het controlelampje ESC OFF gaat OFF zet terwijl de ESC is uitgeschakeld, branden als de ESC wordt uitgeschakeld.
Pagina 364
OPMERKING Vehicle Stability Management (VSM) Als met wielen en banden met verschillende afmetingen wordt Het Vehicle Stability Management (VSM) gereden, kan het ESC-systeem een is een functie van de elektronische storing vertonen. Controleer voordat stabiliteitsregeling (ESC). Het helpt de u de banden vervangt of alle vier de auto stabiel te houden bij het plotseling wielen en banden dezelfde afmetingen accelereren of remmen op een nat,...
Pagina 365
Maar als dit niet genoeg is om de auto HYUNDAI-dealer. met aanhanger te stabiliseren, worden alle remmen bediend en wordt het OPMERKING motorvermogen verminderd.
Pagina 366
Hill-Start Assist Control (HAC) Emergency Stop Signal (ESS) (Noodstopsignaal) De Hill-Start Assist Control (HAC) voorkomt dat de auto achteruit rolt Het Emergency Stop Signal bij het wegrijden na een halte op een (noodstopsignaal)-systeem waarschuwt helling. Het systeem bedient de remmen achteropkomende bestuurders door de ongeveer 2 seconden automatisch en remlichten te laten knipperen wanneer...
Pagina 367
Rijden met uw auto Multi-Collision Brake (MCB) Systeem uit (indien van toepassing) Multi-Collision Brake wordt uitgeschakeld in de volgende Bij een ongeval waarbij de airbag wordt situaties: geactiveerd, regelt Multi-Collision Brake de rem automatisch om het risico op - Het gaspedaal wordt verder dan een bijkomende ongevallen te beperken.
Pagina 368
Brake Assist System (BAS) Downhill Brake Control (DBC) Het Brake Assist System is bedoeld om het risico op ongevallen terug te dringen. Het herkent de afstand van het voertuig of de voetganger voor u met behulp van sensors (d.w.z. radar en camera).
Pagina 369
Storing in het tijdens de activering niet goed werkt. Als dat gebeurt systeem wordt Downhill Brake Control uitgeschakeld. Wij adviseren u om het systeem zo snel mogelijk te laten Geel lampje aan controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-40...
Pagina 370
Informatie Op steile hellingen wordt het DBC- systeem mogelijk niet gedeactiveerd, zelfs als het rempedaal of het gaspedaal is ingetrapt. De Downhill Brake Control houdt de rijsnelheid mogelijk niet altijd op een bepaalde snelheid. Downhill Brake Control werkt niet als: - De transmissie staat in stand P OJX1069039L (Parkeren).
Pagina 371
HYUNDAI-dealer voor hulp. in beweging komen waardoor u of Laat tijdens het rijden uw voet NIET op anderen letsel kunnen oplopen.
Pagina 372
Het 4WD-systeem (Four Wheel Multi Terrain Control-modus Drive, vierwielaandrijving) brengt motorvermogen over op alle voor- en achterwielen voor maximale grip. Vierwielaandrijving is nuttig wanneer extra grip op de weg wenselijk is, bijvoorbeeld op gladde, modderige, natte of besneeuwde wegen. De auto kan ook worden gebruikt op normaal begaanbare onverharde wegen en paden.
Pagina 373
Rijden met uw auto OPMERKING WAARSCHUWING Rijd niet door water dat hoger staat Om het risico op ERNSTIG of DODELIJK dan de onderkant van het voertuig. LETSEL te beperken: Controleer de werking van de Rijd niet met de auto in remmen nadat u door modder omstandigheden waarvoor hij niet of water bent gereden.
Pagina 374
De werking van de vierwielaandrijving (4WD) Vierwielaandrijvingmodus (4WD) selecteren Stand Keuzestand Omschrijving tussenbak In normale omstandigheden werkt het voertuig in de 4WD AUTO modus net zoals een auto met een conventionele voorwielaandrijving. Als het systeem merkt dat vierwielaandrijving nodig is, wordt het 4WD AUTO motorvermogen automatisch op alle vier wielen (Normaal...
Pagina 375
Rijden met uw auto Veilig rijden met vierwielaandrijving Rijden in zand of modder Handhaaf een lage en constante Vóór het rijden snelheid. Zorg dat alle passagiers Gebruik desnoods kettingen om door veiligheidsgordels dragen. modder te rijden. Ga rechtop en dichter tegen het Bewaar een veilige afstand tussen uw stuurwiel zitten dan gewoonlijk.
Pagina 376
OLMB053017 OLMB053018 Bergopwaarts en -afwaarts rijden WAARSCHUWING Bergopwaarts rijden - Kijk voor u vertrekt of het mogelijk is Rijd niet over de omtreklijn van steile om bergopwaarts te rijden. heuvels. Een kleine verandering van de wielhoek kan de stabiliteit van - Rijd zo recht mogelijk.
Pagina 377
Grijp het stuurwiel niet vast bij de terreinrijden voorziet van een niet door spaken wanneer u op onverhard terrein HYUNDAI aanbevolen banden- en rijdt. U kunt uw arm bezeren bij een velgencombinatie, mag u deze banden plotselinge stuurbeweging of door de...
Pagina 378
Voorkomen dat de auto over de kop slaat Dit type personenauto, dat geschikt is voor meerdere doeleinden, wordt een Sports Utility Vehicle (SUV) genoemd. Een SUV heeft een grotere bodemvrijheid en een kleinere spoorbreedte. Dit maakt de inzetbaarheid op vele terreinen mogelijk.
Pagina 379
Als u de auto voor geen abrupte stuurbewegingen uit. terreinrijden toch voorziet van een niet De kans dat een persoon die zijn of door HYUNDAI aanbevolen banden- en haar veiligheidsgordel niet draagt velgencombinatie, mag u deze banden verongelukt als de auto over de...
Pagina 380
Wanneer de elektronische vering niet goed werkt, verschijnt deze waarschuwingsmelding op het LCD- display. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI- dealer. OPMERKING Als het accupeil hoog of laag is, kan het zijn dat het elektronisch...
Pagina 381
Rijden met uw auto ECO-stand Wanneer u de rijmodus hebt ingesteld op ECO, verandert de logische controle van de motor en de transmissie met het oog op optimaal brandstofverbruik. Wanneer u de ECO-modus hebt gekozen met behulp van de knop DRIVE-stand, gaat het ECO- controlelampje branden.
Pagina 382
Wanneer de ECO-modus wordt SPORT-modus ingeschakeld: De SPORT-modus reguleert de rijdynamiek door Kan de acceleratierespons iets automatisch de stuurkracht afnemen als u het gaspedaal en de logische controle van geleidelijk intrapt. de transmissie aan te passen Nemen de prestaties van de voor betere rijprestaties.
Pagina 383
Rijden met uw auto RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke Op eigen kracht lostrekken van omstandigheden de auto Neem onderstaande Draai eerst het stuurwiel een aantal voorzorgsmaatregelen als er sprake is keren naar rechts en naar links om de van gevaarlijke omstandigheden, zoals voorwielen vrij te maken wanneer de water, sneeuw, ijs, modder of zand op...
Pagina 384
Rijden in de regen Informatie Regen en natte wegen kunnen het rijden Het ESC-systeem moet worden gevaarlijk maken. Hier volgt een aantal UITGESCHAKELD voor u met de auto aandachtspunten voor het rijden in de schommelt. regen of op een glad wegdek: Verlaag uw snelheid en bewaar meer OPMERKING afstand tot uw voorligger.
Pagina 385
Rijden met uw auto Doorwaden van water Brandstof, koelvloeistof en motorolie Voorkom het doorwaden van water, Het met hoge snelheid op de snelweg tenzij u ervan overtuigd bent dat het rijden is ongunstiger voor het water niet hoger komt dan de onderkant brandstofverbruik en de efficiëntie van van de wielnaaf.
Pagina 386
Voorkomen dat de auto over de WAARSCHUWING kop slaat Een SUV slaat significant eerder over Uw personenauto, die geschikt is voor de kop dan een ander type auto. meerdere doeleinden, wordt een Sports Om omrollen of controleverlies te Utility Vehicle (SUV) genoemd. Een SUV vermijden: heeft een grotere bodemvrijheid en een Neem bochten trager dan u met een...
Pagina 387
Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER Door de ongunstige weersomstandigheden tijdens de winter kunnen de banden sneller slijten en bovendien nog andere problemen optreden. Hierna volgen een aantal suggesties om het risico op problemen tijdens het rijden in de winter te beperken: Sneeuw en ijs Houd voldoende afstand tot uw voorligger.
Pagina 388
Als desondanks sneeuwkettingen met sneeuwkettingen is meer kracht moeten worden gebruikt, raden we aan nodig om te sturen, maar zo wordt originele HYUNDAI-onderdelen of een wel voorkomen dat de auto kan gaan gelijkwaardig onderdeel te gebruiken slingeren. dat gespecificeerd is voor uw voertuig...
Pagina 389
Rijden met uw auto OPMERKING Aanbrengen van kettingen Neem bij het monteren van Bij gebruik van sneeuwkettingen: sneeuwkettingen de voorschriften van Zie onderstaande tabel voor gebruik de fabrikant in acht en monteer ze zo van sneeuwkettingen. strak mogelijk. Rijd langzaam (minder dan 30 km/h) als sneeuwkettingen zijn Gebruik dan gemonteerd.
Pagina 390
9. We raden aan de ladingstoestand van de accu te laten Voorkom bevriezing van de sloten nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer of een garagebedrijf. Spuit een goedgekeurde slotontdooier of glycerine in de sleutelgaten om te voorkomen dat de sloten kunnen bevriezen.
Pagina 391
Waaronder kan bevriezen. Ruitensproeierantivries bijvoorbeeld sneeuwkettingen, een is verkrijgbaar bij een officiële sleepkabel of -ketting, een zaklantaarn, HYUNDAI-dealer en bij de meeste een alarmknipperlicht, zand, een automaterialenzaken. Gebruik geen schep, startkabels, een ruitenkrabber, koelvloeistof voor de motor of een ander...
Pagina 392
Als u een aanhanger trekt, moet u het bevelen wij aan advies in te winnen bij Idle Stop and Go-systeem (stationair een officiële HYUNDAI-dealer. draaien en vertrekken) uitzetten. Let op dat rijden met een aanhanger anders is dan rijden zonder aanhanger.
Pagina 393
OOSH069129L Neem contact op met een officiële Wat is het veilige maximumgewicht HYUNDAI-dealer over de benodigde van een aanhanger? Dit mag nooit zaken als een trekhaak, enz. als u een hoger zijn dan het maximale geremde aanhanger trekt.
Pagina 394
Kogeldruk WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen: Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te zijn. Overschrijd nooit de maximale gewichten voor de aanhanger of de Maximaal toelaatbaar uitrusting voor het trekken van de Maximale asbelasting...
Pagina 395
Rijden met uw auto Maximaal gewicht en maximale kogeldruk bij het rijden met een aanhanger (voor Europa) Smartstream G1.6 T-GDi HEV Onderdeel Maximaal Ongeremd aanhangergewicht Geremd 1.650 Maximale kogeldruk Aanbevolen afstand hart achterwiel - kogel 1.025 Maximaal gewicht en maximale kogeldruk bij het rijden met een aanhanger (butien Europa) Smartstream G1.6 T-GDi HEV Onderdeel...
Pagina 396
Zijwind, rukwinden door passerende mechanische koppelinrichting worden vrachtwagens en hobbelige wegen verstopt. vormen een zware belasting voor de Een HYUNDAI-trekhaak is verkrijgbaar trekhaak. Hieronder volgen een aantal bij de officiële HYUNDAI-dealer. regels: Moet u gaten in de carrosserie van uw auto maken voor het monteren...
Pagina 397
Rijden met uw auto Losbreekvoorziening Rijden met een aanhanger U moet altijd een ketting tussen uw auto Voor het rijden met een aanhanger is en de aanhanger aanbrengen. een zekere mate van ervaring nodig. Voordat u met uw aanhanger onderweg Voor meer informatie over gaat, moet u deze eerst leren kennen.
Pagina 398
Wij adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- Rijden in bochten dealer voor hulp. Maak een grotere bocht dan normaal als u met een aanhanger wilt draaien.
Pagina 399
Rijden met uw auto OPMERKING Parkeren op een helling Als u een aanhanger achter de auto hebt Om oververhitting van de motor en/of gekoppeld, is het niet verstandig om uw transmissie te voorkomen: auto op een helling te parkeren. Houd bij het rijden met een aanhanger op een steile Is het niet anders mogelijk dan de auto helling (groter dan 6 %) de...
Pagina 400
OPMERKING Met de auto rijden nadat hij op een heuvel geparkeerd stond Om schade aan de auto te voorkomen: 1. Trap met de selectiehendel in stand P Als gevolg van de grotere belasting (Parkeren) het rempedaal in en houd bij het gebruik van een aanhanger dit ingetrapt terwijl u: kan tijdens hoge buitentemperaturen Start de motor,...
Pagina 401
Rijden met uw auto VOERTUIGGEWICHT Twee labels op de dorpel van het GAWR (Maximale toelaatbare bestuurdersportier geven aan voor welke asbelasting) belading uw auto ontworpen is: het Dit is het maximaal toelaatbare gewicht informatielabel en het typeplaatje. dat door een enkele as kan worden Zorg ervoor dat u, voordat u uw auto gedragen (voor of achter).
Pagina 402
7. Bestuurdershulp Rijveiligheid Forward Collision-Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) (Alleen frontzichtcamera) ........7-2 Forward Collision-Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) (Sensor Fusion) ............7-15 Lane Keeping Assist (LKA, Rijvakassistentie) ............7-31 Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA, Botsingsvermijding blinde hoek) ..............7-38 Safe exit warning (Waarschuwing bij veilig uitstappen, SEW) ......7-52 Handmatige snelheidslimietregeling (MSLA) ............7-58 Intelligent speed limit assist (ISLA)................7-61 Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder (DAW) ....
Pagina 403
OTM070237 auto te laten controleren door een Het Forward Collision-Avoidance Assist- officiële HYUNDAI-dealer. systeem is ontworpen om voorliggers, Breng NOOIT accessoires of stickers fietsers of voetgangers op de rijweg op de voorruit aan en deze mag ook te detecteren en te controleren.
Pagina 404
Settings (Instellingen). Als het waarschuwingslampje blijft branden wanneer de Forward Collision-Avoidance Assist aanstaat, raden we u aan de auto te laten controleren door een erkende HYUNDAI-dealer. OTM070090N WAARSCHUWING Forward Safety (Veiligheid vooruit) Wanneer de motor opnieuw Met de motor aan selecteert of...
Pagina 405
Bestuurdershulp OTM070140N ONX4EPH071003L Waarschuwingsmoment Waarschuwingsvolume Met de motor aan, selecteert u 'Driver Met de motor aan selecteert u Timing (Waarschuwingsmoment)' in het menu Settings (instellingen) Waarschuwingsvolume') in het om de initiële activeringstijd voor de menu Settings (instellingen) om het waarschuwing van Forward Collision- waarschuwingsvolume voor Forward Avoidance Assist (hulp bij het vermijden Collision-Avoidance Assist te wijzigen...
Pagina 406
Werking van Forward Collision- OPGELET Avoidance Assist (Ondersteuning De instellingen voor het botsing vermijden voorzijde) waarschuwingsmoment en het De basisfunctie van Forward Collision- waarschuwingsvolume worden Avoidance Assist is om te helpen toegepast bij alle functies van het waarschuwen en het voertuig te Forward Collision-Avoidance Assist- controleren, naargelang het risico systeem.
Pagina 407
Bestuurdershulp ONX4E070002 ONX4E070003 Noodremmen De auto tot stilstand brengen en het aansturen van de remmen beëindigen Om de bestuurder te waarschuwen voor het noodremmen, verschijnt de Wanneer de auto tot stilstand waarschuwingsmelding 'Emergency is gebracht door Emergency Braking' (Noodremmen) op het braking (Noodremmen), instrumentenpaneel, klinkt een verschijnt de waarschuwing 'Drive...
