Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MODEL:
MX-C380P
Bedieningshandleiding
VOORDAT U DE
VOORDAT U DE
MACHINE GEBRUIKT
MACHINE GEBRUIKT
AFDRUKKEN
AFDRUKKEN
SYSTEEMINSTELLINGEN
SYSTEEMINSTELLINGEN
HET OPSPOREN
HET OPSPOREN
VAN FOUTEN
VAN FOUTEN

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Sharp MX-C380P

  • Pagina 1 MODEL: MX-C380P Bedieningshandleiding VOORDAT U DE VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT MACHINE GEBRUIKT AFDRUKKEN AFDRUKKEN SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN HET OPSPOREN HET OPSPOREN VAN FOUTEN VAN FOUTEN...
  • Pagina 2 MET HET APPARAAT MEEGELEVERDE HANDLEIDINGEN Handleidingen in PDF-indeling (deze handleiding) De handleidingen in PDF-indeling bieden uitgebreide beschrijvingen van procedures voor gebruik van de machine in elke modus. Bekijk de PDF-handleidingen door ze te downloaden van de harde schijf van de machine. De procedure voor het downloaden van de handleidingen wordt beschreven in "Hoe u de PDF-handleidingen downloadt"...
  • Pagina 3: Opmerkingen

    • Behoudens voorzover wettelijk vereist kan SHARP niet aansprakelijk worden gesteld voor defecten die optreden gedurende het gebruik van het product of zijn opties, of defecten die het gevolg zijn van een onjuiste bediening van het product en zijn opties, of andere defecten, of voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van het product.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    • DE WEBPAGINA OPENEN ....1-20 SHARP OSA ......1-47 GEBRUIKERSBEDIENING .
  • Pagina 5 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN ..1-49 DE TONERINZAMELCONTAINER VERVANGEN ......1-52 DE ONTWIKKELAARCARTRIDGE/FOTOGELEIDENDE DRUMCARTRIDGE VERVANGEN .
  • Pagina 6: Voordat U De Machine Gebruikt

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. ONDERDELEN EN FUNCTIES BUITENZIJDE Wanneer een afwerkingeenheid is geïnstalleerd Voorklep Hoofdvoedingsschakelaar Deze wordt gebruikt om het apparaat in te schakelen.
  • Pagina 7 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT (10) Papierlade 1 (10) USB-aansluiting (A-type) Hierin wordt papier geplaatst. Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). ☞ PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een PAPIERLADE 1 TOT 4 (pagina 1-40) USB-geheugen op het apparaat aan te sluiten. Gebruik een afgeschermd type USB-kabel.
  • Pagina 8: Binnenzijde

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BINNENZIJDE (11) (12) (13) (14) (15) (16) Toner inzamelcontainer verwijderd en klep van tonerkanalen geopend (17) (18) (19) (20) (21) (11) Ontwikkelaarcartridges (16) Klep papieromkeergedeelte Deze klep wordt gebruikt bij dubbelzijdig afdrukken. Deze bevatten de ontwikkelaar die nodig is voor het Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 9: Zijde En Achter

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ZIJDE EN ACHTER USB-aansluiting (A-type) Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een USB-geheugen op het apparaat aan te sluiten. Deze aansluiting is aanvankelijk niet bruikbaar. Wilt u de aansluiting gebruiken, neem dan contact op met uw onderhoudstechnicus.
  • Pagina 10: Bedieningspaneel

    Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of Sharp OSA-sneltoets uit te schakelen. ☞ Druk op deze toets om een sneltoets naar de Sharp DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN (pagina 1-13) OSA-modus weer te geven (wanneer de Applicatie communicatiemodule wordt geïnstalleerd).
  • Pagina 11: Werken Met Het Bedieningspaneel

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT WERKEN MET HET BEDIENINGSPANEEL Dit gedeelte legt het gebruik van het bedieningspaneel uit. • Zie voor het invoeren van tekst "TEKST INVOEREN" (pagina 1-75). • Zie "Algemene handelingsmethoden" (pagina 3-5) in "3. SYSTEEMINSTELLINGEN" voor informatie over de schermen en procedures voor het gebruik van de systeeminstellingen.
  • Pagina 12: Items In Lijsten Selecteren En Terugkeren Naar Het Vorige Scherm

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Items in lijsten selecteren en terugkeren naar het vorige scherm VORIGE (1) Als keuzes als lijst verschijnen in een instelscherm, selecteert u het gewenste item in de lijst met de toetsen Items die momenteel ingesteld zijn worden aangeduid met (2) Druk op de toets [OK] om uw keuze in te voeren.
  • Pagina 13: Invoeren Met De Pijltoetsen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Invoeren met de pijltoetsen Voer als volgt een getal in voor het wijzigen van het aantal kopieën. Voorbeeld: 123 VORIGE VORIGE (1) Selecteer het getal met de toetsen (2) Gebruik de toetsen om het frame naar de volgende plaats te verschuiven. (3) Herhaal de stappen (1) en (2) voor het invoeren van 2 en 3.
  • Pagina 14 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Items die op het display worden weergegeven Pictogramweergave Hier verschijnen meldingen. Hier worden instellingen weergegeven. Dit pictogram verschijnt als er een Als u het selectiekader naar de onderste instelling USB-geheugen of ander USB-toestel op de verplaatst en op de toets drukt, verschijnt het machine wordt aangesloten.
  • Pagina 15: Werken Met De Webpagina

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT WERKEN MET DE WEBPAGINA De procedures voor het werken met de webpagina worden hieronder uitgelegd. xxxx Algemene knoppen Knop [Afmelden] Hier verschijnen de [Indienen] button om instellingen op Is Gebruikersauthenticatie ingeschakeld, klik dan op te slaan, de [Update] button om instellingen bij te werken, deze knop om u af te melden van de webserver.
  • Pagina 16: De Voeding In- En Uitschakelen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN Het apparaat is voorzien van twee voedingsschakelaars. De ene is de hoofdschakelaar aan de linkerzijde van de machine. De andere is de toets [AAN] ( ) aan de rechterbovenzijde van het bedieningspaneel. Hoofdvoedingsschakelaar Toets [AAN] Als de hoofdvoedingsschakelaar is ingeschakeld, brandt...
  • Pagina 17: Energiebesparende Functies

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ENERGIEBESPARENDE FUNCTIES Dit product is voorzien van de volgende twee energiebesparende functies die voldoen aan Energy Star-richtlijnen om te helpen bij de instandhouding van onze natuurlijke energiebronnen en het terugdringen van de milieuvervuiling. Voorverwarmingsmodus (Verminderd energieverbruik) Deze functie verlaagt automatisch de temperatuur van de fuser voor een verminderd stroomverbruik wanneer het apparaat gedurende een onder "Instelling Voorverwarmingsfunctie"...
  • Pagina 18: Gebruikersauthenticatie

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Met gebruikersauthenticatie wordt het gebruik van de machine beperkt tot gebruikers die geregistreerd zijn. De functies die iedere gebruiker mag gebruiken, kunnen worden opgegeven, zodat de machine kan worden aangepast aan de behoeften van uw werkplek. Wanneer de beheerder van de machine de gebruikersauthenticatie heeft inschakeld, moet elke gebruiker inloggen om de machine te gebruiken.
  • Pagina 19 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Selecteer [OK]. Nadat het ingevoerde gebruikersnummer is geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. VORIGE Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn ingesteld in "Lijst van paginalimietgroepen" op de webpagina. (Het aantal pagina's dat de gebruiker nog kan gebruiken verschijnt.) De weergaveduur van dit scherm kan worden ingesteld onder "Mededelingentijd Instellen"...
  • Pagina 20: Authenticatie Op Basis Van Loginnaam / Wachtwoord

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTHENTICATIE OP BASIS VAN LOGINNAAM / WACHTWOORD Volg de onderstaande procedure om in te loggen met een van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-server ontvangen loginnaam of wachtwoord. Bij authenticatie op basis van (Als LDAP-authenticatie wordt gebruikt, worden andere items in het scherm weergegeven.) U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
  • Pagina 21 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Selecteer de toets [Wachtwoord]. Er verschijnt een tekstinvoerscherm voor het invoeren van het wachtwoord. Voer uw wachtwoord in zoals opgeslagen onder "Gebruikerslijst" op de webpagina. Als u inlogt op een LDAP-server, voer dan het wachtwoord in dat is opgeslagen bij uw loginnaam voor de LDAP-server.
  • Pagina 22 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Selecteer [OK]. Nadat de ingevoerde loginnaam en het ingevoerde wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. VORIGE Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn ingesteld in "Lijst van paginalimietgroepen" (Als LDAP-authenticatie wordt gebruikt, worden andere op de webpagina.
  • Pagina 23: De Webpagina Openen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE WEBPAGINA OPENEN De aanmeldwijze voor het openen van de webserver in de machine hangt af van het al dan niet ingeschakeld zijn van gebruikersauthenticatie. Raadpleeg "TOEGANG KRIJGEN TOT DE WEBSERVER IN DE MACHINE" in de Verkorte installatiehandleiding voor informatie over het openen van de webserver in de machine.
  • Pagina 24: Gebruikersbediening

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikersbediening wordt gebruikt om instellingen voor gebruikersauthenticatie te configureren op de webpagina. Selecteer de toets [Gebruikers-bediening] op de webpagina en configureer de instellingen. GEBRUIKERSLIJST Deze functie wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
  • Pagina 25: Fabrieksinstellingen Voor Gebruikers

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Fabrieksinstellingen voor gebruikers De volgende gebruikers werden in de fabriek in de machine opgeslagen. • Beheerder: Account voor de beheerder van de machine, zoals opgeslagen in de fabriek. • Gebruiker: Dit wordt gebruikt wanneer netwerkauthenticatie wordt gebruikt en een aanmeldnaam rechtstreeks wordt ingegeven die niet in de machine zit opgeslagen.
  • Pagina 26 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Item Beschrijving Selecteer de server die u wilt gebruiken voor gebruikersauthenticatie uit de lijst LDAP-servers Authenticatieserver die is opgeslagen op de webpagina's wanneer [Netwerkauthenticatie] is geselecteerd. Specificeer de paginalimieten voor de gebruiker door een van de opgeslagen Paginalimietgroep paginalimietengroep te selecteren.
  • Pagina 27: Standaardinstelling

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT STANDAARDINSTELLING Met deze instelling kunt u de gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de methode voor authenticatie specificeren. Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld wordt elke gebruiker van de machine geregistreerd. Wanneer een gebruiker inlogt, zijn de instellingen voor die gebruiker van toepassing. Dankzij deze functie hebt u een betere controle over de veiligheid en de kosten.
  • Pagina 28 Cardinstellingen (als de HID-cardlezer beschikbaar is.) Standaardinstelling Configureer deze instelling als gebruikersauthenticatie netwerkauthenticatieserver wordt uitgevoerd via een externe Sharp OSA-authenticatietoepassing en een HID-card. Gebruik deze instelling om de standaard netwerkauthenticatieserver in te stellen. Registratie van cardlezer Wanneer een gebruiker zich vanaf de webpagina aanmeldt of...
  • Pagina 29: Groepslijst Paginalimiet

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GROEPSLIJST PAGINALIMIET Deze functie wordt gebruikt om groepen accountlimiet-instellingen op te slaan. De paginalimieten voor elke gebruiker worden gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als de toets [Groepslijst paginalimiet] wordt geselecteerd, verschijnt het volgende scherm. (1) Lijstweergave (3) Toets [Terug naar uitgangswaarden] Hier worden de huidige opgeslagen groepen weergegeven.
  • Pagina 30: Groepslijst Bevoegdheid

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GROEPSLIJST BEVOEGDHEID Gebruik deze functie om groepen gebruikersautoriteit-instellingen op te slaan. De autoriteit van elke gebruiker wordt gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als de toets [Groepslijst bevoegdheid] wordt geselecteerd, verschijnt het volgende scherm. (1) Lijstweergave (2) Toets [Toevoegen] Hier worden de huidige opgeslagen groepen...
  • Pagina 31: Lijst Met Instellingen En Standaardinstellingen Van Sjabloongroepen

    Toegestaan Toegestaan Verboden Afdruk. blokkeren Beeldcontr. afdruk. blokkeren Toegestaan Toegestaan Verboden Sharp OSA Instelling van goedkeuring voor gebruik Toegestaan Toegestaan Toegestaan van een Sharp OSA Algemene functies Goedkeuringsinstellingen voor [Enkelzijdig/dubbelzijdig [Enkelzijdig/dubbelzijdig [Enkelzijdig/dubbelzijdig dubbelzijdige afdruk toegestaan] toegestaan] toegestaan] Uitvoergoedkeuringsinstellingen Toegestaan Toegestaan...
  • Pagina 32: Favoriete Bedieningsgroeplijst

