Voor meer informatie, zie "Drive-stand
geïntegreerd regelsysteem" verder in
dit hoofdstuk.
Schakelblokkeersysteem
Voor uw veiligheid beschikt de
automatische transmissie over een
schakelblokkeersysteem dat voorkomt
dat de transmissie uit stand P (Parkeren)
of N (Neutraal) naar stand R (Achteruit)
of D (Rijden) verschuift, tenzij het
rempedaal wordt ingeduwd.
De transmissie vanuit stand P (Parkeren)
in stand R (Achteruit) zetten:
1. Houd het rempedaal ingetrapt.
2. Start de motor.
3. Trap het rempedaal in en druk de R
(Achteruit) knop in.
Wanneer de accu leeg is:
U kunt de selectiehendel niet bewegen
wanneer de accu leeg is.
Doe in noodgevallen het volgende om
de selectiehendel naar N (Neutraal) te
bewegen op een vlakke ondergrond.
1. Sluit de accukabels van een ander
voertuig of van een andere accu aan
op de hulpaccu-aansluitingen in de
motorruimte.
Zie "Starten met hulpaccu" in
hoofdstuk 8 voor meer informatie.
2. Schakel de parkeerrem uit terwijl
de toets Engine Start/Stop (Motor
starten/stoppen) op ON staat.
3. Schakel naar N (Neutraal) stand
verwijs naar de „Stay in Neutral when
vehicle is Off" - Blijf in neutraalstand
als het voertuig uit staat in dit
hoofdstuk.
Parkeren
Breng de auto altijd volledig tot stilstand
en blijf het rempedaal ingedrukt
houden. Zet de selectiehendel in stand P
(Parkeren), activeer de parkeerrem en zet
het contact in stand LOCK/OFF. Neem de
Key mee wanneer u de auto verlaat.
De versnelling verandert in de
volgende omstandigheden voor de
veiligheid automatisch naar de P
(Parkeren) stand.
- Als de bestuurder de gordel
llosmaakt en het portier aan de
bestuurderskant opent in „Stay
in Neutral when vehicle is Off"
toestand of met het contact op ON
- Als de motor wordt afgezet met
R (Achteruit)/D (Rijden) of N
(Neutraal) stand
Dit is een extra functie voor de veiligheid.
Kijk altijd of er naar de P (Parkeren) stand
is geschakeld.
WAARSCHUWING
Wanneer u in de auto blijft terwijl de
motor draait, zorg er dan voor dat u het
gaspedaal niet gedurende langere tijd
ingetrapt houdt. Anders kan de motor
of het uitlaatsysteem oververhit raken
en kan er brand ontstaan.
Het uitlaatgas en het uitlaatsysteem
zijn zeer heet. Blijf uit de buurt van de
onderdelen van het uitlaatsysteem.
Stop of parkeer de auto nooit boven
brandbare materialen zoals droog gras,
papier, bladeren, enz. Deze zouden
vlam kunnen vatten, waardoor er brand
zou kunnen ontstaan.
06
6-17