Download Print deze pagina

Advertenties

DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL KLEURENAPPARAAT
Gebruikershandleiding
MODEL: MX-C303
Klik om naar de inhoudsopgave van het
betreffende hoofdstuk te gaan.
VOORDAT U HET APPARAAT
GAAT GEBRUIKEN
Functies van het apparaat en procedures
voor het plaatsen van originelen en papier.
KOPIEERAPPARAAT
Gebruik van de kopieerfunctie
PRINTER
Gebruik van de printerfunctie
FAX
Gebruik van de faxfunctie
SCANNER/INTERNETFAX
Gebruik van de scanner/internetfaxfunctie
DOCUMENTARCHIVERING
Taken opslaan als bestanden op de harde
schijf
INSTELLINGSMODUS
Instellingen configureren om het
apparaat eenvoudiger in het gebruik te maken
MX-C303W
MX-C304
MX-C304W

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Sharp MX-C303

  • Pagina 1 MODEL: MX-C303 MX-C303W MX-C304 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL KLEURENAPPARAAT MX-C304W Gebruikershandleiding Klik om naar de inhoudsopgave van het betreffende hoofdstuk te gaan. VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functies van het apparaat en procedures voor het plaatsen van originelen en papier. KOPIEERAPPARAAT...
  • Pagina 2 GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING Klik op een knop hieronder om naar de gewenste pagina te gaan. In de volgende uitleg wordt ervan uitgegaan dat u Adobe Acrobat Reader gebruikt (sommige knoppen worden standaard niet weergegeven). (1) (2) (3) Knop om terug te gaan naar het begin van de pagina Knop om terug te gaan naar de laatst weergegeven pagina Wanneer een bewerking niet wordt uitgevoerd zoals...
  • Pagina 3 • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt SHARP geen enkele aansprakelijkheid voor fouten die optreden tijdens het gebruik van het product of de opties, defecten die het gevolg zijn van onjuiste bediening van het product en de opties of andere fouten, of voor enige schade resulterend uit het gebruik van het product.
  • Pagina 4 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikers -bediening..... . 1-39 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN • Gebruikers- Lijst ......1-39 •...
  • Pagina 5 RANDAPPARATUUR......1-114 Sharp OSA ....... . 1-115 •...
  • Pagina 6 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ONDERDEELNAMEN EN FUNCTIES BUITENKANT (7) (8) (10) Hoofdschakelaar USB-poort (A-type) Via deze aansluiting kan een USB-apparaat zoals een Gebruik deze schakelaar om de voeding van het USB-stick op het apparaat worden aangesloten.
  • Pagina 7 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BINNENKANT Tonercartridge Deze cartridge bevat toner. • De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid Als een tonercartridge leegraakt, moet u de cartridge niet aan wanneer u een vastgelopen papier verwijdert.
  • Pagina 8 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID EN GLASPLAAT MX-C303/MX-C303W MX-C304/MX-C304W Klep van documentinvoergedeelte Origineeluitvoerlade Open deze klep om een vastgelopen origineel te Na het scannen wordt het origineel naar deze lade verwijderen. uitgevoerd.
  • Pagina 9 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ZIJKANT EN ACHTERKANT Stekker voor extra telefoon (TEL)* USB-poort (type B) Wanneer de faxfunctie van het apparaat wordt gebruikt, Het apparaat gebruikt deze aansluiting niet. kunt u een extra telefoontoestel aansluiten op deze LAN-aansluiting stekker.
  • Pagina 10 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENINGSPANEEL In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven. Data-indicator Aan-indicator Deze indicator brandt of knippert om de status van een Deze indicator gaat branden als de hoofdschakelaar van taak weer te geven.
  • Pagina 11 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN DATA-INDICATOR EN FOUTINDICATOR De data-indicator en foutindicator branden of knipperen om de status van het apparaat weer te geven. Foutindicator (rood) Data-indicator (groen) Patroon 1 Patroon 2 Patroon 3 Brandt Fouten die het apparaat niet Taak in uitvoering,...
  • Pagina 12 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN DE VOEDING INSCHAKELEN In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de voeding van het apparaat kunt in- en uitschakelen en hoe u het apparaat opnieuw opstart. Bedien twee voedingsschakelaars: de hoofdschakelaar die zich aan de kant bevindt, en de toets [Aan] op het bedieningspaneel.
  • Pagina 13 Tik op een modus om weergegeven met tekst of deze te wijzigen. LIJN PRINTER een pictogram. Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Taakbeheer Sharp OSA ►Schakelen tussen Kopie Scan van schijf Kies functies die in de 10:15 modi vanaf de betreffende modi kunnen modusweergave worden gebruikt.
  • Pagina 14 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pictogram dat de status van het apparaat aangeeft Pictogram Apparaatstatus Pictogram Apparaatstatus Printergegevens worden verwerkt. Er is een USB-apparaat geïnstalleerd. Printergegevens worden afgedrukt. Het field-supportsysteem is ingeschakeld. Er zijn gegevens om te verzenden. Invoer van 1-bits alfanumeriek teken Er zijn foutgegevens om door te sturen.
  • Pagina 15 Schakelen tussen modi vanaf het Schakelen tussen modi vanaf de beginscherm modusweergave Druk op de toets [Beginscherm]. Tik op de modusweergave. LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Eenvoudige Sharp OSA Opdracht Status Kopie Scan Origineel Details Papier Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Selectie 100% Lade 1 1 →...
  • Pagina 16 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORBEELDSCHERM In het voorbeeldscherm kunt u uitvoerafbeeldingen weergeven en afbeeldingen die in het apparaat zijn opgeslagen via het aanraakscherm. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Verzenden en afdrukken Voorbeeldweergave Snelbestand Geg.
  • Pagina 17 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Voorbeeldinstelling Configureer voorbeeldinstellingen en instellingen zoals het specificeren van de miniatuurweergave als de standaardinstelling voor weergave van Documentarchivering en andere bestanden. Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Bedienings- Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] →...
  • Pagina 18 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verwijderen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt wissen en Opgegeven bereik wissen Opg. gebied voor orig. wissen tik op Pagina verwijderen Pagina verplaatsen...
  • Pagina 19 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verplaatsen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt verplaatsen en versleep om de pagina te verplaatsen. Einde bew. U kunt de pagina ook verplaatsen door op de toets [Pagina verplaatsen] te tikken in het actiescherm en dan op tikken van de bestemming.
  • Pagina 20 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Hoofdstukinvoegingen instellen Als N-Up of 2-Zijdig is geselecteerd, kunt u een pagina die is gemarkeerd met naar de eerste pagina verplaatsen. Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina waarvoor u hoofdstukinvoegingen wilt instellen.
  • Pagina 21 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Lege pagina invoegen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op en tik op voor de locatie Selecteer de locatie voor het invoegen Annuleren en terugkeren van een blanco pagina.
  • Pagina 22 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Volg de aanwijzingen in het scherm Opgegeven bereik wissen Verlaten om het te wissen bereik op te geven. Beginpunt Geef het te wissen bereik op en tik dan op de toets [OK]. Hoogte Breedte Wissen...
  • Pagina 23 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ECOFUNCTIES VAN HET APPARAAT Deze functies helpen energieverbruik besparen door bewerkingen van secties die vaak hoog energieverbruik hebben te beheren. Het apparaat biedt twee modi voor energiebesparing. Functie Beschrijving Pagina AUTOMATISCH UITSCHAKELEN Wanneer geen bewerkingen worden uitgevoerd, wordt in deze modus de...
  • Pagina 24 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functie Aangepast Energieniveau slaapstand Lage energie Lage energie Eco-scan Aan (Alle modi behalve Kopiëren) De instellingen voor energiebesparing in de systeeminstellingen worden niet toegepast als de Aangepast modus/ Ecomodus wordt gebruikt. De modusinstellingen configureren "Instellingen (beheerder)"→...
  • Pagina 25 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORVERWARMFUNCTIE In deze modus wordt de temperatuur van de fuseereenheid verlaagd en staat het apparaat in een wachtstand met laag energieverbruik. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer het apparaat gedurende een ingestelde tijd in de wachtstand staat zonder een opdracht uit te voeren.
  • Pagina 26 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCHAKEL DE MODUS VOOR AUTOMATISCHE UITSCHAKELING IN ZODRA DE EXTERNE OPDRACHT IS VOLTOOID Als u gewoon afdrukt of ontvangen faxgegevens afdrukt in de modus Timer Voor Autom. Uitschakelen, wordt de voeding ingeschakeld en gaat het apparaat nadat de afdrukopdracht is voltooid direct terug naar de modus Timer Voor Autom.
  • Pagina 27 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Vaste overgangstijd. De overgangstijd voor Automatisch uitschakelen staat vast. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, is de optie [Wijzig overg. tijd volgens tijd van dag.] uitgeschakeld. Als Automatisch uitschakelen is uitgeschakeld, is de hier ingestelde tijd uitgeschakeld. Wijzig overg.
  • Pagina 28 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Automatisch Deze functie beheert de optimale energie voor elke tijdsperiode door het gebruik van het apparaat te analyseren op basis van takenlogboeken voor een bepaalde tijdsperiode. Als het apparaat geen takenlogboeken met gegevens voor 4 weken heeft, wordt sjabloon 2 (Modus 3 (Energiebesparing, prioriteit 1) ingeschakeld tussen 8.00 en 18.00).
  • Pagina 29 Eco-scaninstelling kunt inschakelen. De volgende modi en schermen kunnen worden ingesteld. • Beginscherm • Kopieren • Beeld Verzenden • Document- Archivering • Systeem- instellingen • Sharp OSA Eco-scan instellen: "Instellingen (beheerder)" → selecteer [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Eco-scaninstelling]. 1-26...
  • Pagina 30 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Lijst met energiebesparingspatronen Deze functie analyseert het gebruik van het apparaat en beheert de overgang naar de modus Automatisch uitschakelen op basis van de gebruiksfrequentie. Als u het energieverbruik wilt beheren met een energiebesparingspatroon, selecteert u [Handmatig] bij [Instellingen (beheerder)] - [Eco-instelling] - [Energie Besparen] - [Wijzig overg.
  • Pagina 31 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Planningsinst. In /uitschakelen Het bedieningspaneel van het apparaat kan op een vooraf ingestelde tijd worden in- of uitgeschakeld. U kunt maximaal drie (3) patronen instellen. 'Instelling 1', 'Instelling 2' en 'Instelling 3' worden in deze volgorde uitgevoerd als ze voor dezelfde dag van de week of op dezelfde tijd zijn ingesteld.
  • Pagina 32 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instellingen specifieke datumhandeling U kunt een datum instellen waarop u een grote hoeveelheid opdrachten gaat afdrukken of een speciale bewerking gaat uitvoeren. U stelt deze datum dan in als "specifieke datum" met een specifiek energiebesparingspatroon. De bewerking voor de specifieke datum wordt uitgevoerd op de datum die is ingesteld als specifieke datum, ongeacht de instelling van de overgangstijd voor Automatisch uitschakelen (ingeschakeld of uitgeschakeld).
  • Pagina 33 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN INSTELLINGEN VOOR ECO-AANBEVELING WEERGEVEN (SCHERM ECO-AANBEVELINGSFUNCTIE) Als het basisscherm van de normale modus wordt weergegeven, worden de instellingen voor eco-aanbeveling weergegeven. Deze functie is niet beschikbaar in de eenvoudige modus. Het scherm eco-aanbevelingsfunctie gebruiken: "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 34 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Gebruikersverificatie beperkt het gebruik van het apparaat tot aangemelde gebruikers. Het is mogelijk om de functies op te geven die de verschillende gebruikers mogen gebruiken. Zo kunt u het apparaat aanpassen aan de behoeften van uw werkplek.
  • Pagina 35 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Wanneer het ingevoerde gebruikersnummer is Voer uw geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's gebruikersnummer in. Aanm. beheer. weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen. Wanneer een limiet is ingesteld voor het aantal pagina's dat een gebruiker kan gebruiken, wordt het gebruikte aantal pagina's van de aangemelde gebruiker weergegeven.
  • Pagina 36 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD Met deze methode kunnen gebruikers zich aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord dat zij van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-serverhebben ontvangen. Bij het opstarten van het apparaat wordt het aanmeldscherm weergegeven.
  • Pagina 37 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Voer de gebruikersnaam in. Gebruikersauthenticatie Invoer via het aanraaktoetsenbord Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Als de gebruikersnaam niet in de instellingsmodus is Gebruikersnaam Druk in om aanmeldnaam in te voeren Selecteer uit lijst geregistreerd, moet een gebruiker die alleen Wachtwoord...
  • Pagina 38 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Wanneer de ingevoerde gebruikersnaam en het wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's Selecteer uit lijst Gebruikersnaam weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen.
  • Pagina 39 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SNELLE AUTHENTICATIE Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, laat dit een gemakkelijke authenticatie toe door op een vooraf geconfigureerd pictogram te drukken. • Er kunnen maximaal 20 gebruikers worden geregistreerd. •...
  • Pagina 40 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Voer de gebruikersinformatie in en tik LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Eenvoudige Opdracht Status op de toets [Registr.] . Kopie Scan Pictogram(men) wijzigen Gebruikersnaam Registreren Registr. Specificeer het gebruikerspictogram, Gebruikersnaam, E-mailadres, Wachtwoord, en Wachtwoord (bevestiging).
  • Pagina 41 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Als u een Wachtwoord instelt, voer LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Eenvoudige Aanm. beheer. Opdracht Status Kopie Scan dan het Wachtwoord in. Wachtwoord Annuleren Voer uw Wachtwoord in via het aanraaktoetsenbord. Ingevoerde tekst wordt getoond met "*".
  • Pagina 42 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikers -bediening U kunt gebruikersbeheer uitvoeren zoals het registreren van gebruikers die zich aanmelden en het specificeren van de gebruikersauthenticatiemethode. In [Gebruikers -bediening] van "Instellingen (beheerder)" en [Authenticatie-instellingen] van [Systeeminstellingen]. Gebruikers- Lijst Dit tabblad wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
  • Pagina 43 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers De volgende gebruikers zijn in de fabriek in het apparaat opgeslagen. • Beheerder: de beheerdersaccount van het apparaat is als fabrieksinstelling opgeslagen. • Systeembeheerder: de account voor systeembeheer is als fabrieksinstelling opgeslagen. Deze account kan geen opdrachten uitvoeren.
  • Pagina 44 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instellingen Item Beschrijving Een gebruikersnaam van maximaal 255 tekens opslaan. Deze gebruikersnaam wordt Gebruikersnaam gebruikt als toetsnaam in het authenticatiescherm, als gebruikersnaam voor documentarchivering en als verzendernaam. Gebruikersnaam gebruiken als Selecteer deze optie als u de ingevoerde gebruikersnaam wilt gebruiken als loginnaam.
  • Pagina 45 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Aangepaste Index U kunt de naam van de aangepaste index wijzigen. Tik op de naam van de aangepaste index in de lijst om deze te bewerken. Wis de eerder ingevoerde tekens en voer een nieuwe naam in (maximaal 127 tekens). Lijst van organisaties /groepen Deze modus wordt gebruikt om gebruikersgroepen op te slaan.
  • Pagina 46 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Standaard- Instellingen In dit gedeelte worden "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Authenticatie-instellingen] → [Standaard- Instellingen] beschreven. Gebruikersauthenticatie Met deze instelling kunt u gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de authenticatiemethode opgeven. Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt elke gebruiker van het apparaat geregistreerd.
  • Pagina 47 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Specificeer netwerkserver toegangsinstelling Toegangscontrolegegevens voor maximum aantal pagina's, bevoegdheden en favoriete handelingen kunnen van tevoren op een netwerkserver worden opgeslagen. Als deze netwerkserver voor netwerkauthenticatie wordt gebruikt, vindt de gebruikersauthenticatie plaats aan de hand van de opgeslagen toegangscontrolegegevens. Gebruik deze functie als gebruikersauthenticatie plaatsvindt door middel van netwerkauthenticatie met een LDAP-server of een adreslijstservice (zoals Active Directory).
  • Pagina 48 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN • Als toegangscontrole is ingeschakeld en de toegangscontrole-informatie niet kan worden verkregen via netwerkauthenticatie, is gebruikersauthenticatie niet mogelijk. • Als een gebruiker die in het apparaat is geregistreerd door middel van netwerkauthenticatie wordt geverifieerd, krijgen de instellingen voor gebruikersregistratie op het apparaat prioriteit boven de instellingen voor paginalimietgroep, authoriteitsgroep, favoriete handelingen-groep en mijn map.
  • Pagina 49 Gebruikersinformatie opslaan Stel in of geregistreerde gebruikers al dan niet automatisch worden aangemaakt. Extern geauthentiseerde gebruikers in Sharp OSA kunnen ook automatisch geregistreerd worden. Wachtwoord opslaan Stel in of wachtwoordinformatie al dan niet wordt bewaard als cache-informatie wanneer een gebruiker gecached is.
  • Pagina 50 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Authenticatiegegevens voor externe serviceverbinding in cachegeheugen opslaan Stel in of authenticatie-informatie voor verbinding met de cloud al dan niet bewaard wordt als cache-informatie. Als deze instelling ingeschakeld is, wordt de authenticatie-informatie van een gebruiker die met succes geauthenticeerd is, bewaard om het authenticeren te vergemakkelijken wanneer dezelfde gebruiker de volgende keren inlogt.
  • Pagina 51 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Ext. Scanner Gebruiken Voordat U Inlogt. Met deze instelling geeft u aan of scannen op afstand mogelijk is voordat een gebruiker zich heeft aangemeld. Taakstatus opnemen in gebruikersauthenticatie Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of de opdrachtstatus wordt opgenomen in de gebruikersauthenticatie.
  • Pagina 52 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Cardreader instell. Kaartscantest Voer de scantest van de kaart uit die moet worden gebruikt. Systeemcode alleen controleren in gebruikersgebiedmodus FeliCa Systeemcode alleen controleren in gebruikersgebiedmodus FeliCa. Voorzieningcode in HID-modus Deze instellingen specificeert of de faciliteitscode al dan niet moet worden gecontroleerd wanneer u HID-modus gebruikt.
  • Pagina 53 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Paginalimietgroep In dit gedeelte worden "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Toegangsinstellingen] → [Paginalimietgroep] beschreven. Deze modus wordt gebruikt om instellingen voor paginalimieten vooraf te registreren voor elke groep. De paginalimiet voor elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd.
  • Pagina 54 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Authoriteitsgroep In dit gedeelte worden "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Toegangsinstellingen] → [Authoriteitsgroep] beschreven. Gebruik deze modus om instellingen die relevant zijn voor gebruikersautoriteiten vooraf op te slaan voor elke groep. De autoriteit van elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd.
  • Pagina 55 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Item Beschrijving Rechtstreeks afdrukken van Toegestaan Verboden Toegestaan Verboden Verboden Toegestaan USB-geheugen Pull Print van netwerkmap Toegestaan Verboden Toegestaan Verboden Verboden Toegestaan Verzenden tijdens afdrukken Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan PDF maken voor surfen op pc...
  • Pagina 56 Verboden Verboden Verboden Verboden aangemelde gebruikers weergeven SharpOSA Instelling van goedkeuring voor Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan gebruik van een Sharp OSA Algemene functies Goedkeuringsinstellingen voor Alle Alle toegestaan Alle Alle Alle Alle dubbelzijdig afdrukken toegestaan toegestaan toegestaan toegestaan...
  • Pagina 57 Toegestaan Toegestaan (doorsturen/opslaan) (Gebruiker) Inserimento Metadati Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Verboden Instellingen Doc. Archiv. Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Verboden Sharp OSA Instellingen Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Verboden Papierinstellingen(uitg. Toegestaan Toegestaan Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan handinvoerlade) Papierinstellingen(handinvoerlade) Toegestaan...
  • Pagina 58 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Favoriete handelingen-groep Groepslijst favoriete bediening In dit gedeelte worden "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Toegangsinstellingen] → [Favoriete handelingen-groep] beschreven. Voor elke groep kan een favoriete bedieningsomgeving worden ingesteld. Bijvoorbeeld: een gebruiker die een andere taal spreekt moet normaal gesproken elke keer de taal wijzigen wanneer hij of zij het apparaat gaat gebruiken.