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT FAVORIETE BEDIENINGSGROEPLIJST Dit wordt gebruikt om favoriete bedieningsgroepen op te slaan. Favoriete bedieningsgroeplijstregistratie Groepen voorkeursinstellingen kunnen als "favoriete bedieningsgroepen" worden opgeslagen. Een gebruiker die bijvoorbeeld een andere taal spreekt zo normaal gesproken elke keer de taal moeten wijzigen om de machine te kunnen gebruiken.
  • Pagina 33: Gebruikersaantallen Bekijken

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GEBRUIKERSAANTALLEN BEKIJKEN Hiermee wordt het totale aantal pagina's weergegeven die door elke gebruiker zijn afgedrukt. Als de toets [Gebruikersaantallen bekijken] wordt geselecteerd, verschijnt het volgende scherm. (1) Gebruikerslijst (3) Toets [Weergeven] Hier worden de huidige opgeslagen gebruikers Hiermee worden de aantallen van de geselecteerde weergegeven.
  • Pagina 34: Externe Bediening Van De Machine

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT EXTERNE BEDIENING VAN DE MACHINE Met de functie externe bediening kunt u de machine vanuit uw computer bedienen. Als deze functie is toegevoegd, verschijnt hetzelfde scherm als het bedieningspaneelscherm op uw computer. Daarmee kunt u de machine vanaf uw computer op dezelfde manier bedienen alsof u voor de machine staat. De machine Uw computer Bedieningspaneel...
  • Pagina 35: Takenlogboek

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT TAKENLOGBOEK De machine houdt een logboek bij van de uitgevoerde opdrachten. De instellingen voor het takenlogboek dat op de machine wordt opgeslagen worden op de webpagina geconfigureerd. Selecteer [Takenlogboek] op de webpagina om de instellingen te configureren. TAKENLOGBOEK OPSLAAN/VERWIJDEREN Het logboek van uitgevoerde opdrachten op de machine kan worden opgeslagen of gewist.
  • Pagina 36: Opgeslagen Items In Het Opdrachtlogboek

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OPGESLAGEN ITEMS IN HET OPDRACHTLOGBOEK De machine slaat de uitgevoerde opdrachten op in het opdrachtlogboek. De belangrijkste informatie die wordt opgeslagen in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven. • Om het tellen van de totale gebruiksaantallen van apparaten met een verschillende configuratie te vereenvoudigen, worden de in het opdrachtlogboek opgeslagen items vastgelegd, ongeacht geïnstalleerde randapparatuur en de reden van de opslag.
  • Pagina 37 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Belangrijkste items Aantal gereserveerde Aantal opgegeven sets voor gereserveerde bestemmingen. sets Aantal voltooide sets Aantal voltooide sets. Aantal gereserveerde Aantal gereserveerde afdruktaken. pagina's Aantal voltooide Aantal voltooide pagina's van een set. pagina's Resultaat Het resultaat van een opdracht.
  • Pagina 38: Opslag-Backup

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OPSLAG-BACKUP Gebruikersinformatie die in de machine is opgeslagen kan op uw computer worden bewaard of via de webpagina op uw computer hersteld worden. Instellingen en gegevens die op de machine zijn opgeslagen kunnen naar de computer worden gebackupt. Instellingen kunnen worden geëxporteerd of geïmporteerd in XML-formaat met de webpagina.
  • Pagina 39: Apparaat Kopiëren

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT APPARAAT KOPIËREN Met Apparaat kopiëren wordt de instellingsinformatie van de machine in XML-indeling opgeslagen en gekopieerd naar een andere machine. Deze functie hoeft u dezelfde instellingen niet telkens opnieuw te configureren in verschillende machines. Selecteer [Apparaat kopiëren] in het webpaginamenu en configureer de instellingen.
  • Pagina 40: Papier Laden

    • SHARP standaard normaal papier (80 g/m (21 lbs.)). Raadpleeg de specificaties in de Veiligheidshandleiding voor papierspecificaties. • Ander normaal papier dan SHARP standaard papier (60 g/m tot 105 g/m (16 lbs. tot 28 lbs.)) Gerecycled paper, gekleurd paper, reeds geperforeerd paper, voorbedrukt papier en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde specificaties als normaal papier.
  • Pagina 41 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Papiertypen die in elke lade kunnen worden gebruikt De volgende papiertypen kunnen in elke lade worden geladen. "-" in de tabel geeft aan "kan niet worden gebruikt". Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4 Handinvoerlade Normaal papier Toegestaan Toegestaan Voorbedrukt...
  • Pagina 42: Papier Dat U Niet Kunt Gebruiken

    • Diverse typen normaal papier en speciale media zijn verkrijgbaar. Sommige typen zijn met het apparaat niet te gebruiken. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
  • Pagina 43: Papierlade-Instellingen Voor Papierlade 1 Tot 4

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR PAPIERLADE 1 TOT 4 PAPIER LADEN EN PAPIERFORMAAT WIJZIGEN Er kunnen maximaal 500 vellen papier van formaat A5 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2" tot formaat 8-1/2" x 14") in lade 1 en 2 worden geladen. Er kunnen maximaal 500 vellen papier van formaat B5 tot A4 (7-1/4"...
  • Pagina 44 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats het papier in de lade. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximum 500 vellen). Indicatie streep • Wanneer papier tot boven de lijn wordt gevuld, kunnen papierstoringen optreden. •...
  • Pagina 45: Papier Laden In De Handinvoerlade

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN IN DE HANDINVOERLADE De handinvoer kan worden gebruikt voor het afdrukken op gewoon papier, enveloppen, etikettenvellen, tabpapier en andere speciale media. Er kunnen maximaal 100 vellen papier worden geladen (maximaal 40 vellen zwaar papier) voor ononderbroken afdrukken zoals met de andere laden.
  • Pagina 46: Belangrijke Wenken Voor Het Gebruik Van De Handinvoerlade

    BELANGRIJKE WENKEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE HANDINVOERLADE • Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het SHARP-standaardpapier of andere speciale media dan de door SHARP aanbevolen transparanten, of wanneer u afdrukt op de achterkant van eerder gebruikt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen.
  • Pagina 47: Enveloppen Laden

    • In sommige bedrijfsomgevingen kunnen kreukels, vegen, vastlopen van het papier, slechte tonerfusing of apparaatstoringen optreden. Voor sommige typen enveloppen gelden beperkingen. Neem voor meer informatie contact op met een SHARP-onderhoudstechnicus. Belangrijke wenken voor het laden van enveloppen Enveloppen die u niet kunt gebruiken Gebruik de volgende enveloppen niet.
  • Pagina 48: Randapparatuur

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT RANDAPPARATUUR In dit gedeelte wordt de randapparatuur beschreven die samen met het apparaat kan worden gebruikt en wordt het gebruik uitgelegd van de afwerkingeenheid, de zadelsteek afwerkingseenheid en de Sharp OSA (applicatie-communicatiemodule en module voor externe accounts). RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit.
  • Pagina 49: Afwerkingeenheid

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AFWERKINGEENHEID De afwerkingeenheid is voorzien van de staffelfunctie, die elke nieuwe uitvoer los van de vorige set neerlegt. Daarnaast kan iedere set gesorteerde uitvoer worden geniet. ONDERDEELNAMEN Als de afwerkingmodule openstaat, hebt u toegang tot de volgende onderdelen. Uitvoerlade Voorklep Geniete en gestaffelde uitvoer wordt in deze lade...
  • Pagina 50: Sharp Osa

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SHARP OSA Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een standaard die het mogelijk maakt externe applicaties direct aan te sluiten op een machine via een netwerk. Bij gebruik van een machine die Sharp OSA ondersteunt, kunnen de toetsen die op het bedieningspaneel worden weergegeven en hun functies vanaf een externe applicatie bestuurd worden.
  • Pagina 51: Module Voor Externe Accounts (Mx-Amx3)

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT MODULE VOOR EXTERNE ACCOUNTS (MX-AMX3) De module voor externe accounts is vereist voor het gebruik van een "standaardapplicatie"op het apparaat. Een externe account-applicatie kan zowel in "externe authenticatiemodus" als in "externe telmodus" worden gebruikt. Bij toepassing van de externe authenticatiemodus wordt het inlogscherm van de applicatie opgehaald bij het aanzetten van de machine.
  • Pagina 52: Onderhoud

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat reinigt en hoe u de tonercartridges of toneropvangbak vervangt. DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN Wanneer het tijd is om een verbruiksonderdeel te vervangen, verschijnt er een bericht met de instructie voor vervangen van het onderdeel op het display.
  • Pagina 53 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Houd de nieuwe tonercartridge met beide handen vast en schud deze vijf of zes keer in horizontale richting. Beschermend materiaal • Wanneer u de tonercartridge schudt, moet u dit doen met het beschermingsmateriaal nog in de cartridge. Als u met de cartridge schudt nadat u het beschermingsmateriaal hebt verwijderd, lekt er mogelijk toner.
  • Pagina 54 • Bewaar de toner op een plaats beneden een temperatuur van 40°C. Als toner in een warme ruimte wordt bewaard, kan deze in de cartridge hard worden. • Als u een andere tonercartridge gebruikt dan door SHARP aanbevolen, krijgt u misschien geen optimale kwaliteit, terwijl het apparaat mogelijk wordt beschadigd. Gebruik een door SHARP aanbevolen tonercartridge.
  • Pagina 55: De Tonerinzamelcontainer Vervangen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE TONERINZAMELCONTAINER VERVANGEN In de tonerinzamelcontainer wordt de overtollige toner opgevangen die bij het printen wordt geproduceerd. Wanneer het tijd is om een verbruiksonderdeel te vervangen, verschijnt er een bericht met de instructie voor vervangen van het onderdeel op het display.
  • Pagina 56 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Verwijder de tonerinzamelcontainer. • Als u de tonerinzamelcontainer te ver voorover kantelt, kunt u deze er niet uithalen. • Zorg dat de gaatjes niet naar onder wijzen, want dan lekt de verbruikte toner uit de tonerinzamelcontainer. •...
  • Pagina 57 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Let op • Werp de tonerinzamelcontainer niet in een vuur. De toner kan in het rond vliegen en brandwonden veroorzaken. • Berg de tonerinzamelcontainer buiten het bereik van kleine kinderen op. • Plaats de oude tonerinzamelcontainer in de zak waarin de nieuwe tonerinzamelcontainer was verpakt, sluit de zak en plaats deze in de doos.
  • Pagina 58: De Ontwikkelaarcartridge/Fotogeleidende Drumcartridge Vervangen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONTWIKKELAARCARTRIDGE/FOTOGELEID ENDE DRUMCARTRIDGE VERVANGEN Zet de hoofdschakelaar van het apparaat uit en wacht enige tijd voordat u de ontwikkelaarcartridge of fotogeleidende drumcartridge gaat vervangen. DE ONTWIKKELAARCARTRIDGE VERVANGEN Wanneer het tijd is om een verbruiksonderdeel te vervangen, verschijnt er een bericht met de instructie voor vervangen van het onderdeel op het display.
  • Pagina 59 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Open de klep van de corona's. (1) Draai de vergrendelingshendels van de coronaklep in de richting van de pijlen hieronder. Wanneer de vergrendelingshendels horizontaal staan, is de klep ontgrendeld. (2) Pak de vergrendelingshendels vast en kantel de klep naar voren.
  • Pagina 60 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Schud de nieuwe ontwikkelaarcartridge Beschermingsmateriaal vijf of zes keer zoals aangegeven. Houd de ontwikkelaarcartridge stevig vast zoals hieronder weergegeven en schud van voren naar achteren en van links naar rechts. Verwijder het beschermingsmateriaal nadat u de ontwikkelaarcartridge hebt geschud.
  • Pagina 61 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Pak de vergrendeling van de ontwikkelaarcartridge en plaats deze terug op het apparaat. Ondersteun met uw ene hand de ontwikkelaarcartridge en verwijder met uw andere hand voorzichtig de verzegeling. Trek de verzegeling voorzichtig recht en horizontaal naar buiten.
  • Pagina 62 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Sluit de voorklep. Let erop dat uw vingers niet klem komen te zitten als u de klep sluit. DATA Schakel de voeding in. Zet de hoofdschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ( van het bedieningspaneel om de voeding in te schakelen. Let op •...
  • Pagina 63: De Drumcartridge Vervangen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE DRUMCARTRIDGE VERVANGEN Wanneer het tijd is om een verbruiksonderdeel te vervangen, verschijnt er een bericht met de instructie voor vervangen van het onderdeel op het display. Controleer bij het vervangen van een drumcartridge zorgvuldig de aangegeven kleur. Als zwart is aangegeven, de drumcartridge voor zwart vervangen.
  • Pagina 64 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Verwijder het beschermingsmateriaal Uitlijningsmarkering voor drumcartridge op de machine. van de fotogeleidende drumcartridge en Fotogeleidende schuif de cartridge voorzichtig langs de drumcartridge geleiders in het apparaat. Uitlijningsmerkteken Zorg er bij het plaatsen voor dat de markering op de Rechts fotogeleidende drumcartridge is uitgelijnd met de markering...
  • Pagina 65: De Nietjespatroon In De Afwerkingseenheid Vervangen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE NIETJESPATROON IN DE AFWERKINGSEENHEID VERVANGEN Als de nietjespatroon leeg raakt, verschijnt een melding op het bedieningspaneel. Volg de onderstaande procedure om de nietjespatroon te vervangen. Open de klep. Druk de hendel naar links en schuif de afwerkeenheid naar links totdat deze niet meer verder gaat.
  • Pagina 66 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats een nieuwe nietjespatroon in het nietjesmagazijn zoals afgebeeld. Druk de nietjespatroon naar binnen totdat deze vastklikt. Plaats het nietjesmagazijn terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat dit vast klikt. Schuif de afwerkeenheid terug naar rechts.
  • Pagina 67: Regelmatig Onderhoud