Pagina 408
In dit geval kan de Forward Mogelijk verschijnt of klinkt Collision-Avoidance Assist niet de waarschuwing of het worden ingesteld in het menu waarschuwingssignaal van het Settings (instellingen) en gaat het Forward Collision-Avoidance waarschuwingslampje branden Assist-systeem niet als een op het instrumentenpaneel. waarschuwingsmelding of Dit is normaal.
Pagina 409
HYUNDAI-dealer. Als de Forward Collision-Avoidance Assist na obstructie (sneeuw, regen of vreemde materialen) niet normaal werkt, adviseren we om de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer.
Pagina 410
Er is een voorwerp op het dashboard WAARSCHUWING geplaatst Mogelijk werkt het Forward Uw auto wordt gesleept Collision-Avoidance Assist-systeem De omgeving is heel helder niet goed, zonder dat daarover een waarschuwingsmelding verschijnt De omgeving is zeer donker, bv. in een of het waarschuwingslampje gaat tunnel enz.
Pagina 411
Bestuurdershulp De voorligger stuurt in de tegenovergestelde richting van uw auto om een botsing te vermijden Uw auto verandert langzaam van rijstrook terwijl vóór u een voorligger rijdt De voorligger is bedekt met sneeuw U verlaat of keert terug naar de rijstrook Onstabiel rijden OADAS044...
Pagina 412
Als u op de volgende plekken rijdt WAARSCHUWING - Waar er sprake is van stoom, rook of Rijden in bochten schaduwen - In de nabijheid van tunnels en spoorbruggen - Gebieden met weinig voertuigen of constructies om u heen (woestijn, weide, buitenwijk, enz.) - Parkeerterrein - Tolpoorten, plekken waar...
Pagina 413
Bestuurdershulp Op een helling rijden OADAS006 OADAS009 OADAS005 OADAS004 Mogelijk detecteert Forward OADAS007 OADAS008 Collision-Avoidance Assist een Mogelijk detecteert Forward voertuig, voetganger of fietser in de Collision-Avoidance Assist geen rijstrook naast u of elders buiten uw andere voertuigen, voetgangers of rijstrook wanneer u op een bochtige fietsers vóór u op hellende wegen weg rijdt.
Pagina 414
Van rijbaan wisselen OADAS033 [A] : Uw auto, OADAS032 [B] : Een auto die van rijstrook verandert, [A] : Uw auto, [C] : Voertuig op dezelfde rijstrook [B] : Een auto die van rijstrook verandert Wanneer een voertuig vóór u uw Wanneer een voertuig vanuit een rijstrook verlaat, detecteert Forward aangrenzende rijstrook uw rijstrook...
Pagina 415
Bestuurdershulp Voertuig detecteren WAARSCHUWING Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen Forward Collision-Avoidance Assist uitschakelt. Mogelijk grijpt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem in als het voorwerpen detecteert die door hun vorm of bepaalde kenmerken op voertuigen, voetgangers en fietsers lijken.
Pagina 416
Detectiesensor Basisfunctie OJK070172 ONX4E051146L Het Forward Collision-Avoidance Assist- systeem is ontworpen om voorliggers, fietsers of voetgangers op de rijweg te detecteren en te controleren. De bestuurder wordt gewaarschuwd met een melding en een signaal dat een botsing dreigt en indien nodig wordt de noodrem geactiveerd.
Pagina 417
We adviseren u Demonteer nooit de detectiesensor de auto te laten controleren door een of sensorunits en oefen er geen officiële HYUNDAI-dealer. kracht van buitenaf op uit. Maak voor het repareren of Na het vervangen of repareren van vervangen van een beschadigd de detectiesensor adviseren wij u uw afdekkapje van de radar vóór alleen...
Pagina 418
Settings (Instellingen). Als het waarschuwingslampje blijft branden wanneer de Forward Collision-Avoidance Assist aanstaat, raden we u aan de auto te laten controleren door een erkende HYUNDAI-dealer. OTM070090N WAARSCHUWING Forward Safety (Veiligheid vooruit) Wanneer de motor opnieuw Met de motor aan selecteert of...
Pagina 419
Bestuurdershulp Informatie Het Forward Collision-Avoidance Assist- systeem wordt uitgeschakeld wanneer ESC wordt uitgeschakeld, door de toets ESC OFF ingedrukt te houden. Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden. ONX4EPH071003L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u Waarschuwingsvolume') in het menu Settings (instellingen) om het waarschuwingsvolume voor Forward Collision-Avoidance Assist te wijzigen OTM070140N...
Pagina 420
Werking van Forward Collision- OPGELET Avoidance Assist (Ondersteuning De instellingen voor het botsing vermijden voorzijde) waarschuwingsmoment en het Basisfunctie waarschuwingsvolume worden toegepast bij alle functies van het Waarschuwing en regeling Forward Collision-Avoidance Assist- De basisfunctie van Forward Collision- systeem. Avoidance Assist is om te helpen Zelfs als voor het waarschuwen en het voertuig te waarschuwingsmoment 'Normal'...
Pagina 421
Bestuurdershulp ONX4E070002 ONX4E070003 Noodremmen De auto tot stilstand brengen en het aansturen van de remmen beëindigen Om de bestuurder te waarschuwen voor het noodremmen, verschijnt de Wanneer de auto tot stilstand waarschuwingsmelding 'Emergency is gebracht door Emergency Braking' (Noodremmen) op het braking (Noodremmen), instrumentenpaneel, klinkt een verschijnt de waarschuwing 'Drive...
Pagina 422
Junction Turning-functie (Afslaan op kruispunt) Junction Turning , de functie afslaan op een kruispunt helpt bij het waarschuwen en controleren van het voeruig, naargelag het risico op een botsing: ‘Collision Warning - waarschuwing voor een botsing’, ‘Emergency Braking - noodrem’ en ‘Stopping vehicle and ending brake control - voertuig stoppen en remcontrole beëindigen’.
Pagina 423
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u gebruikmaakt van het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde): Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd. Als 'Active Assist' (Actieve ONX4E070003 hulp) of 'Warning Only' (Alleen De auto tot stilstand brengen en het waarschuwing) is geselecteerd, aansturen van de remmen beëindigen...
Pagina 424
Mogelijk werkt het Forward WAARSCHUWING Collision-Avoidance Assist-systeem Ook als er een probleem met het niet als de bestuurder het rempedaal Forward Collision-Avoidance Assist- intrapt om een aanrijding te systeem is, werken de remmen voorkomen. normaal. Mogelijk waarschuwt Forward Tijdens Emergency braking Collision-Avoidance Assist de (Noodremmen), wordt het bestuurder te laat of helemaal...
Pagina 425
Safety system(s) disabled. Camera het instrumentenpaneel. We adviseren obscured' (Systeem veiligheid vooruit u de auto te laten controleren door een uitgeschakeld. Camera geblokkeerd') of officiële HYUNDAI-dealer. ‘Forward Safety system disabled. Radar blocked’ (Systeem veiligheid vooruit uitgeschakeld. Radar geblokkeerd)' waarschuwing en de waarschuwingslampjes branden op het instrumentenpaneel.
Pagina 426
Uw auto wordt gesleept WAARSCHUWING De omgeving is heel helder Mogelijk werkt het Forward De omgeving is zeer donker, bv. in een Collision-Avoidance Assist-systeem tunnel enz. niet goed, zonder dat daarover een waarschuwingsmelding verschijnt De helderheid verandert plots, bv. of het waarschuwingslampje gaat wanneer u een tunnel inrijdt of verlaat branden op het instrumentenpaneel.
Pagina 427
Bestuurdershulp U rijdt nabij zones waar zich metalen bevinden, zoals een bouwplaats, spoorweg enz. Er is een materiaal in de buurt dat de golven van de radar zeer goed reflecteert, zoals een vangrail, een auto enz. De fietser vóór de auto zit op een fiets van een materiaal dat de golven van de radar vóór niet goed reflecteert De voorligger wordt te laat...
Pagina 428
De voetganger of fietser draagt WAARSCHUWING kleding die opgaat in de achtergrond Rijden in bochten en daardoor moeilijk te detecteren is De voetganger of fietser is moeilijk te onderscheiden van een structuur met een soortgelijke vorm in de omgeving U rijdt voorbij een voetganger, fietser, verkeersbord, gebouw enz.
Pagina 429
Bestuurdershulp Rijden op een helling OADAS015 OADAS012 OADAS017 OADAS019 Mogelijk detecteert Forward OADAS010 OADAS011 Collision-Avoidance Assist een Mogelijk detecteert Forward voertuig, voetganger of fietser in de Collision-Avoidance Assist geen rijstrook naast u of elders buiten uw andere voertuigen, voetgangers of rijstrook wanneer u op een bochtige fietsers vóór u op hellende wegen weg rijdt.
Pagina 430
Van rijbaan wisselen OADAS031 [A] : Uw auto, OADAS030 [B] : Een auto die van rijstrook verandert, [A] : Uw auto, [C] : Voertuig op dezelfde rijstrook [B] : Een auto die van rijstrook verandert Wanneer een voertuig vóór u uw Wanneer een voertuig vanuit een rijstrook verlaat, detecteert Forward aangrenzende rijstrook uw rijstrook...
Pagina 431
Bestuurdershulp Voertuig detecteren WAARSCHUWING Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen Forward Collision-Avoidance Assist uitschakelt. Mogelijk grijpt het Forward Collision- Avoidance Assist-systeem in als het voorwerpen detecteert die door hun vorm of bepaalde kenmerken op voertuigen, voetgangers en fietsers lijken.
Pagina 432
Het Lane Keeping Assist-systeem Instellingen Lane Keeping Assist is ontworpen om tijdens het rijden (Rijvakassistentie) boven een bepaalde snelheid rijstrookmarkeringen (of randen van de weg) te detecteren. De Lane Keeping Assist (LKA, rijvakassistentie) waarschuwt de bestuurder als het voertuig de rijstrook verlaat zonder gebruik te maken van de richtingaanwijzers of helpt de bestuurder automatisch te sturen om...
Pagina 433
Bestuurdershulp In- of uitschakelen Lane Keeping Assist WAARSCHUWING (Toets veiligheid op de rijstrook) Als 'Warning Only’ (Alleen waarschuwing) wordt geselecteerd, is er geen stuurhulp. Het Lane Keeping Assist-systeem stuurt niet bij wanneer de auto in het midden van de rijstrook rijdt. De bestuurder dient zich altijd bewust te zijn van de omgeving en de auto te sturen als 'Off' (Uit) is...
Pagina 434
Werking van Lane Keeping Assist (Rijvakassistentie) Het Lane Keeping Assist-systeem waarschuwt en stuurt de auto aan met Lane Departure Warning (waarschuwing bij rijbaanwissel) en Lane Keeping Assist (hulp bij rijbaan aanhouden). Links Rechts ONX4EPH071003L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u Waarschuwingsvolume') in het menu Settings (instellingen) om het waarschuwingsvolume voor Lane...
Pagina 435
Bestuurdershulp Hulp bij rijbaan aanhouden WAARSCHUWING Om de bestuurder te waarschuwen Mogelijk wordt er niet bijgestuurd dat het voertuig afwijkt van de als het stuurwiel zeer stevig wordt geprojecteerde rijstrook vóór de auto vastgehouden of als het voorbij een gaat het groene controlelampje bepaalde hoek gedraaid is.
Pagina 436
(LKA)) en gaat het gele controlelampje branden op het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. ONX4E071171L ONX4070012 De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken per type instrumentenpaneel of gekozen thema.
Pagina 437
Bestuurdershulp Beperkingen van de Lane Keeping De rijweg wordt begrensd door een structuur, zoals een tolpoort, stoep, Assist stoeprand enz. Het kan zijn dat Lane Keeping Assist De afstand tot uw voorligger zeer onder de volgende omstandigheden klein is of uw voorligger op de niet naar behoren of op een onverwacht wegmarkering (of de rand van de weg) manier:...
Pagina 438
Mogelijk verschijnt of klinkt de waarschuwingsmelding of het waarschuwingssignaal van Lane Keeping Assist niet als een waarschuwingsmelding of waarschuwingssignaal van een ander systeem wordt weergegeven of klinkt. Mogelijk hoort u het waarschuwingssignaal van Lane Keeping Assist niet als er veel lawaai in de omgeving is.
Pagina 439
Bestuurdershulp Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek) is ontworpen om voertuigen die naderen en zich in de blinde hoek van de bestuurder bevinden te detecteren en te controleren en de bestuurder met een melding en een signaal te waarschuwen als een aanrijding dreigt. Als het risico op een botsing bestaat bij een rijstrookwissel of het voorwaarts verlaten van een parkeerplaats, helpt de...
Pagina 440
Detectiesensor OJX1079028 Als u voorwaarts een parkeerplek verlaat ONX4E051146L en de Blind-spot Collision-avoidance Assist inschat dat er kans op een botsing bestaat met een naderend voertuig dat zich in de blinde hoek bevindt, helpt hij een aanrijding te vermijden door te remmen.
Pagina 441
OTM070096N instrumentenpaneel. We adviseren u Dodehoekbeveiliging de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Met de motor aan selecteert of Als de hoekradar achter is vervangen Blind Spot Safety' ('Bestuurdershulp of gerepareerd, raden we u aan uw...
Pagina 442
OTM070097N OTM070140N Wanneer de motor opnieuw wordt Waarschuwingsmoment gestart terwijl het systeem uitgeschakeld Met de motor aan, selecteert u 'Driver is, verschijnt de melding 'Blind-Spot Safety System is Off' ('Veiligheidssysteem Timing (Waarschuwingsmoment)' van de dode hoek is uit') op het in het menu Settings (instellingen) instrumentenpaneel.
Pagina 443
Bestuurdershulp OPGELET De instellingen voor het waarschuwingsmoment en het waarschuwingsvolume worden toegepast bij alle functies van de Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek). Hoewel voor het waarschuwingsmoment ‘Normal’ (Normaal) is geselecteerd, kan ONX4EPH071003L de initiële activeringstijd van Waarschuwingsvolume de waarschuwing laat lijken als Met de motor aan selecteert u voertuigen met een hoge snelheid naderen.
Pagina 444
Blind-Spot Collision-Avoidance Botsingswaarschuwing Assist (Botsingsvermijding dode De Collision Warning (Botsing hoek) waarsch.) werkt wanneer de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld Blind-Spot Collision Warning (BCW, in de richting van de gedetecteerde botsingswaarschuwing blinde hoek) auto. waarschuwt u en werkt op de volgende Als 'Alleen waarschuwing' wordt manieren: geselecteerd in het menu Instellingen, Waarschuwing voertuig in de blinde...
Pagina 445
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Het detectiebereik van de hoekradar achter wordt bepaald door de standaard wegbreedte. Op een smalle weg is het dus mogelijk dat de functie andere voertuigen in de volgende rijstrook naast u detecteert en u daarvoor waarschuwt. Mogelijk kan de functie op een brede weg een voertuig op de rijstrook naast u niet detecteren en u er niet voor ONX4E070015...
Pagina 446
WAARSCHUWING Collision-Avoidance Assist wordt geannuleerd onder de volgende omstandigheden: - Uw auto rijdt op een bepaalde afstand de rijstrook naast u op - Uw auto is niet meer in de buurt van het botsingsrisico - Het stuurwiel wordt omgegooid - Het rempedaal wordt ingetrapt ONX4E070093 - Forward Collision-Avoidance Assist Collision-Avoidance Assist...
Pagina 447
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u gebruikmaakt van de Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (botsingsvermijding blinde hoek): Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd. Mogelijk verschijnt of klinkt de waarschuwing of het ONX4E070003 waarschuwingssignaal van de Blind- Wanneer de auto tot stilstand...