  • Pagina 59 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Item Beschrijving Keuze Toetsenbord Stel de taal van het toetsenbord in. Weergavepatroon instelling Selecteer het kleurenpatroon dat in het aanraakscherm wordt gebruikt. Wanneer Vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en afdrukgegevens naar het Opgeslagen taken automatisch apparaat zijn gespoold, worden de gespoolde gegevens automatisch afgedrukt wanneer de afdrukken na login...
  • Pagina 60 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Beginschermlijst Beginscherminstellingen moeten vooraf worden opgeslagen. Selecteer een beginscherm voor de registratie van Groepslijst favoriete bediening. Item Beschrijving Naam Voer een naam van maximaal 32 tekens voor het beginscherm in. Selecteer een van de eerder opgeslagen beginschermen als sjabloon voor het nieuwe Selecteer de groepnaam voor het beginscherm.
  • Pagina 61 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikersaantallen terugzetten Selecteer een gebruiker in het instellingenscherm en tik op de toets [Aantal wissen]. Het scherm 'Gebruikersaantallen op nul zetten' wordt weergegeven voor de betreffende gebruiker. De scherminhoud varieert, afhankelijk van het feit of één gebruiker of meerdere gebruikers zijn geselecteerd. De items die in beide gevallen worden weergegeven, worden beschreven in de onderstaande tabel.
  • Pagina 62 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN KOPPELFUNCTIE MET ACTIVE DIRECTORY U kunt lid worden van het Active Directory-domein (AD-domein) van het apparaat zodat u gebruikersbeheerfuncties via het netwerk kunt uitvoeren. Als Active Directory niet op het netwerk is geactiveerd, moet u voor elk apparaat op het netwerk een afzonderlijke apparaatauthenticatie uitvoeren.
  • Pagina 63 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikersauthenticatie in het AD-domein De volgende methoden kunnen worden gebruikt voor de gebruikersauthenticatie in het AD-domein. 1. Authenticatie door het apparaat handmatig in te voeren Voer de authenticatie uit via het aanraakscherm van het apparaat. Raadpleeg 'AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD (pagina 1-33)' voor de authenticatiemethode.
  • Pagina 64 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN FUNCTIES DIE MET ACTIVE DIRECTORY KUNNEN WORDEN GEBRUIKT Netwerkmappen die toegankelijk zijn voor gebruikers Als een gebruiker die zich heeft aangemeld bij het AD-domein een netwerkmap op het apparaat wil openen, krijgt de gebruiker alleen toegang tot de mappen waarvoor deze is gemachtigd.
  • Pagina 65 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Active Directory Instellingen Van de items die moeten worden ingesteld om Active Directory op het toestel te gebruiken, worden in dit gedeelte de items uitgelegd die kunnen worden ingesteld in de instellingen van Active Directory van de Systeeminstellingen. Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 66 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN REKENING CODE REKENING CODE Een rekeningcode, die wordt toegevoegd aan een vastgelegd takenlogboek na het uitvoeren van een afdrukopdracht of opdracht voor beeldverzending, wordt gebruikt voor het verwerken van rekeningen. Rekeningcodes zijn ingedeeld in twee typen: main code en subcode.
  • Pagina 67 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIK VAN REKENING CODE Als het gebruik van een rekeningcode is ingeschakeld bij "Instellingen (beheerder)" dan wordt het venster voor rekeningcode weergegeven op het moment dat wordt overgeschakeld naar een andere modus (bij het afdrukken/ verzenden in de modus documentarchivering).
  • Pagina 68 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op een Main Code in de lijst om Annuleren en terugkeren Selecteer Billing Code. deze te selecteren. Toevoegen/Bewerken Rekeningcode Main Code Belangrijkste Code Naam MAIN001 Company 1 MAIN002 Company 2 MAIN003 Company 3...
  • Pagina 69 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode rechtstreeks invoeren Als het venster voor het invoeren van Rekening Code de rekeningcode wordt weergegeven, Voer Rekeningcode in. tikt u op het vak bij [Main Code] en Main Code AAAA Selecteer uit lijst voert u de main code in.
  • Pagina 70 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN NIEUWE REKENINGCODE REGISTREREN Nieuwe rekeningcode registreren. U kunt een nieuwe rekeningcode registreren via het venster voor het invoeren van een rekeningcode en via de "Instellingen". Een rekeningcode registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen"...
  • Pagina 71 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op [Nieuw Toev] in het Nieuw Toev Registratie Hoofdcode actiescherm. Main Code Belangrijkste Code Naam Terugkeren naar het venster voor het selecteren van een rekeningcode Tik op Tik op het vak bij [Main Code] en voer Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode de main code in.
  • Pagina 72 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Op een groep tikken om deze te Wissen (Geselect.:1/32) Geef openbaar adres aan selecteren als openbare bestemming Lijst van organisaties /groepen Group 1 U kunt maximaal acht groepen opgeven. Wanneer u klaar Group 2 bent met het invoeren van de instellingen tikt u op Group 3...
  • Pagina 73 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEREGISTREERDE REKENINGCODE BEWERKEN OF WISSEN U kunt de geregistreerde rekeningcode wijzigen of wissen. U kunt de rekeningcode ook bewerken of wissen bij "Instellingen". Een rekeningcode bewerken of registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen"...
  • Pagina 74 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bewerk de main code indien nodig. Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode " Zie stap 4 t/m 7 bij NIEUWE REKENINGCODE Main Code Registr. beëind. AAAA Registreren " voor meer informatie over REGISTREREN (pagina 1-67) Belangrijkste Code Naam Volgende Billing Code.
  • Pagina 75 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode wissen Als het venster voor het invoeren van Rekening Code de rekeningcode wordt weergegeven, Voer Rekeningcode in. tikt u op de toets [Selecteer uit lijst] Main Code AAAA Selecteer uit lijst van de main code.
  • Pagina 76 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instelling Rekening Code Configureer instellingen voor de Instelling Rekening Code. In "Instellingen (beheerder)" →[Gebruikers -bediening] →[Instelling Rekening Code]. Beheerinstellingen De instelling van de rekeningcode wijzigen. Gebruik Rekening Code De rekeningcode inschakelen of uitschakelen. Gebruik Code Instellingen Er wordt automatisch een gebruikscode toegewezen als geen rekeningcode wordt ingevoerd.
  • Pagina 77 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Main code wijzigen Als u een main code selecteert in de lijst, wordt het venster weergegeven voor het wijzigen van de main code. 'Instellingen (pagina 1-74)' voor meer informatie over de instellingen. Nadat de instelling is voltooid, tikt u op de toets [Indienen];...
  • Pagina 78 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instellingen Item Beschrijving Sub Code Voer de Sub Code in. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Voer de Sub Code in. Gebruik maximaal 32 2-bits of 1-bits tekens voor het opgeven van de Sub Code Naam codenaam.
  • Pagina 79 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN EENVOUDIG VERBINDING MAKEN MET EEN MOBIEL TOESTEL MET NFC-COMPATIBILITEIT (EASY CONNECT) (Enkel MX-C303W/MX-C304W) U kunt een NFC-kaartlezer aansluiten op het apparaat om gemakkelijk een smartphone of ander mobiel toestel aan te sluiten.
  • Pagina 80 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VERBINDING MAKEN DOOR QR-CODE U kunt een verbinding maken door de QR-code op het aanraakscherm van het apparaat weer te geven en vervolgens uw mobiel toestel (waarop de speciale toepassing reeds is geïnstalleerd) de QR-code te laten lezen. Het apparaat verzendt de informatie die vereist is voor de verbinding met het mobiele toestel, en de informatie wordt opgeslagen.
  • Pagina 81 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instelling voor eenvoudige verbinding Stel deze optie in om de Instelling Gemakkelijke Verbinding te gebruiken. Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen] → [Instelling voor eenvoudige verbinding]. Dit wordt getoond wanneer er een NFC-kaartlezer aangesloten is. Schakel deze instelling in om een verbinding te maken met mobiele toestellen met behulp van een NFC-kaartlezer.
  • Pagina 82 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN NAS (Network Attached Storage) is een opslagapparaat dat verbonden is met het netwerk. U kunt een deel van de harde schijf van het apparaat gebruiken als een eenvoudige bestandsserver om bestanden op te slaan en opgeslagen bestanden te doorbladeren.
  • Pagina 83 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bestanden in NAS opslaan / NAS-bestanden doorbladeren U kunt gegevens die u nodig hebt, opslaan op de harde schijf van het apparaat, en de gegevens op uw computer bekijken. Document gescand op het apparaat Vink in documentarchivering het vakje [PDF maken voor surfen op pc] af zodat het is geselecteerd , en kopieer de...
  • Pagina 84 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENING OP AFSTAND VAN HET APPARAAT Bedien het apparaat op afstand via uw computer. U kunt het apparaat op afstand bedienen via hetzelfde paneel als het bedieningspaneel van het apparaat. Dit paneel wordt op uw pc weergegeven en biedt dezelfde gebruikerservaring als bediening op het apparaat zelf.
  • Pagina 85 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bijvoorbeeld: RealVNC Start de VNC-viewer, voer het IP-adres van het apparaat in bij "VNC Server" en klik op de knop [Connect]. Vraag de beheerder van het apparaat om het IP-adres. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel van het apparaat om de verbinding toe te staan.
  • Pagina 86 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSEEL ONTWERP VAN HET APPARAAT Het apparaat en de software zijn zo ontworpen dat het apparaat voor alle gebruikers eenvoudig te gebruiken is. UNIVERSEEL ONTWERP VAN DE BEDIENING Afstelling van hoek van bedieningspaneel De hoek van het hele bedieningspaneel kan worden afgesteld zodat het apparaat ook zittend kan worden bediend.
  • Pagina 87 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Controle van plaatsing van origineel in de documentinvoer U kunt via de data-indicator controleren of een origineel correct is geplaatst in de automatische documentinvoereenheid. Selecteer "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Statusindicatorinstell.] →...
  • Pagina 88 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSAL DESIGN-FUNCTIES Het apparaat beschikt over functies en instellingen die compatibel zijn met Universal Design. Gebruiksvriendelijke gebruikersinterface • Eenvoudige modus Deze modus bevat alleen de veelgebruikte opties. De knoppen en de tekst zijn extra groot om de bediening eenvoudiger te maken.
  • Pagina 89 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Intuïtieve bediening • Quick-view bedieningshandleiding Raak de toets [Bedienings- handleiding] in het beginscherm van het aanraakscherm aan om de bedieningshandleiding weer te geven. De bedieningshandleiding bevat eenvoudige uitleg over het gebruik van het apparaat.
  • Pagina 90 999999, waarna de teller wordt teruggezet op 1. Accounttaak-id De taak-id die wordt gebruikt in de Sharp OSA wordt vastgelegd. Opdrachtmodus Het type opdrachtmodus, zoals kopiëren of afdrukken, wordt vastgelegd.
  • Pagina 91 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Itemnaam Beschrijving Hoofditems Aantal gereserveerde Het aantal gereserveerde origineelpagina's van een pagina's kopieer-, afdruk-, scan- of andere opdracht wordt vastgelegd. Aantal voltooide pagina's Het aantal voltooide pagina's van een set wordt vastgelegd.
  • Pagina 92 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Itemnaam Beschrijving Gedetailleerde items Formaat Origineel Het formaat van een gescand origineel wordt vastgelegd. Voor een afdrukopdracht met documentarchivering wordt het papierformaat van het bestand vastgelegd. Origineeltype Het type origineel (tekst, afgedrukte foto, enz.) dat is ingesteld in het scherm met belichtingsinstellingen wordt vastgelegd.
  • Pagina 93 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER LADEN BELANGRIJKE INFORMATIE OVER PAPIER NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN Lade 1 Doorvoerlade Lade 2 (wanneer een papierinvoereenheid voor 600 vellen is geïnstalleerd) Lade 3 (wanneer twee papierinvoereenheden voor 600 vellen zijn geïnstalleerd) Lade 4 (wanneer drie papierinvoereenheden voor 600 vellen zijn geïnstalleerd)
  • Pagina 94 7 is, stel dan een juist papiergewicht in in "Instellingen" – [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade- instellingen] → [Papiergewicht]. • De categorie "Bruikbaar papier" is gebaseerd op standaard papier van Sharp. • Als u niet-aanbevolen papier gebruikt, kan dit een invloed hebben op de afdrukkwaliteit zelfs als er een papiertype-instelling is geselecteerd die overeenkomt met de bovenstaande papierverdelingen.
  • Pagina 95 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papiertypen die in elke lade kunnen worden geplaatst • Zie "SPECIFICATIES" in de "Beknopte handleiding" en "Lade-instellingen (pagina 1-108)" voor uitgebreide informatie over het formaat en type papier dat in elke lade van het apparaat kan worden geplaatst. •...
  • Pagina 96 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN De plaatsingsstand van de afdrukzijde De in te stellen richting voor de afdrukzijde van papier hangt af van de gebruikte lade. Plaats het papier bij "Briefpapier" en "Voorbedrukt" in de omgekeerde richting. Plaats het papier met de afdrukzijde in de richting die hieronder is aangegeven. Lade Normale toestand Met briefpapier of voorbedrukt papier geplaatst...
  • Pagina 97 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN LADE 1 Er kan maximaal 250 vel papier van formaat A6 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2" tot 8-1/2" x 11") in lade 1 worden geplaatst. (80 vellen wanneer het papier A6 is) Als u een ander type of formaat papier hebt geplaatst dan de keer ervoor, moet u de instellingen controleren bij "Instellingen (beheerder)".
  • Pagina 98 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Waaier het papier uit. Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd waardoor het apparaat vastloopt. Plaats het papier in de lade. •...
  • Pagina 99 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN A6 papier laden in lade 1 Wanneer u een A6 papier laadt, maak dan een speciale geleideplaat gereed volgens de hieronder beschreven procedure. Breng de geleideplaat voor het A6 papier omhoog dat aanwezig is op de papierplaat.
  • Pagina 100 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN LADE 2 - 5 (wanneer een papierinvoereenheid voor 600 vellen of twee/drie/vier papierinvoereenheden voor 600 vellen zijn geïnstalleerd) Er kan maximaal 600 vellen papier van formaat A5 tot A4 (5-1/2" x 8-1/2" tot 8-1/2" x 14") in lade 2 tot 5 worden geplaatst. Als u een ander type of formaat papier hebt geladen dan de keer ervoor, moet u de instellingen in "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 101 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Stel de geleideplaten A en B af op de lengte en breedte van het te plaatsen papier. De geleideplaten A en B kunnen worden verschoven. Knijp de hendel van de scheidingsplaat in en verschuif deze op het gewenste papierformaat.
  • Pagina 102 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Plaats het papier in de lade. Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 600 vel). • Als het papier verkeerd is ingebracht, draai het papier dan om, en laad het opnieuw. •...
  • Pagina 103 20 vellen, envelop, transparanten: 10 vel) voor continu afdrukken, net als het gebruik met andere laden. • Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het Sharp-standaardpapier of andere speciale media dan de door Sharp aanbevolen transparanten, Glossy papier, of wanneer u afdrukt op de achterzijde van eerder bedrukt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen.
  • Pagina 104 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Enveloppen laden Enveloppen moeten in één lijn met de linkerkant in de hieronder aangegeven stand in de doorvoerlade worden geladen. U kunt alleen op de voorzijde van de enveloppen afdrukken of kopiëren. Zorg dat de voorzijde omlaag gericht is. Vouw de klep en maak een scherpe vouw.
  • Pagina 105 • Druk niet af op de achterzijde (de zijde met de kleefstrook) van de envelop. Dit kan leiden tot vastlopen of een slechte afdrukkwaliteit. • Voor sommige typen enveloppen gelden beperkingen. Neem voor meer informatie contact op met een Sharp-onderhoudstechnicus. • In sommige bedrijfsomgevingen kunnen kreukels, vegen, vastlopen van het papier, slechte tonerfusering of apparaatstoringen optreden.
  • Pagina 106 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Belangrijke informatie over het gebruik van reliëfpapier/etikettenvellen • Het oneffen oppervlak van sommige typen reliëfpapier kan van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Neem contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voor meer informatie. •...
  • Pagina 107 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Ontgrendelingshendels van de fuseereenheid In sommige gevallen kan er schade aan de enveloppen of vuile vegen voorkomen als enveloppen binnen de specificaties worden gebruikt. Dit probleem kan worden opgelost door de ontgrendelingshendels van de fuseereenheid van hun "normale drukpositie"...
  • Pagina 108 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zorg ervoor dat de hendels naar de "normale drukpositie" zijn teruggebracht alvorens op ander papier dan enveloppen te drukken of te kopiëren. Anders kunnen er fuseerproblemen optreden, kan het papier vastlopen of kan het apparaat defect geraken.
  • Pagina 109 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Plaats het papier (met de afdrukzijde naar beneden) volledig in de doorvoerlade. Om te vermijden dat het papier vastloopt, moet u nogmaals controleren dat de papiergeleiders aan de breedte van het papier zijn aangepast. •...
  • Pagina 110 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIERINSTELLINGEN IN DE SYSTEEMINSTELLINGEN U kunt gedetailleerde instellingen zoals de grootte en het type papier in een lade configureren. Selecteer in “Instellingen” [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen]. Papierinstellingen Papierlade- instellingen In dit gedeelte worden instellingen voor de papierlade en het papiertype beschreven. Deze instellingen bepalen het papiertype, het papierformaat en functies die voor elke papierlade zijn toegestaan.
  • Pagina 111 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Lade-instellingen Papierlade Papiertype Formaat Normaal papier 1/2, Voorbedrukt, Recycled, Papiercassette 1 A4, B5, A5, A6, 8-1/2" x 11", 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2", 16K Briefpapier, Geperforeerd, Kleur, Gebruikerstype Papiercassette 2 (wanneer een papierinvoereenheid is geïnstalleerd) Papiercassette 3...
  • Pagina 112 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Registratie aangepaste grootte (Omloop) Als u vaak een niet-standaard papierformaat in de doorvoerlade gebruikt, kunt u dit papierformaat vooraf registreren. Wanneer u het papierformaat registreert, hoeft u het formaat niet telkens in te stellen wanneer u het gebruikt. Er kunnen maximaal zeven papierformaten worden geregistreerd.
  • Pagina 113 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN HET ORIGINEEL PLAATSEN EEN PROCEDURE SELECTEREN VOOR HET PLAATSEN VAN HET ORIGINEEL AFHANKELIJK VAN TYPE EN STATUS Plaats het origineel in de automatische documentinvoereenheid. Afhankelijk van het type en de status van het origineel gebruikt u de glasplaat.
  • Pagina 114 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische documentinvoereenheid plaatst. • Plaats originelen van verschillend formaat zo nodig tezamen in de automatische documentinvoereenheid. Gebruik in dat geval de functie "Overige" in elke modus om [Origineel gem. form.] in te stellen. Originelen met hetzelfde formaat maar in een andere afdrukstand geplaatst, en originelen met andere breedtes kunnen niet worden gedetecteerd.
  • Pagina 115 "Overige". Bij scannen zonder gebruik van "Langz. scanm." kunnen de originelen vastlopen. Bij selectie van "Langz. scanm." kan niet automatisch 2-zijdig worden gescand. * De MX-C303/MX-C303W kan geen dun papier scannen. Controleer of er geen originelen op de glasplaat aanwezig zijn.
  • Pagina 116 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN GLASPLAAT In dit gedeelte worden de stappen beschreven voor het plaatsen van een origineel op de glasplaat. • Sluit de automatische documentinvoereenheid voorzichtig. Hardhandig sluiten van de automatische documentinvoereenheid kan tot beschadiging leiden. •...
  • Pagina 117 Dit is vereist voor het gebruik van de OCR-functie. *1 Enkel MX-C303W/MX-C304W. *2 Deze randapparatuur kan worden geïnstalleerd op de MX-C303/MX-C303W. (Deze apparaten zijn standaard voorzien op de MX-C304/MX-C304W.) Sommige opties zijn mogelijk niet beschikbaar in sommige landen en regio's.
