KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES
DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN
(SCHERPTE)
Met deze functie past u de scherpte aan voor een scherpere of zachtere afbeelding.
De scherpte moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte].
1
2
Overige
Scherpte
Off
On
Vorige
De instelling voor scherpte annuleren:
Tik op de toets [Off].
Plaats het origineel.
3
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111)
► GLASPLAAT (pagina 1-113)
Alle instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
4
Origineel
Aanp. Formaat/Richting.
Helderheid
Helderheid aanpassen
RGB
Dikte van RGB aanpassen
Belichting
Type/belichting selecteren
3
1
2
Kleurmodus
Minder Scherp
Scherper
Voorbeeld-
weergave
Z/W
Start
Zachter
Scherper
Tik op de toets
schuifbalk om de scherpte aan te
passen.
Selecteer [Scherper] voor scherpere omtrekken of [Minder
Scherp] voor zachtere omtrekken.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,
CA
tikt u achtereenvolgens op de toetsen
Kleur
Start
2-110
of schuif met de
en [Vorige].