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT REGELMATIG ONDERHOUD Om te waarborgen dat het apparaat optimale prestaties levert, moet het regelmatig worden gereinigd. Let op Gebruik geen ontvlambare sprays voor het reinigen van het apparaat. Als gassen uit de spray in aanraking komen met de hete elektronische onderdelen van de fuser in het apparaat, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
  • Pagina 68 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Maak de vergrendelingshendels los en open de coronaklep. ☞ DE ONTWIKKELAARCARTRIDGE VERVANGEN (pagina 1-55) Verwijder de coronareiniger. (1) Kantel de vergrendeling van de coronareiniger (A) in de richting van de pijl en til het linkeruiteinde van de coronareiniger op.
  • Pagina 69 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Herhaal stap 5 met alle andere corona's. Corona's Er moeten in totaal 4 kanalen in het apparaat worden gereinigd zoals aangegeven. Plaats de coronareiniger op zijn oorspronkelijke positie terug. Steek het ene uiteinde van de coronareiniger in de rechterkant en druk vervolgens op het uiteinde van de coronareiniger.
  • Pagina 70: De Invoerrol Van De Handinvoerlade Reinigen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE INVOERROL VAN DE HANDINVOERLADE REINIGEN Als u merkt dat papier uit de handinvoer vastloopt of bevuild wordt door de rol, de rol reinigen. Verwijder voordat u begint het papier uit de handinvoer. Druk op de toets [AAN] ( ) op het bedieningspaneel om de voeding uit te schakelen en zet vervolgens de...
  • Pagina 71 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DATA Schakel de voeding in. Zet de hoofdschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ( van het bedieningspaneel om de voeding in te schakelen. 1-68...
  • Pagina 72: De Laserunit Reinigen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE LASERUNIT REINIGEN Wanneer de laserunit in het apparaat vuil wordt, vertoont de afdruk mogelijk streepachtige onregelmatigheden (gekleurde lijnen). Volg de onderstaande stappen om de laserunit te reinigen. Kenmerkende lijnen (gekleurde lijnen) door een vuile laserunit •...
  • Pagina 73 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Let op dat de reinigingstop van het reinigingsgereedschap niet vuil is. Reinigingstop Als de reinigingstop vuil is, vervangt u deze door een schone. De procedure voor het vervangen van de reinigingstop vindt u in stap 5 tot en met 7. Als de reinigingstop niet vuil is, gaat u door naar stap 8. Neem de vervangende reinigingstop uit de tonerinzamelcontainer.
  • Pagina 74 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Reinig de laserunit. (1) Wijs met de reinigingstop naar beneden en steek deze voorzichtig in de opening die u wilt reinigen. De onderdelen van de schrijfeenheid die moeten worden gereinigd, worden aangegeven met labels vergelijkbaar met (A).
  • Pagina 75 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats de tonerinzamelcontainer. ☞ DE TONERINZAMELCONTAINER VERVANGEN (pagina 1-52) Sluit de voorklep. Let erop dat uw vingers niet klem komen te zitten als u de klep sluit. DATA Schakel de voeding in. Zet de hoofdschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ( van het bedieningspaneel om de voeding in te schakelen.
  • Pagina 76: De Pt-Corona Reinigen

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE PT-CORONA REINIGEN Als er nog steeds zwarte of gekleurde lijnen verschijnen nadat u de corona's hebt gereinigd, gebruik dan de PT-coronareiniger om de PT-corona te reinigen. Druk op de toets [AAN] ( ) op het bedieningspaneel om de voeding uit te schakelen en zet vervolgens de hoofdschakelaar van het apparaat uit.
  • Pagina 77 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Sluit de voorklep. Let erop dat uw vingers niet klem komen te zitten als u de klep sluit. DATA Schakel de voeding in. Zet de hoofdschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ( van het bedieningspaneel om de voeding in te schakelen. 1-74...
  • Pagina 78: Tekst Invoeren

    VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT TEKST INVOEREN In dit gedeelte wordt de werking van het tekstinvoerscherm uitgelegd. FUNCTIES VAN DE BELANGRIJKSTE TOETSEN Toets Beschrijving Met deze toets wisselt het tekstinvoerscherm tijdelijk naar het invoerscherm voor letters met accenten en symbolen. Het scherm voor hoofdletters wordt weergegeven totdat opnieuw de toets [Caps] wordt geselecteerd, zodat deze niet langer is gemarkeerd.
  • Pagina 79 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Toets Beschrijving Selecteer deze toets om naar het vorige instelvenster te gaan zonder tekst in te voeren. Selecteer deze toets om de huidige weergegeven tekst in te voeren en terug te gaan naar het vorige instelvenster. Selecteer deze toets en zoekresultaten worden op basis van de ingevoerde tekens Zoeken weergegeven.
  • Pagina 80 HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het afdrukken. Voor de procedure voor het gebruik van het display van de machine, zie "WERKEN MET HET BEDIENINGSPANEEL" (pagina 1-8) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT". Raadpleeg de Verkorte installatiehandleiding voor de procedure om de webpagina's te openen.
  • Pagina 81 AFDRUKKEN AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN DOELEINDEN......2-48 OPDRACHTSTATUSSCHERM ....2-79 •...
  • Pagina 82: Printerfunctie Van De Machine

    AFDRUKKEN PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE De machine is standaard uitgerust met een full colour printerfunctie. Om te kunnen afdrukken vanuit uw computer moet een printerdriver zijn geïnstalleerd. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver bij uw omgeving past. Omgeving Type printerdriver Opmerkingen...
  • Pagina 83: Afdrukken Vanuit Windows

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "WordPad", een standaardonderdeel van Windows. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand] van WordPad. Als u Windows 7 gebruikt, klik dan op de knop Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie.
  • Pagina 84 AFDRUKKEN Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op het tabblad [Papier]. (2) Selecteer het papierformaat. Als u instellingen op andere tabbladen wilt wijzigen, klikt u op het gewenste tabblad en kiest u vervolgens de instellingen. (3) Klik op [OK]. • Zorg dat het papierformaat gelijk is aan het ingestelde papierformaat in de softwareapplicatie. •...
  • Pagina 85: Het Papier Selecteren

    AFDRUKKEN HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instelling "Papierkeuze" configureert op het tabblad [Papier] van het instelvenster van de printerdriver. Controleer voordat u gaat afdrukken het papiertype en -formaat en de aanwezige hoeveelheid papier in de laden van het apparaat. Als u de meest actuele informatie over de lades wilt bekijken, klikt u op de knop [Ladestatus].
  • Pagina 86: Afdrukken Op Enveloppen

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Met de handinvoerlade kunt u op speciale media zoals enveloppen afdrukken. De procedure voor het afdrukken op een envelop vanuit het eigenschappenscherm van de printerdriver wordt hieronder beschreven. Voor de soorten papier die in de handinvoerlade kunnen worden gebruikt, zie "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
  • Pagina 87: Afdrukken Als De Gebruikersauthenticatiefunctie Is Ingeschakeld

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, moet u uw gebruikersinformatie (gebruikersnaam, wachtwoord etc.) invoeren in het eigenschappenvenster van de printerdriver voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 88 AFDRUKKEN Voer uw loginnaam en wachtwoord in. (1) Klik op het tabblad [Taakverwerking]. (2) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Schakel de selectievakjes [Loginnaam] en [Wachtwoord] in zodat er vinkjes in verschijnen en voer uw loginnaam en wachtwoord in.
  • Pagina 89: De Help-Functie Van De Printerdriver Weergeven

    AFDRUKKEN DE HELP-FUNCTIE VAN DE PRINTERDRIVER WEERGEVEN Wanneer u de instellingen voor de printerdriver configureert, kunt u de Help-functie weergeven voor uitleg over de verschillende opties. Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer de printerdriver van het apparaat.
  • Pagina 90: Veelgebruikte Afdrukinstellingen Opslaan

    AFDRUKKEN VEELGEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN OPSLAAN Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden opgeslagen. Regelmatig opslaan van veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleureninstellingen onder een toegewezen naam vereenvoudigt de configuratie van dergelijke instellingen wanneer u ze weer nodig hebt. INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver.
  • Pagina 91: Controleer De Instellingen En Sla Deze

    AFDRUKKEN Controleer de instellingen en sla deze (1) Controleer de weergegeven instellingen. (2) Voer een naam voor de instellingen in (maximaal 20 tekens). (3) Klik op de toets [OK]. Klik op de toets [OK]. Begin met afdrukken. • Er kunnen maximaal 30 sets gebruikersinstellingen worden opgeslagen. •...
  • Pagina 92: Opgeslagen Instellingen Gebruiken

    AFDRUKKEN OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer de printerdriver van het apparaat. (2) Klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het instelvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschappen] of [Voorkeursinstellingen]) kan variëren naargelang de gebruikte software.
  • Pagina 93: De Standaardinstellingen Van De Printerdriver Wijzigen

    AFDRUKKEN DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER WIJZIGEN U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen volgens de onderstaande procedure. De hier geselecteerde instellingen worden opgeslagen en als standaardinstellingen gebruikt wanneer met het apparaat wordt afgedrukt vanuit een softwaretoepassing. (Instellingen die u in het instelvenster van de printerdriver hebt geselecteerd bij het afdrukken vanuit een softwaretoepassing blijven geldig zolang de toepassing wordt gebruikt.) Klik op de toets [Start] ( ) en selecteer [Configuratiescherm] en dan [Printer].
  • Pagina 94 AFDRUKKEN Configureer de instellingen en klik op [OK]. Zie voor meer informatie over de instellingen de Help van de printerdriver. 2-15...
  • Pagina 95: Afdrukken Vanaf Een Macintosh-Computer

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN VANAF EEN MACINTOSH-COMPUTER BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardonderdeel van Mac OS X ("SimpleText" in Mac OS 9). PAPIERINSTELLINGEN SELECTEREN Selecteer de papierinstellingen in de printerdriver alvorens de afdrukopdracht te selecteren. Selecteer [Pagina-instelling] in het menu [Archief] van TextEdit.
  • Pagina 96: Afdrukken

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN Selecteer [Druk af] in het menu [Archief] van TextEdit. Selecteer in Mac OS 9 [Druk af##] in het menu [Archief##] van SimpleText. Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie. Controleer of de juiste printer is geselecteerd.
  • Pagina 97 AFDRUKKEN Klik op de knop [Druk af]. Het afdrukken begint. 2-18...
  • Pagina 98: Het Papier Selecteren