  • Pagina 118 Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een architectuur die het apparaat rechtstreeks koppelt aan software-applicaties (externe applicaties) voor het gebruik van het apparaat via een netwerk. Wanneer u een apparaat gebruikt dat Sharp OSA ondersteunt, kunt u toetsen op het bedieningspaneel en apparaatfuncties, zoals scannen, naar externe applicaties verzenden.
  • Pagina 119 Gebruikersauthenticatie via de externe accountapplicatie kan niet worden gebruikt. De externe accountapplicatie kan echter wel worden gebruikt in combinatie met de interne accountfunctie. De Externe accountmodule (MX-AMX3) is vereist voor het gebruik van deze functies op de MX-C303/MX-C303W. Externe accountapplicatie instellen Om de instelling toe te passen, start u het apparaat opnieuw op nadat u een externe applicatie bij "Instellingen...
  • Pagina 120 Externe telmodus kan samen met de functie voor gebruikersbediening van het apparaat worden gebruikt. (Externe telmodus kan ook worden gebruikt wanneer de functie voor gebruikersbediening is uitgeschakeld.) Externe telmodus inschakelen: Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] en schakel de instelling [Extern accountbeheer] in. 1-117...
  • Pagina 121 Verwijder cookies die worden vastgehouden door het apparaat. Aanvraag van toepassing voor toegang op afstand toestaan Selecteer of u een Sharp OSA-toepassing gebruikt van een type dat gebruik maakt van toegang op afstand van buiten het apparaat. Toegang toepassing toegestaan Registreer de URL van de toepassing van de Sharp OSA-toepassing waarvoor toegang op afstand tot het apparaat toegelaten is.
  • Pagina 122 Selecteer bestand* Voer de bestandsnaam in. * Deze functies kunnen alleen op de webpagina worden ingesteld. Instelling ontvangende toepassing De Fax- of I-Fax-ontvangstfuncties kunnen in de Sharp OSA-applicaties worden ingesteld. Op de MX-C303/MX-C303W is de applicatiecommunicatiemodule vereist. Instellingen Item Instellingen Doorsturen naar toepassing De Fax- of I-Fax-berichtontvangst kan door Sharp OSA-applicaties worden beheerd.
  • Pagina 123 Hiermee voegt u een nieuwe ingesloten toepassing toe. • De lijst Deze bevat de ingesloten toepassingen die momenteel zijn geïnstalleerd. Op de MX-C303/MX-C303W is de applicatiecommunicatiemodule vereist. Een ingesloten toepassing installeren Wanneer u op de toets [Toevoegen] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven. Er kunnen maximaal 64 items worden geïnstalleerd.
  • Pagina 124 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Wanneer papier vastloopt, wordt het bericht "Papierstoring" weergegeven op het aanraakscherm en wordt het afdrukken en scannen gestopt. Tik in dat geval op de toets [Oplos. papierstoringen bekijken] in het aanraakscherm. Als u op deze toets tikt, wordt uitgelegd hoe u het vastgelopen papier kunt verwijderen.
  • Pagina 125 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat moet reinigen en de tonercartridge en de toneropvangbak moet vervangen. REGELMATIG ONDERHOUD Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig worden gereinigd. Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat. Als het gas uit de spuitbus in contact komt met warme elektrische onderdelen of de fuseereenheid binnen in het apparaat, kan er brand of een elektrische schok optreden.
  • Pagina 126 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD SCANGEBIED Wanneer zwarte of witte strepen op de gescande afbeelding zichtbaar zijn bij het gebruik van de automatische documentinvoereenheid, reinig dan het scangebied (het dunne lange glas naast de glasplaat). Als u de MX-C304/MX-C304W gebruikt Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het glasreinigingsmiddel.
  • Pagina 127 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Als u de MX-C303/MX-C303W gebruikt Open de automatische documentinvoereenheid en reinig het scangebied op de glasplaat met de zachte doek. 1-124...
  • Pagina 128 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONERKANALEN VAN DE FOTOGELEIDENDE DRUM REINIGEN Als u zwarte of gekleurde strepen ziet nadat u de glasplaat en de automatische documentinvoereenheid hebt gereinigd, moet u de tonerkanalen van de fotogeleidende drum reinigen met de tonerkanaalreiniger. Trek de papierlade 1 naar buiten.
  • Pagina 129 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Pak de groene knop vast om de grendel te ontgrendelen en verwijder de tonerkanaalreiniger voorzichtig. Duw de tonerkanaalreiniger voorzichtig helemaal naar binnen. Herhaal stap 2 en 3 voor alle overige tonerkanalen. Installeer een tonerafvalverzamelaar. Duw de toneropvangbak volledig in het apparaat.
  • Pagina 130 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE LASEREENHEID REINIGEN Wanneer de lasereenheid in het apparaat vuil wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen) zichtbaar worden op de afdruk. Lijnen (gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een vuile lasereenheid • De gekleurde strepen zijn altijd op dezelfde plaats zichtbaar. (De lijnen zijn nooit zwart.) •...
  • Pagina 131 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Pak de reiniger voor de lasereenheid. Deze reiniger is bevestigd aan de voorklep. Trek aan de rechterkant van de reiniger en neem deze van de haak. Naaf Reinig de lasereenheid. (1) Duw de klep van de lasereenheid omhoog en open het (grijze kleur).
  • Pagina 132 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Plaats de reiniger terug op zijn plaats. (1) Roteer de reiniger na het op de naaf geplaatst te hebben en haak de rand ervan (de zijde zonder handgreep) op de haak aan de linkerzijde. Haak de reiniger vast met de zijde van de reiniger naar boven.
  • Pagina 133 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE DOORVOERROL VAN LADE 1 REINIGEN Als het papier in lade 1 vaak vastloopt, duw het midden van de drukplaat dan naar beneden tot deze vergrendeld wordt, en veeg het oppervlak van de doorvoerrol af met een schone zachte doek die is bevochtigd met water. HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN Als het papier vaak vastloopt bij de invoer van enveloppen of zwaar papier via de doorvoerlade, veeg dan de doorvoerrol af met een schone, zachte, vochtige doek met water.
  • Pagina 134 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN Vervang de tonercartridge altijd wanneer het bericht "Vervang de tonercartridge." wordt weergegeven. Houd één set vervangende tonercartridges bij de hand, zodat u altijd meteen een nieuwe tonercartridge kunt installeren wanneer de toner op is. Vervangingsbericht Laag Tonerniveau (Vervang de cassette niet, voor dit vereist is)
  • Pagina 135 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD • Schud de tonercartridge niet of tik er niet op na deze verwijderd te hebben. Anders kan er tonerstof uit de cartridge lekken. • Steek de ouder cartridge onmiddellijk in de doos van de nieuwe cartridge. Bewaar de gebruikte tonercartridges (niet weggooien).
  • Pagina 136 • Als u de tonercartridge rechtop bewaart, kan de toner hard en onbruikbaar worden. Sla tonercartridges altijd op hun zijkant • Als een andere tonercartridge dan een door Sharp aanbevolen tonercartridge wordt gebruikt, levert het apparaat mogelijk niet de maximale kwaliteit en prestaties en kan het schade oplopen. Gebruik een door Sharp aanbevolen tonercartridge.
  • Pagina 137 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONEROPVANGBAK VERVANGEN De toneropvangbak vangt het teveel aan toner op dat vrijkomt bij het afdrukken. Als de toneropvangbak bijna vol is, wordt het bericht 'Vervang toneropvangbak.' weergegeven. Als dit bericht verschijnt, tikt u op de toets die op het aanraakpaneel wordt weergegeven om de procedure voor het vervangen van de toneropvangbak weer te geven.
  • Pagina 138 Pictogrammen KOPIEERAPPARAAT Functies die u kunt gebruiken in de modus Eenvoudige Kopie Milieuvriendelijke functies Functies voor kopiëren op speciale media • KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE . . . 2-37 VOORDAT U HET APPARAAT ALS • HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT DOORVOERLADE OPGEVEN .
  • Pagina 139 KOPIEERAPPARAAT • ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE KOPIEËN (RGB-INSTELLING) ....2-109 VEILIGHEID ....... 2-66 •...
  • Pagina 140 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERMODUS Er zijn twee modi om te kopiëren: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus is beperkt tot vaak gebruikte functies waarmee u de meeste kopieertaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus.
  • Pagina 141 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT NORMALE MODUS In de normale modus kunt u elke functie-instelling selecteren die kan worden gebruikt voor kopiëren. Voer het aantal kopieën in. Verzenden en afdrukken Aantal exempl. De instellingstoetsen Geeft de functies weer die Programma oproepen Kleurmodus die worden gebruikt...
  • Pagina 142 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERPROCEDURE In dit gedeelte worden de belangrijkste procedures uitgelegd voor kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde om ervoor te zorgen dat het kopiëren probleemloos verloopt. Raadpleeg voor gedetailleerde procedures voor het selecteren van instellingen, de uitleg van elke instelling in dit hoofdstuk. U kunt de standaard kopieerinstellingen ook herstellen alvorens te kopiëren Selecteer in "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 143 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Scan het origineel. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het origineel te scannen. In de eenvoudige modus In de normale modus Origineel Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Details Programma oproepen Kleurmodus Geregistreerde inst. oproepen Meerkleuren Papier Snelbestand...
  • Pagina 144 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. • Tik op de toets [CA] om alle instellingen te annuleren. Wanneer u op de toets [CA] tikt, worden alle eerder geselecteerde instellingen gewist en keert u terug naar het basisscherm.
  • Pagina 145 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Standaardinstellingen voor kopiëren Stel “Standaard- instellingen” van “Kopieerinstellingen” in de Systeeminstellingen in. U kunt een standaardwaarde voor elke kopieerinstelling instellen. De standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert, hebben betrekking op alle functies van het apparaat (niet alleen de kopieerfunctie). De kopieerinstellingen worden naar de standaardwaarden teruggezet als op de knop [Aan] wordt gedrukt, als op de toets [CA] wordt getikt of wanneer de interval voor automatisch wissen is verstreken.
  • Pagina 146 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERVOORBEELD U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken voordat u het origineel scant, om een voorbeeldweergave van de gescande afbeelding te controleren. VOORBEELDSCHERM (pagina 1-13) ► In de normale modus Tijdens het bekijken van het voorbeeldscherm kunt u de belichting of kleur aanpassen en het voorbeeld in uw afbeelding configureren. U kunt de voorbeeldafbeelding ook slepen om deze te bewerken, bijvoorbeeld om een origineelpagina te veranderen, te draaien of te verwijderen.
  • Pagina 147 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL CONTROLEREN Eenvoudige modus Controleer de grootte van het origineel in de linker bovenhoek van het scherm. Als u de grootte van het origineel niet manueel hebt ingesteld, verschijnt de grootte van het origineel die is ingesteld in "Stand.
  • Pagina 148 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Stand van het geplaatste origineel Plaats het origineel zoals hieronder wordt getoond. Bekijk de afdrukstand of de voorbeeldafbeelding in het voorbeeldscherm. KOPIEERVOORBEELD (pagina 2-9) ► Glasplaat Documentinvoerlade Stel de afdrukstand van de afbeelding in om ervoor te zorgen dat de afdrukstand van het geplaatste origineel goed wordt herkend.
  • Pagina 149 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN Het apparaat is ingesteld om automatisch de lade te selecteren met het papierformaat dat hetzelfde is als het ingestelde informaat grootte van het origineel. (Automatische papierselectie.) Wanneer u het papierformaat voor kopiëren wilt wijzigen, kunt u de papierlade manueel selecteren. •...
  • Pagina 150 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de instellingen worden geselecteerd in het basisscherm van de eenvoudige modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR KOPIËREN Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
  • Pagina 151 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven.
  • Pagina 152 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven.
  • Pagina 153 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen Kopieën Kopieën Originelen Originelen Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen originelen •...
  • Pagina 154 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave]. Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen kopie Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Tweezijdig kopiëren helpt papier besparen.
  • Pagina 155 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Controleer het papier (lade) en de Origineel Details kleurmodus die u wilt gebruiken voor Papier kopiëren en tik op de toetsen voor andere Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Selectie instellingen die u wilt selecteren. 100% Lade 1 1 →...
  • Pagina 156 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KLEURMODI VOOR KOPIËREN Selecteer de kleurmodus Automatisch, Meerkleuren, Zwart/wit, 2 kleuren of Enkele kleur. Het apparaat detecteert automatisch of een origineel in kleur of in zwart-wit is en schakelt naar de juiste Auto modus (meerkleuren voor een origineel in kleur of zwart-wit voor een origineel in zwart-wit).
  • Pagina 157 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren in twee kleuren Het origineel wordt in twee kleuren gekopieerd door een specifieke kleur te vervangen door een andere. Tik op de toets [Kleurmodus]. Tik op de toets [2 kleuren]. Tik op de toets [Veranderen]. Kleurmodus Auto Meerkleuren...
  • Pagina 158 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren in een enkele kleur Het origineel wordt gekopieerd in elke willekeurige enkele kleur. Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op de toets [Kleurmodus].
  • Pagina 159 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ([Auto] wordt weergegeven.) Deze functie past de afbeelding tijdens het kopiëren in zwart-wit en meerkleuren automatisch aan om de meest geschikte kopie te krijgen.
  • Pagina 160 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op of schuif met de Belichting schuifbalk om de belichtingsniveau Auto Handmatig voor kopieën aan te passen. Na de aanpassing tikt u op Verhelder Verdonker Hiermee is de procedure in de eenvoudige modus beëindigd.
  • Pagina 161 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • Wanneer u een kopie of een afdruk uit het apparaat gebruikt als origineel: Tik als u een kopie of een afdruk uit het apparaat gebruikt als origineel, op het selectievakje [Kopie van kopie] zodat verschijnt.
  • Pagina 162 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VERGROTEN/VERKLEINEN AUTOMATISCHE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u automatisch de juiste factor kunt selecteren die overeenkomt met het papierformaat, wanneer u handmatig de papierlade wijzigt voor het maken van een kopie op papier met een ander formaat dan het origineel.
  • Pagina 163 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HANDMATIGE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopieerfactor kunt opgeven voor een kopie op papier van een ander formaat dan het origineel of hoe u het afbeeldingsformaat kunt wijzigen voor het kopiëren. U kunt de volgende drie methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
  • Pagina 164 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De vaste-factortoets gebruiken Tik op de toets [Kopieerfactor]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op om de factor in te Kopieerfactor stellen. ( 25~200 ) Auto Image Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Enigszins verminderen (3% besparing) tikt u op...
  • Pagina 165 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afmetingen van de afbeelding opgeven Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op de toets [Kopieerfactor]. Tik op de toets [op formaat] op het Enigszins verminderen Aantal exempl.
  • Pagina 166 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk kunt opgeven. Wanneer 50% is geselecteerd voor de horizontale factor en 70% voor de verticale factor U kunt de volgende twee methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
  • Pagina 167 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De vaste-factortoets gebruiken Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op de toets [Kopieerratio] en vervolgens op het tabblad [X-y zoom]. Tik op de toets [X] en stel de factor X Origineel Aantal exempl.
  • Pagina 168 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afmetingen van de afbeelding opgeven Voer stappen 1 tot 2 uit in De vaste-factortoets gebruiken (pagina 2-27). Tik op de toets [op formaat]. Geef de afmetingen van X en Y van Origineel Aantal exempl.
  • Pagina 169 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE AFDRUKSTAND EN HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL SELECTEREN U kunt de instelling van het origineelformaat controleren in HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL CONTROLEREN (pagina 2-10). Om het origineelformaat te wijzigen, drukt u op de toets [Origineel] en stelt u het origineelformaat in. Stel de afdrukstand van de afbeelding in om ervoor te zorgen dat de afdrukstand van het geplaatste origineel goed wordt herkend.
  • Pagina 170 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afdrukstand en het formaat van een origineel in niet-standaard-formaat opgeven Tik op de toets [Origineel] om de afdrukstand van het origineel in te stellen. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ►...
  • Pagina 171 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, wijzigt en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. •...
  • Pagina 172 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op een toets ( ) om een Aantal exempl. Kleurmodus extra origineelformaat op te slaan. Origineel Dubbelz. Kopie Opslaan/Verwijderen Aanpassing Achtergrond Select. formaattoets om aangep. orig. Tik op een toets die geen formaat aangeeft. formaat op te slaan/te verwijderen.
  • Pagina 173 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Een opgeslagen origineelformaat ophalen Voer stappen 1 tot 3 uit in Origineelformaten opslaan (Wijzigen/Wissen) (pagina 2-34). Tik op de toets van het Opslaan/Verwijderen Aantal exempl. Origineel formaat origineelformaat dat u wilt ophalen. Origineel Dubbelz.
  • Pagina 174 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE Naast kopieën op normaal papier kunt u met de doorvoerlade ook kopieën maken op transparanten, enveloppen, en andere speciale media. Raadpleeg "GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-91)"...
  • Pagina 175 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN Tik op de toets [Papier Selectie] en vervolgens op de toets van de doorvoerlade. ► DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN (pagina 2-12) Tik op de toets [Type + formaat] en vervolgens op de toets die overeenkomt met het type van het geplaatste papier.
  • Pagina 176 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOER INSTELLING SORTEREN/GROEPEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de sorteermethode kunt selecteren als u het gescande origineel wilt uitvoeren. Schakelt de sorteermodus in wanneer het origineel in de automatische documentinvoereenheid is geplaatst Automatisch en schakelt de groepmodus in wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 177 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN Deze functie voegt scheidingspagina's tussen elke set kopieën of tussen elke taak. Als u scheidingspagina's invoegt tussen sets kopieën, kunt u aangeven of u de scheidingspagina wilt invoegen voor of na elke set.
  • Pagina 178 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Geef de invoegmodus voor de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. scheidingspagina op. N-Up Scheidingspagina Meer pag. op een pag. plaatsen Kleurmodus Bovenk sets insteken Handinvoer Papierlade • Stel om scheidingspagina's in te voegen tussen sets van Einde sets insteken Handinvoer Papierlade...
  • Pagina 179 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIËREN IN BATCHES MEERDERE ORIGINELEN ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (N-Up) Met deze functie kunt u meerdere origineelpagina's kopiëren op een enkel vel papier met dezelfde opmaak. Selecteer de functie 2-Up om twee pagina's te kopiëren op één vel, 4-Up om vier pagina's te kopiëren op één vel of 8-Up om acht pagina's te kopiëren op één vel.
  • Pagina 180 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op het aantal originelen dat u N-Up gezamenlijk wilt kopiëren en selecteer 2-Up 4-Up 8-Up de toets lay-out. De afbeeldingen worden zo nodig gedraaid. 2-Up 4-Up 8-Up Ga naar stap 7 als u klaar bent met het selecteren van de instellingen.
  • Pagina 181 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (KAARTFORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterzijde van een kaart op één vel kopiëren, niet op aparte vellen. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te besparen. Voorkant Achterkant Voorbeeld van een staande kopie...
  • Pagina 182 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [On] en geef het juiste Overige Aanpassing Achtergrond origineelformaat op. Kaart Formaat Kleurmodus Belichting Type/belichting selecteren Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, ( 25~210 ) tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 183 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DEZELFDE AFBEELDING HERHALEN OP ÉÉN VEL (OPMAAK HERHALEN) Met deze functie kopieert u dezelfde originele afbeelding meerdere malen op één vel. U kunt elk van de volgende drie typen herhaalde kopie instellen. Herhalingsmethode Beschrijving Het maximaal herhaalde aantal kopieën op een vel wordt automatisch berekend op basis van Auto-herhalen...
  • Pagina 184 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus.
  • Pagina 185 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Geef de scheidingslijn van de Origineel Others Aanp. Formaat/Richting. herhaling op. Opmaak herhalen Kleurmodus Autom. opmaak van herh. zijde gebas. op orig., pap.form. en Aanpassing Achtergrond factor. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Huidige instelling Belichting Type/belichting selecteren...