Pagina 448
Laat de Blind-Spot Collision- automatisch uitgeschakeld of wordt deze Avoidance Assist (botsingsvermijding beperkt. We raden u aan het systeem blinde hoek) nooit reageren op door een officiële HYUNDAI-dealer te mensen, dieren, voorwerpen enz. laten controleren. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Pagina 449
We raden u aan het Blind-Spot Collision-Avoidance Assist systeem door een officiële HYUNDAI- (botsingsvermijding blinde hoek) tijdelijk dealer te laten controleren. beperken of uitschakelen. Als dit gebeurt, verschijnt de waarschuwingsmelding 'Blind-Spot Safety system(s) disabled.
Pagina 450
Mogelijk werkt de Blind-Spot U rijdt op een smalle weg die tussen Collision-Avoidance Assist bomen of gras ligt of overgroeid is (botsingsvermijding blinde U rijdt op een nat wegdek, zoals een hoek) niet goed in bepaalde plas op de weg gebieden (bv.
Pagina 451
Bestuurdershulp Mogelijk werkt de Blind-Spot Collision- WAARSCHUWING Avoidance Assist (botsing vermijden Rijden in bochten dode hoek) niet normaal of werkt de functie op een onverwache manier wanneer de volgende voorwerpen worden gedetecteerd: Een motorfiets of fiets Een platte aanhanger of gelijkaardig voertuig Een groot voertuig zoals een bus of een vrachtwagen...
Pagina 452
Rijden waar rijstroken samenvoegen/ Rijden waar de rijstroken op splitsen verschillende hoogten lopen OJX1079059 ONX4070017 Mogelijk werkt de Blind-Spot Mogelijk werkt de Blind-Spot Collision-Avoidance Assist Collision-Avoidance Assist (botsing (botsingsvermijding blinde hoek) vermijden dode hoek) niet goed niet goed op plaatsen waar de op plaatsen waar de rijstroken rijstrook splitst of meerdere op verschillende hoogten lopen.
Pagina 453
Bestuurdershulp Detectiesensor OJX1070063L Wanneer een passagier een portier ONX4E071172L opent nadat de auto tot stilstand is [1] : Hoekradar achteraan gekomen, waarschuwt het Safe Exit Zie bovenstaande afbeelding voor de Warning-systeem de bestuurder met precieze locatie van de detectiesensoren. een waarschuwingsmelding en een waarschuwingssignaal wanneer een naderend voertuig in de zone achter de OPGELET...
Pagina 454
Instellingen Safe Exit Warning (Waarschuwing bij veilig uitstappen) ONX4EPH071003L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u ONX4EPH071004L Safe Exit Warning Waarschuwingsvolume') in het (Waarschuwing bij veilig uitstappen) menu Settings (instellingen) om het Terwijl de toets ENGINE START/STOP waarschuwingsvolume voor Safe Exit (Motor starten/stoppen) in stand ON Warning (waarschuwing bij veilig staat, selecteert u 'Driver Assistance...
Pagina 455
Bestuurdershulp Selecteer voor het WAARSCHUWING waarschuwingsmoment 'Late' Neem de volgende ('Laat') wanneer er weinig verkeer is voorzorgsmaatregelen bij gebruik van en u traag rijdt. de Safe Exit Warning: Werking van Safe Exit Warning Wijzig voor uw veiligheid de (Waarschuwing bij veilig instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd.
Pagina 456
Blind-Spot Safety system' (Controleer per type instrumentenpaneel of gekozen dodehoekveiligheidssysteem) op thema. het instrumentenpaneel en gaat het hoofdwaarschuwingslampje ( branden op het instrumentenpaneel. Als het hoofdwaarschuwingslampje brandt, raden we u aan de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 7-55...
Pagina 457
Als dit gebeurt, verschijnt de hoofdwaarschuwingslampje brandt, waarschuwingsmelding 'Blind- raden we u aan de auto te laten Spot Safety system disabled. Radar controleren door een officiële HYUNDAI- blocked' (Dodehoekveiligheidssysteem dealer. uitgeschakeld. Radar geblokkeerd) op het instrumentenpaneel. Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen) werkt normaal als dit vuil of de aanhanger, etc.
Pagina 458
Beperkingen van Safe Exit Warning WAARSCHUWING (Waarschuwing bij veilig uitstappen) Zelfs als er geen waarschuwing op Onder de volgende omstandigheden het instrumentenpaneel verschijnt, is kan het zijn dat het Safe Exit Warning- het mogelijk dat de Safe Exit Warning systeem niet naar behoren werkt of dat niet goed werkt.
Pagina 459
Bestuurdershulp OTM070111L OCN7060143 OCN7060144 (1) Manual Speed Limit Assist (hulp bij 2. Druk de schakelaar + omhoog of de handmatige snelheidsbegrenzing) schakelaar - omlaag en laat hem bij de ingeschakeld controlelampje gewenste snelheid los. (2) Ingestelde snelheid Druk de schakelaar + omhoog of de schakelaar - omlaag en houd hem in U kunt de snelheidslimiet instellen deze positie.
Pagina 460
Handmatige snelheidslimietregeling Informatie hervatten Als het gaspedaal niet voorbij het drukpunt wordt ingetrapt, blijft de rijsnelheid onder de snelheidslimiet. Wanneer het gaspedaal voorbij het drukpunt wordt ingetrapt, kan het terugschakelmechanisme een klikgeluid voortbrengen. Handmatige snelheidslimietregeling tijdelijk pauzeren OCN7060143 OCN7060144 Druk op de schakelaar +, -, om de Handmatige snelheidslimietregeling te hervatten nadat deze is gepauzeerd.
Pagina 461
Bestuurdershulp Om de handmatige WAARSCHUWING snelheidslimietregeling uit te Neem de volgende schakelen voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de Handmatige snelheidslimietregeling: Stel de rijsnelheid altijd lager op de snelheidslimiet in uw land. Houd de Handmatige snelheidslimietregeling uitgeschakeld wanneer u de functie niet gebruikt. Zo voorkomt u dat u onbedoeld een snelheid instelt.
Pagina 462
Intelligent Speed Limit Assist (slimme Instellingen Intelligent Speed waarschuwing snelheidsbegrenzing) Limit Assist gebruikt informatie van het Type A Type B gedetecteerde verkeersbord en het navigatiesysteem om de bestuurder in te lichten over de snelheidslimiet en informatie over het inhaalverbod te geven.
Pagina 463
Bestuurdershulp OPGELET Informatie Als 'Speed Limit Warning De snelheidslimietassistentie werkt (waarschuwing snelheidslimiet)' is op basis van de ingestelde Afwijking geselecteerd, adviseert de Intelligent plus de snelheidslimiet. Als u de Speed Limit Assist de bestuurder niet ingestelde snelheid wilt aanpassen op om de ingestelde snelheid te wijzigen.
Pagina 464
Werking van Intelligent Speed Informatie Limit Assist Als de snelheidslimiet van de weg De intelligente snelheidslimietassistentie niet kan worden herkend, wordt '---' waarschuwt en bedient het voertuig weergegeven. Zie "Beperkingen van de door de snelheidslimiet weer te geven, Intelligent Speed Limit Assist" als de een waarschuwing voor te hoge snelheid verkeersborden moeilijk te herkennen te geven en de ingestelde snelheid te...
Pagina 465
Bestuurdershulp WAARSCHUWING Als Afwijking snelheidslimiet hoger wordt gezet dan '0', wordt de ingestelde snelheid hoger dan de snelheidslimiet van de weg. Als u onder de snelheidslimiet wil blijven, zet u de Afwijking snelheidslimiet lager dan '0' of verlaagt u snelheid met de schakelaar - op het stuurwiel.
Pagina 466
Als de Intelligent Speed Limit Assist niet normaal werkt nadat het verwijderd is, adviseren we om de auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer. WAARSCHUWING Hoewel er geen waarschuwing of waarschuwingslampje verschijnt op het instrumentenpaneel, werkt Intelligent Speed Limit Assist misschien niet goed.
Pagina 467
Bestuurdershulp Beperkingen van de Intelligent Verkeersborden zijn moeilijk te herkennen door de weerspiegeling Speed Limit Assist van de zon, straatverlichting of Het Intelligent Speed Limit Assist tegenliggers (ISLA)-systeem werkt in de volgende De navigatie-informatie of GPS- omstandigheden mogelijk niet of geeft informatie bevat fouten.
Pagina 468
WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR DE AANDACHT VAN DE Basisfunctie Zie de alinea 'Forward Collision- Avoidance Assist (FCA, ondersteuning Het waarschuwingssysteem voor de botsingsvermijding voorzijde)' in aandacht van de bestuurder helpt het hoofdstuk 7 voor meer informatie over aandachtsniveau van de bestuurder de voorzorgsmaatregelen voor de te bepalen door het rijpatroon, de frontzichtcamera.
Pagina 469
Bestuurdershulp Informatie – voor Europa Wanneer de motor wordt uitgeschakeld en vervolgens opnieuw wordt gestart, wordt de functie Driver Attention Warning altijd automatisch ingeschakeld. Type A Type B OTM070140N Waarschuwingsmoment Met de motor aan, selecteert u 'Driver Timing (Waarschuwingsmoment)' in het menu Settings (instellingen) om de initiële activeringstijd voor de OTM070189N OTM070189L...
Pagina 470
Werking van Driver - De Driver Attention Warning (Waarschuwingssysteem voor de Attention Warning aandacht van de bestuurder) werkt (Waarschuwingssysteem voor bij een rijsnelheid tussen 0~210 de aandacht van de bestuurder) km/h. Driver Attention Warning - Als de snelheid van de auto niet (Waarschuwingssysteem voor de aandacht binnen de bedrijfssnelheid valt, van de bestuurder)
Pagina 471
Bestuurdershulp Functie Leading Vehicle Departure WAARSCHUWING Alert (Waarschuwing vertrek Wijzig voor uw veiligheid de voorliggend voertuig) instellingen pas nadat u de auto op een Type A Type B veilige plaats heeft geparkeerd. OPGELET Driver Attention Warning kan mogelijk ook een pauze aanbevelen op basis van het rijpatroon of de gewoonten van de bestuurder, als de bestuurder zich niet vermoeid voelt.
Pagina 472
Attention Warning (DAW) system' ('Controleer waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder') op het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. Beperkingen van Driver Attention Warning (Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder) Mogelijk werkt Driver Attention Warning...
Pagina 473
Bestuurdershulp Wanneer de bestuurder van de Functie Leading Vehicle Departure Alert (Waarschuwing vertrek voorligger) voorligger het stuur omgooit Wanneer een voertuig invoegt OADAS034 [A] : Uw auto, [B] : Voorligger OADAS021 Als de voorligger een scherpe bocht maakt, zoals afslaan naar links of naar rechts, zich omkeren enz., is het mogelijk dat Leading Vehicle Departure Alert niet goed...
Pagina 474
Wanneer er een voetganger tussen u Bij het rijden door een tolpoort of op en uw voorligger staat een kruispunt, enz. OADAS025 OADAS026 Als er zich een of meer voetgangers Als u voorbij een tolpoort of of fietsen tussen u en uw voorligger kruising met veel voertuigen rijdt bevinden, is het mogelijk dat Leading of als u ergens rijdt waar rijstroken...
Pagina 475
Bestuurdershulp Instellingen Monitor Links Rechterkant dodehoekweergave Functies instellen Blind-Spot View (Blindehoekweergave) Terwijl de motor aan staat, selecteert Settings (instellingen) om Blind Spot View Monitor in te schakelen en heft OJK071201C OJK071202C u de selectie op om de functie uit te De Blind-Spot View Monitor (monitor schakelen.
Pagina 476
Voorwaarden voor uitschakelen HYUNDAI-dealer. Als de richtingaanwijzer wordt uitgezet, verdwijnt het beeld op het instrumentenpaneel. WAARSCHUWING Als de alarmknipperlichten werken,...
Pagina 477
Bestuurdershulp Werking cruise control Snelheid instellen 1. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 30 km/h. OTM070111 (1) Controlelampje cruise (2) Ingestelde snelheid Cruise control stelt u in staat boven 30 ONX4070032 km/h een bepaalde rijsnelheid aan te 2.
Pagina 478
Snelheid verhogen Snelheid verlagen OCN7060143 OCN7060144 Druk de schakelaar + omhoog en laat Druk de schakelaar - omlaag en laat hem onmiddellijk los. Telkens als u de hem onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar op deze manier bedient, schakelaar op deze manier bedient, wordt de kruissnelheid met 1 km/h wordt de kruissnelheid met 1 km/h verhoogd.
Pagina 479
Cruise ( ) blijft branden. u de toets indrukt, kan uw auto mogelijk snel accelereren of vertragen. OPMERKING Als Cruise Control in een niet vermelde situatie pauzeert, raden we aan om uw auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-78...
Pagina 480
Cruise Control uitschakelen WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de cruisecontrol: Stel de rijsnelheid altijd lager op de snelheidslimiet in uw land. Laat de cruisecontrol uitgeschakeld wanneer u het niet gebruikt. Zo voorkomt u dat u onbedoeld een snelheid instelt.
Pagina 481
Bestuurdershulp Basisfunctie OPGELET Het Smart Cruise Control-systeem Houd de frontzichtcamera altijd en is ontworpen om de voorligger te de radar vóór in goede staat om de detecteren en de gewenste snelheid en optimale prestaties van het Smart minimumafstand tot uw voorligger te Cruise Control-systeem te waarborgen.
Pagina 482
Instellingen Smart Cruise Control OCN7060069 Tussenafstand instellen Elke keer als u op de toets drukt, ONX4070032 verandert de tussenafstand als volgt: De Smart Cruise Control inschakelen Druk op de toets Driving Assist Afstand 4 Afstand 3 Afstand 2 ) om de Smart Cruise Control in te schakelen.
Pagina 483
Bestuurdershulp OCN7060061 OCN7060062 Snelheid verhogen Snelheid verlagen Druk de schakelaar + omhoog en laat Druk de schakelaar - omlaag en laat hem onmiddellijk los. Telkens als u de hem onmiddellijk los. Telkens als u de schakelaar op deze manier bedient, schakelaar op deze manier bedient, wordt de kruissnelheid met 1 km/h wordt de kruissnelheid met 1 km/h...
Pagina 484
WAARSCHUWING Controleer de rijomstandigheid voordat u de schakelaar gebruikt. Als u de schakelaar indrukt, kan uw auto mogelijk snel accelereren. OCN7060120 De Smart Cruise Control tijdelijk annuleren Druk op de schakelaar of trap het rempedaal in om Smart Cruise Control tijdelijk te annuleren.
Pagina 485
Bestuurdershulp Werking van Smart Cruise Informatie Control Zie het onderdeel 'Drive Mode Integrated Voorwaarden voor gebruik Control System' (in Drive-stand geïntegreerd regelsysteem) in hoofdstuk 6 Smart Cruise Control werkt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voor meer informatie voer de drive-stand. voldaan.
Pagina 486
Weergave en bediening Overtaking Acceleration Assist (Versnellingshulp voor inhalen) Basisfunctie Overtaking Acceleration Assist werkt U ziet de bedrijfsstatus van het Smart wanneer de richtingaanwijzer links Cruise Control-systeem in de Driving (stuur links) of rechts (stuur rechts) Assistmodus (rijhulpprogramma) op het wordt ingeschakeld terwijl Smart Cruise instrumentenpaneel.
Pagina 487
Bestuurdershulp Tijdelijk versnellen ONX4E071159L Indien tijdelijk geannuleerd ONX4070034 wordt de indicatie Als u het gaspedaal boven een bepaalde weergegeven. snelheid intrapt terwijl de Smart Control actief is, kan het voertuig tijdelijk sneller (2) De vorige ingestelde snelheid wordt gaan rijden zonder dat de ingestelde gearceerd weergegeven.
Pagina 488
Smart Cruise Control tijdelijk WAARSCHUWING geannuleerd Wanneer de Smart Cruise Control Type A Type B tijdelijk geannuleerd is, wordt de afstand tot de voorligger niet aangehouden. Blijf tijdens het rijden altijd op de weg letten en trap indien nodig het rempedaal in om snelheid te minderen en zo een veilige afstand te bewaren.
