WAARSCHUWING
Wanneer de buitentemperatuur
beneden het vriespunt is, verwarm
de voorruit dan ALTIJD door deze
te ontwasemen om te voorkomen
dat de ruitensproeiervloeistof op de
ruit bevriest en uw zicht belemmert,
waardoor een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg kan ontstaan.
OPMERKING
Gebruik de ruitensproeiers niet
wanneer het reservoir leeg
is, om beschadiging van de
ruitensproeierpomp te voorkomen.
Schakel de ruitenwissers niet in als
de ruit droog is om beschadiging
van de wissers en de voorruit te
voorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit
met de hand te bewegen,
om beschadiging van de
ruitenwisserarmen en van andere
onderdelen te voorkomen.
Gebruik om mogelijke schade
aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem te
voorkomen in de winter of bij lage
buitentemperaturen speciale
ruitensproeiervloeistof.
Achterruitenwisser en -sproeier
De schakelaar voor de achterruitenwisser
en –sproeier bevindt zich aan het
uiteinde van de ruitenwisser- en
sproeierschakelaar. Zet de schakelaar
in de gewenste stand om de
achterruitenwisser en -sproeier te
bedienen.
HI (2) – Hoge wissersnelheid
LO (1) – Lage wissersnelheid
OFF (O) – Uit
05
ONX4E050150
5-73