  • Pagina 186 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Lay-out]. Scan Scan Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Tik op de toets [Layout zon. tussenr.] en de toets [Layout Kleurmodus Opmaak herh. Opmaak herh. Opmaak herh. Aanpassing Achtergrond met gel.tuss.] om de opmaak te selecteren. Lay-out Lay-out Lay-out...
  • Pagina 187 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Een origineel op fotoformaat in werkelijk formaat herhalen (Foto herhalen) Voer stappen 1 tot 3 uit in Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) (pagina 2-47). Tik op de toets [Foto herhalen]. Plaats het origineel op de glasplaat.
  • Pagina 188 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. MEERDERE VISITEKAARTJES KOPIËREN (VISITEKAARTJE KOPIËREN) Visitekaartje kopiëren kan worden gebruikt om maximaal 8 visitekaartjes op één vel papier te kopiëren. Deze functie kan worden gebruikt wanneer u de lijst van visitekaartjes wilt aanmaken, of wanneer u visiekaartjes wilt indienen. Opmaak voor 1 vel Opmaak voor 2 vellen Opmaak voor 8 vellen...
  • Pagina 189 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • De instelling Visiekaartje kopiëren: Tik op de toets [Off]. • Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. De zoom is vast ingesteld op 100%. Kopieerresultaten van opmaken met 8 vellen Originelen (Richting van het origineel) Instellingen...
  • Pagina 190 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES Andere functies worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. (pagina 2-4) ► Andere functies kunnen niet worden geselecteerd in de eenvoudige modus. UITVOER- EN OPMAAKBEWERKINGSFUNCTIES KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE) Kopieën die worden gemaakt via "Boekje", kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
  • Pagina 191 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Als de originelen 2-zijdig zijn, plaatst u deze in de documentinvoerlade. Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Boekje]. Selecteer de inbindzijde.
  • Pagina 192 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MEERDERE ORIGINELEN KOPIËREN OP ELKE PAGINA VAN HET BOEKJE (BOEKJE 2-Up OF 4-Up PAGINA'S OP 1 VEL) Met deze functie kunt u twee of vier origineelpagina's gelijkelijk op één pagina van de inbindkopie kopiëren. Deze functie is handig als u van een minimum aantal kopieën een aantrekkelijk boekje of een folder wilt maken. Originelen Boekje, 2-Up •...
  • Pagina 193 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [1-Zijdig], [2-Zijdig Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Boekje] of [2-Zijdig Schr.Blok] al naar N-Up Boekje Meer pag. op een pag. plaatsen Selecteer Output Rand voor Binding. Wissen gelang welke van toepassing is op de Randschaduw wissen Selecteer Origineel Type.
  • Pagina 194 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op [Rand]en selecteer de rand. Overige N-Up U kunt een lijn invoegen tussen de pagina's die op een vel Selecteer type origineel om op te maken op 1 pagina. zijn gerangschikt. Lay-out Tik als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, 2-Up achtereenvolgens twee keer op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 195 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES OM PAPIER EN TIJD TE BESPAREN LEGE PAGINA'S IN EEN ORIGINEEL OVERSLAAN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden gekopieerd. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze kopieën kunt overslaan zonder een origineel te controleren. De lege pagina's worden niet gekopieerd.
  • Pagina 196 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Lege pagina Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. overslaan] of [Lege pag./rugschaduw Lege pagina Overslaan Dubbelz. Kopie N-Up overslaan]. Meer pag. op een pag. plaatsen Kleurmodus Wissen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Randschaduw wissen Lege pagina overslaan tikt u achtereenvolgens op de toetsen...
  • Pagina 197 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (ACHTERGROND AANPASSING) U kunt de achtergrond aanpassen door de lichte delen van het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] maakt de achtergrond donkerder.
  • Pagina 198 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. 2-61...
  • Pagina 199 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN PROEFKOPIE MAKEN (PROEFKOPIE) Met deze functie maakt u een proefkopie voordat u het opgegeven aantal kopieën maakt. Controleer bij een proefkopie de voorbeeldafbeelding. Wijzig zo nodig de instelling. Als u deze functie gebruikt, wordt het gescande origineel opgeslagen op het apparaat, zodat u het origineel in de gewijzigde instelling niet opnieuw hoeft te scannen.
  • Pagina 200 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Stel het aantal kopieën (aantal sets) in Aantal exempl.
  • Pagina 201 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Controleer het kopieerresultaat. Als Programmaregistratie Aantal exempl. Huidige inst. registreren geen probleem wordt gevonden, tikt u Kleurmodus Ecoprogramma oproepen Meerkleuren Origineel op de toets [Start Afdrukken]. Papierformaat Auto Wijzig zo nodig de instellingen en herhaal de proefkopie Druk op [Start Afdrukken] om door Dubbelz.
  • Pagina 202 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start]. Controleer het aantal vellen van het Er zijn 1 pagina's van origineel. Kleurmodus het origineel gescand. Meerkleuren Gescande gegevens kopiëren? Origineel Het telresultaat wordt weergegeven met het aantal Papierformaat gescande vellen van het origineel, niet het aantal pagina's.
  • Pagina 203 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE VEILIGHEID GEGEVENS TER PREVENTIE VAN NIET-GEAUTORISEERDE KOPIEËN TOEVOEGEN (VERBORGEN PATROONAFDRUK) Tekens die onbevoegd kopiëren voorkomen, zoals vooraf ingestelde of aangepaste tekst, worden onzichtbaar in een achtergrondpatroon geplaatst. Wanneer een uitvoervel met een patroonafdruk wordt gekopieerd, worden de verborgen tekens weergegeven. •...
  • Pagina 204 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef zo nodig Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. elk item op het tabblad Stempel Verborgen patroonafdruk Datum en stempel afdrukken [Standaardinstellingen] op. Standaardinstellingen Instelling afdrukinhoud Kleurmodus Afdrukkleur ZWART Dubbelz. Kopie Standaard N-Up Belichting Meer pag.
  • Pagina 205 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TRACEERBARE GEGEVENS GEFORCEERD AFDRUKKEN (TRACEERGEGEVENSAFDRUK) Met deze functie worden de vooraf opgegeven traceerbare gegevens afgedrukt om een onbevoegde kopie te voorkomen. Originelen Gedeelte voor traceergegevens • Als deze functie samen met een andere functie voor beeldsamenstelling wordt opgegeven, worden de traceergegevens bovenaan afgedrukt.
  • Pagina 206 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOERPOSITIE EN KANTLIJN KANTLIJNEN TOEVOEGEN (KANTLIJNVERSCHUIVING) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u kopieën wilt binden met een koord of in een map. Als u de afbeelding naar rechts verschuift, kunt u de Zonder kopieën aan de linkerzijde binden met een koord.
  • Pagina 207 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de richting voor de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. afbeeldingsverschuiving. Kantlijnverschuiving Dubbelz. Kopie Papierformaat Papierinvoerlade wijzigen Zijde 1 Zijde 2 Aanpassing Achtergrond Rechts Links ( 0~50 ) ( 0~50 ) ( 0~50 ) Omlaag Voorbeeld- weergave Waarde van tweede pagina aanpassen aan eerste. Kleur Vorige Start...
  • Pagina 208 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES RANDSCHADUWEN VOOR HET KOPIËREN WISSEN (WISSEN) De functie Wissen wordt gebruikt om de schaduwen te wissen die aan de randen van kopieën kunnen voorkomen bij het kopiëren van dikke originelen of boeken. Een dik boek kopiëren Wissen niet gebruiken Wissen gebruiken Hier zijn schaduwen zichtbaar Er zijn schaduwen...
  • Pagina 209 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op het selectievakje van de rand Overige Boekje Kopiëren als boekje die u wilt wissen en geef de wispositie Origineel Wissen Aanp. Formaat/Richting. Wissen Dubbelz. Kopie Omhoog Buitenkader Kleurmodus Controleer of het selectievakje waarop u tikte is ingesteld op Frame+midden opgeven Aanpassing Achtergrond Links...
  • Pagina 210 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER KOPIËREN (CENTREREN) Met deze functie centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden op het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint. Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie Centreren moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
  • Pagina 211 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN PAPIERPOSITIE OPGEVEN (AFBEELDING POSITIONEREN) Met deze functie verplaatst u het gescande origineel naar een opgegeven positie om een kopie te maken. U kunt een kopie maken op elke gewenste positie aangezien u deze kunt precies kunt instellen. We raden aan om de bovenkant op te geven als startzijde van het origineel.
  • Pagina 212 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stelt een verplaatsingsafstand in. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Wissen Tik op het gedeelte dat de verplaatsingsafstand aangeeft op Afbeelding positioneren Randschaduw wissen Wissen Geef startpositie voor afdrukken aan. de voor- of achterzijde en voer de afstand in met de Dubbelz.
  • Pagina 213 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANFUNCTIES EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTELLING) Deze functie splitst de originelen in sets en voert deze per set in de automatische documentinvoereenheid bij het kopiëren van zeer grote aantallen originelen. Hierdoor hoeft u de kopieën niet meer te sorteren. Als u in sets verdeelde originelen scant, scan dan eerst de set die de eerste pagina bevat.
  • Pagina 214 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Pas de instellingen zo nodig aan. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de Indicator automatische documentinvoereenheid Lijn en tik op de toets [Start] om het eerste origineel te scannen. Plaats de originelen volledig in de documentinvoerlade. Originelen kunnen worden opgestapeld tot aan de indicatorlijn. ►...
  • Pagina 215 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES De kopieerinstelling voor elke set van originelen wijzigen Wijzig zo nodig de kopieerinstellingen voor elke set originelen. Voer de stappen uit die hieronder staan beschreven voordat u het volgende origineel gaat scannen zoals in stap 4 van "In de modus Opdracht Samenstelling kopiëren (pagina 2-76)".
  • Pagina 216 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Deze functie kopieert originelen met verschillende formaten gelijktijdig; zelfs wanneer originelen van A5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") vermengd zijn met originelen van A4-formaat (8-1/2" x 11"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
  • Pagina 217 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Origineel gem. form.]. Op het pictogram verschijnt een vinkje. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [Vorige]. De instelling voor originelen met verschillende formaten annuleren Tik op de toets [Langz.
  • Pagina 218 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANNEN VAN DUNNE ORIGINELEN (LANGZAME SCANMODUS) (Enkel MX-C304W/MX-C304) Als u dunne originelen via de automatische documentinvoereenheid wilt scannen, kunt u gebruikmaken van deze functie die helpt voorkomen dat dunne originelen vastlopen. De langzame scanmodus moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. De modi "2-Zijdig→2-Zijdig"...
  • Pagina 219 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer het document, op de MX-C304/MX-C304W, in de origineeluitvoerlade op de automatische documentinvoereenheid rolt, maak de papierbevestigingsarm dan in het midden vast aan de bovenkant. 2-82...
  • Pagina 220 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE RESOLUTIE AANPASSEN TIJDENS HET SCANNEN (RESOLUTIE) Met deze functie past u de resolutie aan tijdens het scannen van het origineel. Zo wordt uitvoer van hoge kwaliteit of met snelheidsprioriteit ingeschakeld volgens de toepassing. • De resolutie moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. •...
  • Pagina 221 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Hoge kwaliteitsscan van Document Feeder Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen]→ [Voorwaarde- Instellingen] → [Hoge kwaliteitsscan vanaf Document Feeder (B/W)] of [Scannen in hoge kwaliteit vanaf documentinvoer (kleur)]. U kunt de resolutie voor kopieën via de automatische documentinvoereenheid wijzigen van 600 x 400 dpi naar 600 x 600 dpi (modus Hoge kwaliteit).
  • Pagina 222 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET TOEVOEGEN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN DATUMS, PAGINANUMMERS EN WATERMERKEN AFDRUKKEN (STEMPEL) Met deze functie kunt u informatie op kopieën afdrukken die niet op het origineel wordt weergegeven, zoals de "Datum" of een "Stempel". U kunt de volgende zes typen informatie afdrukken. •...
  • Pagina 223 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Tik op de toets [Overige] en op de toets [Stempel]. Tik op het tabblad dat u wilt afdrukken en tik vervolgens op de Indeling. U kunt de opmaak van het tabblad [Tekst] opgeven met behulp van voorkeurtekst of via het aanraaktoetsenbord.
  • Pagina 224 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellen met het tabblad [Tekst] Tik op de toets [Directe Invoer] op het tabblad [Tekst] om het aanraaktoetsenbord te tonen. Gebruik het aanraaktoetsenbord om eventueel gewenste tekens in te voeren. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Aangep. afb. Stempel Alles annul. Geregistr.
  • Pagina 225 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN GEREGISTREERDE AFBEELDING TOEVOEGEN AAN EEN ORIGINEEL (AANGEPASTE AFBEELDING) Met deze functie voegt u een afbeelding, die op het apparaat wordt geregistreerd, toe aan een origineel om een kopie te maken. De volgende twee typen aangepaste afbeeldingen zijn beschikbaar. •...
  • Pagina 226 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Gecombineerde functie Aangepaste afbeeldingsbewerkingen Stempel Maakt een stempelkopie in het menu Stempel. Achtergrond- textuurafdruk Maakt een stempelkopie onder een patroonafdruk. Traceer- gegevensafdruk Maakt een stempelkopie onder een traceergegevensafdruk. Opmaak herh. Kan niet worden gecombineerd. Drukt een afbeelding af op de originele positie, onafhankelijk van de instelling Afbeelding Afbeelding plaatsen positioneren.
  • Pagina 227 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stel [Pagina afdrukken] of Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. [Afdrukpositie] in. Aangepaste afbeelding Stempel Datum en stempel afdrukken Selecteer afbeelding om te bedienen. Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Afbeelding Dubbelz. Kopie Niet tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 228 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een ander papiertype invoegen in de pagina's die overeenkomen met de voor- en achterkaften van een kopieeropdracht. Deze functie is handig wanneer u het papier voor de kaft wilt wijzigen om het geheel een beter uiterlijk te geven. Configureer zo nodig de instellingen voor invoegvellen.
  • Pagina 229 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft Niet gekopieerd 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 1-zijdige kopie maken als achterkaft op de zesde origineelpagina. Niet gekopieerd 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 2-zijdige kopie maken als achterkaft op de vijfde of zesde origineelpagina.
  • Pagina 230 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 1-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee maakt u een 1-zijdige kopie met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 1-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan einde van kopieën. 2-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste twee...
  • Pagina 231 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 2-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 2-zijdige kopie op de vijfde en zesde origineelpagina als achterkaft. 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën...
  • Pagina 232 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 1-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 2-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. 2-Zijdige kopie 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 1-zijdige kopie op de zesde origineelpagina als achterkaft.
  • Pagina 233 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 2-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft Niet gekopieerd Niet gekopieerd Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan het begin en einde van kopieën. 1-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een achterkaft aan het einde van kopieën.
  • Pagina 234 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 2-Zijdige kopie 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 1-zijdige kopie op de zesde origineelpagina als achterkaft. * De vijfde origineelpagina wordt niet gekopieerd. 2-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als...
  • Pagina 235 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Wijzigen]. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. N-Up Kaften/Insteekvellen Alles annuleren Meer pag. op een pag. plaatsen Kleurmodus Voorkaft Achterkaft Plaats blad Margeverschv. Pos. verschuiven voor marge Handinvoer Normaal Wijzigen Geen kopie maken Voorbeeld- weergave Papierlade- Paginaopmaak Instellingen Kleur...
  • Pagina 236 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een vel op een specifieke pagina invoegen als invoegvel. Er zijn twee typen invoegvellen. Invoegposities kunnen worden opgegeven. Voeg zo nodig kaften in. Raadpleeg "KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/INSTEEKVELLEN) (pagina 2-91)"...
  • Pagina 237 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Kopieerins- Gemaakte kopieën tellingen Voeg een invoegvel in met de 1-zijdige kopieermodus. Voeg een invoegvel in met de 2-zijdige kopieermodus. invoegvel 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken van de derde en vierde origineelpagina op een invoegvel. 2-zijdig origineel kopiëren Kopieerinst- Gemaakte kopieën...
  • Pagina 238 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Kaften/Insteekvellen]. Tik op het tabblad [Plaats blad]. Tik op de toets [Invoegtype A] en op de toets voor weergave van de pagina voor invoegbladen.
  • Pagina 239 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Als u alleen invoegvel A wilt invoegen, Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. tikt u op de toets [Geen kopie maken]. Kleurmodus Voorz./invgs. Alles annul. Margeverschv. Invoegtype A Pos. verschuiven voor marge Als u een kopie wilt maken op invoegvel A, tikt u op de toets Kopie op insteekvel A [Simplex] of [Dubbelz.
  • Pagina 240 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE PAGINAOPMAAK VAN KAFTEN EN INVOEGVELLEN CONTROLEREN, BEWERKEN EN WISSEN (PAGINAOPMAAK) Het bewerken van geregistreerde kaften en invoegvellen verschilt, zoals u hieronder kunt zien. • Voor de "Omslagvel" kunt u instellingen wijzigen zoals papiertype, kopiëren/niet kopiëren, 1-zijdig en 2-zijdig kopiëren. •...
  • Pagina 241 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN TUSSEN TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen door statische elektriciteit mogelijk aan elkaar plakken. Met de functie voor transparant-insteekvellen wordt automatisch een vel papier ingevoegd tussen elk vel transparant, zodat de vellen makkelijker te hanteren zijn. U kunt ook op invoegvellen kopiëren.
  • Pagina 242 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On]. Overige Origineel Aanp. Formaat/Richting. N-Up Transparant-Insteekvellen Als u een kopie wilt maken op invoegvellen, tikt u op het Meer pag. op een pag. plaatsen Kleurmodus selectievakje [Kopie ook op insteekvellen maken] om dit in Margeverschv.
  • Pagina 243 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR SPECIFIEK GEBRUIK MET SPIEGELBEELD KOPIËREN (SPIEGELBEELD) Met deze functie maakt u kopieën door het origineel om te keren tot spiegelbeeld. Originelen Spiegelbeeld kopiëren Geef Spiegelbeeld op voordat u een origineel scant. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Spiegel- Beeld]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven.
  • Pagina 244 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOER EN DICHTHEID ZWART EN WIT OMKEREN IN EEN KOPIE (Z/W OMGEKEERD) Deze functie wordt gebruikt om zwart en wit om te keren in een kopie, zodat u een negatief krijgt. Deze functie kan alleen voor kopiëren in zwart-wit worden gebruikt.
  • Pagina 245 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EENVOUDIG AANPASSEN VAN DE AFBEELDINGSKWALITEIT (SNELLE AANPASSING AFBEELDINGSKWALITEIT) U kunt de kleur en omtrek van afbeeldingen en tekst eenvoudig aanpassen. U moet Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit selecteren voordat u het origineel scant. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit].
  • Pagina 246 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB-INSTELLING) Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G) of blauw (B). R(rood)+ G(groen)+ B(blauw)+ RGB moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. Tik op de toets [Overige] en op de toets [RGB aanpassen]. Tik op de toets voor de kleur die u wilt wijzigen.
  • Pagina 247 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (SCHERPTE) Met deze functie past u de scherpte aan voor een scherpere of zachtere afbeelding. Zachter Scherper De scherpte moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte]. Tik op de toets of schuif met de Origineel...
  • Pagina 248 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE KLEUR AANPASSEN (KLEURBALANS) U kunt de kleur, toon en densiteit van kopieën aanpassen. Gebruik het tabblad [Kleur] voor de instellingen van kleurenkopieën, of het tabblad [Z/W] voor instellingen van zwart/ wit-kopieën. Als u het tabblad [Kleur] selecteert, worden de densiteit van de kleuren geel, magenta, cyaan en zwart verdeeld in drie bereiken en u kunt de densiteit van elk bereik aanpassen.
  • Pagina 249 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of schuif met de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. schuifbalk om de kleurbalans aan te Kleurbalans Instellen Alles annuleren Dikte van RGB aanpassen Pas Kleurtoon aan voor Kopie. Belichting passen. Type/belichting selecteren Kleur Kleurmodus • Zet als u elke kleur individueel aan wilt passen in het tabblad [Kleur], het selectievakje [Instellen in een batch] .
