FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT
• De naam en het adres van de afzender opslaan:
In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene
instellingen] → [Eigen nummer en naam] → [Registratie zendergegevens].
• Naam Afzender
Voer de naam van de afzender in. Voor de naam van de afzender mogen maximaal 20 tekens worden ingevoerd.
• Faxnummer van zender
Hiermee stelt u het faxnummer van de afzender in.
Tik op de toets [-] om een pauze tussen de cijfers in te voegen.
Tik op de toets [Spatie] om een spatie tussen de cijfers in te voegen.
• Eigen adres I-fax
Voer een standaardadres van de afzender in (maximaal 56 tekens).
Bestemmingsadressen in het adresboek opslaan voor elke scanmodus
Als u de faxfunctie gebruikt, kunt u eerder gebruikte adressen opslaan in het adresboek.
Raadpleeg voor het adresboek de "Gebruikershandleiding (Registratie adresboek)".
4-5