Instellingen voor
systeembeheerder
Overzicht
U kunt de initiële configuraties voor diverse instellingen
instellen in het scherm [System Admin Settings].
De configuraties in het scherm [System Admin Settings]
dienen te worden uitgevoerd door de systeembeheerder.
• Taalinstellingen (pagina 58)
Configureren van de displaytaal en datumnotatie.
• Instellingen datum en tijd (pagina 59)
Configureren van de huidige datum en tijd.
• Functie-instellingen (pagina 62)
Configureer startinstellingen voor opnemen.
• Apparaatinstellingen (pagina 69)
Configureer startinstellingen voor externe apparaten.
• Wachtwoordinstellingen (pagina 74)
Het wachtwoord voor de instellingen voor de
systeembeheerder registreren of bewerken.
• Netwerkinstellingen (pagina 76)
Configureer startinstellingen voor het netwerk en de
server.
• Initiële gebruikersinstellingen (pagina 79)
Configureren van waarden van initiële instellingen voor
opnamekwaliteit en opslagmedia.
• De onderzoekerlijst bewerken (pagina 82)
Registreer en bewerk gegevens over de onderzoekers die
de onderzoeken uitvoeren.
• De onderzoekslijst bewerken (pagina 85)
Registreer en bewerk gegevens voor onderzoeken.
• Instellingen voor Auto Delete (automatisch verwijderen)
(pagina 89)
Configureer instellingen voor de functie Automatisch
verwijderen.
Hoofdstuk
Weergave van het scherm
[System Admin Settings]
1
Druk op de knop MENU.
Het scherm [MENU] verschijnt.
2
Selecteer [Settings] met de knoppen V en v en druk op
de knop ENTER.
Het venster [Settings] verschijnt.
3
Selecteer [System Admin Settings] met de knoppen B
en b en druk op de knop ENTER.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
57
5