  • Pagina 250 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE HELDERHEID VAN EEN KOPIE AANPASSEN (HELDERHEID) Met deze functie past u de helderheid van een kleurenkopie aan. Originelen Donker Licht De helderheid moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Helderheid]. Tik op de toets of schuif met de Origineel...
  • Pagina 251 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE INTENSITEIT VAN EEN KOPIE AANPASSEN (INTENSITEIT) Met deze functie past u de intensiteit (verzadiging) van een kleurenkopie aan. De intensiteit verzwakken Originelen De intensiteit versterken U moet de intensiteit instellen voordat u het origineel scant. Deze functie kan niet worden gecombineerd met [Kopie van kopie] of [Kleur Verbetering] in 'Belichting'. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Intensiteit].
  • Pagina 252 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES HANDIGE KOPIEERFUNCTIES TUSSENOPDRACHT Met deze functie onderbreekt u een opdracht in uitvoering en drukt u het origineel dat is opgegeven als tussenopdracht met voorrang af. Wanneer u dringend een kopie moet maken terwijl een lange kopieersessie of andere opdracht wordt uitgevoerd, kunt u de functie voor een tussenopdracht gebruiken.
  • Pagina 253 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om de tussenopdracht te starten. De onderbroken opdracht wordt hervat zodra de tussenopdracht is voltooid. In de functie voor een tussenopdracht wordt geen afdrukvoorbeeld van het gescande origineel weergegeven. 2-116...
  • Pagina 254 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES GEGEVENS VERZENDEN TIJDENS HET KOPIËREN Met deze functie kunt u tijdens het kopiëren een fax verzenden, een e-mail met een afbeelding als bijlage verzenden of gegevens in de netwerkmap opslaan. U moet de bestemming vooraf in het adresboek opslaan. ►...
  • Pagina 255 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Stel elke kopieerinstelling naar wens in. Deze kopieerinstellingen worden gebruikt voor faxverzending. Afhankelijk van de functie zijn enkele instellingen mogelijk niet beschikbaar. U kunt een voorbeeld van het gescande origineel bekijken door op de toets [Voorbeeld- weergave] te tikken. Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
  • Pagina 256 [Afdrukken] te tikken. Raadpleeg de "Gebruikershandleiding (Bediening aanraakscherm)" als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Scan van schijf Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Snelbestand Kleurmodus Geg.
  • Pagina 257 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES PROGRAMMA'S Programma's worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► Programma's kunnen niet worden opgeslagen in de eenvoudige modus. Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma].
  • Pagina 258 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES • Er kunnen 48 programma's worden opgeslagen. • De programma-instellingen blijven geregistreerd, ook wanneer de hoofdschakelaar is uitgeschakeld. • Een programma kan ook als sneltoets worden opgeslagen in een beginscherm of favoriet. Zo kunt u het programma snel oproepen.
  • Pagina 259 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Selecteer of het programma wordt Registratie van programma is voltooid. toegevoegd aan het beginscherm of de Het kan ook worden geregistreerd als Programmaregistratie favoriet of in het beginscherm om te Selecteer programmanr. om te registreren gebruiken als snelkoppeling. favorieten.
  • Pagina 260 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES EEN PROGRAMMA OPROEPEN Het vooraf ingestelde programma en ID-kopie zijn geregistreerd in het programma. Tik op [Programma oproepen] in het actiescherm. Tik op de toets voor het programma dat u wilt oproepen. U kunt een programmatoets selecteren en op [Registreren in favorieten] of [Registreren in beginscherm] tikken in het actiepaneel om een sneltoets te registreren voor het geselecteerde programma in de favorieten of het beginscherm.
  • Pagina 261 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES EEN PROGRAMMA VERWIJDEREN EN DE NAAM VAN EEN PROGRAMMA WIJZIGEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de kopieerinstellingen in een programma kunt verwijderen en de naam van het programma kunt wijzigen. • Een programma dat al is opgeslagen, kan niet worden verwijderd. •...
  • Pagina 262 Pictogrammen PRINTER Milieuvriendelijke functies Functies voor afdrukken op speciale media HANDIGE PRINTERFUNCTIES PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS ....3-28 AFDRUKKEN IN EEN •...
  • Pagina 263 PRINTER AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN ......3-54 DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN ... . . 3-83 •...
  • Pagina 264 PRINTER►PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT Het apparaat is standaard uitgerust met een meerkleuren-printerfunctie. Er moet een printerdriver worden geïnstalleerd om te kunnen afdrukken vanaf uw computer. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver u moet gebruiken. Windows-omgeving Type printerdriver PCL6...
  • Pagina 265 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit 'WordPad', een standaardapplicatie van Windows. • Het menu dat wordt gebruikt om af te drukken, kan per applicatie variëren. •...
  • Pagina 266 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het formaat van het origineel. • U kunt maximaal zeven door de gebruiker gedefinieerde formaten in het menu vastleggen. U kunt een origineel formaat opslaan door [Extra papier] of een van de opties [Gebruiker1] tot en met [Gebruiker7] in het menu te selecteren en op de toets [OK] te klikken.
  • Pagina 267 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN Het scherm Instellingen van de printerdriver bestaat uit negen tabbladen. Klik op de tab om het bijbehorende tabblad te openen. Voor alle instellingen kunt u het Help-scherm raadplegen. Klik rechtsonder in het scherm op de knop [Help]. (1) Tabs: Klik op om de verschillende tabbladen weer te geven.
  • Pagina 268 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING (6) Afdrukbeeld Een visuele weergave van de gevolgen van de huidige instellingen op het afdrukbeeld. De afwerkinstellingen en de kleurmodus worden met pictogrammen aangeduid. (7) Machineafbeelding Hier ziet u welke opties op het apparaat zijn geïnstalleerd en de papier- en uitvoerladen die worden gebruikt. (8) De knop [Help] Hiermee opent u het Help-venster van de printerdriver.
  • Pagina 269 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING OP ENVELOPPEN AFDRUKKEN U kunt de doorvoerlade gebruiken om op enveloppen af te drukken. • Zie 'GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-91)' voor meer informatie over papier dat in de doorvoerlade kan worden geladen. • Zie 'PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN (pagina 1-100)' voor de procedure voor het laden van papier in de doorvoerlade.
  • Pagina 270 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken. •...
  • Pagina 271 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Voer uw gebruikersinformatie in. (1) Klik op de tab [Taakverwerking]. (2) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie wordt uitgevoerd op gebruikersnaam, selecteert u [Loginnaam] en voert u uw gebruikersnaam in. • Als de authenticatie wordt uitgevoerd op gebruikersnaam en wachtwoord, selecteert u [Loginnaam/Wachtwoord] en voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
  • Pagina 272 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING VEELGEBRUIKTE FUNCTIES INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN De instellingen die bij het afdrukken op de verschillende tabbladen zijn geconfigureerd, kunnen als Favoriet worden opgeslagen. Door veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleurinstellingen onder een speciale naam op te slaan kunt u die eenvoudig opnieuw selecteren wanneer u ze nodig hebt.
  • Pagina 273 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN U kunt met één muisklik uw opgeslagen favorieten (veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleurinstellingen) toepassen op uw afdrukken. Selecteer de printerdriver van het apparaat in het afdrukvenster van de toepassing en klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het eigenschappenvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschap] of [Voorkeursinstellingen]), kan per toepassing verschillen.
  • Pagina 274 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER WIJZIGEN U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen. Instellingen die u hebt gewijzigd in het eigenschappenvenster van de printerdriver wanneer u afdrukt vanuit de applicatie, worden teruggezet naar de standaardinstellingen die hier zijn opgegeven wanneer u de applicatie afsluit. Klik op de knop [Start], selecteer [Instellingen] →...
  • Pagina 275 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardapplicatie van Mac OS X. • Raadpleeg de handleiding software-installatie voor informatie over het installeren van de printerdriver en de configuratie in een Mac OS-omgeving.
  • Pagina 276 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Controleer of de juiste printer is geselecteerd. (2) Selecteer een optie in het menu en configureer de instellingen. (3) Klik op de knop [Druk af]. PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van [Papierinvoer] in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd. •...
  • Pagina 277 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING OP ENVELOPPEN AFDRUKKEN U kunt de doorvoerlade gebruiken om op enveloppen af te drukken. • Zie 'GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-91)' voor meer informatie over papier dat in de doorvoerlade kan worden geladen. • Zie 'PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN (pagina 1-100)' voor de procedure voor het laden van papier in de doorvoerlade.
  • Pagina 278 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 279 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING Voer uw gebruikersinformatie in. (1) Controleer of de printernaam van het apparaat is geselecteerd. (2) Selecteer [Taakverwerking]. (3) Klik op het tabblad [Verificatie]. (4) Voer uw gebruikersinformatie in. • Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via gebruikersnaam/wachtwoord, voert u uw gebruikersnaam in bij 'Gebruikersnaam' en uw wachtwoord (1 tot 32 tekens) bij 'Wachtwoord'.
  • Pagina 280 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES VEELGEBRUIKTE FUNCTIES DE KLEURMODUS SELECTEREN Onderstaande opties zijn beschikbaar voor de 'Kleurfunctie' (een verzameling kleuren die bij het afdrukken wordt gebruikt): Het apparaat bepaalt automatisch of de pagina een kleuren- of zwart/wit-pagina is en drukt de pagina navenant af. Pagina's met andere kleuren dan zwart en wit worden afgedrukt met Automatisch de toners Y (geel), M (magenta), C (cyaan) en Bk (zwart).
  • Pagina 281 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Afbeeldingskwaliteit]. (2) Selecteer 'Kleurfunctie'. 3-20...
  • Pagina 282 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES DE RESOLUTIE SELECTEREN U kunt kiezen uit de volgende twee opties voor 'Printermodus' (resolutie): 600 dpi Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. 600 dpi (hoge kwaliteit) Hogere afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst. Windows (1) Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit].
  • Pagina 283 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdrukopdrachten van pas en is met name handig wanneer u een eenvoudige folder wilt afdrukken. 2-Zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Stand van Afdrukresultaten papier Lange zijde...
  • Pagina 284 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. HET AFDRUKBEELD AANPASSEN AAN HET PAPIER Met deze functie wordt het formaat van het afdrukbeeld automatisch vergroot of verkleind zodat dit overeenkomt met het formaat van het in het apparaat geladen papier.
  • Pagina 285 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het oorspronkelijke formaat bij [Origineel Formaat] (bijvoorbeeld: A5). (3) Selecteer het papierformaat dat u voor het afdrukken wilt gebruiken [Uitvoergrootte] (bijvoorbeeld: A4). Als het opgegeven uitvoerformaat groter is dan het oorspronkelijke formaat, zal de afgedrukte afbeelding worden vergroot. Mac OS (1) Schakel het papierformaat voor het afdrukbeeld in (bijvoorbeeld: A5).
  • Pagina 286 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u het afdrukbeeld verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Het is ook mogelijk alleen de eerste pagina in het oorspronkelijke formaat af te drukken en meerdere verkleinde pagina's op de volgende vellen af te drukken.
  • Pagina 287 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Selecteer de volgorde van de pagina's. (4) Als u randlijnen wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Rand] in zodat een vinkje wordt weergegeven. •...
  • Pagina 288 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES LEGE PAGINA'S OVERSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden de lege pagina's overgeslagen. Het apparaat detecteert lege pagina's en drukt ze niet af. Zo worden geen onnodige lege pagina's afgedrukt en hoeft u voor het afdrukken niet te controleren op lege pagina's.
  • Pagina 289 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS EEN INBINDKOPIE MAKEN (BOEKJE) Met de functie Inbindkopie kunt u afdrukken op de voor- en achterzijde van elk vel, zodat de vellen kunnen worden gevouwen en ingebonden om een folder te maken. Windows (1) Klik op de tab [Lay-out].
  • Pagina 290 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Uitvoer]. (2) Selecteer 'Zijde voor inbinden'. (3) Selecteer [Fra] of [2 pagina's op 1 vel]. 3-29...
  • Pagina 291 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN MET INSTELLING VOOR KANTLIJNVERSCHUIVING (KANTLIJN) Deze functie wordt gebruikt om het afdrukbeeld te verschuiven zodat de kantlijn links, rechts of boven aan het papier wordt vergroot. Als u een afbeelding verschuift, wordt het gedeelte dat buiten het afdrukgebied valt niet afgedrukt. Windows (1) Klik op de tab [Lay-out].
  • Pagina 292 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Uitvoer]. (2) Selecteer 'Zijde voor inbinden'. (3) Selecteer 'Margeverschuiving'. 3-31...
  • Pagina 293 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN GROTE POSTER MAKEN (POSTER AFDRUKKEN) Eén pagina met afdrukgegevens wordt vergroot en afgedrukt op meerdere vellen papier (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen vervolgens worden samengevoegd om een grotere poster te vormen. Voor een nauwkeurige uitlijning van de vellen kunt u er randlijnen op afdrukken of overlapranden maken (overlapfunctie).
  • Pagina 294 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE RICHTING VAN DE AFBEELDING DE AFDRUKPOSITIE OP ONEVEN EN EVEN PAGINA'S AFZONDERLIJK AANPASSEN (AFDRUKPOSITIE) Met deze functie kunt u verschillende afdrukposities (kantlijnen) afzonderlijke instellen voor oneven en even pagina's en de pagina's afdrukken.
  • Pagina 295 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 GRADEN DRAAIEN) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals enveloppen of geperforeerde vellen). ABCD Windows (1) Klik op de tab [Algemeen].
  • Pagina 296 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (DE ZOOMINSTELLING/VERGROTEN OF VERKLEINEN) Met deze functie vergroot of verkleint u de afbeelding met een geselecteerd percentage. Op die manier kunt u een kleine afbeelding vergroten of kantlijnen toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen.
  • Pagina 297 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Pagina-instelling] in het menu [Archief] en voer de verhouding (%) in. (2) Klik op de knop [OK]. 3-36...
  • Pagina 298 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE LIJNDIKTE AANPASSEN (BREEDTE) De lijnbreedten aanpassen in CAD-afbeeldingen Met deze functie wordt de dikte van de gehele lijn aangepast wanneer de afdruklijnen niet duidelijk zijn in CAD of andere speciale applicaties. Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevatten, kunt u zo nodig alle lijnen op de minimale breedte afdrukken. •...
  • Pagina 299 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Dunne lijnen in Excel dikker maken Als de randen in Excel niet juist worden afgedrukt, kunt u de lijnen dikker maken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. •...
  • Pagina 300 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES De dikte van tekst en lijnen aanpassen U kunt tekst en lijnen dikker maken. U kunt randen ook ronder of scherper maken. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen]. (3) Geef de instellingen op. Item Beschrijving Controle Tekst/Regel...
  • Pagina 301 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Geavanceerd2]. (3) Geef de instellingen op. 3-40...
  • Pagina 302 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN SPIEGELBEELD AFDRUKKEN (SPIEGELBEELDOMKERING/VISUELE EFFECTEN) De afbeelding wordt zodanig gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor een stempelafdruk of een ander vergelijkbaar afdrukmedium. Deze functie is in een Windows-omgeving alleen beschikbaar wanneer u de PS-printerdriver gebruikt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail.
  • Pagina 303 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE FUNCTIE VOOR HET AANPASSEN VAN DE KLEURMODUS HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (KLEURBIJSTELLING/RGB-INSTELLING) Met deze functie past u de helderheid en het contrast aan in de afdrukinstellingen wanneer een foto of andere afbeelding wordt afgedrukt. Deze functie voert eenvoudige correcties uit, zelfs wanneer geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd.
  • Pagina 304 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (TEKST NAAR ZWART/VECTOR NAAR ZWART) Als u een kleurenafbeelding in grijstinten afdrukt, worden de tekst en de lijnen in lichte kleuren ook in zwart afgedrukt. Met deze functie kunt u gekleurde tekst en lichte lijnen die bij het afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn, naar voren halen.
  • Pagina 305 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE KLEURINSTELLINGEN AFSTEMMEN OP HET AFBEELDINGSTYPE (GEAVANCEERDE KLEURINSTELLINGEN) De printerdriver is voorzien van diverse standaard kleurinstellingen voor verschillende toepassingen. Zo kunt u afdrukken met de meest geschikte kleurinstellingen voor verschillende typen kleurenafbeeldingen. Geavanceerde kleurinstellingen, zoals de kleurbeheerinstellingen en de filters om de kleurtonen aan te passen, zijn ook beschikbaar voor het afdrukken van kleurenafbeeldingen.
  • Pagina 306 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit]. (2) Kies [Afbeeldingstype]. • Tekst: Als de afdruk voornamelijk uit tekst bestaat • Presentatie: Als de afdruk veel foto's of illustraties bevat • Foto: Als de afdruk foto's of gegevens met foto's bevat •...
  • Pagina 307 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Afbeeldingskwaliteit]. (2) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. Schakel het selectievakje [ColorSync] in zodat het vinkje wordt weergegeven om de kleurbeheerfunctie van Mac OS te gebruiken. In dit geval kunt u 'Afbeeldingstype' niet selecteren. (3) Selecteer [Afbeeldingtype]. U configureert kleurbeheerinstellingen door de gewenste instellingen te selecteren in de menu's.
  • Pagina 308 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (WATERMERK) Deze functie voegt een schaduwachtige tekst toe als watermerk in de achtergrond van de afbeelding. Het formaat en de hoek van het watermerk kunnen worden aangepast. Het watermerk kan worden geselecteerd uit de eerder geregistreerde tekst in de lijst.
  • Pagina 309 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Watermerken]. (2) Klik op het selectievakje [Watermerk] en configureer de watermerkinstellingen. • Configureer de gedetailleerde watermerkinstellingen zoals de selectie van de tekst. • Pas het formaat en de hoek van de tekst aan met de schuifbalk 3-48...
  • Pagina 310 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (AFBEELDINGSSTEMPEL) Met deze functie drukt u een bitmap of JPEG-afbeelding, die op uw pc is opgeslagen, af over de afdrukgegevens. Met deze functie drukt u een veel gebruikte afbeelding of pictogram af dat u zelf hebt gemaakt alsof deze/dit op de afdrukgegevens is gestempeld.
  • Pagina 311 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AANGEPASTE AFBEELDING REGISTREREN Met deze functie worden afbeeldingen geregistreerd die zijn gebruikt als aangepaste afbeeldingen vanaf de printerdriver naar het apparaat. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. Registratie van aangepaste afbeeldingen blokkeren: Selecteer in "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 312 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN VASTE VORM OVER DE AFDRUKGEGEVENS PLAATSEN (OVERLAYS) Met deze functie plaatst u gegevens op een vaste vorm die u hebt voorbereid. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere applicatie dan die van het tekstbestand en deze gegevens te registreren als overlaybestand, kunt u eenvoudig een aantrekkelijk afdrukresultaat bereiken.
  • Pagina 313 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Zodra het afdrukken is gestart, wordt een bevestigingsbericht getoond. Het overlaybestand wordt pas gemaakt nadat u op de knop [Ja] hebt geklikt. • Wanneer u op de knop [Openen] klikt, wordt het bestaande overlaybestand geregistreerd. Afdrukken met een overlaybestand (1) Open het venster met de drivereigenschappen vanuit de toepassing die wordt gebruikt voor het afdrukken met een overlaybestand.
  • Pagina 314 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AANTAL EXEMPLAREN TOEVOEGEN (KOPIEERSTEMPEL) U kunt het aantal exemplaren aan de kop- of voettekst van de afdrukgegevens toevoegen. U kunt tevens het nummer van het exemplaar en de afdrukpositie instellen. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. (1) Klik op de tab [Stempel].
  • Pagina 315 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN BEPAALDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (ANDER PAPIER) In een Windows-omgeving De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document worden op ander papier afgedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken of als u gekleurd papier of een andere type papier voor bepaalde pagina's wilt gebruiken.
  • Pagina 316 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES (3) Selecteer de invoeginstellingen voor het papier. • Selecteer de invoegpositie, papierbron en afdrukwijze in de diverse menu's. • Klik op de toets [Toev.]. Uw instellingen worden weergegeven bij 'Informatie'. • Wanneer u alle gewenste instellingen hebt geselecteerd, klikt u op de toets [Opslaan] bij 'Favorieten' om de instellingen op te slaan.
