DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING
Snelmap
Documenten die zijn gescand met [Snelbestand] op het actiepaneel worden in deze map opgeslagen. Aan elke
opdracht worden automatisch een gebruikersnaam en bestandsnaam toegewezen.
Hoofdmap
Gescande documenten worden opgeslagen in deze map.
Wanneer u een opdracht opslaat in de hoofdmap, kunt u een eerder opgeslagen gebruikersnaam opgeven en een bestandsnaam toewijzen.
U kunt desgewenst ook een wachtwoord (4 tot 32 tekens) opgeven als u een bestand opslaat ('Vertrouwelijk').
Aangepaste map
In deze map worden mappen met aangepaste namen opgeslagen.
Gescande documenten worden opgeslagen in de opgeslagen map.
Net als voor de hoofdmap kunt u voor een aangepaste map een eerder opgeslagen gebruikersnaam opgeven en een
bestandsnaam toewijzen bij het opslaan van een opdracht.
Voor aangepaste mappen en voor bestanden die zijn opgeslagen in aangepaste mappen kunnen wachtwoorden (PIN Code: 5 tot
8 cijfers) worden ingesteld.
Er kunnen maximaal 1000 aangepaste mappen worden gemaakt op de harde schijf.
Handige items om op te slaan
Wanneer u een opdracht met [Bestand] opslaat in de kopieer- of verzendmodus, of met [Scannen naar schijf] in de
modus voor documentarchivering, is het handig om de onderstaande items op te slaan. Deze instellingen zijn niet nodig
wanneer u een opdracht opslaat met [Snelbestand].
Gebruikersnaam
Aangepaste map
Mijn map
• Een aangepaste map opslaan voor documentarchivering:
Selecteer op de webpagina: 'Instellingen (beheerder)' → [Documenthandelingen] → [Document- Archivering] →
[Aangepaste Map].
Selecteer op het apparaat: 'Instellingen (beheerder)' → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering] →
[Beheer Document- archivering] → [Aangepaste Map].
• Een gebruikersnaam opslaan en een map opgeven als 'Mijn map':
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Gebruikers -bediening] → [Gebruikersinstellingen] → [Gebruikers- Lijst].
Dit is nodig als u een gebruikersnaam wilt toewijzen aan opgeslagen bestanden. Een
gebruikersnaam wordt ook gebruikt als zoekvoorwaarde bij het zoeken van bestanden.
De hoofdmap is aanvankelijk beschikbaar als locatie voor het opslaan van bestanden met
[Bestand] en [Bestand Opslaan]. Sla een aangepaste map op en geef deze op als locatie
voor het opslaan van bestanden. Geef indien nodig een wachtwoord op voor de
gebruikersmap. Voer het wachtwoord in voor de map.
Wanneer er voor de map een wachtwoord is ingesteld, verschijnt er "
waarvoor het wachtwoord is ingesteld.
U kunt een eerder gemaakte aangepaste map selecteren als 'Mijn map' of u kunt een nieuwe
map maken en instellen als 'Mijn map'. Wanneer 'Mijn map' is geconfigureerd en
gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt Mijn map' altijd geselecteerd als de
bestemming van [Bestand] en [Bestand Opslaan].
6-4
" in de map