    AFDRUKKEN HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van de [Papierinvoer] ("Papierinvoer" onder [Algemeen] in Mac OS 9) in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd. • Als [Automatische keuze] is geselecteerd Een lade met normaal of gerecycled papier (standaard fabrieksinstelling is alleen normaal papier) van het formaat dat is opgegeven in "Papierformaat"...
  • Pagina 99: Afdrukken Op Enveloppen

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Met de handinvoerlade kunt u op speciale media zoals enveloppen afdrukken. De procedure voor het afdrukken op een envelop vanuit het eigenschappenscherm van de printerdriver wordt hieronder beschreven. Voor de soorten papier die in de handinvoerlade kunnen worden gebruikt, zie "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
  • Pagina 100: Afdrukken Als De Gebruikersauthenticatiefunctie Is Ingeschakeld

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld moet u uw gebruikersinformatie (gebruikersnaam, wachtwoord etc.) invoeren voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken. Selecteer [Print] in het menu [Archief] van de toepassing.
  • Pagina 101 AFDRUKKEN Begin met afdrukken. (1) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Voer uw gebruikersnaam in bij "Loginnaam" en uw wachtwoord bij "Wachtwoord" (1 tot 32 tekens). • Als de authenticatie plaatsvindt op gebruikersnummer Voer uw gebruikersnummer (5 tot 8 cijfers) in bij "Gebruikersnummer".
  • Pagina 102: Veel Gebruikte Functies

    AFDRUKKEN VEEL GEBRUIKTE FUNCTIES In dit gedeelte worden veel gebruikte functies uitgelegd. • KLEURENMODUS SELECTEREN • MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN • 2-ZIJDIG AFDRUKKEN (pagina 2-26) (pagina 2-29) • DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER • AFDRUKKEN NIETEN (pagina 2-31) (pagina 2-28) Deze uitleg veronderstelt dat het papierformaat en ander basisinstellingen al zijn geselecteerd.
  • Pagina 103: Zwart-Wit Afdrukken

    AFDRUKKEN ZWART-WIT AFDRUKKEN U kunt [Zwart/wit] selecteren op het tabblad [Algemeen] en op het tabblad [Kleur]. Klik op het selectievakje [Zwart/wit-afdruk] op het tabblad [Algemeen] zodat er een vinkje verschijnt. Het selectievakje [Zwart/wit-afdruk] op het tabblad [Algemeen] en de instelling "Kleurfunctie" op het tabblad [Kleur] zijn gekoppeld.
  • Pagina 104: Een Instelling Voor De Afdrukmodus Selecteren

    AFDRUKKEN EEN INSTELLING VOOR DE AFDRUKMODUS SELECTEREN In dit gedeelte wordt de procedure voor het selecteren van selecteren van een afdrukmodusinstelling uitgelegd. De "Instellingen afdrukmodus" bestaan uit de volgende drie items: Normaal: Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. Hoge kwaliteit: De afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst is hoog.
  • Pagina 105: 2-Zijdig Afdrukken

    AFDRUKKEN 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdruktaken van pas en is vooral handig wanneer u een eenvoudig boekje wilt afdrukken. 2-zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Afdrukstand Afdrukresultaten Windows Macintosh Windows Macintosh...
  • Pagina 106 AFDRUKKEN Macintosh (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. • Selecteer in Mac OS X v10.2.8 de instellingen in [Geavanceerd]. • Selecteer in Mac OS 9 [Uitvoer/Documenttype] en vervolgens [Omslaan langs lange zijde] of [Omslaan langs korte zijde]. 2-27...
  • Pagina 107: De Afbeelding Aanpassen Aan Het Papier

    AFDRUKKEN DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER Deze functie wordt gebruikt om de grootte van de afbeelding automatisch aan te passen aan het formaat van het in het apparaat geladen papier. Dit is handig als u bijvoorbeeld een document van A5- of rekeningformaat wilt vergroten tot het formaat A4 of letterformaat om dit beter leesbaar te maken of als u toch afdrukken wilt maken wanneer er geen papier van het juiste formaat in het apparaat is geladen.
  • Pagina 108: Meerdere Pagina's Op Één Pagina Afdrukken

    AFDRUKKEN MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u de afdrukafbeelding verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Dit is handig als u meerdere afbeeldingen zoals foto's op één pagina wilt afdrukken of als u papier wilt besparen. Deze functie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor een maximale papierbesparing.
  • Pagina 109 AFDRUKKEN Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Als u randen wilt afdrukken, schakel dan het selectievakje [Rand] in zodat er een vinkje in verschijnt. (4) Selecteer de volgorde van de pagina's. (2) (3) Macintosh (1) Selecteer [Lay-out].
  • Pagina 110: Afdrukken Nieten

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN NIETEN De nietfunctie kan worden gebruikt om afdrukken te nieten. Deze functie biedt een aanzienlijke tijdsbesparing bij het maken van handouts voor een vergadering of ander geniet materiaal. De nietfunctie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor het maken van verzorgd ogende materialen. De nietposities kunnen worden geselecteerd voor het verkrijgen van de onderstaande nietresultaten.
  • Pagina 111 AFDRUKKEN Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". (3) Selecteer de nietfunctie. • Selecteer bij gebruik van de nietfunctie het aantal nietjes in het menu "Nieten". Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". (3) Selecteer de nietfunctie.
  • Pagina 112: Handige Afdrukfuncties

    AFDRUKKEN HANDIGE AFDRUKFUNCTIES In dit gedeelte worden handige functies voor specifieke afdrukdoeleinden uitgelegd. • HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN • FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST BOEKJES EN POSTERS EN AFBEELDINGEN (pagina 2-45) • FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET •...
  • Pagina 113 AFDRUKKEN Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". (3) Selecteer [Pamfletten naast elkaar] of [Twee op één pamflet]. • Selecteer in Mac OS X v10.2.8 uit de menu's " Zijde voor inbinden" en "2-zijdig afdrukken" menu's in [Geavanceerd].
  • Pagina 114: De Marge Vergroten (Margeverschuiving)

    AFDRUKKEN DE MARGE VERGROTEN (Margeverschuiving) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding te verschuiven zodat de marge rechts, links of boven aan het vel wordt vergroot. Dit is handig wanneer u de afdrukken wilt nieten of perforeren, maar de inbindstrook de tekst overlapt.
  • Pagina 115: Een Poster Maken (Poster Afdrukken)

    AFDRUKKEN EEN POSTER MAKEN (Poster afdrukken) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een pagina met afdrukgegevens vergroten en afdrukken door meerdere vellen papier te gebruiken (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen dan samengevoegd worden om een grotere poster te maken.
  • Pagina 116: Functies Voor Het Aanpassen Van Het Formaat En De Stand Van De Afbeelding

    AFDRUKKEN FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE STAND VAN DE AFBEELDING HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 graden draaien) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals enveloppen ABCD of geperforeerde vellen).
  • Pagina 117: Het Afdrukbeeld Vergroten/Verkleinen (Zoom/Xy-Zoom)

    AFDRUKKEN HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (Zoom/XY-zoom) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding met een geselecteerd percentage te vergroten of verkleinen. Zo kunt u een kleine afbeelding vergroten of marges toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen. Als u de PS-printerdriver (Windows) van het apparaat gebruikt, kunt u de breedte- en lengtepercentages afzonderlijk instellen om de verhoudingen van de afbeelding te wijzigen.
  • Pagina 118: Lijndikte Aanpassen Bij Het Afdrukken (Lijndikte-Instellingen)

    AFDRUKKEN LIJNDIKTE AANPASSEN BIJ HET AFDRUKKEN (Lijndikte-instellingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Wanneer lijnen niet goed worden afgedrukt in speciale applicaties zoals CAD, kunt u met deze instelling de lijndikte aanpassen en bijvoorbeeld alle lijndiktes breder maken. (Deze instelling werkt alleen bij vectorgegevens; rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevat, kunt u ook alle lijnen op de...
  • Pagina 119: De Afbeelding Spiegelen (Spiegelbeeld)

    AFDRUKKEN DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegelbeeld) De afbeelding kan zodanig worden gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor houtbewerking of een ander afdrukmedium. Windows (Voor deze functie is de PS-printerdriver vereist.) (1) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. (2) Selecteer de instelling voor een gespiegelde afbeelding.
  • Pagina 120: Instelfunctie Voor Kleurenmodus

    AFDRUKKEN INSTELFUNCTIE VOOR KLEURENMODUS HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (Kleurafstelling) Bij het afdrukken van een foto of andere afbeelding kunnen de helderheid en het contrast worden ingesteld in de afdrukinstellingen. Deze instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd. Windows (1) Klik op het tabblad [Kleur].
  • Pagina 121: Onduidelijke Tekst En Lijnen In Zwart Afdrukken (Tekst Naar Zwart/Vector Naar Zwart)

    AFDRUKKEN ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (Tekst naar zwart/Vector naar zwart) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Bij het afdrukken van een afbeelding in grijstinten ABCD ABCD kunnen kleurentekst en vage lijnen worden afgedrukt in zwart. (Rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Hierdoor kunt u kleurentekst en vage lijnen die bij afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn naar voren halen.
  • Pagina 122: Kleureninstellingen Afstemmen Op Het Afbeeldingstype (Geavanceerde Kleuren)

    AFDRUKKEN KLEURENINSTELLINGEN AFSTEMMEN OP HET AFBEELDINGSTYPE (Geavanceerde kleuren) De printerdriver biedt diverse standaard kleurinstellingen voor verschillende toepassingen. Hierdoor kunt u afdrukken met de meest geschikte kleurinstellingen voor het type kleurenafbeelding. De geavanceerde kleurinstellingen kunt u ook zo configureren dat ze bij het doel van de kleurenafbeelding passen, zoals kleurenbeheerinstellingen en de filterinstellingen waarmee de weergave van tinten wordt aangepast.
  • Pagina 123 AFDRUKKEN Macintosh (1) Selecteer [Kleur]. (2) Selecteer de kleurenafdrukinstellingen. Selecteer het selectievakje [ColorSync] om de kleurbeheerfunctie van Mac OS te gebruiken. Als dit is gedaan, kan "Afbeeldingstype" niet meer geselecteerd worden. (3) Selecteer het type kleurenafbeelding. In het vervolgkeuzemenu kunt u een afbeeldingstype selecteren dat past bij de gegevens die u wilt afdrukken.
  • Pagina 124: Functies Voor Het Combineren Van Tekst En Afbeeldingen

    AFDRUKKEN FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (Watermerk) U kunt lichte, schaduwachtige tekst toevoegen aan de achtergrond van de afgedrukte afbeelding, als een watermerk. Het formaat, de kleur, de dichtheid, de hoek en de afdrukpositie van het watermerk kunnen worden aangepast.
  • Pagina 125: Een Afbeelding Over De Afdrukgegevens Afdrukken (Afbeeldingsstempel)

    AFDRUKKEN EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (Afbeeldingsstempel) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een op uw computer opgeslagen bitmap- of JPEG-afbeelding afdrukken over de afdrukgegevens. Het formaat, de positie en de hoek van de afbeelding kunnen worden ingesteld. Deze functie kan worden gebruikt om de afdrukgegevens te "merken"...
  • Pagina 126: Overlays Maken Voor Afdrukgegevens (Overlays)

    AFDRUKKEN OVERLAYS MAKEN VOOR AFDRUKGEGEVENS (Overlays) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt afdrukgegevens afdrukken in een eerder XXXX XXXX gemaakte overlay. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere toepassing dan het 1 100 1 100 XXXX 10 150...
  • Pagina 127: Afdrukfuncties Voor Speciale Doeleinden

    AFDRUKKEN AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN GESPECIFICEERDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (Ander papier) • Deze functie in een Windows-omgeving gebruiken De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document kunnen op ander papier worden gedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken, of gekleurd papier of een andere papiersoort bij bepaalde pagina's wilt tussenvoegen.
  • Pagina 128 AFDRUKKEN Macintosh (Deze functie kan alleen in Mac OS 9, Mac OS X v10.4.11, v10.5 tot 10.5.8 en in 10.6 worden gebruikt.) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Ander papier]. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van kaften. Selecteer de afdrukinstelling, papierlade en papiersoort voor de kaftpagina en de laatste pagina.
  • Pagina 129: Invoegvellen Toevoegen Bij Het Afdrukken Op Transparanten (Transparant-Insteekvellen)

    AFDRUKKEN INVOEGVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (Transparant-insteekvellen) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen elke twee transparanten te voegen. Het is ook mogelijk om de inhoud van elk transparant af te drukken op het bijbehorende invoegvel.
  • Pagina 130: Carbonafdruk