  • Pagina 317 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES INSTEEKVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen twee transparanten te voegen. Dezelfde inhoud die op de transparant wordt afgedrukt, wordt zo nodig ook op het bijbehorende insteekvel afgedrukt.
  • Pagina 318 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Transparant-insteekvellen] bij 'Functiesets'. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van transparanten. Als [Aan (afgedrukt)] is geselecteerd bij 'Transparant-Insteekvellen', wordt de inhoud die op de transparant wordt afgedrukt ook op het insteekvel afgedrukt. Selecteer papierbron en -type als dat nodig is. Stel het papiertype voor de doorvoerlade in op [Transparant] en plaats een transparant in de doorvoerlade.
  • Pagina 319 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN OPDRACHTEN OF KOPIEËN U kunt scheidingspagina's invoegen tussen opdrachten of tussen een opgegeven aantal kopieën. Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 1 Opdracht 2 Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Scheidingspagina].
  • Pagina 320 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN CARBONAFDRUK AFDRUKKEN (CARBONAFDRUK) Met deze functie drukt u een extra afdruk af van het afdrukbeeld op papier van hetzelfde formaat, maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld Carbonafdruk selecteert terwijl er normaal papier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, wordt er een op een carbonafdruk lijkend exemplaar afgedrukt terwijl u slechts eenmaal een afdrukopdracht hoeft te geven.
  • Pagina 321 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (HOOFDSTUKINVOEGINGEN) Deze functie drukt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier af. Wanneer u een pagina opgeeft (zoals een voorblad van een hoofdstuk) dat op de voorzijde van het papier moet worden afgedrukt, wordt dit afgedrukt op de voorzijde van het volgende vel, ook als deze normaalgesproken op de achterzijde van het papier zou worden afgedrukt.
  • Pagina 322 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES VOORAF INGESTELDE GEGEVENS VOOR OF NA ELKE PAGINA INVOEGEN (INVOEGPAGINA) Met deze functie wordt een vooraf ingesteld gegevensitem op elke pagina ingevoegd tijdens het afdrukken. U kunt eenvoudig documenten maken met gespreide geopende pagina, die bestaat uit tekst op de linkerpagina en aantekenruimte op de rechterpagina.
  • Pagina 323 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DEZELFDE AFBEELDING AFDRUKKEN IN TEGELPATROON (AFDRUK HERHALEN) Met deze functie drukt u dezelfde afbeelding in tegelpatroon af op een blad. Dit is handig voor het maken van naamkaartjes en stickers. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. •...
  • Pagina 324 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PATROONGEGEVENS AFDRUKKEN (VERBORGEN PATROON AFDRUKKEN) Met deze functie kunt u patroongegevens op de achtergrond afdrukken, zoals 'NIET KOPIËREN'. Als papier met patroongegevens wordt gekopieerd, worden de patroongegevens op de achtergrond ook gekopieerd. Hierdoor wordt voorkomen dat informatie via het niet-geautoriseerd kopiëren van documenten wordt gelekt. •...
  • Pagina 325 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • 'Verborgen Patroon' is een functie om niet-geautoriseerd kopiëren te ontmoedigen. Het biedt geen garantie tegen het lekken van informatie. • Tekst wordt onder bepaalde apparaatomstandigheden mogelijk niet volledig verborgen op een uitvoervel met een patroonafdruk. Selecteer bij 'Instellingen (beheerder)' [Beveiligings- instellingen] → [Instelling Verborgen patroon afdrukken] →...
  • Pagina 326 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE OMZETTINGSMETHODE WIJZIGEN EN JPEG-AFBEELDINGEN AFDRUKKEN (GEB.STRPRG.OMJPEGWRTEGEV.) In sommige situaties wordt een document dat een JPEG-afbeelding bevat mogelijk niet goed afgedrukt. Dit kan worden opgelost door de manier te wijzigen waarop de JPEG-afbeelding wordt omgezet. Als u een origineel afdrukt dat JPEG-afbeeldingen bevat, kunt u met deze functie aangeven of de afbeeldingen moeten worden omgezet in de printerdriver of in het apparaat.
  • Pagina 327 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKGEBIED OP HET PAPIER MAXIMALISEREN (AFDRUKGEBIED) Door het afdrukgebied te maximaliseren kunt u op volledig papierformaat afdrukken. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Ook als het afdrukgebied is gemaximaliseerd, kunnen randen worden afgeknipt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen].
  • Pagina 328 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN OP EEN VERHOOGDE RESOLUTIE (VERVAGEN) Resolutie verhogende technieken (RET) worden gebruikt om de omtrekken van afbeeldingen te vervagen. De afbeeldingen worden op een digitaal verhoogde resolutie afgedrukt. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit]. (2) Schakel het selectievakje [Vloeiend maken] in ( wordt weergegeven).
  • Pagina 329 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM EEN GROTE OPDRACHT AF TE DRUKKEN (TANDEMAFDRUK) Als u deze functie wilt gebruiken, zijn twee apparaten vereist die tandemafdrukken kunnen uitvoeren. Er worden twee apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten gebruikt om een grote afdrukopdracht parallel uit te voeren.
  • Pagina 330 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Selecteer [Aan] bij 'Tandemafdruk'. De functie Tandemafdrukken kan alleen worden gebruikt wanneer de printerdriver is geïnstalleerd met behulp van 'Aangepaste installatie', waarbij [Rechtstreekse LPR-afdruk (Adres opgeven/Automatisch zoeken)] is geselecteerd en het selectievakje [Ja] is ingeschakeld voor 'Wilt u de functie Tandemafdruk gebruiken?'.
  • Pagina 331 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (DOCUMENTARCHIVERING) Met deze functie wordt een afdrukopdracht als bestand op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, zodat de opdracht zo nodig kan worden afgedrukt via het aanraakscherm. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt gecombineerd met de bestanden van andere gebruikers.
  • Pagina 332 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt 'Documentarchivering' ingesteld op [Vasthouden na afdr.]. • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt het wachtwoord dat is opgegeven bij 'Documentarchivering' gewist. • U kunt zo nodig voor de gegevensindeling kiezen uit CMYK en RGB voor gegevens die op het apparaat moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 333 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AUTOMATISCH ALLE OPGESLAGEN GEGEVENS AFDRUKKEN Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat, worden alle gearchiveerde (opgeslagen) afdrukopdrachten van de gebruiker die zich aanmeldt automatisch afgedrukt. Nadat alle opdrachten zijn afgedrukt, worden de opgeslagen opdrachten gewist. De volgende stappen zijn vereist om de functie Alles afdrukken te gebruiken: •...
  • Pagina 334 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES GELIJKTIJDIG AFDRUKKEN EN VERZENDEN Met deze functie drukt u gegevens die in een toepassing zijn gemaakt af vanaf het apparaat en verzendt u de gegevens tegelijkertijd naar de adressen die in het apparaat zijn opgeslagen. Met deze functie kunt u met één handeling van de printerdriver twee taken tegelijkertijd uitvoeren, afdrukken en verzenden. •...
  • Pagina 335 * Op de MX-C303/MX-C303W is de directe afdrukuitbreidingskit vereist. • Zelfs als het afdrukresultaat zwart/wit is, worden de volgende typen afdrukopdrachten beschouwd als afdrukopdrachten met vier kleuren (Y (Geel), M (Magenta), C (Cyaan) en Bk (Zwart)). Selecteer de optie voor zwart-wit afdrukken om afdrukopdrachten altijd als zwart-witopdrachten te laten beschouwen.
  • Pagina 336 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Tik op de toets [Selecteer Mapselectie Scannen naar schijf afdrukbestand van FTP] in het Scannen naar Hoofdmap Snelmap extern geheugenapparaat Selecteer afdrukbestand actiescherm. van FTP Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap Tik op de toets van de FTP-server die u wilt gebruiken. Bij het selecteren van de server moet u wellicht een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven.
  • Pagina 337 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EEN BESTAND IN EEN USB-GEHEUGEN RECHTSTREEKS AFDRUKKEN Bestanden in een op het apparaat aangesloten USB-geheugen kunnen worden afgedrukt via het bedieningspaneel van het apparaat zonder gebruik te maken van de printerdriver. Als de printerdriver van het apparaat niet is geïnstalleerd op uw pc, kunt u een bestand kopiëren naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen en dat geheugen aansluiten op het apparaat om het bestand rechtstreeks af te drukken.
  • Pagina 338 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Selecteer de afdrukvoorwaarden. • Als u in stap 3 meerdere bestanden hebt geselecteerd, kunt u alleen het aantal afdrukken selecteren. • Als u bij stap 3 een PS- of PCL-bestand hebt geselecteerd met afdrukvoorwaarden, krijgen de afdrukvoorwaarden van het bestand prioriteit.
  • Pagina 339 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Een bestand afdrukken in een netwerkmap die u hebt geconfigureerd in de apparaatinstellingen. Tik op de toets [Best. ophalen van schijf]. Tik op de toets [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap] in het actiescherm. Tik op de toets [Geregistreerde netwerkmap openen.] in het actiepaneel en tik vervolgens op de netwerkmap die u wilt openen.
  • Pagina 340 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Het pad naar de netwerkmap direct invoeren. Tik op [Directe invoer van mappad] in Directe invoer van Directe invoer van pad mappad stap 3 van 'Een bestand afdrukken in Geregistreerde Padinvoer netwerkmap openen. naar map Refereer naar Mappen een netwerkmap die u hebt op Netwerk geconfigureerd in de...
  • Pagina 341 Afdrukken terwijl het bestand aan het volledige papierformaat is aangepast. Bij gebruik van MX-C304/MX-C304W, of wanneer de directe afdrukuitbreidingskit is geïnstalleerd op de MX-C303/MX-C303W, selecteer dan of een blad moet worden Druk Wat af afgedrukt of het volledige werkboek moet worden afgedrukt bij het afdrukken van een Excel-bestand.
  • Pagina 342 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER FTP AFDRUKKEN U kunt een bestand afdrukken vanaf uw pc door het te slepen naar de FTP-server van het apparaat. FTP-afdrukken uitvoeren: Selecteer in de 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Printer- Instellingen] → [Afdrukinstelling vanaf PC/Mobiele Terminal], stel [FTP afdrukken] in op [Inschakelen] en configureer vervolgens het poortnummer. (Beheerdersrechten zijn vereist.) FTP-afdrukken uitvoeren Typ 'ftp://' en vervolgens het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser van de pc, zoals hieronder...
  • Pagina 343 UIT, AAN *1 Kan worden weggelaten tenzij authenticatie op gebruikersnummer plaatsvindt. *2 Op de MX-C303/MX-C303W is de directe afdrukuitbreidingskit vereist voor DOCX-, XLSX- en PPTX-bestanden. *3 Alleen beschikbaar als "Documentarchivering" of "Snelbestand" de waarde "ON" heeft. Als beide de waarde 'ON' hebben, is deze functie niet beschikbaar.
  • Pagina 344 PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKOPDRACHTEN DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een afdrukopdracht controleren door op het tabblad [Afdrukken] te tikken. Raadpleeg de "Gebruikershandleiding (Bediening aanraakscherm)" als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken.
  • Pagina 345 PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT WANNEER HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, wordt een melding op het aanraakscherm getoond. Afdrukken begint automatisch wanneer papier wordt geladen in het apparaat.
  • Pagina 346 PRINTER►BIJLAGE BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER Raadpleeg de Help van de printerdriver voor informatie over het instellen van de verschillende onderdelen. HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN (pagina 3-6) Functie PCL6 Window Mac OS s PPD Tab (Windows) Item Pagina Kopieën 1 - 9999...
  • Pagina 347 PRINTER►BIJLAGE Functie PCL6 Window Mac OS s PPD Tab (Windows) Item Pagina Dubbelzijdig 3-22 Hoofdstukinvoegingen 3-60 Boekje 3-28 2, 4, 6, 8, 9, 2, 4, 6, 8, 9, 2, 4, 6, 9, 2, 4, 6, 9, Paginanummer 3-25 Herhalen 3-62 Volgorde 3-25 Rand...
  • Pagina 348 PRINTER►BIJLAGE Functie PCL6 Window Mac OS s PPD Tab (Windows) Item Pagina Vector naar zwart 3-43 Tonerbesparingsfunctie Kleurfunctie 3-19 Afbeeldingstype Afbeeldingskwaliteit Geavanceerde kleur 3-44 Kleuraanpassing 3-42 Lettertype Lijnbreedte 3-37 Dikte aanpassen Spiegelbeeld 3-41 PS foutinformatie PS doorvoer Taakcompressie Tandemafdruk 3-68 Blanco Pagina Afdr.
  • Pagina 349 PRINTER►BIJLAGE EEN REKENINGCODE OPGEVEN VIA DE PRINTERDRIVER U kunt een rekeningcode invoeren via de printer van het apparaat. Raadpleeg 'REKENING CODE (pagina 1-63)' voor een overzicht van de functie Rekeningcode. Rekeningcode inschakelen Deze instelling is alleen vereist in Windows. (Altijd ingeschakeld in een Mac OS-omgeving) Klik op de knop [Start], selecteer [Instellingen] →...
  • Pagina 350 PRINTER►BIJLAGE Windows Als het afdrukken start, wordt het scherm Instelling Rekening Code weergegeven. Voer de Main Code en de Sub Code in en klik op de knop [OK]. Om de opgegeven rekeningcode te onthouden stelt u [Deze Rekening Code Altijd Gebruiken] in op •...
  • Pagina 351 PRINTER►BIJLAGE AUTHENTICATIE DOOR EENMALIG AANMELDEN Wanneer de gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord ingeven om vanuit een printerdriver af te drukken. De functie Eenmalig aanmelden kan worden gebruikt wanneer Active Directory-authenticatie wordt gebruikt op zowel het apparaat als de computer. Wanneer u deze functie gebruikt en afdrukt vanuit een printerdriver, wordt de afdruktaak naar het apparaat verstuurd met behulp van de authenticatie-informatie die u hebt gebruikt om zich aan te melden op de computer.
  • Pagina 352 PRINTER►BIJLAGE • Authenticatie door Eenmalig aanmelden is ook mogelijk vanuit het dialoogvenster Opdrachtverwerking en het dialoogvenster Gebruikersauthenticatie. • Wanneer Eenmalig aanmelden is ingeschakeld, kan [Afdrukken en verzenden] niet worden gebruikt. • Als u zich op voorhand hebt aangemeld op het apparaat voordat u Eenmalig aanmelden hebt gebruikt, zult u de toelatingen hebben van de gebruikersaccount die u hebt gebruikt om zich aan te melden.
  • Pagina 353 Pictogrammen Functies die kunnen worden gebruikt in de modus Eenvoudige Fax • DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID VOORDAT U HET APPARAAT ALS GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET FAXAPPARAAT GEBRUIKT DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN ... . . 4-31 •...
  • Pagina 354 • INSTELLINGEN VOORAFGAAND AAN F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN VERZENDING ......4-65 • ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN F-CODECOMMUNICATIE....4-89 NAAR VASTE BESTEMMINGEN •...
  • Pagina 355 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT De faxfunctie kan niet worden gebruikt in MX-C303/MX-C304. VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Als u het apparaat als faxapparaat wilt gebruiken, sluit u het aan op de telefoonlijn en stelt u het type telefoonlijn in.
  • Pagina 356 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Zorg dat de hoofdschakelaar op ' ' staat. Als de Aan-indicator brandt, staat de hoofdschakelaar op ' '. Als de Aan-indicator niet brandt, zet u de hoofdschakelaar in de stand " " en drukt u op de toets [Aan] op het bedieningspaneel. DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-9) ►...
  • Pagina 357 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT • De naam en het adres van de afzender opslaan: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Eigen nummer en naam] → [Registratie zendergegevens]. • Naam Afzender Voer de naam van de afzender in.
  • Pagina 358 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT FAXMODUS U kunt in twee modi faxen: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste faxtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
  • Pagina 359 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT NORMALE MODUS In de Normale modus kunt u alle faxfuncties instellen. Tik hier om het numerieke toetsenbord weer te geven. Voer het faxnummer in. Een adres zoeken. Hiermee opent u het Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Bevat de functies die in de...
  • Pagina 360 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT TOETS [R] Als het apparaat is aangesloten op een bedrijfscentrale, kunt u de optie 'PBX-instelling' inschakelen zodat automatisch verbinding wordt gemaakt met de buitenlijn. Wanneer de PBX-instelling is ingeschakeld, wordt de toets [R] weergegeven in het basisscherm.
  • Pagina 361 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT VOLGORDE VAN FAXVERZENDING In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het verzenden van een fax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 362 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Pas de instellingen aan. Geef het origineelformaat, de belichting, de resolutie, enzovoort op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Normale modus In de Eenvoudige modus Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Origineel...
  • Pagina 363 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT • Het beginscherm instellen wanneer het is geselecteerd vanuit een andere modus Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Standaardweergave-Instellingen]. Bij het opnieuw verzenden via documentarchivering of door opgeslagen programma-instellingen op te roepen die geen adres bevatten, maakt u een selectie uit de volgende 6 soorten beginschermen die verschijnen.
  • Pagina 364 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-7) ► BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMINGSNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN Verzending blokkeren wanneer het faxnummer/adres manueel is ingegeven Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 365 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Een onderbreking tussen de cijfers van het nummer invoeren Voer na het gebruikte nummer een onderbreking in als u vanuit een bedrijfscentrale belt (bijvoorbeeld na een '0') of na de landcode van een internationaal nummer. Tik op de toets [Onderbreking]. Een streepje "-"...
  • Pagina 366 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK U haalt een faxnummer van een bestemming op door op de snelkeuzetoets van die bestemming in het scherm Adresboek te tikken. (Snelkeuzetoetsen gebruiken) Het is ook mogelijk meerdere faxnummers onder een snelkeuzetoets op te slaan. Hierdoor kunt u alle nummer ophalen door op die snelkeuzetoets te tikken.
  • Pagina 367 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de snelkeuzetoets van de Adres contactpersoon of groep die de Sorteren AAA AAA Directe Invoer faxbestemming bevat. BBB BBB • Het aantal bestemmingen in de lijst kan worden beperkt CCC CCC met veelgebruikt, categorieën, indexen en trefwoorden. DDD DDD (In de Normale modus kan het aantal ook met EEE EEE...
  • Pagina 368 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. Ook is het zo nodig mogelijk om een bestemming te verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Alle Bestemm.]. Origineel AAA AAA Adres Details...
  • Pagina 369 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op [Zoeknummer oproepen] in het Adresboek Adres...
  • Pagina 370 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingsmodus is geconfigureerd (webversie), kunt u in het globale adresboek naar de gewenste bestemming zoeken en het faxnummer ophalen wanneer u een faxverzending uitvoert. U kunt een opgehaald adres ook aan het adresboek toevoegen. Adressen van verzending naar FTP/bureaublad kunnen echter niet vanaf het apparaat worden opgeslagen.
  • Pagina 371 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Voer een trefwoord in en tik op de Voer Start Zoeken Initialen in toets [Start Zoeken]. Item Doel Naam Wanneer u op het invoervak voor het trefwoord tikt, wordt het aanraaktoetsenbord weergegeven. Na korte tijd worden de zoekresultaten weergegeven. Voorbeeld- weergave Start...
  • Pagina 372 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de meest recente 50 verzendingen van fax, scannen naar e-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Een van deze kan worden geselecteerd om opnieuw te verzenden naar die bestemming. De bestemmingen van overdracht naar FTP/bureaublad en Scannen naar netwerkmap worden ook weergegeven in het verzendlogboek.
  • Pagina 373 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de faxbestemming Verzendgeschiedenis Verwijder alle histories die u opnieuw wilt kiezen. Selecteer adres om opnieuw te verzenden. AAA AAA 1472580369 De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, BBB BBB 3692580147 worden weergegeven. CCC CCC 2580147369 Directe Invoer...