Pagina 489
Bestuurdershulp Filerijden Waarschuwing voor rijomstandigheden OTM070114L ONX4E070035 Als u in een file rijdt, stopt uw auto als In de volgende situatie verschijnt de uw voorligger stopt. En als uw voorligger waarschuwingsmelding 'Watch for weer gaat rijden, gaat uw auto ook surrounding vehicles' (Let op voor andere rijden.
Pagina 490
Botsingswaarschuwing WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij gebruik van het Smart Cruise Control-systeem: Het Smart Cruise Control-systeem is geen vervanging voor correct en veilig rijgedrag. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om altijd de rijsnelheid en de afstand tot de voorligger in de gaten te houden.
Pagina 491
We adviseren u Mogelijk hoort u het de auto te laten controleren door een waarschuwingssignaal van het officiële HYUNDAI-dealer. Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) niet als er veel lawaai in de omgeving is. De fabrikant van het voertuig is niet...
Pagina 492
Smart Cruise Control disabled Beperkingen van het Smart Cruise (uitgeschakeld) Control-systeem Mogelijk werkt de Smart Cruise Control Type A Type B niet normaal of grijpt hij onverwacht in onder de volgende omstandigheden: De detectiesensor of het gebied eromheen is vuil of beschadigd De voorruit wordt constant met ruitensproeiervloeistof besproeid of de ruitenwisser is geactiveerd...
Pagina 493
Bestuurdershulp Slechts een deel van een voertuig De voorligger wordt te laat wordt gedetecteerd gedetecteerd De voorligger heeft geen De weg van de voorligger wordt achterlichten, zijn achterlichten plotseling versperd door een obstakel bevinden zich op een ongewone De voorligger verandert plotseling van plaats enz.
Pagina 494
Rijden in bochten Op een helling rijden OADAS014 OADAS012 Het is mogelijk dat Smart Cruise Het Smart cruisecontrol detecteert Control in een bocht een voertuig op bij bergop- of bergafwaarts rijden dezelfde rijstrook niet waarneemt en mogelijk geen rijdende auto in uw tot de ingestelde snelheid accelereert.
Pagina 495
Bestuurdershulp Van rijbaan wisselen Voertuig detecteren OJX1079181 In de volgende gevallen kunnen bepaalde voertuigen in uw rijstrook niet worden gedetecteerd door de sensoren: - Voertuigen die aan de zijkant van de rijstrook rijden - Langzame voertuigen of plotseling afremmende voertuigen - Tegenliggers - Stilstaande voertuigen OADAS030...
Pagina 496
ONX4E070008 OTM058119 In de volgende gevallen kan de Wanneer een voertuig vóór u de voorligger niet worden gedetecteerd rijstrook verlaat, kan het zijn dat Smart door de sensoren: Cruise Control de nieuwe voorligger niet onmiddellijk detecteert. - Voertuigen met een grotere bodemvrijheid of met een lading die Let tijdens het rijden altijd op de weg uit de achterkant van het voertuig...
Pagina 497
Bestuurdershulp Navigation-based Smart Cruise Highway Set Speed Auto Change (Automatische wijziging ingestelde Control kan helpen een bepaalde snelheid op de snelweg) rijsnelheid aan te houden op basis van de omstandigheden wanneer u op een De functie Highway Set Speed Auto snelweg (of hoofdweg) rijdt.
Pagina 498
Werking van Navigation-Based Navigation-based Smart Cruise Control actief Smart Cruise Control Voorwaarden voor gebruik Navigation-based Smart Cruise Control is bedrijfsklaar wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Smart Cruise Control is geactiveerd U rijd op een snelweg (of hoofdweg) Informatie Zie de paragraaf 'Smart Cruise Control (SCC)' in hoofdstuk 7 voor meer OTM070161...
Pagina 499
Bestuurdershulp Als de functie Highway Set Speed Informatie Auto Change in stand-by is gezet De functies Highway Auto Curve doordat de auto op een andere weg Slowdown (automatisch vertragen in dan de hoofdrijbaan van een snelweg snelwegbochten) en Set Speed Auto (of hoofdweg) rijdt, wordt de functie Change (ingestelde snelheid automatisch Highway Set Speed Auto Change...
Pagina 500
Beperkingen van de Navigation- De auto rijdt een benzinestation of verzorgingsplaats binnen based Smart Cruise Control Android Auto of Car Play is actief Mogelijk functioneert Navigation-based Het navigatiesysteem kan de actuele Smart Cruise Control niet naar behoren positie van de auto niet detecteren in de volgende situaties: (bijv.
Pagina 501
Bestuurdershulp OJX1070280L OJX1070281L [1] : Route instellen [2] : Vertakking, [3] : Rijweg, [1] : Route instellen [2] : Vertakking, [3] : Rijweg, [4] : Hoofdweg, [5] : Bochtig wegdeel [4] : Hoofdweg, [5] : Bochtig wegdeel Wanneer er een verschil is Wanneer er een verschil is tussen de ingestelde route in het tussen de ingestelde route in het...
Pagina 502
WAARSCHUWING Navigation-based Smart Cruise Control is geen vervanging voor een veilig rijgedrag, maar een comfortfunctie. Blijf altijd op de weg letten; het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te vermijden dat hij/zij de verkeersregels overtreedt. De informatie over snelheidslimieten waarover het navigatiesysteem OJX1070282L beschikt, verschilt mogelijk van...
Pagina 503
Bestuurdershulp Nadat u voorbij een tolpoort op een Informatie snelweg bent gereden, werkt het Tussen de acties van het Smart Cruise Control-systeem op navigatiesysteem en het moment navigatiebasis op basis van de eerste waarop het Navigation-based Smart rijstrook. Als u op een van de andere Cruise Control-systeem een actie rijstroken rijdt, is het mogelijk dat de onderneemt of beëindigt, kan er een...
Pagina 504
Lane Following Assist signaleert Instellingen Lane Following rijstrookmarkeringen en/of voertuigen op Assist (Hulp bij rijbaan volgen) de weg en helpt de bestuurder de auto in het midden van de rijstrook te sturen. Detectiesensor OCN7060087 Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen) in-/uitschakelen Met de motor aan drukt u eventjes op ONX4E051146L...
Pagina 505
Bestuurdershulp Werking van de Lane Following Assist Lane Keeping Assist kan worden in- of uitgeschakeld met de toets Lane Driving Assist (hulp met rijden op de rijstrook) en waarschuwt en werkt op de volgende manieren: Lane Keeping Assist Waarschuwing hands-off (Handen van het stuur) ONX4EPH071003L Waarschuwingsvolume...
Pagina 506
Type A Type B WAARSCHUWING Mogelijk wordt er niet bijgestuurd als het stuurwiel zeer stevig wordt vastgehouden of als het voorbij een bepaalde hoek gedraaid is. Lane Keeping Assist werkt niet de hele tijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te sturen en de auto in zijn rijstrook te houden.
Pagina 507
('Controleer systeem hulp bij rijbaan volgen (LFA)' (of 'Check LFA (Lane Following Assist) system')) op het instrumentenpaneel. Laat de auto in dit geval inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. Beperkingen van de Lane Following Assist Zie de paragraaf 'Lane Keeping Assist ONX4070013...
Pagina 508
De Highway Driving Assist (of Motorway Detectiesensor Driving Assist) is ontworpen om voertuigen en rijstroken vóór uw auto te detecteren en te helpen de afstand tot uw voorligger te bewaren, de ingestelde snelheid aan te houden en de auto op de rijstrook te houden als u op de snelweg rijdt.
Pagina 509
We adviseren u de auto te het volume zoals bij de instelling 'Low’ laten controleren door een officiële ('Laag'). HYUNDAI-dealer. Als u het waarschuwingsvolume wijzigt, Wanneer de motor opnieuw wordt kan dat ook het waarschuwingsvolume gestart, behouden de functies de laatste voor andere bestuurdershulpsystemen instelling.
Pagina 510
Werking van Highway Driving (2) Ingestelde snelheid Assist (Rijhulp op de snelweg) (3) Controlelampje Lane Following Assist (4) Eventuele aanwezigheid van een Weergave bedieningsstatus voorligger en de geselecteerde U ziet de bedrijfsstatus van de afstand tot het voertuig Highway Driving Assist (hulp voor (5) Of de rijstrook wordt gedetecteerd rijden op de snelweg) in de Driving of niet.
Pagina 511
Bestuurdershulp Opnieuw starten na stoppen Waarschuwing hands-off (Handen van het stuur) Type A Type B OTM070114L Wanneer Highway Driving Assist ONX4E070091 ONX4E070092 werkt, stopt uw auto als uw voorligger Als de bestuurder het stopt. En als uw voorligger binnen stuurwiel gedurende meerdere 30 seconden na het stoppen weer seconden loslaat, verschijnt de gaat rijden, gaat uw auto ook...
Pagina 512
Driving speed limit Type A Type B (Snelheidsbeperking) OTM070195N OTM070195L Indien de handen van de bestuurder nog steeds niet op het stuur zijn OJK070103L na de waarschuwing, verschijnt de Wanneer Highway Driving Assist waarschuwingsmelding 'Highway (rijhulp op de snelweg) geannuleerd Driving Assist (HDA) canceled’...
Pagina 513
We verkeerssituaties herkennen. adviseren u de auto te laten controleren Mogelijk detecteert de Highway door een officiële HYUNDAI-dealer. Driving Assist (rijhulp op de snelweg) vanwege de beperkingen potentiële aanrijdingen niet. Wees u altijd bewust van de beperkingen van de functie.
Pagina 514
- De navigatie werkt niet naar Beperkingen van de Rijhulp op de behoren, bijvoorbeeld wanneer snelweg ze wordt bijgewerkt of opnieuw Mogelijk werkt Highway Driving Assist wordt opgestart niet naar behoren in de volgende Afhankelijk van de omstandigheden: wegomstandigheden (navigatie- De kaartgegevens en de werkelijke informatie) of de omgeving is het weg verschillen omdat het...
Pagina 515
Bestuurdershulp Het Rear View Monitor-systeem toont u Instellingen Achteruitrijmonitor de zone achter de auto om u te helpen Camera-instellingen bij het parkeren of achteruitrijden. Detectiesensor OTM070210L U kunt de instellingen van de achteruitrijmonitor ‚Display Contents ONX4EH071009L - inhoud weergeven‘ of ‚Display [1] : Achteruitrijcamera Settings - display-instellingen‘...
Pagina 516
Werking van de Rear View Achteraanzicht Monitor (Achteruitrijmonitor) Voorwaarden voor gebruik Bedieningstoets Met de versnelling in R (Achteruit) zal het beeld op het scherm verschijnen. Druk op de Parking/View - weergave toets (1) als de versnelling in P (Parkeren) staat, het beeld verschijnt op het scherm.
Pagina 517
Bestuurdershulp Zicht achteruit tijdens het rijden Bovenaanzicht achteraan ONX4070042 ONX4EPH071001L De bestuurder kan tijdens het rijden het Wanneer u het aanraakt, verschijnt op zicht achteruit op het scherm controleren het scherm het bovenaanzicht en toont om te helpen bij het achteruitrijden. dat de afstand tot het voertuig achter u wanneer u parkeert.
Pagina 518
HYUNDAI-dealer. Beperkingen van de Achteruitrijmonitor Als de auto 's winters lange tijd stilstaat of als de auto in een overdekte...
Pagina 519
Bestuurdershulp Surround View Monitor Instellingen Surround View (omgevingsmonitor) helpt bij het Monitor parkeren en gebruikt daarvoor de Camera-instellingen camera‘s in het voertuig en toont beelden rond het voertuig via het scherm van het infotainmentsysteem. De functie parkeerassistentie weergave helpt de bestuurder om de omgeving van het voertuig vanuit verschillende weergaven te bekijken als men parkeert.
Pagina 520
Bovenaanzicht parkeerbegeleiding Achteraanzicht parkeerhulp Bovenaanzicht vooraan ONX4E071181L ONX4E071180L Als ‚Rear View parking Guidance - Bovenaanzicht achteraan achteraanzicht parkeerbegeleiding‘ is geselecteerd, wordt de parkeerbegeleiding in achteraanzicht getoond. De horizontale richtlijn van de achteraanzicht parkeerbegeleiding toont de afstand van 0,5 m, 1 m en 2,3 m van de auto.
Pagina 521
Bestuurdershulp Parkeerafstandswaarschuwing Werking van de Surround View Monitor Bedieningstoets ONX4E071182L Als de afstandswaarschuwing is geselecteerd, wordt de ONX4070040 paarkeerafstandswaarschuwing rechts van het bovenaanzicht weergegeven op het Surround View Monitor- scherm. Het beeld wordt alleen weergegeven als de parkeerafstandwaarschuwing de bestuurder waarschuwt. Surround View Monitor Auto On (Omgevingsweergavescherm automatisch aan)
Pagina 522
Vooraanzicht Voorwaarden voor uitschakelen Het beeld wordt gedeactiveerd als Het beeld vooraan wordt op het scherm er nogmaals op de toets Parking/ weergegeven als de versnelling in N View (Parkeren/Weergave) (1) wordt (Neutraal) of D (Rijden) staat om te gedrukt. helpen bij het parkeren.
Pagina 523
Bestuurdershulp Achteraanzicht Zicht achteruit tijdens het rijden Het beeld achteraan wordt op De bestuurder kan tijdens het rijden het het scherm weergegeven als de zicht achteruit op het scherm controleren versnelling in R (Achteruit) of P om te helpen bij het achteruitrijden. (Parkeren) staat om te helpen bij het parkeren.
Pagina 524
Surround View Monitor voertuig te laten controleren door een (omgevingsmonitor) is ontworpen officiële HYUNDAI-dealer. voor gebruik op een plat oppervlak. Als hij gebruikt wordt op wegen Beperkingen van de Surround View met verschillende hoogten zoals...
Pagina 525
Bestuurdershulp Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Detectiesensor Assist detecteert voertuigen die van links en van rechts naderen terwijl uw auto achteruitrijdt, en waarschuwt de bestuurder met een waarschuwingsmelding en een waarschuwingssignaal dat er een aanrijding dreigt. Ook wordt er geremd om een botsing te helpen vermijden. ONX4E071054L [1] : Hoekradar achteraan Zie bovenstaande afbeelding voor de...
Pagina 526
Instellingen Rear Cross- Traffic Collision-Avoidance Assist (Ondersteuning botsing vermijden kruisend verkeer achteraan) OTM070140N Waarschuwingsmoment Met de motor aan, selecteert Waarschuwingsmoment') in het menu OTM070194N Settings (instellingen) om de initiële Veiligheid kruisend verkeer achter activeringstijd voor de waarschuwing van het Rear Cross-Traffic Safety system Met de motor aan selecteert u 'Driver (veiligheidssysteem achteraan kruisend verkeer) te wijzigen.
Pagina 527
Bestuurdershulp Informatie Als u het waarschuwingsvolume wijzigt, kan dit ook het waarschuwingsvolume voor andere bestuurdershulpsystemen wijzigen. Het trillen van het stuurwiel wordt niet uitgeschakeld, zelfs niet als 'Off' (Uit) wordt gekozen. OPGELET ONX4EPH071003L Waarschuwingsvolume De instelling voor waarschuwingsmoment en Met de motor aan, selecteer waarschuwingsvolume is van toepassing op alle functies van het Rear Collision-Avoidance Assist-...
Pagina 528
Werking Rear Cross- Botsingswaarschuwing Traffic Collision-Avoidance Om de bestuurder te waarschuwen Assist (Ondersteuning voor een voertuig dat van links/ rechts de auto nadert, knippert botsingsvermijding achterzijde) het waarschuwingslampje op de Waarschuwing en regeling buitenspiegel en verschijnt een De Rear Cross-Traffic Collision- waarschuwingsmelding op het Avoidance Assist is om waarschuwingen instrumentenpaneel.
