INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN
Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)
Op een model dat niet is uitgerust met een harde schijf, wordt de instellingsnaam aangegeven als "Inkomende
routeringinstellingen".
Instellingen inkomende routing
De ontvangen fax- en internetfaxgegevens kunnen worden doorgestuurd volgens de opgeslagen doorstuurtabel.
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u de ontvangen internetfaxen ook doorsturen naar een specifiek e-mailadres zonder
ze af te drukken.
Tabelregistratie
U kunt de gegevensdoorstuurtabel opslaan of bewerken die de doorstuurinstellingen voor ontvangen gegevens bevat.
Er kunnen maximaal 50 gegevensdoorstuurtabellen worden opgeslagen.
Eén doorstuurtabel kan maximaal 500 combinatiesets van afzendernummer en bronadres bevatten.
Er kunnen maximaal 1000 bestemmingen in alle gegevensdoorstuurtabellen bij elkaar worden opgeslagen.
Er kunnen maximaal 100 bestemmingen voor FTP-/Bureaublad-/Netwerkmapgegevens worden opgeslagen.
Lijstnaam
Tabelnaam
Ontvangstlijn selecteren
Instelling Verzendadres
Doorstuurvoorwaarde 1/2/3
Bestemmingenlijst voor
doorsturen
Toevoegen (Selectie uit
Adresboek)
Toevoegen (Directe Invoer)
Wissen
Voer een doorstuurtabelnaam in.
Hiermee selecteert u een ontvangstlijn voor gegevens.
Selecteer het faxnummer of het internetfaxadres van de afzender.
Sla het bestemmingsnummer of -adres in voordat u een afzendernummer of -adres selecteert.
Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, selecteert u [Alle ontvangen gegevens doorsturen].
U kunt de datum en bestemming voor doorsturen instellen.
• Doorstuurvoorwaarde:
• Dag van de week:
• Starttijd:
• Voltooiïngstijd:
• Formaat voor doorsturen:
Toont een lijst met de adressen die u als de bestemming kunt instellen. Selecteer een
bestemming door deze in te stellen op
Open het adresboek en voer een bestemming voor doorsturen in.
Voer de naam van de bestemming rechtstreeks in.
Hiermee verwijdert u het geselecteerde adres.
7-76
Instellingen
stel de voorwaarden voor het doorsturen van gegevens in.
selecteer een dag van de week om met het doorsturen van
gegevens te beginnen.
stel een tijd in om met het doorsturen van gegevens te beginnen.
stel een tijd in om het doorsturen van gegevens te beëindigen.
selecteer een indeling voor het doorsturen van gegevens.
.