  • Pagina 374 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN VERZENDEN VIA KETTINGKIEZEN Nummerreeksen die u met cijfertoetsen en/of snelkeuzetoetsen hebt ingevoerd, kunnen met elkaar verbonden worden door onderbrekingen en kunnen als één nummer worden gekozen. Als u een internationaal nummer kiest, tikt u bijvoorbeeld op de toets [Onderbreking] tussen het identificatienummer van een internationale telefoonmaatschappij (bijvoorbeeld "001") en de landcode (bijvoorbeeld "81"...
  • Pagina 375 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-7) ► BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN METHODEN VOOR HET VERZENDEN VAN FAXEN Hieronder worden de methoden beschreven die kunnen worden gebruikt voor het verzenden van een fax vanaf het apparaat.
  • Pagina 376 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN In de volgende situaties zal de verzending automatisch worden gereserveerd (geheugenverzending) • Als de lijn bezet is of er een communicatiefout optreedt en automatisch opnieuw verzenden wordt geactiveerd. ► ALS ZICH EEN COMMUNICATIEFOUT VOORDOET (pagina 4-27) • De lijn van het apparaat zal bezet zijn als een andere fax wordt verzonden of ontvangen, of als het apparaat bezet is. •...
  • Pagina 377 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN STAND VAN ORIGINELEN Als een origineel van A5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") in wordt geplaatst, wordt het beeld automatisch 90 graden gedraaid en in verticale stand verzonden (Gedraaid verzenden). Verzenden Wanneer een origineel Gedraaid naar verticale Beeld wordt in verticale in horizontale stand stand stand verzonden.
  • Pagina 378 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN AUTOMATISCHE REDUCTIE VAN HET VERZONDEN BEELD Als het verzonden beeld breder is dan het papier in het ontvangende apparaat, zal het beeld automatisch verkleind worden zodat het op het papier van het ontvangende apparaat past. De instelling Verzenden Automatische Reductie annuleren: selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] →...
  • Pagina 379 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN ALS DE LIJN BEZET IS Als de lijn bezet is wanneer u een fax verzendt, zal er na een standaardinterval automatisch opnieuw een poging tot verzenden plaatsvinden. Dit werkt alleen bij de functie Geheugenverzending. Bij de functie Direct verzenden of Handmatig verzenden wordt de verzending geannuleerd.
  • Pagina 380 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN FAXBESTEMMING BEVESTIGINGSMODUS In deze modus wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een fax wordt verzonden om te voorkomen dat de fax abusievelijk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Dit stelt u in de instellingsmodus in. Als een fax wordt verzonden terwijl deze functie is ingeschakeld, wordt een adresbevestigingsbericht weergegeven wanneer op de toets [Start] wordt getikt.
  • Pagina 381 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Een bestemming die met de cijfertoetsen is opgegeven Met "Faxbestemmingbevestigingsmodus" ingeschakeld, en "Opnieuw invoeren vragen wanneer de faxbestemming direct wordt ingevoerd" ingeschakeld Tik op de toets [Start] om het bevestigingsbericht weer te geven. Tik op de toets [OK], voer de bestemming opnieuw in via de cijfertoetsen en tik vervolgens op de toets [Adres invoeren]. Als de opnieuw ingevoerde bestemming juist is, zal het scannen beginnen.
  • Pagina 382 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN METHODEN VOOR HET VERZENDEN VAN FAXEN HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID VOOR VERZENDING Het opslaan van gescande originelen in het geheugen van het apparaat voordat u ze gaat verzenden wordt 'Geheugen TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen van originelen via de automatische documentinvoereenheid uitgelegd en het verzenden van gegevens via de functie geheugenverzending.
  • Pagina 383 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN • Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het voorbeeld van een afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt. Zie 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 4-29)' voor meer informatie. • Als alle originelen zijn gescand, worden het bericht 'Opdracht opgeslagen' en het nummer voor de opdrachtregeling weergegeven.
  • Pagina 384 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Voer het faxnummer van de Adresboek Zoeken in alg. adressen Adres Faxnummer bestemming in en tik in het Belichting Verzendgeschiedenis Auto Zoeknummer oproepen Resolutie actiepaneel op [Direct TX]. Extra Fijn Direct TX Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst.
  • Pagina 385 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN Het opslaan van gescande originelen in het geheugen van het apparaat voordat u ze gaat verzenden wordt 'Geheugen TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen van originelen via de glasplaat uitgelegd en het verzenden van gegevens via de functie geheugenverzending.
  • Pagina 386 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Lezen Klaar]. Origineel Plaats volgend origineel. (Pg1) Adres Faxnummer Details Druk op [Start]. Er wordt een pieptoon afgegeven. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Geschiedenis Directe Invoer Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel.
  • Pagina 387 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Het verzenden van gescande originelen zonder de originelen op te slaan in het geheugen van het apparaat wordt 'Direct TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen en direct verzenden van originelen via de glasplaat uitgelegd. Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurt met de functie Directe verzending, kan er maar één pagina worden verzonden.
  • Pagina 388 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Geef het faxnummer van de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-12 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een verzendlogboek gebruiken om opnieuw te verzenden ►pagina 4-20 •...
  • Pagina 389 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER Als u de luidspreker gebruikt om te bellen, wordt de fax verzonden nadat het nummer is gebeld en verbinding is gemaakt. • Als iemand antwoordt, zult u zijn of haar stem horen maar zult u zelf niet kunnen spreken. •...
  • Pagina 390 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DEZELFDE FAX NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) U kunt dezelfde fax naar meerdere bestemmingen versturen, bijvoorbeeld als u een verslag verzendt naar filialen in verschillende regio's. Deze functie wordt "Distributieverzending" genoemd. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.) Verzenden Originelen...
  • Pagina 391 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN • Distributie blokkeren Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardinstell.] → [Faxdistributie uitschakelen]. • Bezig met het verzenden van hetzelfde beeld wat in faxmodus verzonden is Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardinstell.] →...
  • Pagina 392 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Een opgegeven bestemming annuleren: Selecteer het adres dat u wilt annuleren in de lijst en tik op de toets [Wissen]. Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Pagina 393 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Nadat u op de toets van de voltooide Details van geselect. Afdrukken Scannen Faxen Internetfax taak controleren distributieverzending hebt getikt, tikt u Druk verzendbeeld Taak Adres Tijd Inst. Pagina Status activiteiten rapport af 10:50 07/07 0001 op de toets [Details van geselect. taak 0001/0005 OK Vorige Distribueren...
  • Pagina 394 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN EEN FAX RECHTSTREEKS VANAF EEN COMPUTER VERZENDEN (PC-fax) Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-Fax-functie). Verzending van faxen via de functie PC-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie.
  • Pagina 395 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANNEN VAN DE ORIGINELEN INSTELLEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-zijdig orig.) Als u originelen met een ander formaat dan het formaat van het origineel hebt geplaatst dat is gespecificeerd in "Stand. originele afmetingsins.", specificeer het formaat van het origineel dan manueel. Verzenden 2-zijdig origineel Twee pagina's worden als één pagina verzonden (N-Up)
  • Pagina 396 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als het origineelformaat niet-standaard is (inchformaat of niet-standaardformaat) of als het is niet juist is gedetecteerd, geeft u het origineelformaat handmatig op. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. Het beeld wordt alleen in Mono2 verzonden.
  • Pagina 397 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN As u een origineel met een niet-standaardformaat scant, zoals een briefkaart, geeft u het formaat van het origineel middels getalswaarden op nadat u het origineel hebt geplaatst. De breedte kan 25 mm t/m 356 mm (1" t/m 14") zijn en de hoogte kan 25 mm t/m 216 mm (1"...
  • Pagina 398 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, wijzigt en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • U kunt maximaal 12 niet-standaard origineelformaten registreren voor kopiëren, faxen en het verzenden van afbeeldingen. •...
  • Pagina 399 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op een toets ( ) om een N-Up Adresboek Adres Faxnummer Meer pag. op een pag. plaatsen extra origineelformaat op te slaan. Langzamer Scan Mode. Scanformaat Dun origineel scannen Opslaan/Verwijderen Select. formaattoets om aangep. orig. Tik op een toets die geen formaat aangeeft. formaat op te slaan/te verwijderen.
  • Pagina 400 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op de toets [Origineel]. Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat].
  • Pagina 401 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind.
  • Pagina 402 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Afdrukstand] met N-Up Adresboek Adres Faxnummer Meer pag. op een pag. plaatsen dezelfde afdrukstand als het origineel. Langzamer Scan Mode. Origineel Dun origineel scannen Als deze instelling niet juist is, wordt er mogelijk geen Scanformaat Verzendformaat 100%...
  • Pagina 403 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE BELICHTING WIJZIGEN De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel. Bij gebruik van de automatische documentinvoereenheid kan de instelling van de belichting niet meer worden gewijzigd als het scannen eenmaal is begonnen. (Als echter 'Opdr. samenst.' of 'Voorbeeldinstelling' bij 'Overige' wordt gebruikt, kan de belichting telkens wanneer u een nieuwe set originelen plaatst, worden gewijzigd.) Het standaardcontrast instellen Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 404 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto, het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding. Resolutie-instellingen Resolutie Suggestie Standaard Selecteer deze instelling wanneer uw originelen bestaan uit teksten in normaal formaat (zoals de tekst in deze gebruiksaanwijzing).
  • Pagina 405 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Resolutie]. Tik op de toets voor de gewenste Origineel resolutie. Als het origineel een foto is of kleurschakeringen bevat Standaard Fijn Extra Fijn Ultrafijn (zoals een kleurenorigineel) en u een scherper beeld wilt produceren dan kan worden verkregen met alleen [Fijn], [Extra Fijn] of [Ultrafijn], stelt u het selectievakje [Halftoon] in Halftoon...
  • Pagina 406 FAX►FAXEN ONTVANGEN FAXEN ONTVANGEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) ► FAXEN ONTVANGEN EEN FAX AUTOMATISCH ONTVANGEN Als de ontvangstfunctie is ingesteld op 'Automatische Ontvangst', zal het apparaat automatisch faxen ontvangen en afdrukken.
  • Pagina 407 FAX►FAXEN ONTVANGEN De faxen worden automatisch afgedrukt. Als het afdrukken is voltooid, stopt de data-indicator met knipperen. Als het scherm voor het invoeren van de PIN Code wordt weergegeven: Er is een PIN Code geregistreerd die nodig is om de ontvangen faxgegevens te kunnen afdrukken. Als de juiste PIN Code wordt ingevoerd, wordt de ontvangen fax afgedrukt.
  • Pagina 408 FAX►FAXEN ONTVANGEN EEN FAX HANDMATIG ONTVANGEN U kunt een fax handmatig ontvangen via het aanraakscherm. • Als u de telefoon opneemt door te tikken op de toets [Luidspreker], kunt u de stem van de beller horen maar kunt u zelf niets zeggen.
  • Pagina 409 FAX►FAXEN ONTVANGEN Ontvangstinstellingen Stel in hoe het toestel werkt wanneer faxen worden ontvangen. Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] → [Ontvangstinstellingen]. Aantal oproepen in automatische ontvangst Deze instelling wordt gebruikt om het aantal oproepen te selecteren waarna het apparaat automatisch een oproep ontvangt en begint met faxontvangst in de automatische ontvangstmodus.
  • Pagina 410 FAX►FAXEN ONTVANGEN Telefoonnummer voor doorsturen gegevens instellen Wanneer het apparaat een ontvangen fax niet kan afdrukken, bijvoorbeeld als gevolg van een storing, kan de fax worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Deze instelling wordt gebruikt om het faxnummer van het ontvangende faxapparaat te programmeren.
  • Pagina 411 FAX►FAXEN ONTVANGEN Instelling aantal toestaan/weigeren Gebruik deze instelling om aan te geven of ontvangst vanaf een opgeslagen nummer moet worden toegestaan of geweigerd. Item Instellingen Geweigerd Weiger ontvangst vanaf het opgeslagen nummer. Ontvangst Toestaan Sta ontvangst vanaf het opgeslagen nummer toe. Zelfs wanneer nummers zijn opgeslagen, de nummers negeren en ontvangst van alle Alle Ongeldig nummers toestaan.
  • Pagina 412 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS AFDRUKKEN EEN FAX AFDRUKKEN DIE MET EEN PIN CODE IS BEVEILIGD (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) Schakel deze instelling in als u faxen in het geheugen wilt ontvangen en opslaan zonder deze af te drukken. Als u de faxen wilt afdrukken, moet de PIN Code worden ingevoerd.
  • Pagina 413 FAX►FAXEN ONTVANGEN • Het scherm met de ontvangen gegevens weergeven nadat u de PIN Code hebt ingevoerd: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens]. •...
  • Pagina 414 FAX►FAXEN ONTVANGEN HET BEELD VÓÓR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Controleer het beeld van ontvangen gegevens op het aanraakscherm voordat u deze afdrukt. Deze functie kan worden gebruikt als 'Instellingen (beheerder)' - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld.* * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 415 FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets van de ontvangen Afdrukken Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. gegevens die u wilt controleren en tik Afbeelding controleren Doorsturen naar vervolgens op [Afbeelding ander adres Verwijderen controleren] in het actiepaneel. Bestand Gegevens in map opslaan Geeft de afbeelding van de ontvangen gegevens weer.
  • Pagina 416 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (FAXGEGEVENS DOORSTUREN) Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat het papier of de inkt op is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een ander, eerder opgeslagen faxapparaat. U kunt een ontvanger opslaan door [Telefoonnummer voor doorsturen gegevens instellen (pagina 4-58)] in de Instellingsmodus te selecteren.
  • Pagina 417 FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets [Uitvoeren] in [Ontvangen gegevens doorsturen] om het doorsturen te starten. Als het scherm voor het invoeren van de PIN Code wordt weergegeven, is de functie 'Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens' ingeschakeld. Voer de PIN Code in met de cijfertoetsen om het doorsturen te starten. ►...
  • Pagina 418 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN NAAR VASTE BESTEMMINGEN (INSTELLINGEN INKOMENDE ROUTING) U kunt ontvangen faxen automatisch naar een faxadres, Internetfaxadres, e-mailadres, bestandserveradres, desktopadres of netwerkmapadres doorsturen. Ontvangen gegevens kunnen naar de opgegeven bestemmingen worden doorgestuurd zonder te worden afgedrukt. Het apparaat Doorsturen Ontvangen gegevens Configureer de doorstuurinstellingen voor ontvangen faxberichten in de Instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 419 FAX►FAXEN ONTVANGEN Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te slaan, te bewerken of te wissen en dat ze niet kunnen opgeven welke tabel wordt gebruikt. Stel hiertoe de selectievakjes voor de volgende items in op •...
  • Pagina 420 FAX►FAXEN ONTVANGEN Als u afzenders selecteert in de lijst 'Instelling Verzendadres', kunt u de toets [Shift] of de toets [Ctrl] op het toetsenbord gebruiken om meerdere afzenders te selecteren. Selecteer de doorstuurvoorwaarden. • Als u de ontvangen gegevens altijd wilt doorsturen, selecteert u [Altijd doorsturen]. •...
  • Pagina 421 FAX►FAXEN ONTVANGEN Klik op [Instellingen inkomende routing] bij [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] in de 'Instellingen (webversie)'. Selecteer [Stuur door naar alle doorstuurbestemmingen] of [Doorsturen op basis van Doorstuurvoorwaarde] in de doorstuurtabel. Selecteer [Altijd doorsturen] of [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] in de doorstuurtabel.
  • Pagina 422 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN FAXEN OPSLAAN OP DE HARDE SCHIJF VAN HET APPARAAT (INKOMENDE ROUTING) Ontvangen faxen kunnen op de harde schijf van het apparaat worden opgeslagen. Ontvangen faxen kunnen worden weergegeven op de computer. Stel PDF, TIFF (multi) of TIFF (signaal) in voor de opgeslagen Internetfaxen. U kunt ook via e-mail een melding ontvangen van het opslagresultaat of de opslagmap.
  • Pagina 423 FAX►FAXEN ONTVANGEN Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de harde schijf Klik bij 'Instellingen (beheerder)' op [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] → [Instellingen Inbound Routing (opslaan)] (beheerdersrechten vereist). • De gegevens die kunnen worden opgeslagen zijn ontvangen faxen en ontvangen internetfaxen. Faxen die zijn ontvangen via vertrouwelijke ontvangst en navraagontvangst kunnen niet worden opgeslagen.
  • Pagina 424 FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets van de ontvangen Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. Afdrukken gegevens die u wilt doorsturen en tik Afbeelding controleren Doorsturen naar ander adres vervolgens op [Doorsturen naar ander Verwijderen adres]. Bestand Gegevens in map opslaan •...
  • Pagina 425 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS OPSLAAN U kunt ontvangen faxen opslaan in de map voor documentarchivering. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder). * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 426 FAX►OVERIGE FUNCTIES OVERIGE FUNCTIES In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-7) ► De volgende functionaliteit is dezelfde als scannerfunctionaliteit. Voor meer gedetailleerde informatie, zie de uitleg in het hoofdstuk scanner/internet fax. N-Up afdukken: 'TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (N-Up) (pagina 5-73)'...
  • Pagina 427 FAX►OVERIGE FUNCTIES FAXHANDELINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen. Stel dat u eens per maand documenten met hetzelfde A4-formaat (8-1/2" x 11") naar alle filialen in diverse regio's wilt versturen.
  • Pagina 428 FAX►OVERIGE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel op basis van de opgeslagen functie in het programma in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Tik op [Programma oproepen] in het actiescherm. Tik op de gewenste programmatoets.
  • Pagina 429 FAX►OVERIGE FUNCTIES VERZENDEN EN ONTVANGEN VAN FAXEN OP AFSTAND BEDIENEN EEN FAXMACHINE AANROEPEN EN ONTVANGST INITIALISEREN (NAVRAGEN) Wanneer u verbinding maakt met een ander apparaat en een document van dit apparaat ontvangt, wordt dit 'Navragen' genoemd. De documentontvangst van een ander apparaat wordt "Navraagontvangst" genoemd. U kunt de nummers van meerdere bestemmingen invoeren.
  • Pagina 430 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-12 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 431 FAX►OVERIGE FUNCTIES NAVRAAG-ONTVANGST HANDMATIG INITIALISEREN Gebruik handmatige navraagontvangst wanneer u navraag moet starten nadat u een opgenomen bericht hebt beluisterd, bijvoorbeeld in het geval van een faxinformatieservice. • Zorg ervoor dat er geen origineel in het apparaat is geplaatst wanneer u de functie Navraagontvangst gebruikt. •...
  • Pagina 432 FAX►OVERIGE FUNCTIES FUNCTIES DIE BETREKKING HEBBEN OP DE AFZENDER AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (EIGEN FAXADRES VERZ.) Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer afzender of naam bestemming, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd boven aan elke faxpagina die u verzendt. Buiten het scangebied Laden (fabrieksinstellingen)
  • Pagina 433 FAX►OVERIGE FUNCTIES • De datum en tijd instellen: Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Klokaanpassing]. • De naam van een afzender en het faxnummer van een afzender opslaan: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] →...
  • Pagina 434 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-12 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 435 FAX►OVERIGE FUNCTIES DE AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (TRANSMISSIERAPPORT) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een verzending mislukt of wanneer een distributieverzending wordt uitgevoerd. Het transactierapport bevat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam van bestemming, vereiste tijd, aantal pagina's, resultaat, enzovoort).
  • Pagina 436 FAX►OVERIGE FUNCTIES De instelling Transmissierapport annuleren: Tik op de toets [Niet afdrukken]. • De afdrukvoorwaarden voor een transmissierapport zijn als volgt: •'Altijd Afdrukken': of een verzending nu slaagt of mislukt, er wordt altijd een transmissierapport afgedrukt. •'Afdrukken bij fouten': wanneer een verzending mislukt, wordt er een transmissierapport afgedrukt. •'Niet afdrukken': geen transmissierapport afdrukken.