Pagina 529
Bestuurdershulp De Rear Cross-Traffic Collision- Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achterzijde) werkt wanneer aan al de volgende voorwaarden is voldaan: - Er wordt naar stand R (Achteruit) geschakeld - De rijsnelheid is lager dan 8 km/h - Het naderende voertuig bevindt zich op ca.
Pagina 530
WAARSCHUWING Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u gebruikmaakt van de Rear Cross-Traffic Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achterzijde): Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd. Mogelijk verschijnt of klinkt ONX4E070058 de waarschuwing of het De auto tot stilstand brengen en het waarschuwingssignaal van de aansturen van de remmen beëindigen...
Pagina 531
Bestuurdershulp Rear Cross-Traffic Collision- Informatie Avoidance Assist (ondersteuning Als de functie het remmen ondersteunt, botsingsvermijding achterzijde) dan moet de bestuurder het rempedaal werkt niet in alle situaties en kan niet onmiddellijk intrappen en de omgeving alle aanrijdingen voorkomen. van de auto controleren. Mogelijk waarschuwt de Rear Cross- - Het aansturen van de remmen eindigt Traffic Collision-Avoidance Assist...
Pagina 532
We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OTM070124N OTM070124L Als het deel van de achterbumper waar de achterste hoekradar of de sensor...
Pagina 533
Mogelijk werkt het aansturen van de nakijken door een officiële HYUNDAI- remmen niet en is de aandacht van dealer. de bestuurder vereist in de volgende...
Pagina 534
Wanneer het voertuig zich ergens WAARSCHUWING bevindt waar het moeilijk parkeren is Nabij een voertuig of constructie rijden OJX1079112 De Rear Cross-Traffic Collision- OJX1079111 Avoidance Assist (ondersteuning [A] : Constructie botsingsvermijding achterzijde) Het kan zijn dat de werking van detecteert mogelijk voertuigen die een parkeerplaats nabij uw auto in- Rear Cross-Traffic Collision- Avoidance Assist (ondersteuning...
Pagina 535
Bestuurdershulp Wanneer het voertuig schuin wordt Wanneer u auto op of nabij een geparkeerd helling staat OJX1079113 ONX4070082 [A] : Voertuig Het kan zijn dat de werking van Rear Cross-Traffic Collision- Het kan zijn dat de werking van Avoidance Assist (ondersteuning Rear Cross-Traffic Collision- botsingsvermijding achterzijde) Avoidance Assist (ondersteuning...
Pagina 536
Een parkeerplek inrijden waarbij zich Wanneer het voertuig achteruit een constructie bevindt wordt geparkeerd OJX1079115 OJX1079116 [A] : Constructie, [B] : Muur De Rear Cross-Traffic Collision- Avoidance Assist (ondersteuning De Rear Cross-Traffic Collision- botsingsvermijding achterzijde) Avoidance Assist (ondersteuning detecteert mogelijk voertuigen botsingsvermijding achterzijde) die achter u voorbijrijden terwijl u detecteert mogelijk voertuigen...
Pagina 537
Bestuurdershulp De afstandswaarschuwing achteruit Instellingen waarschuwt de bestuurder als er een Afstandswaarschuwing obstakel wordt gedetecteerd terwijl de achteruit auto traag achteruitrijdt Waarschuwingsvolume Detectiesensor ONX4EPH071003L Zorg dat de motor is ingeschakeld ONX4E070060 [2] : Ultrasoonsensoren achter Warning Volume' ('Bestuurdershulp Zie bovenstaande afbeelding voor de precieze locatie van de detectiesensoren.
Pagina 538
Werking van Afstandswaarschuwing achteruit Afstandswaarschuwing De afstandswaarschuwing achteruit achteruit wordt geactiveerd wanneer de transmissie in R (Achteruit) staat. Bedieningstoets Reverse Parking Distance (afstandswaarschuwing achteruit) detecteert een persoon, dier of voorwerp achteraan als de snelheid van het voertuig lager is dan 10 km/h. Waarschu- wings- Afstand tot...
Pagina 539
Als de functie nog steeds niet achteruit. correct werkt, raden we u aan de auto Let altijd goed op als u op een door een officiële HYUNDAI-dealer te kleine afstand langs voorwerpen laten controleren. of voetgangers, in het bijzonder Het waarschuwingssignaal klinkt niet.
Pagina 540
- Bij zware regenval of opspattend aan de auto te laten nakijken door een water officiële HYUNDAI-dealer. - Als er water over het oppervlak van de sensor loopt - Als de sensor wordt beïnvloed door...
Pagina 541
Bestuurdershulp De afstandswaarschuwing vooruit/ Instellingen achteruit waarschuwt de bestuurder Afstandswaarschuwing vooruit/ als er binnen een bepaalde afstand een achteruit obstakel wordt gedetecteerd terwijl de Waarschuwingsvolume auto traag voor- of achteruitrijdt Detectiesensor ONX4EPH071003L Zorg dat de motor is ingeschakeld ONX4E070059 Warning Volume' ('Bestuurdershulp menu Settings (instellingen) op het dashboard of het infotainmentsysteem om het waarschuwingsvolume voor de...
Pagina 542
Parking Distance Warning Auto Als Reverse Parking Distance Warning (waarschuwing afstand On (Afstandswaarschuwing achteruit parkeren) inschakelt, gaat automatisch aan) het controlelampje branden. Als het Om de functie ‚Parking Distance voertuig harder dan 30 km/h rijdt, Warning Auto On - waarschuwing wordt Forward/Reverse Parking parkeerafstand aan, te gebruiken, Distance Warming (waarschuwing...
Pagina 543
Bestuurdershulp Als ‘Parking Distance Warning Auto Afstandswaarschuwing achteruit On’ (Automatische waarschuwing De afstandswaarschuwing achteruit parkeerafstand) is ingeschakeld, wordt geactiveerd wanneer de blijft het lampje van de knop transmissie in R (Achteruit) staat. parkeerveiligheid ( ) branden. Reverse Parking Distance Als ‚automatische waarschuwing (afstandswaarschuwing achteruit) parkeerafstand aan‘...
Pagina 544
Als de functie nog steeds niet de afstandswaarschuwing vooruit/ correct werkt, raden we u aan de auto achteruit. door een officiële HYUNDAI-dealer te Let altijd goed op als u op een laten controleren. kleine afstand langs voorwerpen Het waarschuwingssignaal klinkt niet.
Pagina 545
- Bij zware regenval of opspattend aan de auto te laten nakijken door een water officiële HYUNDAI-dealer. - Als er water over het oppervlak van de sensor loopt - Als de sensor wordt beïnvloed door...
Pagina 546
ONDERSTEUNING BOTSINGSVERMIJDING ACHTERUIT Instellingen Reverse Reverse Parking Collision-Avoidance Assist waarschuwt de bestuurder of helpt Parking Collision-Avoidance bij het remmen om de kans op botsingen Assist (Ondersteuning met voetgangers of voorwerpen tijdens botsingsvermijding achteruit het achteruitrijden te verkleinen. parkeren) Detectiesensor Type A Type B OTM070231N OTM070231L...
Pagina 547
Bestuurdershulp - Als u voor ‘Off’ (uit) kiest, gaat de Reverse Parking Collision- Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding achteruit parkeren) uit. ONX4EPH071003L Waarschuwingsvolume Met de motor aan selecteert u Waarschuwingsvolume') in het OTM070140N menu Settings (instellingen) om Waarschuwingsmoment het waarschuwingsvolume voor Met de motor aan, selecteert Reverse Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding...
Pagina 548
Bediening Reverse Parking Rear Collision-Avoidance Assist (Botsingsvermijding achterzijde) Collision-Avoidance Assist (Ondersteuning Als de functie het risico op een botsing met een voetganger of botsingsvermijding achteruit voorwerp detecteert, waarschuwt parkeren) de functie de bestuurder met een Voorwaarden voor gebruik waarschuwingssignaal, en een waarschuwingsmelding op het Als 'Rear Active Assist' ('Actieve instrumentenpaneel.
Pagina 549
Assist (ondersteuning botsingsvermijding achteruit parkeren) of verwante systemen niet goed werken, verschijnt de waarschuwingsmelding 'Check Parking Safety system' (Controleer het Parkeerveiligheid-systeem) en wordt de functie automatisch uitgeschakeld. We raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-148...
Pagina 550
Reverse Parking Collision-Avoidance Achteruitrijcamera Ultrasoonsensor achter Assist (Ondersteuning botsing vermijden achteruit parkeren) uitgeschakeld OTM070219L OTM070176L De waarschuwing ‘Rear camera error or blockage - foutmelding camera of -blokkering achteraan’ of ‘Parking sensor error or blockage - foutmelding ONX4E071037L parkeersensor of -blokkering’ verschijnt De achteruitrijcamera wordt gebruikt in de volgende situaties op het als detectiesensor voor voetgangers.
Pagina 551
Bestuurdershulp Beperkingen van Parking Collision- De voetganger bevindt zich nabij de achterkant van het voertuig Avoidance Assist (Ondersteuning botsing vermijden achteruit De voetganger staat niet rechtop parkeren) De voetganger is te klein of te Onder de volgende omstandigheden lang om te worden waargenomen biedt Reverse Parking Collision- door de Reverse Parking Collision- Avoidance Assist mogelijk geen...
Pagina 552
Uw auto is te hoog of te laag door Kijk ALTIJD rond uw auto kijken een zware lading, een abnormale om er zeker van te zijn dat zich hier bandenspanning enz. geen voetgangers of voorwerpen bevinden voordat u het voertuig Een patroon op de weg wordt foutief verplaatst.
Pagina 553
- ESC (Elektronische geweld uit hun correcte positie stabiliteitsregeling) voert een werden gebracht. Wij adviseren u de andere functie uit auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OPGELET Informatie Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om de optimale Reverse Parking Collision-Avoidance...
Pagina 554
Remote Smart Parking Assist gebruikt Detectiesensor voertuigsensors om de bestuurder van buitenuit te helpen bij het in- en uitparkeren door het stuurwiel, de snelheid en de schakelingen te controleren Functie Omschrijving Op afstand vooruit/ achteruit bewegen Remote Operation ONX4EH070001 (op afstand bedienen) OJX1079037 De functie Remote Operation (op...
Pagina 555
Bestuurdershulp Instellingen van Slimme OPGELET parkeerhulp op afstand (RSPA) Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om de optimale prestaties van de detectiesensor te waarborgen: Demonteer nooit de detectiesensor of sensorunits en beschadig ze nooit. Als de detectiesensors gerepareerd moeten worden, adviseren wij u uw auto te laten controleren.
Pagina 556
Bedieningssysteem Remote Smart Parking Assist Remote Smart Parking Assist (RSPA - Slimme parkeerhulp op afstand) knop Toets Parking/View (Parkeren/Weergave) Smart Key ONX4070043 OTM070220L Locatie Naam Symbool Omschrijving Houd de knop Parking/View (parkeren/weergave) Toets ingedrukt om de Remote Smart Parking Assist Parking/View (slimme parkeerhulp op afstand) te activeren (Parkeren/...
Pagina 557
Bestuurdershulp Remote Operation Informatie (Op afstand bedienen) Als het op afstand gestarte voertuig lang in Operationele volgorde koud weer geparkeerd heeft gestaan, kan Op afstand bedienen werkt in de de functie Remote Operation (op afstand volgende volgorde: bedienen) trager werken, al naargelang de staat van de motor.
Pagina 558
'Agree (akkoord)' moet (4) Als de bestuurder met de geselecteerd zijn op het scherm smart key plaatsneemt in de van het infotainmentsysteem en auto, verschijnt een melding het infotainmentsystem moet naar die de bestuurder meldt dat behoren werken om de functie de functie Remote Operation Remote Operation (op afstand (op afstand bedienen) is...
Pagina 559
Bestuurdershulp Als u op afstand vooruit beweegt OPGELET met methode (2) wordt dat als Als u de functie Remote Operation een parkeersituatie gezien en (op afstand bedienen) wil gebruiken het stuurwiel wordt onmiddellijk moet u nagaan of alle passagiers het overgenomen in overeenstemming voertuig verlaten hebben.
Pagina 560
Bedrijfsstatus van de functie Remote De functie op afstand bedienen Operation (Op afstand bedienen) uitschakelen Druk op de knop Parking/View - Schakelaar parking/weergave ( ) terwijl het Bedrijfs- van de scherm van het infotainmentsysteem LED smart key status alarmknip- de bestuurder met methode 2 perlichten begeleidt.
Pagina 561
Bestuurdershulp Blind-Spot Collision-Avoidance Er zijn ongeveer 3 minuten en 50 Assist (hulp voor het vermijden van seconden verlopen sinds de Remote blindehoekbotsingen) of Rear-Cross Operation (op afstand bedienen) Traffic Collision Assist (hulp botsingen begon te werken kruisverkeer achteraan) werkt terwijl De hellingsgraad van de weg het voertuig in achteruit wordt overschrijdt het werkingsbereik...
Pagina 562
Als de melding verschijnt, gebruik Remote altijd op en kijk goed rond bij het gebruik van Remote Smart Parking Assist. Smart Parking Assist dan niet langer. We adviseren u het systeem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-161...
Pagina 563
Bestuurdershulp Beperkingen van de Remote Smart Parking Assist In de volgende omstandigheden zijn de prestaties van het systeem om te parkeren of het voertuig te laten uitrijden beperkt, is er mogelijk een risico op een botsing of schakelt Remote Smart Parking Assist (slimme parkeerhulp op afstand) uit.
Pagina 564
De weg is glad Denk eraan dat Remote Smart Parking Assist (slimme parkeerhulp op afstand) De parkeerruimte bevindt zich mogelijk niet normaal functioneert in de naast een voertuig met een grotere volgende situaties: bodemvrijheid of een groot voertuig zoals een vrachtwagen, enz. Parkeren op een helling De parkeerruimte helt Er staat een sterke wind...
Pagina 565
Bestuurdershulp Parkeren achter een vrachtwagen Parkeren in een parkeerruimte met alleen een voertuig aan één kant ONX4EH070005 OJX1079049 Gebruik Remote Smart Parking Assist (slimme parkeerhulp op afstand) Als Remote Smart Parking Assist niet in de buurt van voertuigen met (slimme parkeerhulp op afstand) een hogere bodemvrijheid zoals een wordt gebruikt, als u parkeert in een bus, vrachtwagen, enz.
Pagina 566
We adviseren u de auto te laten mogelijk geannuleerd als de weg controleren door een officiële tijdens het parkeren glad is. HYUNDAI-dealer. U hoort mogelijk een geluid als de Remote Smart Parking Assist remt WAARSCHUWING of als de bestuurder het rempedaal Neem bij het gebruik van Remote intrapt.
Pagina 567
Bestuurdershulp Voorradar Conformiteit van de radiofrequentie-onderdelen (Radar vooraan): - Voor Taiwan - Voor Indonesië OANATEL258 - Voor Maleisië OANATEL255 - Voor Thailand OANATEL259 - Voor Singapore OANATEL257 OANATEL260 7-166...
Pagina 568
- Voor Europa - Voor Moldavië OANATEL261 OANATEL263 - Voor Oekraïne - Voor Jordanië OANATEL264 - Voor de Verenigde Arabische Emiraten OANATEL265 - Voor Ghana OANATEL266 OANATEL262 7-167...
Pagina 569
Bestuurdershulp - Voor Servië - Voor Nigeria OANATEL270 - Voor Marokko OANATEL271 - Voor Rusland OANATEL267 - Voor Zuid-Afrika OANATEL272 - Voor Oman OANATEL268 - Voor Zambia OANATEL273 OANATEL269 7-168...
Pagina 570
- Voor Israël - Voor Mexico OANATEL278 - Voor Paraguay OANATEL274 - Voor Brazilië OANATEL279 - Voor Mauritanië OANATEL277 OANATEL280 7-169...