    AFDRUKKEN EEN CARBONAFDRUK MAKEN (Carbonafdruk) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Deze functie wordt gebruikt om een extra afdruk van de afbeelding te maken op papier van hetzelfde formaat maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld carbonafdruk selecteert wanneer standaardpapier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, kan een op een carbondoorslag gelijkend afdrukresultaat worden verkregen door slechts...
  • Pagina 131: (Hoofdstukinvoegingen)

    AFDRUKKEN TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (Hoofdstukinvoegingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier Voorbeeld: laten afdrukken. Wanneer pagina's 4 en 8 als pagina-instellingen bepaald zijn. Wanneer een pagina (bijvoorbeeld de eerste pagina van een hoofdstuk) wordt opgegeven als voorzijdepagina, wordt de pagina op de voorzijde van het papier...
  • Pagina 132: Vasthoudfunctie (Wachten Met Afdrukken)

    • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt de SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de vasthoudfunctie, of van onjuiste toepassing van de vasthoudfunctie door de gebruiker die de gegevens opslaat.
  • Pagina 133: Afdrukbestanden Opslaan (Vasthouden)

    AFDRUKKEN AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN (Vasthouden) Deze uitleg veronderstelt dat het papierformaat en ander basisinstellingen al zijn geselecteerd. Voor de basisprocedure voor het afdrukken en de stappen voor het openen van het instelvenster van de printerdriver, zie het volgende gedeelte: ☞ Windows: BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN (pagina 2-4) ☞...
  • Pagina 134 AFDRUKKEN Macintosh (1) Selecteer [Taakverwerking]. (2) Selecteer de instelling voor vasthouden. Schakel het selectievakje [Vasthouden] in . Selecteer de methode van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Om de handeling te vereenvoudigen wanneer u de volgende keer hetzelfde wachtwoord instelt, kunt u op de toets (vergrendelen) klikken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd (5 tot 8 cijfers).
  • Pagina 135: Een Opgeslagen Bestand Afdrukken

    AFDRUKKEN EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN Een bestand dat is opgeslagen met de vasthoudfunctie kan wanneer gewenst worden opgehaald en afgedrukt. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand opnieuw kan worden afgedrukt met dezelfde instellingen. U kunt ook uitvoerinstellingen, 2-zijdig afdrukken, papierformaat, aantal kopieen en andere instellingen selecteren.
  • Pagina 136 AFDRUKKEN Selecteer de toets [Print en Verwijder] of de toets [Print en Bewaar]. • Als u de toets [Print en Verwijder] selecteert, worden de bestanden na het afdrukken automatisch verwijderd. • Als u de toets [Print en Bewaar] selecteert, worden de bestanden na het afdrukken opgeslagen.
  • Pagina 137: Automatisch Alle Opgeslagen Gegevens Afdrukken

    AFDRUKKEN Automatisch alle opgeslagen gegevens afdrukken Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, kunnen alle vastgehouden (opgeslagen) afdrukopdrachten van een gebruiker die inlogt op moment van inloggen automatisch worden afgedrukt. Nadat alle opdrachten zijn afgedrukt, worden de bestanden gewist. Om de functie alles afdrukken te gebruiken, zijn de volgende stappen vereist: •...
  • Pagina 138: Scherm Afdrukinstellingen

    AFDRUKKEN SCHERM AFDRUKINSTELLINGEN Wanneer een bestand wordt opgeslagen op de machine, worden ook de afdrukinstellingen opgeslagen die van kracht waren op het moment dat het bestand werd afgedrukt van de printerdriver. Onderstaande instellingen kunnen echter worden gewijzigd wanneer u een opgeslagen bestand afdrukt. Voor de procedure voor het gebruik van het instellingenscherm, zie "WERKEN MET HET BEDIENINGSPANEEL"...
  • Pagina 139: Multi-File Printen

    AFDRUKKEN MULTI-FILE PRINTEN Er kunnen meerdere bestanden in een map worden geselecteerd om af te drukken. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Selecteer de toets [Multi-afdruk]. VORIGE Selecteer de toetsen van de mappen die u wilt afdrukken.
  • Pagina 140 AFDRUKKEN Een geselecteerd bestand afdrukken. Het aantal geselecteerde bestanden verschijnt in de weergave aantal geselecteerde bestanden. Als u het aantal kopieën wilt gebruiken dat bij het bestand is opgeslagen, ga dan naar stap (3). (1) Selecteer het selectievakje [Gebruik het aantal vooraf ingestelde afdrukken per VORIGE opdracht] zodat dit niet is ingeschakeld...
  • Pagina 141: Afdrukken In Batches

    AFDRUKKEN Afdrukken in batches Alle bestanden met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord kunnen tegelijk worden afgedrukt. Wanneer de toets [Multi-afdruk] wordt geselecteert, verandert deze in de toets [Batchafdruk]. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Selecteer de toets [Batchafdruk].
  • Pagina 142 AFDRUKKEN Selecteer de gebruikersnaam. U kunt de gebruikersnaam op drie manieren selecteren: (A) Selecteer de toets [Gebruikerslijst] en druk op [OK]. Er wordt een gebruikerslijst (D) weergegeven. Selecteer met de toetsen en druk op [OK]. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt geselecteerd, selecteer dan de toets met de juiste naam.
  • Pagina 143 AFDRUKKEN Als er een wachtwoord is ingesteld, selecteer dan de toets [Wachtwoord]. Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met het numerieke schermtoetsenbord en selecteer de [OK] toets. Voor de procedure van het invoeren van getallen, zie "Invoeren van getallen"...
  • Pagina 144: Een Opgeslagen Bestand Verwijderen

    AFDRUKKEN EEN OPGESLAGEN BESTAND VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet langer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. ☞ EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN (pagina 2-56) U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Selecteer de toets [Wissen]. VORIGE Controleer het bestand en selecteer [Ja].
  • Pagina 145: Automatisch Wissen Van Bestanden

    AFDRUKKEN Automatisch wissen van bestanden U kunt opgeslagen data automatisch laten verwijderen met regelmatige intervallen door een periodieke verwijdertijd op te geven. Als de bestanden die in het apparaat opgeslagen zijn periodiek worden gewist, helpt dat om het lekken van gevoelige informatie te vermijden en wordt ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
  • Pagina 146: Een Opgeslagen Bestand Zoeken

    AFDRUKKEN EEN OPGESLAGEN BESTAND ZOEKEN Als er een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het moeilijk zijn om een bestand te vinden. De zoekfunctie kan worden gebruikt om snel een bestand te vinden. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestandsnaam kent. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
  • Pagina 147: Zoeken Op Gebruikersnaam

    AFDRUKKEN Zoeken op gebruikersnaam U kunt de gebruikersnaam op drie manieren selecteren: (A) Selecteer de toets [Gebruikerslijst] en druk op [OK]. Er wordt een gebruikerslijst (D) weergegeven. Selecteer met de toetsen en druk op [OK]. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt geselecteerd, selecteer dan de toets met de juiste naam.
  • Pagina 148: Afdrukken Zonder De Printerdriver

    AFDRUKKEN AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw computer, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u direct op het apparaat afdrukken zonder de printerdriver. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u direct kunt afdrukken. PDF/ Bestandsty TIFF...
  • Pagina 149: Op Een Ftp-Server

    AFDRUKKEN DIRECT AFDRUKKEN VAN EEN BESTAND OP EEN FTP-SERVER Wanneer een FTP-server is gekoppeld aan de webpagina's van het apparaat, kunt u een bestand op de FTP-server specificeren en afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat. Hierdoor hoeft u het bestand niet meer te downloaden en af te drukken vanaf een computer.
  • Pagina 150 AFDRUKKEN Selecteer de toets van de map die u wilt afdrukken. • Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de toetsen voor bestanden die kunnen worden afgedrukt. • Het pictogram wordt weergegeven aan de linkerzijde van de toetsen voor mappen op de FTP-server. Selecteer de toets voor een map om de bestanden en mappen in die map VORIGE weer te geven.
  • Pagina 151: In Een Usb-Geheugen

    AFDRUKKEN DIRECT AFDRUKKEN VAN EEN BESTAND IN EEN USB-GEHEUGEN Een bestand in een op het apparaat aangesloten USB-geheugen kan worden afgedrukt via het bedieningspaneel van het apparaat zonder gebruik te maken van de printerdriver. Als de printerdriver van het apparaat niet is geïnstalleerd op uw computer, kunt u een bestand kopiëren naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen en het geheugen aansluiten op het apparaat om het bestand direct af te drukken.
  • Pagina 152 AFDRUKKEN Selecteer de toets van de map die u wilt afdrukken. • Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de toetsen voor bestanden die kunnen worden afgedrukt. • Het pictogram wordt weergegeven aan de linkerzijde van de toetsen voor mappen in het USB-geheugen. Selecteer de toets voor een map om de bestanden en mappen in die map weer te geven.
  • Pagina 153: Een Bestand In Een Netwerkmap Direct Afdrukken

    AFDRUKKEN EEN BESTAND IN EEN NETWERKMAP DIRECT AFDRUKKEN Met het bedieningspaneel van de machine kunt u een bestand selecteren en afdrukken dat zich bevindt op een server of in een gedeelde map van iemands computer op hetzelfde netwerk als de machine. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
  • Pagina 154 AFDRUKKEN Open de netwerkmap. (1) Selecteer de toets van de werkgroep die u wilt openen. (2) Selecteer de toets van de server of computer die u wilt openen. Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt VORIGE gevraagd om een gebruikersnaam en wachtwoord, vraag dit dan nabij uw serverbeheerder en voer de juiste gebruikersnaam en wachtwoord in.
  • Pagina 155 AFDRUKKEN Selecteer de toets van de map die u wilt afdrukken. • Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de toetsen voor bestanden die kunnen worden afgedrukt. • Het pictogram wordt links van de toetsen van mappen in de netwerkmap weergegeven. Selecteer de toets voor een map om de bestanden en mappen in die map weer te geven.
  • Pagina 156: Direct Afdrukken

    AFDRUKKEN DIRECT AFDRUKKEN VANAF EEN COMPUTER U kunt instellingen configureren op de webpagina's van het apparaat zodat u direct vanaf de computer kunt afdrukken zonder gebruik van de printerdriver. AFDRUKTAAK INDIENEN Het is mogelijk om direct een bestand op te geven om te laten afdrukken, zonder de printerdriver te gebruiken. Met deze procedure kunt u niet alleen bestanden op uw computer afdrukken, maar elk bestand dat u vanaf uw computer kunt openen, zoals een bestand op een andere computer die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
  • Pagina 157: E-Mail Afdrukken

    AFDRUKKEN E-MAIL AFDRUKKEN U kunt een e-mail account configureren in het apparaat, zodat het apparaat uw mailserver periodiek controleert, en automatisch ontvangen e-mailbijlagen afdrukt zonder de printerdriver te gebruiken. Instellingen configureren • Instellingen configureren Als u de functie e-mail afdrukken wilt gebruiken, moet u op het apparaat een e-mailaccount configureren. Als u een account wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [Instellingen voor e-mail afdrukken] in het menu van de webpagina.
  • Pagina 158: De Afdrukstatus Controleren

    AFDRUKKEN DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte. Opdr.Wachtr Afdrukken OPDRACHT...
  • Pagina 159 AFDRUKKEN Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Status wachtrij aan. Geeft de opdrachtstatus weer. Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid Bericht Status...
  • Pagina 160: Een Versleuteld Pdf-Bestand Afdrukken

    AFDRUKKEN EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN Het versleuteld PDF-formaat wordt gebruikt om PDF-bestanden te beveiligen door er een wachtwoord aan toe te kennen. Voor het rechtstreeks afdrukken van een versleuteld PDF-bestand op een FTP-server of van een USB-geheugenapparaat of iets dergelijks die op de machine is aangesloten, volg onderstaande stappen om het wachtwoord in te voeren en te gaan afdrukken.
  • Pagina 161: Voorrang Geven Aan Een Afdruktaak/Een Afdruktaak Annuleren

    AFDRUKKEN VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK/EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK U kunt voorrang geven aan een afdruktaak die wacht om afgedrukt te worden en deze eerder afdrukken dan de andere taken. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
  • Pagina 162: Een Afdruktaak Annuleren

    AFDRUKKEN EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN U kunt een taak die wordt afgedrukt, wordt gespoold of in een wachtrij staat annuleren. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Annuleer de taak.
  • Pagina 163: Overstappen Op Een Ander Papierformaat Als Het Papier Opraakt

