VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
Authenticatiegegevens voor externe serviceverbinding in cachegeheugen
opslaan
Stel in of authenticatie-informatie voor verbinding met de cloud al dan niet bewaard wordt als cache-informatie.
Als deze instelling ingeschakeld is, wordt de authenticatie-informatie van een gebruiker die met succes geauthenticeerd
is, bewaard om het authenticeren te vergemakkelijken wanneer dezelfde gebruiker de volgende keren inlogt.
Als deze instelling is uitgeschakeld, worden alle eerder bewaarde authenticatiegegevens voor cloudkoppeling van alle
gebruikers verwijderd en worden geen authenticatiegegevens bewaard.
Instelling van Card
IC-kaart gebruiken voor authenticatie
Deze instelling laat toe een HID- of andere identiteitskaart te gebruiken voor gebruikersauthenticatie.
Wachtwoord opvragen bij IC-kaartauthenticatie
Dit kan worden ingeschakeld als "Authenticatie-instellingen" "Active Directory" is en "IC-kaart gebruiken voor authenticatie" is
ingeschakeld. Wanneer het is ingeschakeld, moet er een wachtwoord worden ingegeven telkens authenticatie wordt
uitgevoerd via identiteitskaart. Wanneer het is uitgeschakeld, wordt een wachtwoord ingegeven wanneer de gebruiker voor de
eerste keer inlogt met zijn identiteitskaart, en wordt de wachtwoordinformatie verzonden naar de Active Directory-server.
Wanneer de gebruiker zich vervolgens aanmeldt, kan het wachtwoord weggelaten worden.
Instelling authenticatiemeth.
Stel de authenticatiemethode voor identiteitskaarten in.
Automatische afmelding met een Card
Wanneer de identitetiskaart uit de identiteitskaartlezer/-schrijver verwijderd wordt, wordt de gebruiker afgemeld. (De
gebruiker kan zich ook afmelden door op de toets [Afmelden] te drukken.)
Beheerinstellingen
Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker
Het is mogelijk het afdrukken door gebruikers waarvan geen informatie op het apparaat is opgeslagen te blokkeren,
zoals het afdrukken zonder het invoeren van geldige gebruikersinformatie in de printerdriver of het afdrukken van een
bestand op een FTP-server in de instellingsmodus (beheerder).
EEN BESTAND OP EEN FTP-SERVER RECHTSTREEKS AFDRUKKEN (pagina 3-74)
►
Instelling voor automatisch afmelden
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of automatische afmelding moet worden
ingeschakeld.
De tijd tot afmelding kan worden ingesteld tot maximaal 240 seconden in stappen van 10 seconden.
Waarschuwing wanneer aanmelden mislukt
Bij het invoeren van een wachtwoord, inclusief het beheerderswachtwoord, wordt het aantal verkeerd ingevoerde
wachtwoorden geteld; bij het gespecificeerde aantal (drie) pogingen wordt de gebruikersaccount geblokkeerd en wordt
de gebruiker geblokkeerd zodat verdere aanmeldpogingen
bij de account onmogelijk zijn gedurende vijf minuten.
Het aantal onjuiste pogingen wordt voor elke gebruiker afzonderlijk geteld, en het aantal wordt gereset als het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
Hiermee wordt voorkomen dat niet-geautoriseerde personen een wachtwoord proberen te raden. (Het aantal mislukte
aanmeldpogingen blijft bewaard, ook nadat het apparaat is uitgeschakeld.)
• De blokkering geldt alleen voor de gebruiker van wie het aanmelden is mislukt, niet voor alle gebruikers. Als een gebruiker
is geblokkeerd, kunnen de andere gebruikers zich nog steeds aanmelden.
• Als netwerkauthenticatie via LDAP of Active Directory wordt gebruikt, wordt de blokkering door de server uitgevoerd en
niet door het apparaat. Selecteer de gewenste blokkeerinstellingen op de server.
• Als dezelfde gebruiker geblokkeerd is, wordt de toets [Vrijgeven Opdrachtvergrendelingsstatus] weergegeven in het
scherm "Gebruikersregistratie" voor die gebruiker. Een beheerder kan op deze toets tikken en handmatig wissen.
1-47