Pagina 571
Bestuurdershulp - Voor China Hoekradar achteraan Conformiteit van de radiofrequentie- onderdelen (Hoekradar achteraan): - Voor Taiwan OANATEL281 - Voor Argentinië OANATEL069 - Thailand OANATEL282 OANATEL111 7-170...
Pagina 572
- Voor Indonesië - Europa OANATEL070 - Voor Maleisië OANATEL112 - Voor Oekraïne OANATEL057 - Voor Singapore OANATEL068 OANATEL071 7-171...
Pagina 573
Bestuurdershulp - Moldavië - Servië en Montenegro OANATEL369 OANATEL083 - Jordanië - Zambia OANATEL080 OANATEL075 - Verenigde Arabische Emiraten - Nigeria OANATEL076 - Marokko OANATEL079 - Ghana OANATEL077 OANATEL072 7-172...
Pagina 574
- Zuid-Afrika - Israël OANATEL081 - Rusland OANATEL078 OANATEL073 - Oman OANATEL082 7-173...
Pagina 576
8. Noodsituaties Schakelaar van de alarmknipperlichten ............8-3 Wat te doen bij een noodgeval tijdens het rijden ........... 8-3 Als de motor afslaat tijdens het rijden ................8-3 Als de motor afslaat op een kruising of kruispunt .............8-3 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt............. 8-4 Als de auto niet klaar is om te starten .............
Pagina 577
Als u een lekke band hebt (met bandenreparatieset) ........8-25 Inleiding ........................8-25 Aanwijzingen voor een veilig gebruik van de Tire Mobility Kit........8-26 Onderdelen van de bandenreparatieset ..............8-27 Gebruik van de Tire Mobility Kit ................8-28 Bandenspanning controleren ..................8-31 Slepen ......................8-33 Sleepbedrijf ........................8-33 Afneembaar sleepoog ....................8-34 Slepen in een noodgeval ...................8-35...
Pagina 578
Als de auto niet start, adviseren wij u De alarmknipperlichten dienen ervoor contact op te nemen met een officiële om de overige weggebruikers te HYUNDAI-dealer. waarschuwen om extra voorzichtig te zijn bij het naderen, inhalen of passeren van Als de motor afslaat op een uw auto.
Pagina 579
Als de auto nog steeds niet start, neem hoofdstuk. dan telefonisch contact op met een officiële HYUNDAI-dealer. OPMERKING Als de auto aangesleept of aangeduwd wordt, kan de katalysator overbelast worden. Dit kan resulteren in schade...
Pagina 580
Vóór het starten met een Als u de auto niet meteen start na het indrukken van de resetschakelaar van hulpaccu de 12 V-accu, wordt de stroom van de 12 Deze auto heeft geen gewone 12 V-accu na enkele seconden automatisch V-accu die periodiek moet worden uitgeschakeld om te voorkomen dat vervangen.
Pagina 581
Noodsituaties OPMERKING 2. Schakel alle elektrische apparaten uit (zoals radio's, verlichtingen, Externe apparaten gevoed door 12 airconditioning enz). Zet de auto's V-accu in stand P (Parkeren) en activeer de Het gebruik van niet-fabrieksmatige parkeerrem. Schakel beide auto's uit. elektrische accessoires kan de prestaties en de werking van de auto OPGELET verminderen.
Pagina 582
V-accu te beschermen. Stop met het niet duidelijk is, adviseren wij u de auto gebruik van de onjuiste acculader te laten controleren door een officiële als de voeding van de auto wordt HYUNDAI-dealer. uitgeschakeld.
Pagina 583
Noodsituaties Informatie Een onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn voor het milieu en voor uw gezondheid. Voer de accu af volgens uw lokale wetgeving of voorschriften. OPMERKING Om schade aan uw auto te voorkomen: Gebruik alleen een 12 V-voedingsbron (accu of startbooster) om de auto met een hulpaccu te starten.
Pagina 584
3. De airconditioning uitschakelen als koelvloeistof lekt en de roep de hulp deze ingeschakeld is. in van de dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI-dealer in. 4. Zet de motor uit als er koelvloeistof onder de auto uitloopt of stoom 8. Wacht tot de motortemperatuur onder de motorkap vandaan komt.
Pagina 585
HYUNDAI-dealer. en de radiateur heet zijn. Als de motor oververhit raakt Er kan hete koelvloeistof en stoom als gevolg van een te laag...
Pagina 586
Controleer de bandenspanning ONX4080004 ONX4E040019 U kunt de bandenspanning controleren in de waarschuwingsmodus op het instrumentenpaneel. Zie 'Instellingen LCD-display' in hoofdstuk 4. De bandenspanning wordt na het starten van de motor weergegeven als de auto enkele minuten heeft gereden. ONX4E080005 (1) Waarschuwingslampje lage Als de bandenspanning bij stilstaande bandenspanning/controlelampje...
Pagina 587
Noodsituaties TPMS (Controlesysteem lage Het TPMS dient niet ter vervanging van onderhoud van de banden te worden bandenspanning) gebruikt. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder dat de banden op WAARSCHUWING de juiste spanning zijn, ook al is de bandenspanning nog niet zo laag dat het Een te hoge of te lage bandenspanning waarschuwingslampje gaat branden.
Pagina 588
OPMERKING Waarschuwingslampje lage bandenspanning In de volgende situaties raden we u aan dat u het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer laat nakijken. Waarschuwingslampje positie 1. Het waarschuwingslampje lage lage bandenspanning en bandenspanning/controlelampje aanduiding bandenspanning storing TPMS gaat niet 3 seconden...
Pagina 589
Wij adviseren u het systeem zo snel dan 25 km/h wordt gereden), totdat de mogelijk te laten controleren door een lekke band van de auto is gerepareerd en officiële HYUNDAI-dealer. verwisseld. OPMERKING OPGELET In het geval van een storing in het TPMS...
Pagina 590
(behalve het bandenreparatiemiddel te gebruiken reservewiel). U moet TPMS-specifieke dat niet door een HYUNDAI-dealer is wielen gebruiken. Geadviseerd wordt om goedgekeurd of geen gelijkwaardig uw banden altijd te laten onderhouden onderdeel dat gespecificeerd is voor uw door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 591
Als u universele wielen onder uw auto monteert, raden we aan TPMS-sensoren te gebruiken die goedgekeurd zijn door een HYUNDAI-dealer of een gelijkwaardig onderdeel dat gespecificeerd is voor uw voertuig. Als uw auto niet voorzien is van TPMS-sensoren of als het TPMS niet goed werkt, kunt u problemen krijgen bij de APK.
Pagina 592
WAARSCHUWING Het verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit hoofdstuk bij het verwisselen van een band om de kans op ernstig letsel te beperken. OPGELET Zorg er bij het gebruik van de krikslinger voor dat u uit de buurt van het platte uiteinde blijft.
Pagina 593
Noodsituaties Wielen verwisselen WAARSCHUWING De auto kan van de krik afglijden of rollen, waardoor u of omstanders ernstig letsel zouden kunnen oplopen. Neem de volgende veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in acht: Ga nooit onder een auto liggen die OTLE065040 op een krik staat. Als het moeilijk is om de Probeer NOOIT een wiel te bevestigingsbout van het wiel los...
Pagina 594
Volg deze stappen bij het verwisselen van een band van uw auto: 1. Zet de auto op een stevige en vlakke ondergrond. 2. Zet de schakelknop in P (Parkeren) stand, activeer de parkeerrem en zet het contact in LOCK/OFF stand. 3.
Pagina 595
WAARSCHUWING tot het juiste aanhaalmoment door een officiële HYUNDAI-dealer. Velgen kunnen scherpe randen De wielmoeren moeten worden hebben. Ga er voorzichtig mee om, vastgedraaid met 11 - 13 kgf.m (79 - om te voorkomen dat u zich bezeert.
Pagina 596
Wij adviseren u contact op te reservewiel dat op de zijkant van de nemen met een officiële HYUNDAI- band is aangegeven niet. dealer voor hulp. Rijd niet continu met het compacte reservewiel.
Pagina 597
Noodsituaties Bij het rijden met een op de auto Informatie gemonteerd compact reservewiel: Als de originele band en velg gerepareerd Controleer de bandenspanning zijn en weer onder de auto gemonteerd na het plaatsen van het compacte zijn, moeten de wielmoeren met het juiste reservewiel.
Pagina 598
Kriklabel OOS067043 Het werkelijke label op de krik in de auto kan afwijken van de afbeelding. Meer informatie vindt u op het label op de krik. 1. Modelnaam 2. Maximaal toegestane belasting 3. Activeer de parkeerrem wanneer u de krik gebruikt. 4.
Pagina 599
Noodsituaties EC-conformiteitsverklaring voor de krik ONX4E080036 8-24...
Pagina 600
De band dient zo spoedig gebeuren dat het lek niet afdoende mogelijk door een officiële HYUNDAI- gedicht kan worden. dealer te worden gecontroleerd. Een te lage bandenspanning heeft een negatieve invloed op de prestaties van de band.
Pagina 601
4 mm. raadpleeg onmiddellijk een arts. We adviseren u contact op te nemen Langdurige blootstelling aan het met een HYUNDAI-dealer in de buurt afdichtingsmiddel kan schade als de band niet gerepareerd kan toebrengen aan lichaamsweefsels, worden met de Tire Mobility Kit.
Pagina 602
Onderdelen van de bandenreparatieset OTM080022 1. Snelheidsbeperkingslabel 2. Afdichtmiddel en -fles 3. Aansluitslang compressor en wiel 4. Connector en kabel voor verbinding met het stopcontact 5. Houder voor de fles dichtmiddel 6. Compressor 7. AAN/UIT-schakelaar 8. Drukmeter voor de bandenspanning 9.
Pagina 603
Noodsituaties Gebruik van de Tire Mobility Kit WAARSCHUWING Gebruik geen dichtmiddel waarvan WAARSCHUWING de houdbaarheidsdatum is verstreken (bijvoorbeeld, later dan de datum die wordt vermeld op de verpakking). Dit kan het risico op een defecte band vergroten. WAARSCHUWING Buiten het bereik van kinderen houden.
Pagina 604
OTM080023 ONX4E080011 2. Verwijder het deksel (A) van de fles 5. Schroef de ventieldop van het ventiel dichtmiddel (2) en de compressor (6). van de lekke band los en schroef de verbindingsslang (3) van de compressor enhet wiel. OPMERKING Bevestig de vulslang voor het afdichtingsmiddel stevig op het ventiel.
Pagina 605
Noodsituaties 9. Zet het contact van de auto aan WAARSCHUWING (controlelampje brandt), Laat de motor niet gedurende schakel de compressor in en laat langere tijd draaien in een slecht deze gedurende ongeveer 5 - 7 geventileerde ruimte. Hierdoor kunt u minuten draaien om de band met koolmonoxidevergiftiging oplopen, met afdichtingsmiddel te vullen en op druk...
Pagina 606
13. Stop, nadat u ongeveer 7 - 10 km (of Bandenspanning controleren ongeveer 10 minuten) hebt gereden, 1. Stop, nadat u ongeveer 7 - 10 km (of op een veilige plaats. ongeveer 10 minuten) hebt gereden, op een veilige plaats. ONX4E080011 14.Sluit de aansluitslang (3) van de ONX4E080011...
Pagina 607
4 mm. nieuw exemplaar vervangt en de We adviseren u contact op te nemen bandenspanningssensoren controleert. met een officiële HYUNDAI-dealer als We bevelen aan dat u dit laat doen bij de band niet gerepareerd kan worden een bevoegde dealer.
Pagina 608
ONX4E080013 OPGELET [A] : Dolly's Laat de auto bij voorkeur wegslepen Sleep de auto nooit met de door een officiële door HYUNDAI voorwielen op de grond. Hierdoor Erkende Reparateur of een erkend kan de auto beschadigd raken. bergingsbedrijf. Correcte hef- en sleepprocedures zijn noodzakelijk om schade aan de auto te voorkomen.
Pagina 609
Noodsituaties Slepen in noodgevallen zonder dolly's: Afneembaar sleepoog 1. Zet de EPB los voor u de motor 1. Open de achterklep en verwijder het uitschakelt. sleepoog uit de gereedschapsset. 2. Zet het contact in OFF stand. Voor 3. Zet de versnelling in N (Neutraal) stand terwijl u op het rempedaal duwt.
Pagina 610
We raden u aan contact op te nemen communiceren. met een officiële HYUNDAI-dealer of een deskundig bergingsbedrijf voor hulp. Controleer voor het slepen of de sleepogen niet gebroken of op een Als dit niet mogelijk is, mag de auto andere manier beschadigd zijn.
Pagina 611
Noodsituaties OPMERKING Versnel en vertraag langzaam en geleidelijk om de sleepkabel of ketting op spanning te houden en zo de auto te starten of te verplaatsen, anders kunnen de sleepogen en de auto worden beschadigd. OPMERKING Om schade aan uw auto en onderdelen ervan te voorkomen bij het slepen: ONX4E080022 Gebruik een sleepkabel of ketting van...
Pagina 612
Uw auto is uitgerust met Gevarendriehoek noodvoorzieningen om u te helpen in te Plaats de gevarendriehoek op de weg om grijpen bij noodsituaties. naderende voertuigen te waarschuwen in geval van nood, bijvoorbeeld wanneer Brandblusser de auto langs de weg is geparkeerd Als er een kleine brand is en u weet hoe vanwege problemen.
Pagina 613
Noodsituaties De auto is uitgerust met een apparaat* dat verbonden is met het pan-Europese eCall- systeem voor noodoproepen naar hulpdiensten. Het pan-Europese eCall-systeem doet automatisch een noodoproep bij een verkeersongeval of andere** calamiteiten op de Europese wegen (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) Het systeem maakt het mogelijk om verbinding te maken met een hulpverlener van de noodhulpdienst in geval van ongevallen in het verkeer van Europa (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem).
Pagina 614
Het pan-Europese eCall-apparaat in de gebruikershandleiding verwijst naar apparatuur die in de auto geïnstalleerd is en die verbinding kan maken met het pan-Europese eCall- systeem. ** "Andere calamiteiten" betekent elk ongeval op de Europese wegen (alleen in landen met wetgeving voor dit systeem) dat tot letsel bij mensen leidt/hulp noodzakelijk maakt.
Pagina 615
Noodsituaties Wanneer de gegevens die in het pan-Europese eCall-systeem opgeslagen zijn, worden doorgegeven aan het reddingsteam om de bestuurder en passagiers de juiste hulp te verlenen, worden de gegevens gewist zodra de reddingsoperatie voltooid is. Beschrijving van het eCall-systeem in het voertuig (voor Europa) Antenne Antenne Toets SOS...
Pagina 616
Informatie over (1) Richtlijn 95/46/EC van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober gegevensverwerking 1995 betreffende de bescherming van (voor Europa) natuurlijke personen in verband met Elke verwerking van persoonsgegevens de verwerking van persoonsgegevens door het op de 112-dienst en betreffende het vrije verkeer van gebaseerde eCall-boordsysteem is in die gegevens (OJ L 281, 23.11.1995, p.
Pagina 617
Noodsituaties Het eCall-systeem voor noodnummer 112 Pan-Europees eCall-systeem in het voertuig is zo ontworpen dat de (voor Europa) gegevens in het interne geheugen van het systeem automatisch en doorlopend worden verwijderd. De gegevens over de voertuiglocatie worden in het interne geheugen van het systeem doorlopend overschreven, waardoor er altijd maximaal drie van de laatste actuele locaties van het voertuig...
Pagina 618
Automatische ongevalsmelding (voor Europa) ONX4E080030 Het Pan-Europese eCall-apparaat doet automatisch een noodoproep naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) om bij een verkeersongeval de juiste reddingsdiensten in te zetten. Voor de juiste noodhulpdiensten en ondersteuning stuurt het pan-Europese eCall- systeem bij het waarnemen van een verkeersongeval automatisch de gegevens naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP).