    AFDRUKKEN OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT ALS HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, verschijnt een melding op het display. Het afdrukken wordt automatisch hervat wanneer papier in het apparaat wordt geladen en de toets [OK] wordt geselecteerd.
  • Pagina 164 AFDRUKKEN Selecteer de toets [Papier]. Data: Document- 1-Zijdig Type: VORIGE Selecteer de toets voor de lade met het papier dat u wilt gebruiken. Het afdrukken begint. VORIGE Als u bent overstapt op een ander papierformaat, maakt het apparaat mogelijk geen goede afdrukken, bijvoorbeeld omdat een deel van de tekst of afbeelding van het papier loopt.
  • Pagina 165: Bestanden Van Het Opdrachtstatusscherm Ophalen En Gebruiken

    AFDRUKKEN BESTANDEN VAN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die anders zijn opgeslagen dan met "Alleen vasthouden" in "Vasthouden instellingen" kunnen vanuit het scherm Voltooid van de opdrachtstatus worden bewerkt. U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
  • Pagina 166 AFDRUKKEN Selecteer het gewenste bestand in de Voltooid voltooide opdrachten. (1) Selecteer de toets van het gewenste bestand. (2) Selecteer de toets [Oproep]. Het taakinstellingenscherm verschijnt. VORIGE Selecteer de gewenste handeling en voer deze uit. ☞ EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN (pagina 2-56) ☞...
  • Pagina 167: Bijlage

    AFDRUKKEN BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER De beschikbare functies en uitvoerresultaten kunnen per gebruikte soort printerdriver variëren. Windows Macintosh Functie PCL6 PCL5c Veelgebruikte Kopieën 1-999 1-999 1-999 1-999 1-999 functies Afdrukstand X pagina's Aantal 2,4,6,8,9,16 2,4,6,8,9,16 2,4,6,8,9,16 2,4,6,9,16* 2,4,6,9,16 op 1 vel pagina's Volgorde Selecteerbaar...
  • Pagina 168 AFDRUKKEN Windows Macintosh Functie PCL6 PCL5c Functies voor het Watermerk combineren van Afbeeldingsstempel tekst en Overlay afbeeldingen Beeldkwaliteit Afdrukmodus Normaal/Hoge Normaal/Hoge Normaal/Hoge Normaal/Hoge Normaal/Hoge kwaliteit/Fijn kwaliteit kwaliteit/Fijn kwaliteit/Fijn kwaliteit/Fijn Grafische functie selectie Tonerbesparingsfunctie* Lettertype Eigen lettertypen 80 lettertypen 80 lettertypen 136 lettertypen 136 lettertypen 35 lettertypen...
  • Pagina 169: Hoofdstuk 3 Systeeminstellingen

    HOOFDSTUK 3 SYSTEEMINSTELLINGEN In dit hoofdstuk worden de systeeminstellingen uitgelegd, waarmee een reeks parameters wordt geconfigureerd die bedoeld zijn om optimaal aan te sluiten op de behoeften van uw werkplek. De keuzes die momenteel voor de instellingen zijn gemaakt, kunnen worden weergegeven of afgedrukt. Om snel te controleren waar een instelling zich bevindt in het systeeminstellingenmenu, raadpleegt u "Menu Systeeminstellingen...
  • Pagina 170 Lijst afdrukken (beheerder) ....3-26 Sharp OSA-instellingen ....3-61 Beveiligingsinstellingen .
  • Pagina 171: Systeeminstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Systeeminstellingen De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden. De systeeminstellingen bestaan uit instellingen voor gebruik door algemene gebruikers en instellingen die alleen geconfigureerd kunnen worden door een beheerder van de machine.
  • Pagina 172: De Systeeminstellingen Configureren

    SYSTEEMINSTELLINGEN De systeeminstellingen configureren De systeeminstellingen kunnen op twee manieren worden geconfigureerd: met het bedieningspaneel van de machine, en met de webpagina die verschijnt wanneer de webserver van de machine wordt geopend. Met de webpagina kunt u de instellingen gemakkelijk vanaf uw computer configureren via het netwerk. Voor het configureren van de instellingen met de machine, zie "Algemene handelingsmethoden"...
  • Pagina 173: Algemene Handelingsmethoden

    SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene handelingsmethoden In dit hoofdstuk worden de handelingen die voor alle systeeminstellingen gelden besproken. Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk goed leest want deze informatie wordt in de beschrijving van de afzonderlijke instellingen achterwege gelaten. Voor de procedures voor het gebruik van het display, zie "WERKEN MET HET BEDIENINGSPANEEL"...
  • Pagina 174: De Webserver In De Machine Openen

    SYSTEEMINSTELLINGEN De webserver in de machine openen Als de machine op een netwerk is aangesloten, kan de webserver die in de machine is ingebouwd worden geopend vanuit een webbrowser op uw computer. Voor de procedures voor het gebruik van het display, zie "WERKEN MET DE WEBPAGINA"...
  • Pagina 175: Systeeminstellingen (Algemeen) Op Het Bedieningspaneel

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN) OP HET BEDIENINGSPANEEL In dit gedeelte worden de systeeminstellingen uitgelegd die door algemene gebruikers op het bedieningspaneel kunnen worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (Algemeen) openen Zorg ervoor dat de machine in stand-by staat en druk op VORIGE GEREED de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] op het DATA...
  • Pagina 176: Lijst Met Systeeminstellingen (Algemeen)

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Lijst met Systeeminstellingen (Algemeen) Wanneer de Systeeminstellingen worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met Systeeminstellingen (beheerder)" (pagina 3-20) voor items die uitsluitend met beheerdersrechten kunnen worden geopend. Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 177 SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Lijst afdrukken (gebruiker) Item Standaardinstellingen Pagina ■ Lijst afdrukken (gebruiker) 3-12 ● Lijst met alle aangepaste instellingen – ● Testpagina printer – Papierlade-Instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 3-13 ■ Papierlade-Instellingen ● Lade-instellingen Papierlade 1 Papierlade 2* Papierlade 3* Normaal, Auto-AB (Auto-Inch) 3-13 Papierlade 4*...
  • Pagina 178: Displaycontrast

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Displaycontrast Stel hiermee het contrast van het display van de machine in. Selecteer de toets [Display-Contrast]. Selecteer in het scherm dat verschijnt, de toets [Lichter] of [Donkerder] om het contrast aan te passen. Totale aantal Deze functie geeft de paginatelling in elke modus weer. Selecteer de toets [Totaal aantal]. Opdrachttelling Dit geeft het aantal van alle opdrachten weer en drukt dit af.
  • Pagina 179: Standaardinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de bediening van de machine kunnen worden geconfigureerd. Selecteer de toets [Standaardinstellingen] en selecteer de instellingen. Klokaanpassing Gebruik deze toets om de datum en tijd van de inbouwklok in de machine in te stellen. Stel de tijd in.
  • Pagina 180: Datumindeling

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Datumindeling Het formaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Item Instellingen Huidige Waarde De huidige tijd wordt weergegeven in de opmaak die bij de datumnotatie is ingesteld. Indeling De weergavevolgorde instellen van jaar, maand en dag (JJJJ/MM/DD).
  • Pagina 181: Papierlade-Instellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Papierlade-Instellingen Papierlade en papiersoortinstellingen worden in dit gedeelte behandeld. Selecteer de toets [Papierlade-instellingen] om de instellingen te configureren. Lade-instellingen Deze instellingen bepalen papiersoort, papierformaat en functies die voor iedere papierlade gelden. Als de toets [Lade-instellingen] wordt geselecteerd, verschijnt een lijst met de laden en huidige instellingen. Vorige Lade-Instel.
  • Pagina 182 SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Lade-instellingen Papierlade Papiersoort Formaat Papierlade 1 Normaal, voorbedrukt, Auto-AB ( A4, A5, B5, 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13")), Recycled, briefpapier, Auto-inch (8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"), voorgeperforeerd, 216 mm x 343 mm (8-1/2"...
  • Pagina 183: Papiersoortregistratie

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (ALGEMEEN) Papiersoortregistratie Sla een papiersoort op als de gewenste papiersoort niet verschijnt in de selectie of als u een nieuwe set papiereigenschappen wilt aanmaken. Er kunnen max. 7 programma's worden opgeslagen. Item Beschrijving Een willekeurige naam opslaan. Typenaam De standaard fabrieksnamen zijn "Gebr.
  • Pagina 184: Systeeminstellingen (Beheerder) Op Het Bedieningspaneel

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER) OP HET BEDIENINGSPANEEL In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door de beheerder van de machine worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (beheerder) openen De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder) te openen. Wanneer Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie"...
  • Pagina 185: Wanneer Gebruikersauthenticatie Is Ingeschakeld

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie" (alleen webpagina) is ingeschakeld. Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen. Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord (en e-mailadres) De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE"...
  • Pagina 186 SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Log in. (1) Selecteer de toets [Beheerder]. (2) Selecteer de toets [Wachtwoord]. Voer het wachtwoord van de beheerder in het invoerscherm voor het wachtwoord in. (3) Selecteer [OK]. Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. VORIGE U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
  • Pagina 187 SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Inloggen via gebruikersnummer U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets. Selecteer de toets [Aanm. beheer]. VORIGE Log in. (1) Selecteer de toets [Wachtwoord]. Voer het wachtwoord van de beheerder in het invoerscherm voor het wachtwoord in.
  • Pagina 188: Lijst Met Systeeminstellingen (Beheerder)

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Lijst met Systeeminstellingen (beheerder) Hieronder worden de systeeminstellingen weergegeven die verschijnen nadat de beheerder zich heeft aangemeld. Ook worden de standaardinstellingen voor elk item weergegeven. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 189 SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) INetwerkinstellingen Item Standaardinstellingen Pagina 3-25 ■ Netwerkinstellingen ● IPv4-instellingen DHCP 3-25 ● IPv6-instellingen Uitgeschakeld 3-25 ● TCP/IP inschakelen Ingeschakeld 3-25 ● NetWare inschakelen Ingeschakeld 3-25 ● EtherTalk inschakelen Ingeschakeld 3-25 ● NetBEUI inschakelen Ingeschakeld 3-25 ● NIC terugstellen –...
  • Pagina 190: Opslaan/Oproepen Van Systeeminstellingen

    Bewaren/oproepen van systeeminstellingen ● Fabrieksinstellingen Herstellen – 3-29 ● Huidige Configuratie Opslaan – 3-29 ● Configuratie Herstellen – 3-29 Sharp OSA-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 3-30 ■ Sharp OSA-instellingen* ● Instellingen extern account Extern accountbeheer Uitgeschakeld 3-30 Authenticatie door externe server inschakelen Uitgeschakeld ●...
  • Pagina 191: Energiebesparing

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Energiebesparing De instellingen voor energiebesparing zorgen voor een besparing op de energiekosten. Vanuit een milieustandpunt helpen deze instellingen ook bij het reduceren van milieuvervuiling en het instandhouden van natuurlijke energiebronnen. Selecteer de toets [Energiebesparing] en configureer de instellingen. Tonerbesparingsfunctie Timer voor Automatisch Uitschakelen...
  • Pagina 192: Bedieningsinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Bedieningsinstellingen Het is mogelijk instellingen die verband houden met het bedienen van de machine te configureren. Selecteer de toets [Bedieningsinstellingen] om de instellingen te configureren. Overige instellingen Toetsgeluid Toetsenbordprioriteit instellen Deze instelling wordt gebruikt om het volume van de Wanneer een extern toetsenbord is aangesloten kunt u pieptoon die klinkt wanneer u een toets selecteert aan te selecteren of het schermtoetsenbord of het externe...
  • Pagina 193: Netwerkinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Netwerkinstellingen De netwerkinstellingen worden hieronder beschreven. Selecteer de toets [Netwerkinstellingen] om de instellingen te configureren. Als instellingen worden gewijzigd, gaan ze pas in nadat de machine opnieuw is gestart. Raadpleeg "DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN" (pagina 1-13) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor het herstarten van de machine. IPv4-instellingen TCP/IP inschakelen"...
  • Pagina 194: Lijst Afdrukken (Beheerder)

