Rijden met uw auto
WAARSCHUWING
Om het risico op ERNSTIG of DODELIJK
LETSEL te beperken:
Rijd niet met de auto in
omstandigheden waarvoor hij niet
is ontworpen, zoals zware off-road
omstandigheden.
Pas uw snelheid aan voordat u een
bocht aansnijdt of gaat keren.
Maak geen plotselinge
stuurbewegingen bij het wisselen
van rijbaan of bij het nemen van
snelle, scherpe bochten.
De kans dat de auto over de kop slaat
wanneer u de macht over het stuur
verliest, is veel groter bij hogere
snelheden.
Meestal verliest de bestuurder de
macht over de auto wanneer twee of
meer wielen van de weg raken en de
bestuurder het stuur omgooit om de
auto weer de weg op te sturen.
Gooi het stuur niet om wanneer uw
auto van de weg raakt. Rem in plaats
daarvan af en stuur de auto rustig
terug de rijbaan op.
6-44
OPMERKING
Rijd niet door water dat hoger staat
dan de onderkant van het voertuig.
Controleer de werking van de
remmen nadat u door modder
of water bent gereden. Trap het
rempedaal enkele malen in terwijl
u traag rijdt totdat u voelt dat de
remmen weer normaal werken.
Verkort uw geplande
onderhoudsintervals als u op
onverhard terrein rijdt door zand,
modder of water en dergelijke (zie
'Onderhoud bij gebruik onder zware
omstandigheden' in hoofdstuk 9).
Was uw auto altijd grondig na het
rijden op onverhard terrein, met
name de onderkant van het voertuig.
Zorg ervoor dat op de auto vier
banden van hetzelfde type en
afmeting zijn gemonteerd.
Zorg ervoor dat een full time voertuig
met vierwielaandrijving gesleept
wordt door een vlakke sleepwagen.