Pagina 619
Noodsituaties Handmatige ongevalsmelding (voor Europa) ONX4E080031 De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep doen naar de publieke noodoproepcentrale (PSAP, Public Safety Answering Point) door op de SOS-toets te drukken om de noodhulpdiensten te waarschuwen. Een oproep naar de noodhulpdiensten via het pan-Europese eCall-systeem kan worden geannuleerd door nogmaals op de SOS-toets te drukken voordat de verbinding tot stand is gebracht.
Pagina 620
Laat het pan-Europese eCall- systeem onmiddellijk nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. Anders hebt u niet de garantie dat het apparaat met het pan-Europese eCall- systeem in uw auto goed functioneert.
Pagina 622
9. Onderhoud Motorruimte ...................... 9-3 Onderhoudswerkzaamheden ................9-4 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ..............9-4 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud uitgevoerd door eigenaar ......9-4 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ....... 9-5 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ...9-5 Uitleg bij onderhoudsschema ................9-7 Motorolie ......................9-9 Motoroliepeil controleren ...................
Pagina 623
Accu ......................... 9-22 Voor een optimale werking van de accu ..............9-23 Accucapaciteitsticker ....................9-24 Accu laden ........................9-24 Te resetten onderdelen ....................9-25 Banden en wielen ................... 9-26 Onderhoud van de banden ..................9-26 Aanbevolen bandenspanning koud ................9-26 Bandenspanning controleren ..................9-27 Wielen verwisselen ....................9-28 Uitlijnen en balanceren van de wielen ..............9-29 Banden vervangen .....................9-29 Velgen vervangen ......................
Pagina 624
MOTORRUIMTE Smartstream G1.6 T-GDi HEV / Smartstream G 1.6 T-GDi PHEV De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. ONX4PH091001N 1. ECU 7. Vuldop motorolie 2. Expansievat motorkoelvloeistof 8. Peilstok motorolie 3. Dop expansievat motorkoelvloeistof 9. Ruitenwisservloeistofreservoir 4.
Pagina 625
Dit hoofdstuk bevat alleen officiële HYUNDAI-dealer. Een officiële instructies voor de onderhoudspunten HYUNDAI-dealer voldoet aan de hoge die eenvoudig kunnen worden kwaliteitseisen van HYUNDAI en krijgt uitgevoerd. technische ondersteuning van HYUNDAI...
Pagina 626
DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN We raden aan dat de eigenaar of een WAARSCHUWING officiële HYUNDAI-dealer onderstaande Het uitvoeren van controles volgens het aangegeven onderhoudswerkzaamheden aan interval uitvoert om een veilige en een auto kan gevaarlijk zijn. Als u...
Pagina 627
Onderhoud Tijdens het rijden: Ten minste tweemaal per jaar: (bijvoorbeeld elk voorjaar en najaar) Let op veranderingen in het uitlaatgeluid en let erop dat u in het Controleer de radiateurslangen en interieur geen uitlaatgassen ruikt. de slangen van de verwarming en de airconditioning op lekkage en Controleer op trillingen in het beschadigingen.
Pagina 628
Wij adviseren u contact op te nemen met Onder normale gebruiksomstandigheden een officiële HYUNDAI-dealer voor hulp. hoeft de automatische- transmissievloeistof niet gecontroleerd te worden. We bevelen aan de automatische- transmissievloeistof door een officiële HYUNDAI-dealer te laten verversen volgens het onderhoudsschema.
Pagina 629
Controleer de leidingen en aansluitingen remschijven op overmatige slijtage. van de airconditioning op lekkage en Controleer de remklauwen op eventuele beschadigingen. vloeistoflekkage Raadpleeg de HYUNDAI-website voor Cardanas meer informatie over het controleren van de slijtagelimiet van de remblokken of Controleer de cardanas, hoezen, remvoeringen.
Pagina 630
MOTOROLIE Motoroliepeil controleren Motorolie dient voor het smeren, koelen en bedienen van diverse hydraulische onderdelen van de motor. Het is normaal dat er tijdens het rijden motorolie wordt verbruikt en u moet de motorolie regelmatig nakijken en bijvullen. U moet ook binnen het aanbevolen onderhoudsschema het oliepeil nakijken en bijvullen om te voorkomen dat de oliekwaliteit afneemt.
Pagina 631
We adviseren u de motorolie te laten verversen en het filter te OPMERKING laten vervangen door een officiële De motorolie is direct na het rijden HYUNDAI-dealer overeenkomstig het zeer heet en kan bij het verversen onderhoudsschema in het begin van brandwonden veroorzaken. Ververs dit hoofdstuk.
Pagina 632
PHEV laag is, raden we aan het te Koelvloeistofpeil controleren laten bijvullen door een officiële HYUNDAI-dealer/servicepartner. Motorkoelvloeistof Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is, adviseren we u naar een officiële HYUNDAI-dealer te gaan om het koelsysteem te laten controleren. Dop motorkoelvloeistof ONX4H090004 Inverterkoelvloeistof ONX4H090006 Inverterkoelvloeistofdop...
Pagina 633
Onderhoud WAARSCHUWING - WAARSCHUWING Inverterkoelvloeistof voor PHEV Het toevoegen van andere koelmiddelen of water kan de werking van het inverterkoelsysteem verslechteren of zelfs verhinderen. WAARSCHUWING Verwijder nooit de dop van de motorkoelvloeistof en/of de dop van de De elektromotor van de koelventilator omvormerkoelvloeistof of kan blijven draaien of opstarten de aftapplug wanneer de...
Pagina 634
We adviseren u de koelvloeistof te Een onjuist koelvloeistofmengsel laten verversen door een officiële kan ernstige storingen of schade HYUNDAI-dealer overeenkomstig het aan de motor of het hybride systeem onderhoudsschema in het begin van dit veroorzaken. hoofdstuk.
Pagina 635
Starter & Generator (HSG). met de slijtage van de remvoeringen. Als het vloeistofpeil extreem laag is, adviseren we u het remsysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. WAARSCHUWING Als het remsysteem vaak moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een lek in het remsysteem.
Pagina 636
Ruitensproeiervloeistofniveau WAARSCHUWING controleren Let op dat er geen remvloeistof in contact komt met uw ogen. Als remvloeistof in contact komt met uw ogen, spoel uw ogen dan gedurende ten minste 15 minuten met schoon water en raadpleeg onmiddellijk een arts. OPMERKING Zorg ervoor dat remvloeistof niet in contact komt met het lakwerk...
Pagina 637
Zorg om schade aan de motor te voorkomen dat bij het verwijderen van het luchtfilter geen stof en vuil in de luchtinlaat komen. Bij het vervangen van onderdelen adviseren we u deze aan te schaffen bij een officiële HYUNDAI-dealer. 9-16...
Pagina 638
Controle filter Het interieurluchtfilter moet worden vervangen volgens het onderhoudsschema. Als de auto gedurende lange tijd in steden met ernstige luchtvervuiling of op ruige, stoffige wegen wordt gebruikt, moet het filter vaker worden gecontroleerd en eerder worden vervangen. Vervang het interieurluchtfilter door de onderstaande procedure te volgen en zorg ervoor dat u ONX4090010...
Pagina 639
Onderhoud RUITENWISSERBLADEN Controle bladen Vervangen van bladen Verontreiniging van de voorruit of de Als de ruitenwissers de ruit niet langer ruitenwisserbladen door bepaalde goed schoonmaken, kan het zijn dat ze substanties kan het effect van de versleten of gescheurd zijn en dienen ze ruitenwissers verminderen.
Pagina 640
Servicestanden ruitenwisser voorruit ONX4E090063 1. Trek de ruitenwisserarm omhoog. ONX4090038 Dit voertuig heeft een „verborgen“ ruitenwisserontwerp, wat betekent dat de wissers niet opgetild kunnen worden als ze in de onderste ruststand staan. 1. Binnen 20 seconden na het uitschakelen van de motor, tilt u de wisserhendel op naar de MIST positie (of naar beneden, naar de V-stand) en houdt hem ongeveer 2 seconden...
Pagina 641
Onderhoud Achterruitwisserblad vervangen Verplaats de achterruitenwisser naar het midden en naar onderen en til de ruitenwisserarm op. Trek aan het ruitenwisserblad om het te verwijderen. ONX4090040 2. Trek de ruitenwisserarm omhoog. ONX4090039 1. Binnen 20 seconden na het uitschakelen van het contact verplaatst u de bedieningshendel van de ruitenwisser omlaag in de stand MIST en houdt u hem 2 seconden...
Pagina 642
De ruitenwisserbladen trekken. dienen ook te worden schoongeveegd als er vet of was op Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer om is aangebracht. schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. 9-21...
Pagina 643
Onderhoud Bij het optillen van een accu met WAARSCHUWING een kunststof behuizing kan door Om ERNSTIG of DODELIJK LETSEL van overmatige druk accuzuur naar uzelf of omstaanders te voorkomen, buiten komen, waardoor de accu volg altijd deze voorzorgsmaatregelen kan lekken. Houd bij het optillen uw als u in de buurt van de accu werkt of ze handen aan de zijkant van de accu.
Pagina 644
Vul niet teveel water bij in de accucellen. De accu of andere onderdelen kunnen daardoor roesten. Sluit ten slotte de celdop zorgvuldig. We raden u echter aan om contact op te nemen met een erkende HYUNDAI-dealer voor beter onderhoud van de accu. 9-23...
Pagina 645
Schakel vóór het uitvoeren van OTM090064L onderhoudswerkzaamheden aan de 1. MF68L-DIN : De HYUNDAI accu of het laden van de accu alle modelnaam van de accu elektrische verbruikers uit en zet de 2. 12 V : De nominale spanning motor af.
Pagina 646
Ruit automatisch omhoog/omlaag (zie Bij het vervangen van de AGM-accu hoofdstuk 5) adviseren we u om wisselstukken Zonnedak (zie hoofdstuk 5) van een officiële HYUNDAI-dealer te gebruiken. Tripcomputer (zie hoofdstuk 5) Open of verwijder de deksel van de Verwarmings- en ventilatiesysteem accu niet.
Pagina 647
Onderhoud BANDEN EN WIELEN Onderhoud van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale Door een defecte band kunt u de levensduur van de banden en een controle over de auto verliezen en een zo laag mogelijk brandstofverbruik, ongeval veroorzaken. Om de kans op moet u de banden steeds op de ERNSTIG LETSEL te beperken, moeten aanbevolen spanning houden en mag...
Pagina 648
Schroef de ventieldopjes terug op de HYUNDAI-dealer. bandventielen. Zonder het ventieldopje Een te hoge bandenspanning kan er vuil of vocht in het ventiel komen, heeft een negatieve invloed op wat kan leiden tot luchtlekkage.
Pagina 649
Wielen verwisselen Informatie Om de banden zo gelijkmatig mogelijk De buiten- en binnenkant van een te laten slijten, adviseert HYUNDAI de asymmetrische band is duidelijk banden volgens het onderhoudsschema, waarneembaar. Wanneer u een of eerder te roteren als de slijtage asymmetrische band installeert, moet u onregelmatig verloopt.
Pagina 650
Slijtage-indicator Banden worden in de loop van de tijd slechter, zelfs als ze niet worden gebruikt. Ongeacht het resterende loopvlak adviseert HYUNDAI de banden te vervangen wanneer ze zes (6) jaar zijn gebruikt. Warmte veroorzaakt door warme klimaten of veelvuldig hoge belastingen kan het verouderingsproces versnellen.
Pagina 651
Onderhoud Band compact reservewiel Velgen vervangen vervangen Als u om de een of andere reden (indien van toepassing) de velgen wilt vervangen, dient u De levensduur van een reserveband is erop te letten dat de nieuwe velgen korter dan die van een conventionele gelijkwaardig zijn aan de originele velgen band.
Pagina 652
Label op de wang van de band Voorbeeld aanduiding bandenmaat: (Deze maat dient slechts ter illustratie; de Deze informatie bestaat uit de bandenmaat van uw auto is afhankelijk basiseigenschappen van de van de uitvoering.) band en het identificatienummer voor veiligheidscertificatie. Het 235/60R18 102H identificatienummer kan worden gebruikt om de band te identificeren bij...
Pagina 653
Onderhoud 4. Structuur en materiaal van de Snelheidsclassificatie banden band Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest gebruikelijke Het aantal lagen van rubber-bekleed snelheidsclassificaties voor weefsel in de band. Bandenfabrikanten banden voor personenwagens. De moeten ook de materialen in de band snelheidsclassificatie is onderdeel van aangeven, waaronder staal, nylon, de bandenmaataanduiding op de wang...
Pagina 654
7. Uniforme kwaliteitsaanduiding Grip - AA, A, B en C voor banden Er zijn drie gripclassificaties, van hoog naar laag AA, A, B en C. De Kwaliteitsgradaties vindt u, indien van gripclassificatie geeft aan in hoeverre de toepassing, op de zijkant van de band banden op een nat wegdek doorglijden tussen de schouder van het loopvlak en bij het maken van een noodstop,...
Pagina 655
50 bij banden met een kleine Als een band hard wordt geraakt, hoogte-/breedteverhouding. raden we aan de band te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- Aangezien banden met een kleine dealer of bandenspecialist. hoogte-/breedteverhouding zijn geoptimaliseerd voor weggedrag en...
Pagina 656
Als de vervangende zekering ook doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing. Gebruik het betrokken systeem niet. We adviseren u onmiddellijk contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Informatie Er worden drie typen zekeringen gebruikt: een plat type voor lagere...
Pagina 657
Vervangen zekering dashboard dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit. Bij loszitten adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Als u geen reservezekering hebt, kunt u in een noodgeval een zekering van een...
Pagina 658
5. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit. Bij loszitten adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. 9-37...
Pagina 659
Onderhoud Beschrijving zekering-/relaiskast Informatie Zekeringkast in het dashboard Niet alle beschrijvingen van de (Hybride voertuig/Plug-inhybride zekeringkasten in deze handleiding zijn voertuig) mogelijk van toepassing op uw auto; de informatie is correct op het moment van drukken. Raadpleeg het label van de zekeringkast wanneer u de zekeringkast van uw auto controleert.
Pagina 660
Zekeringkast in het dashboard Naam Stroomsterkte Beveiligd circuit zekering zekering Relais supervergrendeling, diagnosestekker, DR Lock 20 A vergrendel-/ontgrendelrelais portier Hoofdschakelaar ruitbediening, schakelaar P/WDW RH 25 A ruitbediening passagierszijde (links) Hoofdschakelaar ruitbediening, schakelaar P/WDW LH 25 A ruitbediening passagierszijde (rechts) Seat Warmer 20 A Stoelverwarmingsmodule achter...
Pagina 661
Onderhoud Naam Stroomsterkte Beveiligd circuit zekering zekering Sunroof1 20 A Schuifdakmodule (glaspaneel) IBU2 10 A IBU, Contactslot Module elektrisch bediende ruit met Safety klembeveiliging bestuurder (rechtse besturing)/ 25 A Window LH voorpassagier (linkse besturing), module elektrisch bediende ruit met klembeveiliging links achter Relais in-/uitklappen buitenspiegels, sensor Rear Occupant Alert (achterbank-passagier- alarm - ROA), IMS-regelmodule bestuurder,...
Pagina 662
Naam Stroomsterkte Beveiligd circuit zekering zekering E-Call-eenheid, audio, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, versterker, audiotoetsenbord, Module1 10 A toetsenbord video- en navigatiesysteem, IBU, BMS, motor ADAS-unit (Parkeren), schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegels Module6 10 A Schakelaar middenconsole, EPB-schakelaar IBU1 7,5 A Stoelverwarmingsmodule voor/achter, E-Call- eenheid, versterker, IMS-module bestuurder, aircoregelaar voor/achter, audio, hoofdunit audio-, Module5...
Pagina 663
Onderhoud Zekeringkast motorruimte (Hybride Informatie voertuig/Plug-inhybride voertuig) Niet alle beschrijvingen van de zekeringkasten in deze handleiding zijn mogelijk van toepassing op uw auto; de informatie is correct op het moment van drukken. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert.