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Lijst afdrukken (beheerder) Deze instelling wordt gebruikt om lijsten en rapporten af te drukken die uitsluitend worden gebruikt door beheerder van de machine. Selecteer de toets [Lijst afdrukken (beheerder)] om de instellingen te configureren. Gebruikersinformatie afdrukken Gebruikerslijsten, gebruikstellingenlijsten, lijsten van gebruikslimietgroepen en andere lijsten betreffende gebruiksbediening kunnen worden afgedrukt.
  • Pagina 195: Beveiligingsinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Beveiligingsinstellingen De volgende instellingen zijn bedoeld voor beveiliging. Selecteer de toets [Beveiligingsinstellingen] om de instellingen te configureren. SSL-instellingen IPsec-instellingen SSL kan worden gebruikt voor het verzenden van IPsec kan worden gebruikt voor verzending/ontvangst gegevens over een netwerk. van gegevens op een netwerk.
  • Pagina 196: Productcode

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Productcode De procedures voor het invoeren van productcodes voor uitbreidingskits worden hieronder beschreven. Selecteer de toets [Productcode] om de instellingen te configureren. • Afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn. •...
  • Pagina 197: Bewaren/Oproepen Van Systeeminstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER) Bewaren/oproepen van systeeminstellingen De huidige systeeminstellingen kunnen worden opgeslagen, eerder opgeslagen systeeminstellingen kunnen worden opgehaald en de standaardinstellingen kunnen worden hersteld. Selecteer de toets [Bewaren/oproepen van systeeminstellingen] om de instellingen te configureren. Fabrieksinstellingen Herstellen Hiermee zet u de systeeminstellingen terug naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 198: Sharp Osa-Instellingen

    Kies uit Geen of AES-128, AES-256. • Wanneer de externe driver is geselecteerd, is het niet mogelijk om een USB-apparaat in een andere modus dan Sharp OSA-modus te gebruiken. • Als instellingen worden gewijzigd, gaan ze pas in nadat de machine opnieuw is gestart. Raadpleeg "DE VOEDING IN- EN...
  • Pagina 199: Systeeminstellingen (Algemeen) Op De Webpagina

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN) OP DE WEBPAGINA In dit gedeelte worden de systeeminstellingen uitgelegd die door algemene gebruikers op de webpagina kunnen worden geconfigureerd. U bereikt deze instellingen deze [Systeeminstellingen] te selecteren op de menubalk van de webpagina. Lijst met Systeeminstellingen (Algemeen) Wanneer de Systeeminstellingen worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items.
  • Pagina 200 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Lijst afdrukken (gebruiker) Item Standaardinstellingen Pagina ■ Lijst afdrukken (gebruiker) 3-36 ● Lijst met alle aangepaste instellingen – ● Testpagina printer – Papierlade-Instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 3-37 ■ Papierlade-Instellingen ● Automatisch omschakelen van laden Ingeschakeld 3-37 ● Lade-instellingen Papierlade 1 Papierlade 2*...
  • Pagina 201 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Voorwaarde-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 3-41 ■ Voorwaarde-instellingen ● Standaard printerinstellingen Kopieën Afdrukstand Staand Standaard papierformaat A4 (8-1/2"x11") Standaard papiersoort Normaal papier Instelling Oorspronkelijke Resolutie 600dpi (Hoge kwaliteit) Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld Lijndikte 3-41 2-zijdige afdruk 1-zijdig Kleurmodus Auto N-op-1 afdrukken...
  • Pagina 202: Totale Aantal

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Totale aantal Deze functie geeft de paginatelling in elke modus weer. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Totaal Aantal] van de menubalk. Opdrachttelling Dit geeft het aantal van alle opdrachten weer en drukt dit af. • Elk blad papier gebruikt voor automatisch twee-zijdig afdrukken wordt geteld als twee pagina's. •...
  • Pagina 203: Standaardinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de bediening van de machine kunnen worden geconfigureerd. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Standaardinstellingen] van de menubalk en configureer elke instelling. Klokaanpassing Gebruik deze toets om de datum en tijd van de inbouwklok in de machine in te stellen. Stel de tijd in.
  • Pagina 204: Keuze Toetsenbord

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Datumindeling Het formaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Item Instellingen Huidige Waarde De huidige tijd wordt weergegeven in de opmaak die bij de datumnotatie is ingesteld. Indeling De weergavevolgorde instellen van jaar, maand en dag (JJJJ/MM/DD).
  • Pagina 205: Papierlade-Instellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Papierlade-Instellingen Papierlade en papiersoortinstellingen worden in dit gedeelte behandeld. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Papierlade-Instellingen] van de menubalk en configureer elke instelling. U kunt een weergegeven ladenaam selecteren om het scherm lade instellingen te openen. Automatisch omschakelen van laden Als het papier uit een lade op raakt tijdens het afdrukken, bepaalt dit of een andere lade met hetzelfde papierformaat en dezelfde papiersoort automatisch geselecteerd wordt en het afdrukken doorgaat.
  • Pagina 206 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Instellingen van elke lade De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd. Item Beschrijving Selecteer de papiersoort die in de lade is geplaatst. De papiersoorten die kunnen worden geselecteerd verschillen per papierlade. Soort Raadpleeg "Lade-instellingen" (pagina 3-39) voor meer informatie. Raadpleeg "Papiersoortregistratie"...
  • Pagina 207 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Lade-instellingen Papierlade Papiersoort Formaat Papierlade 1 Normaal, voorbedrukt, Auto-AB ( A4, A5, B5, 216 mm x330 mm (8-1/2" x 13")), Recycled, briefpapier, Auto-inch (8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"), voorgeperforeerd, 216 mm x 343 mm (8-1/2" x 13-1/2"), 8-1/2" x 13-2/5" Papierlade 2* gekleurd, (216 mm x 340 mm),...
  • Pagina 208: Registratie Aangepaste Grootte (Omloop)

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Registratie aangepaste grootte (Omloop) Als u een speciaal niet-standaard papierformaat vaak gebruikt in de handinvoerlade, kunt u die papiersoort opslaan. Door de papiersoort op te slaan, hoeft u het formaat niet telkens in te stellen wanneer u het gebruikt. Er kunnen drie papierformaten worden opgeslagen.
  • Pagina 209: Voorwaarde-Instellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Voorwaarde-instellingen De voorwaarde-instellingen worden gebruikt om de basisprinterinstellingen en de instellingen voor het afdrukken van een DOS-applicatie te configureren. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Voorwaardeinstellingen] van de menubalk en configureer elke instelling. Standaard printerinstellingen De standaard instellingen worden gebruikt om geavanceerde afdrukvoorwaarden voor het afdrukken in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (zoals afdrukken van MS-DOS of van een computer waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd).
  • Pagina 210: Pcl-Instellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) Item Selecties Afdrukken per • (Afdrukken per eenheid gebruiken) eenheid • (Afdrukken per eenheid niet gebruiken) Uitvoer • (Nieten gebruiken) Nieten • (Nieten niet gebruiken) • (Uitgeschakeld) Snelbestand • (Geactiveerd) *1 Deze instelling wordt gebruikt om de lijnbreedte van de vectorgrafieken (alleen zwart-wit afdrukken) aan te passen. Uitgezonderd voor CAD en andere speciale gebruikssituaties is het normaal niet nodig deze instelling te wijzigen.
  • Pagina 211: Postscript-Instelling

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (ALGEMEEN) PostScript-instelling Configureer instellingen voor het afdrukken van een foutbeschrijving wanneer er een PostScript-gegevensafdrukfout optreedt en instellingen voor PostScript-gegevens in binair formaat door op de tab [PostScript-instelling] te klikken. Instellingen Item Beschrijving Selecties Als er een PS (PostScript) fout •...
  • Pagina 212: Systeeminstellingen (Beheerder) Op De Webpagina

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER) OP DE WEBPAGINA In dit gedeelte worden de systeeminstellingen uitgelegd die door een beheerder op de webpagina kunnen worden geconfigureerd. U bereikt deze instellingen deze [Systeeminstellingen] te selecteren op de menubalk van de webpagina. Systeeminstellingen (beheerder) openen De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder) te openen.
  • Pagina 213: Lijst Met Systeeminstellingen (Beheerder)

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Lijst met Systeeminstellingen (beheerder) Hieronder worden de systeeminstellingen weergegeven die verschijnen nadat de beheerder zich heeft aangemeld. Ook worden de standaardinstellingen voor elk item weergegeven. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 214 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Item Standaardinstellingen Pagina ● Instellingen bediening op afstand Bediening door externe software Bedieningsmachtiging Verboden Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op zowel PC als op machine Bediening vanaf opgegeven pc Bedieningsmachtiging Verboden 3-53 Hostnaam of IP-adres van PC – Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op zowel PC als op machine Bediening door gebruiker met wachtwoord...
  • Pagina 215: Iprinterinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) IPrinterinstellingen Item Standaardinstellingen Pagina 3-58 ■ Printerinstellingen ● Standaardinstellingen 3-58 Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld 3-58 Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld 3-58 A4/Letter-Formaat Auto Veranderen Varieert afhankelijk van land en regio 3-58 Afdruk Density Printer Kleur 3-58 Zwart-wit CMYK belichting aanpassen 3-58 Instellingen handinvoerlade...
  • Pagina 216 ■ Lijst afdrukken (beheerder) ● Lijst beheerdersinstellingen – 3-61 ● Lijst Met Webinstellingen* – 3-61 * Als de netwerkverbinding is ingeschakeld. Sharp OSA-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina ■ 3-61 Sharp OSA-instellingen* ● Voorkeur taakprioriteit Afdrukken 3-61 * Wanneer de externe account-module of toepassingscommunicatiemodule is geïnstalleerd.
  • Pagina 217 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Instellingen in-/ uitschakelen Item Standaardinstellingen Pagina 3-62 ■ Instellingen in-/ uitschakelen ● Voorwaarde-instellingen 3-62 Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld 3-62 ● Gebruikers-bediening 3-62 Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker Uitgeschakeld 3-62 ● Bedieningsinstellingen 3-62 Timer voor automatisch wissen annuleren Uitgeschakeld 3-62 Uitschakelen van opdrachtprioriteit...
  • Pagina 218 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Productcode Item Standaardinstellingen Pagina ■ Productcode* 3-63 ● Serienummer – 3-63 ● Status- en waarschuwingsbericht via e-mail – 3-63 ● Toepassingsintegratiemodule – 3-63 ● Toepassingscommunicatiemodule – 3-63 ● Externe account-module – 3-63 ● XPS uitbreidingskit – 3-63 * Afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 219: Energiebesparing

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Energiebesparing De instellingen voor energiebesparing zorgen voor een besparing op de energiekosten. Vanuit een milieustandpunt helpen deze instellingen ook bij het reduceren van milieuvervuiling en het instandhouden van natuurlijke energiebronnen. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Energie Besparen] van de menubalk en configureer elke instelling. Tonerbesparingsfunctie Timer voor Automatisch Uitschakelen...
  • Pagina 220: Bedieningsinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Bedieningsinstellingen Het is mogelijk instellingen die verband houden met het bedienen van de machine te configureren. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Bedieningsinstellingen] van de menubalk en configureer elke instelling. Toetsgeluid Uitschakelen van opdrachtprioriteit Deze instelling wordt gebruikt om het volume van de Hiermee wordt de functie Opdrachtprioriteit uitgeschakeld en pieptoon die klinkt wanneer u een toets selecteert aan te de toets [Prioriteit] in het opdrachtstatusscherm verborgen.
  • Pagina 221: Instellingen Bediening Op Afstand

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Instellingen bediening op afstand Configureer vereiste instellingen voor externe bediening van de machine vanuit een op hetzelfde netwerk aangesloten computer. Bediening van externe software Dit wordt gebruikt wanneer de machine op afstand door externe software wordt Bedieningsmachtiging bediend.
  • Pagina 222: Apparaatbeheer

