FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN
Een bestemming die met de cijfertoetsen is opgegeven
Met "Faxbestemmingbevestigingsmodus" ingeschakeld, en "Opnieuw invoeren vragen
wanneer de faxbestemming direct wordt ingevoerd" ingeschakeld
Tik op de toets [Start] om het bevestigingsbericht weer te geven.
Tik op de toets [OK], voer de bestemming opnieuw in via de cijfertoetsen en tik vervolgens op de toets [Adres invoeren].
Als de opnieuw ingevoerde bestemming juist is, zal het scannen beginnen.
Als de opnieuw ingevoerde bestemming onjuist is, wordt er een bericht weergegeven. Tik op de toets [OK] en voer de
bestemming opnieuw in. Als er driemaal een onjuist adres ter bevestiging wordt ingevoerd, worden alle eerdere
instellingen geannuleerd en wordt er teruggeschakeld naar het basisscherm.
Met "Faxbestemmingbevestigingsmodus" ingeschakeld, en "Opnieuw invoeren vragen
wanneer de faxbestemming direct wordt ingevoerd" uitgeschakeld
Tik op de toets [Start] om ingegeven bestemmingen weer te geven in het bestemmingsbevestigingsscherm. Controleer
of de bestemmingen juist zijn en tik op de toets [Inv voor verz.] om met het scannen van het origineel te beginnen.
• U kunt de cijfertoetsen gebruiken om faxnummers na elkaar in te voeren. In dat geval tikt u op
de toe te voegen bestemming in te voeren.
• Als er op de toets [Sub-adres] is getikt om een subadres en wachtwoord in te voeren, moet het faxnummer tijdens
bevestiging opnieuw worden ingevoerd. Tik op de toets [Sub-adres] nadat u het faxnummer opnieuw hebt ingevoerd en
voer het subadres en het wachtwoord in.
• Als er kettingkiezen is gebruikt, tikt u op toets [Onderbreking] om '-' in te voeren tijdens de bevestiging.
• Voordat u op de toets [Inv voor verz.] tikt, kunt u scan- of andere instellingen wijzigen.
Instellen of opnieuw moet worden ingevoerd bij directe invoer:
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] →
[Voorwaarde-Instellingen] → [Faxbestemmingbevestigingsmodus] → [Opnieuw invoeren vragen wanneer de faxbestemming
direct wordt ingevoerd].
Als een fax die in de verzendgeschiedenis is geselecteerd, opnieuw is
verzonden
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven afhankelijk van de methode die tijdens de vorige verzending is gebruikt
om de bestemming op te geven.
HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN
Controleer de afbeelding vóór verzending op het aanraakscherm.
U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken en dan het origineel scannen, om een voorbeeldweergave van de gescande
afbeelding te controleren. U kunt de belichting en resolutie voor de scan aanpassen wanneer u deze in het voorbeeldscherm
controleert, zodat u een origineel van betere kwaliteit naar de bestemming kunt verzenden.
VOORBEELDSCHERM (pagina 1-13)
►
De volgende instellingen en functies kunnen worden gewijzigd tijdens en na het scannen van een beeld voor weergave van een voorbeeld:
Belichting, Verzendformaat, 2-Zijdig Boekje/Schrijfblok, Resolutie, Wissen, N-Up, Bestand, Snelbestand, Timer, Eigen
naam kiezen en Transmissierapport.
• Afhankelijk van de grootte van de verzendgegevens is mogelijk niet de gehele voorbeeldafbeelding zichtbaar in het aanraakscherm.
• De voorbeeldfunctie is niet beschikbaar als het origineelformaat is ingesteld op Lang Form.
4-29
om het faxnummer van