Pagina 664
Plug-inhybride voertuig ONX4EPH091004L 9-43...
Pagina 665
Onderhoud Zekeringkast motorruimte Stroomsterkte Naam zekering Beveiligd circuit zekering MDPS-unit (stuurkolomtype-80A) / MDPS-unit MDPS 80 A/100 A (tandheugeltype-100A) C/FAN 80 A Motor koelventilator Verbindingsblok ICU (IPS01, IPS02, IPS03, 60 A IPS04, IPS05) Verbindingsblok ICU (hoofdrelais elektrisch 60 A bedienbare ruiten - F2, F3, F5, F6, F8, F9, F11, F12, F18, F15) CVVD 50 A...
Pagina 666
Stroomsterkte Naam zekering Beveiligd circuit zekering IEB3 40 A IEB-eenheid Rear Defogger 40 A E/R-aftakblok (relais 14) Trailer1 50 A Aanhangerstekkereenheid Verbindingsblok ICU (langdurige 50 A ladingvergrendelingsrelais, zekering: F1, F4, F14, F17, F20, F21, F24, F27) IEB2 60 A IEB-eenheid IEB1 60 A IEB-eenheid...
Pagina 667
Onderhoud Zekeringkast motorruimte (PCB blok) Naam Stroomsterkte Beveiligd circuit zekering zekering 30 A Relaiskast PCB (relais PDM (IG1)) 30 A Relaiskast PCB (relais PDM (IG2)) ECU3 10 A Regelaar CVVD, motor-ECU TCU2 15 A TCM, OPU IEB4 10 A IEB-eenheid Module 7,5 A Elektronische waterpomp (motor)
Pagina 668
Naam Stroomsterkte Beveiligd circuit zekering zekering Sensor4 10 A E/R-aftakblok (relais 7) Oliedrukregelklep #1~#2, magneetklep dampafvoer, magneetklep RCV (regelaar Sensor3 10 A recirculatieklep), variabele oliepomp, motor koelventilator B/Horn 15 A PCB-blok (relais claxon alarmsysteem) MDPS2 10 A MDPS-unit (tandheugeltype) Sensor5 15 A Actieve dampafvoer Horn...
Pagina 669
Onderhoud LAMPEN We bevelen aan dat u een officiële Informatie - Droogelement HYUNDAI-dealer raadpleegt voor het koplamp (indien van vervangen van de meeste lampen van de auto. Het is moeilijk om lampen van toepassing) de auto te vervangen, omdat andere...
Pagina 670
Als de lamp echter dooft na het kortstondig flikkeren of blijft knipperen, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. De parkeerverlichting gaat mogelijk niet branden als de verlichtingsschakelaar in de parkeerlichtstand wordt gezet, maar...
Pagina 671
Dagrijverlichting/parkeerlicht (LED) Koplamp Als de LED-lamp niet werkt, adviseren we u het systeem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. De LED-lampen kunnen niet afzonderlijk worden vervangen, omdat ze een geïntegreerde eenheid vormen. De LED- lampen moeten samen met de lichtunit worden vervangen.
Pagina 672
Type C (LED) - N line WAARSCHUWING ONX4EN091004L (1) Koplamp (Dimlicht) OLMB073042L (2) Koplamp (Grootlicht) Behandel halogeenlampen (3) Statische bochtverlichting/koplamp voorzichtig. Halogeenlampen (Grootlicht) bevatten gas onder druk, zodat er (4) Dagrijverlichting/parkeerlicht kleine glasdeeltjes vrijkomen die letsel kunnen veroorzaken als de (5) Richtingaanwijzer lamp breekt.
Pagina 673
Als de LED-lamp niet werkt, adviseren Type A Type B we u het systeem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. De LED-lampen kunnen niet afzonderlijk worden vervangen, omdat ze een geïntegreerde eenheid vormen. De LED- lampen moeten samen met de lichtunit worden vervangen.
Pagina 674
Afstelpunt Halogeenlamp LED-lamp ONX4EH090005/ONX4EH090004 H1 : Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (Dimlicht) H2 : Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (Grootlicht) W1 : Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (Dimlicht) W2 : Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (Grootlicht) Staat van de auto Type lamp W/W2...
Pagina 675
Onderhoud Dimlicht (auto's met linkse besturing) Op basis van 10m-scherm OJX1099064L [1] : Verticale lijn door middelpunt van linker koplamp [2] : Auto-as [3] : Verticale lijn door middelpunt van rechter koplamp [4] : Horizontale lijn door middelpunt van de koplamp [5] : Begrenzingslijn [6] : 100 [7] : W1 (Dimlicht)
Pagina 676
ONX4E090071R Als de LED-lamp (1) niet werkt, adviseren (1) Achterlicht we u het systeem te laten nakijken door (2) Achterlicht/remlicht een officiële HYUNDAI-dealer. (3) Richtingaanwijzer De LED-lampen kunnen niet afzonderlijk (4) Achteruitrijlicht (indien van worden vervangen, omdat ze een toepassing) of mistlamp (indien van geïntegreerde eenheid vormen.
Pagina 677
Onderhoud ONX4090045 ONX4E090074R 6. Verwijder de lamp uit de fitting door Achterlicht (Binnen) de lamp in te drukken en deze linksom 1. Zet de motor uit. te draaien tot de nokjes van de lamp 2. Open de achterklep. in lijn liggen met de uitsparingen van 3.
Pagina 678
7. Plaats de fitting in de lichtunit door de Richtingaanwijzer nokjes op de fitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de lichtunit. Duw de fitting in de lichtunit en draai de fitting rechtsom. 8. Plaats de lampunit terug in de carrosserie.
Pagina 679
Achterlicht/remlicht, achterlicht toepassing) Als de LED-lamp niet werkt, adviseren we u het systeem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. De LED-lampen kunnen niet afzonderlijk worden vervangen, omdat ze een geïntegreerde eenheid vormen. De LED- lampen moeten samen met de lichtunit worden vervangen.
Pagina 680
2. Haal de borgclips onder de bumper en Als de LED-lamp (1) niet werkt, adviseren we u het systeem te laten nakijken door de schroeven op de wielkuip. een officiële HYUNDAI-dealer. 3. Duw de wielkuip onder de bomper De LED-lampen kunnen niet afzonderlijk naar de auto toe.
Pagina 681
OLF077071 Als de LED-lamp niet werkt, adviseren we u het systeem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. De LED-lampen kunnen niet afzonderlijk worden vervangen, omdat ze een geïntegreerde eenheid vormen. De LED- lampen moeten samen met de lichtunit worden vervangen.
Pagina 682
Kaartleeslampje, interieurverlichting, zonneklepverlichting en het (gloei) lampje van de bagageruimte Interieurverlichting Verlichting zonneklep ODN8089036 OJS078041 Leeslampje Bagageruimteverlichting ONX4E090056 ONX4E090073R 1. Wrik de lens met een platte schroevendraaier voorzichtig l os uit het huis van de interieurverlichting. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3.
Pagina 683
Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR Onderhoud exterieur Wassen met hogedrukreiniger Houd bij gebruik van een Als u uw auto parkeert in de buurt van hogedrukreiniger voldoende afstand een roestvrijstalen bord of glazen gevel, van de auto. kunnen de kunststof onderdelen aan de buitenkant van de auto, zoals een bum- Onvoldoende afstand of overmatige per, spoiler, sierlijst, lamp of buitenspie-...
Pagina 684
OPMERKING OPMERKING Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, oplosmiddelen of te heet water en was de auto niet in de volle zon of wanneer de carrosserie warm is. Wees voorzichtig bij het reinigen van de zijruiten van uw auto. Vooral bij het gebruik van een hogedrukreiniger kan water in het interieur terechtkomen.
Pagina 685
Als het voertuig beschadigd is en herschilderd moet worden, raden wij u aan de auto te laten onderhouden en repareren door een officiële HYUNDAI- dealer. Wees erg voorzichtig, het is niet eenvoudig om dezelfde kwaliteit te behalen met een herstel.
Pagina 686
Onderhoud van verchroomde Onderhoud van de onderzijde onderdelen Zand en pekel kunnen zich ophopen aan de onderzijde van de carrosserie. Als Gebruik een teerverwijderaar en geen deze materialen niet verwijderd worden, schraper of ander scherp voorwerp kan versneld roestvorming optreden voor het verwijderen van teer of aan onderdelen aan de onderzijde van insecten.
Pagina 687
Roestvorming wordt tegen te gaan, produceert HYUNDAI bijvoorbeeld bevorderd door een hoge auto's van de hoogste kwaliteit. Dat luchtvochtigheid, met name als de is echter niet genoeg. Om ervoor te...
Pagina 688
Houd uw garage vochtvrij Voorkomen van roest Houd uw voertuig schoon Parkeer uw auto niet in een vochtige, slecht geventileerde garage. Dit is de De beste manier om roest tegen te gaan perfecte omgeving voor roestvorming. is uw voertuig schoon te houden en vrij Dit geldt met name als u uw auto in de van agressieve stoffen.
Pagina 689
Onderhoud OPMERKING Lederen bekleding (indien van toepassing) Kenmerken van stoelleder Zorg ervoor dat water en andere vloeistoffen nooit in contact komen - Leder is gemaakt van de huid met elektrische/elektronische van een dier, die via een speciaal componenten in de auto omdat ze proces gereed wordt gemaakt dan beschadigd kunnen raken.
Pagina 690
Leren stoelen verzorgen - Olie - Stofzuig de stoel regelmatig Verwijder olie direct met om stof en zand van de stoel te een absorberende doek en verwijderen. Dit voorkomt slijtage of veeg de vervuilde plek af met beschadiging van het leder en zorgt vlekkenverwijderaar die speciaal is voor behoud van de kwaliteit.
Pagina 691
Om de goede werking van de terechtkomen. emissieregelsystemen te waarborgen, raden we u aan uw auto door een Koolstoffilter officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren en onderhouden volgens het De brandstofdampen die vrijkomen in onderhoudsschema in deze handleiding. de brandstoftank worden geabsorbeerd en opgeslagen in een reservoir.
Pagina 692
3. Emissieregelsysteem Voorzorgsmaatregelen katalysator (indien van toepassing) Het emissieregelsysteem is een uiterst effectief systeem dat de uitstoot van schadelijke stoffen tot een minimum WAARSCHUWING beperkt zonder dat dit ten koste gaat van Het uitlaatsysteem en de katalysator de prestaties. zijn zeer heet wanneer de motor draait Als de motor afslaat of niet wil en onmiddellijk daarna.
Pagina 693
GPF- Wanneer de brandstof opraakt, kan systeem te laten controleren door een de motor overslaan, waardoor de officiële HYUNDAI-dealer. katalysator beschadigd raakt. Als het GPF-controlelampje gedurende langere tijd knippert, kan het GPF- Benzinedeeltjesfilter (GPF)
Pagina 694
ACTIVERINGSMODUS VAN DE MOTOR Als de motor moet blijven draaien terwijl 2. Het lampje ' ' in het de auto stilstaat om de emissiewaarden instrumentenpaneel knippert wanneer van de uitlaatgassen te controleren of de geforceerde activeringsmodus om onderhoud aan de auto uit te voeren, van de motor actief is.
Pagina 697
Index Aanvullend veiligheidssysteem ................3-49 Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid .... 3-66 Hoe werkt het airbagsysteem? ................ 3-56 Onderhoud aanvullend veiligheidssysteem ............. 3-65 Plaats geen kinderzitje op de voorpassagiersstoel .......... 3-60 Waarom werd de airbag bij een aanrijding niet geactiveerd? ......3-60 Waarschuwingslabel airbag ................
Pagina 698
Als u een lekke band hebt (met bandenreparatieset) ...........8-25 Aanwijzingen voor een veilig gebruik van de Tire Mobility Kit ....8-26 Bandenspanning controleren ................8-31 Gebruik van de Tire Mobility Kit..............8-28 Inleiding ......................8-25 Onderdelen van de bandenreparatieset ............8-27 Antidiefstalsysteem....................5-19 Automatische transmissie ..................6-14 Bediening automatische transmissie ...............
Pagina 699
Index Gevaren airbag ....................3-2 Houd uw auto in een veilige conditie ..............3-3 Pas uw snelheid aan ..................3-3 Belastingsindex en snelheidsindex banden (voor Europa) ........2-23 Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA, Botsingsvermijding blinde hoek) .............7-38 Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Botsingsvermijding dode hoek) ..7-40 Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Botsingsvermijding dode hoek) ..
Pagina 701
Index Geïntegreerde rijmodusregeling ................6-52 Handmatige snelheidslimietregeling (MSLA) .............7-58 Werking van Handmatige snelheidslimietregeling ........7-58 High Beam Assist (HBA) ...................5-63 High Beam Assist bediening ................5-64 High Beam Assist instellingen ................ 5-63 Storingen en beperkingen van de High Beam Assist ........5-64 Highway Driving Assist (Rijhulp voor op de snelweg, HDA) ......7-107 Instellingen Rijhulp op de snelweg ...............
Pagina 702
Integrated Memory System (Geïntegreerd geheugensysteem) ......5-20 Het systeem resetten ..................5-21 Instapfunctie ....................5-22 Standen in het geheugen opslaan ..............5-20 Standen oproepen uit het geheugen..............5-21 Intelligent speed limit assist (ISLA) ..............7-61 Instellingen Intelligent Speed Limit Assist ............. 7-61 Storingen en beperkingen van de Intelligent Speed Limit Assist ....
Pagina 703
Index Lane Following Assist (LFA - Rijstrook volgen) ..........7-103 Instellingen Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen) ...... 7-103 Storingen en beperkingen van de Lane Following Assist ......7-106 Werking van de Lane Following Assist............7-104 Lane Keeping Assist (LKA, Rijvakassistentie) ...........7-31 Instellingen Lane Keeping Assist (Rijvakassistentie) ........
Pagina 704
Navigation-Based Smart Cruise Control (NSCC) ..........7-96 Beperkingen van de Navigation-based Smart Cruise Control ......7-99 Instellingen Slimme cruisecontrol op basis van navigatie ......7-96 Werking van Navigation-Based Smart Cruise Control ........7-97 Nooduitrusting ....................8-37 Bandenspanningsmeter ................... 8-37 Brandblusser ....................8-37 EHBO-doos .....................
Pagina 706
Remsysteem ......................6-22 Antiblokkeersysteem (ABS) ................6-31 Auto Hold-functie ................... 6-28 Brake Assist System (BAS) ................6-39 Downhill Brake Control (DBC) ..............6-39 Elektronische parkeerrem (EPB)..............6-23 Elektronische stabiliteitsregeling (Electronic Stability Control-ESC) .... 6-33 Emergency Stop Signal (ESS) (Noodstopsignaal) .......... 6-37 Goede remgewoonten..................
Pagina 707
Index Vloeiend nemen van bochten ................6-55 Voorkomen dat de auto over de kop slaat ............6-57 Ruiten ........................5-30 Elektrisch bedienbare ruiten ................5-31 Ruitensproeiervloeistof ..................9-15 Ruitensproeiervloeistofniveau controleren ............. 9-15 Ruitenwisserbladen ....................9-18 Controle bladen ....................9-18 Vervangen van bladen ..................9-18 Ruitenwissers en ruitensproeiers .................5-70 Achterruitenwisser en -sproeier ..............
Pagina 709
Index Multi Terrain Control ..................6-43 Multi Terrain Control-modus ................6-43 Voorkomen dat de auto over de kop slaat ............6-49 Voertuigcertificatielabel ..................2-26 Voertuiggewicht ....................6-72 Overbeladen ....................6-72 Voertuigidentificatienummer (VIN) ..............2-26 Voertuiginstellingen (voor voertuigen met een infotainmentsysteem) ....4-56 Instellingen voor uw voertuig ................ 4-56 Vóór het rijden .......................6-4 Voor het instappen .....................