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Apparaatbeheer Deze instellingen zijn bedoeld voor de geïnstalleerde randapparatuur. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Apparaatbeheer] van de menubalk en configureer elke instelling. Uitschakelen van duplex Instelling voor automatische papierselectie Deze functie wordt gebruikt om duplexprinten uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet werkt. U kunt het papiertype* voor de functie automatische papierselectie specificeren.
  • Pagina 223: Kleurbijstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Eenvoudige kalibratie Kleurbijstellingen Deze functie wordt uitgevoerd door het selecteren van Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de de gewenste kleur grijs (bewerkt grijs), dat een machine en omgevingsfactoren, kan er kleurafwijking combinatie is van cyaan, magenta en geel op de optreden.
  • Pagina 224: Kleurbalans Instellen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Kleurbalans Instellen (3) Houd de testpagina recht voor u en selecteer de cel die het dichtste bij neutraal Deze functie wordt gebruikt voor het afstellen van elk grijs komt. van de dichtheidsniveaus (laag, midden en hoog) van de Plaats vijf vellen wit papier onder de afgedrukte vier kleurcomponenten, cyaan, magenta, geel en zwart.
  • Pagina 225 SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) (3) Leg de kleurentabel die bij de machine is (4) Verplaats de kleurentabel verticaal om soortgelijke geleverd op de testpagina. kleuren als die op de kleurentabel te selecteren. Plaats vijf vellen wit papier onder de afgedrukte Vergelijk de testpagina met de kleurentabel door deze testpagina zodat geen achtergrondkleur of patroon door recht voor u te houden.
  • Pagina 226: Printerinstellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Printerinstellingen U kunt de instellingen m.b.t. de printerfunctie configureren. Standaardinstellingen De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Printerinstellingen] - [Voorwaardeinstellingen] van de menubalk, en configureer elke instelling. Kennisgeving Pagina Niet Instellingen handinvoerlade Afdrukken Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Deze functie wordt gebruikt om het afdrukken Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van onmogelijk te maken wanneer het opgegeven...
  • Pagina 227: Interface-Instellingen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Interface-instellingen Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkenpoort te controleren. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Printerinstellingen] - [Interface-Instellingen] van de menubalk, en configureer elke instelling. Hexadecimale Dump Netwerkpoort Inschakelen Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken via de een computer af te drukken op hexadecimaal formaat netwerkpoort mogelijk te maken.
  • Pagina 228: Instelling Afdrukken Blokkeren

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Instelling Afdrukken Blokkeren U kunt de instellingen voor afdrukken blokkeren (vasthouden) configureren. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Instelling Afdrukken Blokkeren] van de menubalk en configureer elke instelling. IInstelling Sorteermethode Instelling beheerdersauthoriteit Deze instelling wordt gebruikt om de volgorde van Voor bestanden met een wachtwoord, mag het weergave van bestanden die zijn opgeslagen in de beheerderswachtwoord worden ingevoerd in plaats van...
  • Pagina 229: Lijst Afdrukken (Beheerder)

    • Lijst van alle beheerderinstellingen Sharp OSA-instellingen Deze instellingen kunnen worden gebruikt als de externe account-module of toepassingscommunicatiemodule beschikbaar Selecteer [Systeeminstellingen] - [Sharp OSA-instellingen] van de menubalk en configureer elke instelling. Voorkeur taakprioriteit Stel de afspeelsnelheid in voor de animatie in de applicatie Sharp OSA.
  • Pagina 230: Instellingen In-/ Uitschakelen

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Instellingen in-/ uitschakelen De onderstaande instellingen worden gebruikt om bepaalde functies onmogelijk te maken. Selecteer [Systeeminstellingen] - [Instellingen in-/uitschakelen] van de menubalk en configureer elke instelling. Met de functie Instellingen In-/uitschakelen worden dezelfde parameters ingesteld als de inschakelen/uitschakelen-functies van andere instellingen.
  • Pagina 231: Productcode

    SYSTEEMINSTELLINGEN WEBPAGINA (BEHEERDER) Printerinstellingen Instelling Afdrukken Blokkeren Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Batch-afdrukinstellingen Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van Wanneer u gebruik maakt van afdrukken in batches, kennisgevingen uit te schakelen. kunt u deze instelling gebruiken om het selecteren van de toetsen [Alle gebruikers] en [Gebr.
  • Pagina 232: Bijlage

    EtherTalk inschakelen NIC terugstellen IPv6-instellingen NetWare inschakelen NetBEUI inschakelen Pingopdracht Gebruikersinformatie afdrukken Lijst afdrukken (beheerder) Beveiligingsinstellingen SSL-instellingen IPsec-instellingen IEEE802.1X instelling USB-geh.scanKleurmodus Bewaren/oproepen van systeeminstellingen FabrieksinstellingenHerstellen Huidige Configuratie Opslaan Configuratie Herstellen Sharp OSA-instellingen Instellingen extern account Instellingen USB-driver Voorkeur taakprioriteit 3-64...
  • Pagina 233: Menu Systeeminstellingen (Webpagina)

    Omschakeling Netwerk-Poortemulatie Automatisch verwijderen van Instelling Afdrukken Blokkeren Instelling beheerdersauthoriteit bestandsinstellingen Instelling Sorteermethode Batch-afdrukinstellingen Lijst beheerdersinstellingen Lijst Met Webinstellingen Lijst afdrukken (beheerder) Sharp OSA-instellingen Voorkeur taakprioriteit Instellingen in-/uitschakelen Productcode Bewaren/oproepen van Fabrieksinstellingen Herstellen Huidige Configuratie Opslaan Configuratie Herstellen systeeminstellingen 3-65...
  • Pagina 234: Hoofdstuk 4 Het Opsporen Van Fouten

    HOOFDSTUK 4 HET OPSPOREN VAN FOUTEN In dit hoofdstuk zijn oplossingen voor mogelijke problemen opgenomen in een vraag- en antwoordindeling. Zoek de vraag die betrekking heeft op uw probleem en benut het antwoord om het probleem op te lossen. Als u een probleem niet kunt oplossen met deze handleiding, neem dan contact op met de dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevestiging.
  • Pagina 235: Verwijderen Van Vastgelopen Papier

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER In dit gedeelte wordt uitgelegd wat te doen als het papier vastgelopen is in het apparaat. Let op De fuseereenheid is heet. Zorg dat u geen brandwonden oploopt als u probeert vastgelopen papier te verwijderen. •...
  • Pagina 236: Hoe U Vastgelopen Papier Verwijdert

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN HOE U VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDERT Indien u meer informatie nodig hebt bij het lezen van de instructies op het display, zie dan de onderstaande illustraties van vastgelopen papier. Kijk eerst naar onderstaande illustratie en ga dan naar de illustratie (1 tot 9) die past bij uw situatie.
  • Pagina 237: Papier Vastgelopen In De Omkeerinrichting

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN (4) Papier vastgelopen in de (8) Papier vastgelopen in lade 1 tot 4 (zijkant) omkeerinrichting Wanneer een vel papier vastdraait op de rol, Open de rechter zijklep, verwijdert u de lade en haalt open de papiertransportklep u het vastgelopen papier uit en verwijder het papier.
  • Pagina 238: Papier Vastgelopen In De Afwerkeenheid

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN (9) Papier vastgelopen in de afwerkeenheid Open de voorplaat. Druk de hendel naar links en schuif de afwerkingeenheid naar links totdat deze niet meer verdergaat. Verwijder het vastgelopen papier. Draai de draaiknop van de rollen in de richting van de pijl om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 239: Vastgelopen Nietjes Verwijderen

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN Volg de onderstaande procedure om vastgelopen nietjes te verwijderen. AFWERKINGEENHEID Let op Pas op dat u zich niet verwondt aan een verbogen nietje. Open de klep. Druk de hendel naar links en schuif de afwerkingeenheid naar links totdat deze niet meer verdergaat.
  • Pagina 240 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Duw de hendel aan de voorzijde van het nietjesmagazijn omlaag. Plaats het nietjesmagazijn terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat dit vastklikt. Schuif de afwerkingeenheid terug naar rechts. Schuif de afwerkingeenheid terug naar rechts totdat deze op zijn oorspronkelijke plaats vastklikt.
  • Pagina 241: Afdrukken

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN AFDRUKKEN PROBLEMEN M.B.T. HET AFDRUKKEN • Er wordt niet geprint..............4-9 •...
  • Pagina 242: Er Wordt Niet Geprint

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. HET AFDRUKKEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Is uw computer juist aangesloten op het Controleer of de kabel stevig is aangesloten op de apparaat? LAN-aansluiting of de USB-aansluiting op uw computer en het apparaat.
  • Pagina 243: Er Wordt Geen Kleurenprint Gemaakt

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Is de I/O timeout instelling te kort? Indien de I/O timeout instelling te kort is kunnen er zich fouten voordoen bij het wegschrijven naar de printer. Vraag de systeembeheerder van het apparaat om de correctie tijd in te stellen bij "I/O-Time-Out".
  • Pagina 244: Het Lukt Niet Om Een Bestand Uit Een Gedeelde Map Op De Computer Direct Af Te Drukken

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het lukt niet om een Is "IPsec-instellingen" ingeschakeld op Wanneer "IPsec-instellingen" is ingeschakeld in de bestand uit een de machine? systeeminstellingen (beheerder), is rechtstreeks gedeelde map op de afdrukken van een bestand uit een gedeelde map niet computer direct af te mogelijk in sommige computeromgevingen.
  • Pagina 245: Kleuren Zijn Verkeerd

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Kleuren zijn verkeerd. Heeft u "Registratieaanpassing" Vraag uw systeembeheerder om uitgevoerd? "Registratieaanpassing" uit te voeren. Als de kleuren op de afdruk van een kleurenafdruktaak zijn verschoven, kunt u met "Registratieaanpassing" de afdrukpositie van elke kleur aanpassen.
  • Pagina 246: Er Worden Veel Nonsenskarakters Afgedrukt

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afbeelding wordt Is de juiste inbindpositie geselecteerd Als u dubbelzijdige afdrukken maakt wordt elke tweede 180 graden gedraaid voor dubbelzijdig printen? pagina 180 graden gedraaid afgedrukt als schrijfblok is afgedrukt geselecteerd als inbindoptie.
  • Pagina 247: Problemen M.b.t. Archiveren

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. ARCHIVEREN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet Heeft u de vasthoudinstellingen in de In afdrukmodus schakelt u vasthouden in op het tabblad printerdriver geselecteerd? [Taakverwerking] van de printerdriver. vastgehouden. Gearchiveerde Zijn er functies die door de beheerder Sommige functies kunnen gedeactiveerd zijn in de gedeactiveerd zijn? systeeminstellingen (systeembeheerder).
  • Pagina 248: Algemene Problemen

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN ALGEMENE PROBLEMEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE • Gespecificeerde apparaatfuncties kunt u niet gebruiken........4-16 •...
  • Pagina 249: Problemen M.b.t. De Bediening Van De Machine

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE Probleem Wat u moet controleren Oplossing Gespecificeerde Zijn er functies die door de beheerder Sommige functies kunnen uitgeschakeld zijn in de apparaatfuncties kunt gedeactiveerd zijn? "Gebruikersbediening" (alleen webpagina) of u niet gebruiken.
  • Pagina 250: Het Bedieningspaneel Kan Niet Worden Gebruikt

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het bedieningspaneel Verschijnt de melding "Bel Controleer of de LIJN-indicator niet brandt en de DATA kan niet worden servicedienst. Code:xx-xx*." verschijnt indicator niet knippert of brandt en schakel vervolgens gebruikt. in het display? de toets [AAN] ( ) en de hoofdschakelaar uit.
  • Pagina 251: Problemen M.b.t. Papiertoevoer En -Uitvoer

    Waaier het papier goed uit voordat u het plaatst. tegelijk ingevoerd? Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. Het gebruik specificaties voldoet? van papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreukelen of vlekken.
  • Pagina 252: De Afbeelding Op Het Papier Uit De Lade Voor Handinvoer Is Scheef Gedrukt

    REINIGEN" (pagina 1-67) Vlekken op de print. Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat niet wordt specificaties voldoet? aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreuken of vlekken.
  • Pagina 253: Toner Hecht Niet Goed Of Er Verschijnen Vouwen In Het Papier

    Wat u moet controleren Oplossing Toner hecht niet goed Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat of er verschijnen specificaties voldoet? niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreuken vouwen in het papier.
  • Pagina 254: Problemen M.b.t. Randapparatuur

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. RANDAPPARATUUR Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het aangesloten USB Is het USB apparaat compatibel met het Vraag aan uw dealer of het apparaat compatibel is met apparaat? de machine. apparaat kan niet worden gebruikt. Is het aangesloten USB-apparaat juist Met "USB-apparaatcontrole"...
  • Pagina 255: Geniete Uitvoer Wordt Niet Netjes Verzameld

    HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Geniete uitvoer wordt Is het papier gekruld? Misschien helpt het om het papier in de lade om te niet netjes verzameld. keren. OVERIGE PROBLEMEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het displayscherm is Staat het displaycontrast juist Pas het contrast van het display aan met...
  • Pagina 256 Bedieningshandleiding MODEL: MX-C380P MXC380P-NL-Z1...

Inhoudsopgave