  • Pagina 437 FAX►OVERIGE FUNCTIES NAVRAAGGEHEUGENFUNCTIES EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDER APPARAAT NAVRAAG DOET BIJ UW APPARAAT (NAVRAAGGEHEUGEN) Het verzenden van een document dat naar het geheugen is gescand terwijl een ander apparaat navraag doet bij uw apparaat, wordt 'Navraaggeheugen' genoemd. Voorafgaand aan de navraag moet het document dat naar het andere apparaat zal worden gefaxt, in een navraaggeheugenvak worden gescand.
  • Pagina 438 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DOCUMENT IN EEN NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN Volg deze stappen om een document in het geheugenvak voor navraagverzending (Openbaar Vak) te scannen. Als er nog een ander document in het geheugenvak (Openbaar Vak) staat, wordt het pas gescande document toegevoegd aan het al eerder opgeslagen document.
  • Pagina 439 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Eenm.] of [Onbeperkt] om het aantal herhalingen op te geven. Om de verzending van een origineel te herhalen, tikt u op de toets [Onbeperkt]. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op en op Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.
  • Pagina 440 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DOCUMENT UIT HET OPENBAAR VAK VERWIJDEREN Verwijder een document uit het geheugenvak (Openbaar vak) wanneer u dit niet meer nodig hebt. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak]. Tik op het tabblad [Navraaggeheugen]. Tik op de toets [Openbaar Vak] in de mappenlijst. Tik op [Vak leegmaken] in het actiescherm.
  • Pagina 441 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-7) ► F-CODECOMMUNICATIE F-CODECOMMUNICATIE Via deze functie kan het apparaat communiceren met andere apparaten die ook ondersteuning bieden voor F-code. Hiermee is uitwisseling van vertrouwelijke documenten (vertrouwelijke communicatie), terughalen (navraag) en distributie (navraaggeheugen) van informatie, en distributie van informatie naar meerdere bestemmingen (relaydistributieverzending) mogelijk met andere apparaten die F-codecommunicatie ondersteunen.
  • Pagina 442 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN De werking van F-codes Een fax die met een F-code wordt verzonden, wordt ontvangen in het geheugenvak van F-codecommunicatie op het ontvangende apparaat dat is opgegeven door middel van de F-code (subadres en wachtwoord). Als de F-code die verzonden is door het verzendende apparaat niet overeenkomt met de F-code op de ontvangende apparaat, vindt er geen ontvangst plaats.
  • Pagina 443 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODE BELLEN Wanneer u een F-codehandeling uitvoert, wordt de F-code (subadres en wachtwoord) toegevoegd aan het faxnummer dat wordt gekozen. Controleer de F-code (subadres en wachtwoord) die in het geheugenvak op het andere apparaat is opgeslagen voordat u een F-codeverzending verricht. Het is handig om een F-code (subadres en wachtwoord) samen met het faxnummer onder een snelkeuzetoets of groepstoets op te slaan.
  • Pagina 444 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODES GEBRUIKEN VOOR VERTROUWELIJKE VERZENDING Verzend een fax naar het faxnummer van een bestemming nadat u de F-code (subadres en wachtwoord) hebt toegevoegd. Gebruik zo nodig Vertrouwelijke verzending met F-code in combinatie met distributieverzending of timerverzending. Het kan handig zijn om deze functie in een programma op te slaan.
  • Pagina 445 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN FAX MET VERTROUWELIJKE F-CODEONTVANGST CONTROLEREN Wanneer een vertrouwelijke fax met F-code wordt ontvangen, wordt de fax opgeslagen in het geheugenvak dat door de F-code is opgegeven. Als u ontvangen faxen wilt controleren, voert u het PIN Code in. •...
  • Pagina 446 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets van de ontvangen Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. Afdrukken gegevens die u wilt controleren en tik Afbeelding controleren Afz. Ontvangen gegevens Status Doorsturen naar 10:45 07/07 Niet gecontr. vervolgens op [Afbeelding controleren] ander adres Verwijderen in het actiepaneel.
  • Pagina 447 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets [Overige] en op de toets [Navragen]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [Vorige]. De instelling Navraag annuleren: Tik op de toets [Navragen] om het vinkje te verwijderen. Geef de bestemming op.
  • Pagina 448 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN DOCUMENT IN EEN GEHEUGENVAK SCANNEN VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Wanneer het apparaat van een ander apparaat een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw apparaat naar het andere apparaat een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). Het andere apparaat moet de F-code (subadres en wachtwoord) die op uw apparaat is geconfigureerd correct opgeven.
  • Pagina 449 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak]. Tik op het tabblad [Navraaggeheugen]. Aantal herhalingen Vertrouwelijk Navraaggeheugen wijzigen Mapnaam Aantal Openbaar Vak Eenm. Start Vorige Geheugen faxontvangst 100% Tik op de map van het navraaggeheugenvak met F-code. Tik op de toets [Aantal herhalingen wijzigen] in het actiepaneel en stel het aantal navraagpogingen in.
  • Pagina 450 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN DOCUMENT IN NAVRAAGGEHEUGENVAK MET F-CODE CONTROLEREN U kunt het in het navraaggeheugenvak met F-code opgeslagen document controleren. Een document in een geheugenvak kan niet worden afgedrukt terwijl het wordt verzonden. Bij de fabrieksinstelling wordt het document dat naar het andere apparaat is verzonden, automatisch verwijderd. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak].
  • Pagina 451 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN DOCUMENT VERWIJDEREN DAT OPGESLAGEN IS VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Verwijder het in een geheugennavraagvak met F-code opgeslagen document om een nieuw document te kunnen opslaan. Tijdens de communicatie kan er geen origineel uit het geheugenvak worden verwijderd. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak].
  • Pagina 452 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN RELAYVERZOEKVERZENDING MET F-CODES Bij deze functie wordt een fax naar een geheugenvak voor relaydistributieverzending met F-code op een ander apparaat verzonden, waarna dat apparaat de fax naar meerdere ontvangende apparaten distribueert. Wanneer er een grote afstand is tussen uw apparaat en de ontvangende apparaten, kunt u de fax verzenden naar een relayapparaat dat zich dichterbij de ontvangende apparaten bevindt om zo de telefoonkosten terug te dringen.
  • Pagina 453 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Geef de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen►pagina 4-12 •...
  • Pagina 454 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN RELAYDISTRIBUTIEVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw apparaat een relayverzoekverzending ontvangt, wordt de fax ontvangen en opgeslagen in een geheugenvak voor relaydistributie met F-code op uw apparaat. Uw apparaat stuurt de fax vervolgens door naar alle doelapparaten die in het geheugenvak zijn geprogrammeerd. Verzending naar de doelapparaten vindt automatisch plaats.
  • Pagina 455 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-Codegeheugenvak Ga naar “Instellingen (beheerder)” - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] → [F-Codegeheugenvak]. Opslag van een geheugenvak Wanneer u op de toets [Nieuw Toev] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven. U kunt maximaal 100 F-Codegeheugenvakken voor alle functies opslaan (navraaggeheugen, vertrouwelijk en relaydistributie). Een geheugenvak bewerken en verwijderen Wanneer u een geheugenvak in de lijst selecteert, wordt het scherm voor bewerking voor het vak weergegeven.
  • Pagina 456 FAX►EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON AANSLUITEN EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN U kunt een extra telefoon op het apparaat aansluiten. De telefoon kan worden gebruikt voor telefoongesprekken en om faxontvangst op het apparaat te starten. Sluit de extra telefoon aan zoals hieronder wordt aangegeven.
  • Pagina 457 FAX►EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN FAX ONTVANGEN NADAT U DE EXTRA TELEFOON HEBT OPGENOMEN (EXTERNE ONTVANGST) Volg de onderstaande stappen als u een faxontvangst wil starten nadat u de telefoon hebt opgenomen en via de extra telefoon een gesprek hebt gevoerd. Druk op de extra telefoon op de knoppen [5], [*] en [*].
  • Pagina 458 FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN FAXOPDRACHTEN Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. Tik op de faxopdrachtstatus, tik op de functieweergave en selecteer de fax. Raadpleeg de "Gebruikershandleiding (Bediening aanraakscherm)" als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken.
  • Pagina 459 FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN Herhaalopdrachten Een herhaalopdracht staat onder aan de opdrachtwachtrij. Verzending van de herhaalopdracht begint op basis van de instelling voor [Opnieuw oproepen indien bezet] in de instellingsmodus. Als de verzending is voltooid, wordt de herhaalopdracht naar de lijst met voltooide opdrachten verplaatst en verandert de status in 'Verzenden OK'.
  • Pagina 460 FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN Voorbeelden van berichten die in de statuskolom worden afgedrukt Afdrukpagina Beschrijving De transactie is normaal verlopen. De communicatie vond plaats in de modus G3. De communicatie vond plaats in de modus G3 ECM. De communicatie vond plaats in de modus Super G3. Doorsturen De ontvangen gegevens zijn doorgestuurd.
  • Pagina 461 Pictogrammen SCANNER/ Functies die kunnen worden INTERNETFAX gebruikt in de modus Eenvoudige Scan • ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD VOORDAT U HET APPARAAT ALS NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT NETWERKSCANNER GEBRUIKT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN ..5-34 •...
  • Pagina 462 SCANNER/INTERNETFAX ANDERE FUNCTIES SCHEVE PDF-SCANGEGEVENS AUTOMATISCH CORRIGEREN (AANPASSING SCHEVE PDF) . . . 5-115 SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) ..5-70 • AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen I-Faxadr. Verz.) ..5-115 ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN .
  • Pagina 463 SCANNER/INTERNETFAX DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING ..5-140 VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN ..5-141 SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN ..5-142 METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING.
  • Pagina 464 Het apparaat ondersteunt Direct SMTP, waarmee u rechtstreeks Internetfaxen binnen uw bedrijf kunt versturen zonder een mailserver te gebruiken. • U kunt de functie Internetfax alleen gebruiken als de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. • De internetfaxfunctie kan niet worden gebruikt in MX-C303/MX-C304. 'EEN FAX VERZENDEN IN DE INTERNETFAXMODUS (pagina 5-37)' voor de bedieningsprocedure.
  • Pagina 465 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Gegevensinvoermodus Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een directory op een FTP-server of een toepassing op een pc. De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
  • Pagina 466 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT • De naam en het e-mailadres van de afzender opslaan die moeten worden gebruikt als geen afzender wordt geselecteerd: In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Standaard Antwoordadresset]. •...
  • Pagina 467 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP Als u uw computer als scanbestemming voor Scannen naar desktop in het apparaat wilt opslaan, moet de Network Scanner Tool worden geïnstalleerd. Als u een afbeelding naar uw computer wilt scannen, moet Network Scanner Tool op uw computer worden uitgevoerd. Raadpleeg het 'Sharpdesk-installatiehandboek' dat met de Network Scanner Tool is meegeleverd.
  • Pagina 468 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT DE NETWERKSCANNERMODUS De netwerkscannermodus heeft twee modi: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste verzendtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
  • Pagina 469 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT • Een functie kiezen in de eenvoudige modus Bij 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Bedienings- Instellingen] → [Modus Eenvoudige Instellingen] → [Eenvoudige Scan]. • Een waarschuwingsbericht annuleren dat wordt getoond wanneer van eenvoudige modus naar normale modus wordt geschakeld Selecteer in "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 470 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOLGORDE VAN BEELDVERZENDING Tik in het beginscherm op het pictogram voor de gewenste modus voor het verzenden van afbeeldingen. SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) ► Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
  • Pagina 471 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Selecteer de gewenste functies. Geef het formaat, de belichting, de bestandsindeling en overige instellingen voor het origineel op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel Adresboek Adres...
  • Pagina 472 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Als het papier vastloopt in de automatische documentinvoereenheid U kunt 2 patronen instellen. Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Voorwaarde-Instellingen] → [Snel On-Line Verzenden]. • Indien ingeschakeld Wanneer een origineel vastloopt, stopt het scannen, en worden de gescande gegevens tot dat punt verzonden.
  • Pagina 473 *2 Op de MX-C303/MX-C303W is de OCR-uitbreidingskit vereist. *3 Wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd, is de indeling [TIFF]. *4 Op de MX-C303/MX-C303W is de uitgebreide compressiekit vereist. Wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd, is de indeling [PDF]. *5 Getoond wanneer MX-C303/MX-C303W wordt gebruikt en een uitbreidingskit voor scannerfunctie is geïnstalleerd, en een OCR-uitbreidingskit niet is geïnstalleerd.
  • Pagina 474 Elk willekeurig aantal kan worden opgegeven als het aantal pagina's per bestand. Deze instelling kan worden gebruikt als [Opgegeven pagina's per bestand] is ingeschakeld. * Op de MX-C303/MX-C303W is de OCR-uitbreidingskit vereist. Als [JPEG] is geselecteerd als bestandstype, kan de functie [Opgegeven pagina's per bestand] niet worden geselecteerd.
  • Pagina 475 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT ORIGINEELFORMAAT VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Via de automatische 105 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 216 mm (hoogte) x 500 mm* (breedte) documentinvoereenheid (4-1/4"...
  • Pagina 476 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK Tik in het adresboekscherm op de snelkeuzetoets van een geregistreerde bestemming om de bestemming op te halen. U kunt zo nodig meerdere bestemmingen opslaan onder een snelkeuzetoets. Wanneer u op deze toets tikt, worden alle opgeslagen bestemmingen opgehaald.
  • Pagina 477 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets [Adresboek]. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel Druk in om adres in te Verzendgeschiedenis Adresboek Adres Adres E-mailadres Details voeren Oproepen met Onderwerp zoeknummer Globaal Scan naar Programmaregistratie Adresboek Verzendgeschiedenis Bestandsnaam Door systeeminstellingen vastgezet Adres Zoeken HDD/USB...
  • Pagina 478 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN MIJN ADRES Mijn Adres is het eigen e-mailadres van de gebruiker en is het e-mailadres dat is geregistreerd in de gebruikerslijst. Mijn Adres kan worden gebruikt als inloggen met inlognaam/wachtwoord is ingeschakeld in gebruikersauthenticatie. Gebruik dit adres als u een gescande afbeelding naar uw eigen e-mailadres wilt verzenden. In de e-mailmodus verschijnt [Mijn adres zoeken] in het actiepaneel zodat u Mijn Adres onmiddellijk kunt vinden en gebruiken.
  • Pagina 479 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. U kunt ook een bestemming uit de lijst verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Adresoverzicht]. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel...
  • Pagina 480 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op [Zoeknummer oproepen] in het Adresboek Adres...
  • Pagina 481 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN • Verzenden blokkeren wanneer het faxnummer of adres manueel is ingegeven Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Instellingen voor uitschakelen van verzending] → [Directe invoer uitschakelen]. Manuele ingave van faxnummers en adressen blokkeren Configureer de instelling voor elk van de volgende items: •...
  • Pagina 482 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Zie 'Gebruikershandleiding (Bediening aanraakscherm)' bij 'Voordat u het apparaat gaat gebruiken' voor informatie over het invoeren van tekst. • Selecteer [Bcc] als [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardinstell.] → [Bcc-Instelling] → [Bcc Inschakelen] is ingeschakeld in [Systeeminstellingen]. •...
  • Pagina 483 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de netwerkmap. Netwerkmap \\Server3 Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Netwerkmap Naam tikt u op de toets [OK]. U keert terug naar het scherm uit stap Folder1 1. Tik nogmaals op de toets [OK] om de bestemming te Bladeren Folder2 accepteren.
  • Pagina 484 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingsmodus (webversie) is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en het bestemmingsadres ophalen voor Scannen naar e-mail of Internetfax (uitgezonderd directe SMTP-adressen). In de normale modus kunt u ook een adres toevoegen dat u in het adresboek hebt opgezocht.
  • Pagina 485 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op bij [Item] en selecteer een Voer Start Zoeken Initialen in item dat u wilt zoeken bij [Naam] of Item Doel Naam Scan naar [Adres]. HDD/USB Kleur Voer Initiaal in en druk op Enter of extern Start Start toetsenbord of [Begin Zoekopdracht] knop.
  • Pagina 486 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de laatste vijftig verzendingen met Scannen naar e-mail, Internetfax (inclusief directe SMTP-adressen) en/of Faxen worden opgeslagen. Selecteer een van deze bestemmingen om opnieuw te verzenden naar die bestemming.
  • Pagina 487 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de bestemming Verwijder alle histories Verzendgeschiedenis waarnaar u opnieuw wilt verzenden. Selecteer adres om opnieuw te verzenden. Directe Invoer De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, Directe Invoer worden weergegeven. Directe Invoer Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord in te Voorbeeld-...
  • Pagina 488 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN ENKEL DE URL VAN EEN GESCAND BESTAND NAAR EEN SCANBESTEMMING VERZENDEN Wanneer u Scannen naar E-mail gebruikt, kunnen sommige originelen en/of scaninstellingen resulteren in een groot bestand. Wanneer het bestand groot is, bestaat het risico dat de e-mailserver het bestand kan verwerpen en het niet zal worden verzonden.
  • Pagina 489 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Enkel een URL verzenden naar de ontvanger Eenvoudige modus gebruiken Wanneer [Koppeling naar de bestemming verzenden' als standaard instellen] is ingeschakeld in de instellingen (beheerder), worden de gescande gegevens op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, en wordt URL-informatie naar de e-mailbestemming verzonden.
  • Pagina 490 Als bestanden in JPEG-indeling worden verzonden, wordt slechts een bestand toegevoegd aan een e-mail, onafhankelijk van de bestandsgrootte. Bij het gebruik van de MX-C304/MX-C304W, of de MX-C303/MX-C303W met de OCR-uitbreidingskit geïnstalleerd. Als een bestand dat is gescand in de bestandsindeling TXT(UTF-8), RTF, DOCX, XLSX of PPTX de limiet voor bestandsgrootte overschrijdt, wordt het bestand overgeslagen zonder te worden verzonden, zelfs als deze instelling is geselecteerd.
  • Pagina 491 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN U kunt een afbeelding verzenden in de scanmodus (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad en Scannen naar netwerkmap). • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. •...
  • Pagina 492 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 493 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als het origineel in de documentinvoerlade is geplaatst, klinkt er een pieptoon wanneer het scannen is voltooid en wordt het document verzonden. •...
  • Pagina 494 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN Wijzig onderwerp, bestandsnaam, antwoord naar en inhoud tijdens het verzenden van een scan. U kunt de tekst direct invoeren. • Bij Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt. •...
  • Pagina 495 • Als, in [OCR Instelling], [Auto-extract Dossiernaam] ingeschakeld is, zal "Auto-extract Dossiernaam" worden getoond. (In de MX-C303/MX-C303W is de OCR-uitbreidingskit vereist.) Als u naar een gedeelde map scant en de bestandsnaam die u opgeeft identiek is aan de naam van een bestand dat al in de map staat, wordt de bestandsnaam gewijzigd om te voorkomen dat het bestaande bestand wordt overschreven.
  • Pagina 496 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als u de inhoud wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Inhoud]. Typ de tekst. Verzendgeschiedenis Adresboek Druk in om adres in te voeren Adres Wanneer u klaar bent met het invoeren van de Invoer inhoud Voorkeurselec. Alles wissen instellingen, tikt u op •...
  • Pagina 497 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN FAX VERZENDEN IN DE INTERNETFAXMODUS Hiermee wordt een fax in de Internetfaxmodus verzonden. Deze procedure kan ook worden gebruikt voor directe verzending via Directe SMTP. • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. •...
  • Pagina 498 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 499 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel. • Als er gedurende één minuut geen actie wordt ondernomen nadat het bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de verzending gereserveerd.
  • Pagina 500 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op een voorkeurtekst-toets. Overige Onderwerp Wissen Directe Invoer No.1 No.2 No.3 Voorbeeld- No.4 weergave No.5 Start Ontvangen Overige Geheugen faxontvangst De selectie van het onderwerp annuleren: Tik op de toets [Wissen]. Als u de tekst rechtstreeks wilt invoeren, tikt u op de toets [Directe Invoer] om het aanraaktoetsenbord te openen. Voer het onderwerp in en tik op de toets [OK] .
  • Pagina 501 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Typ de tekst. Overige Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Invoer inhoud tikt u op Voorkeurselec. Alles wissen • Als u vooraf opgestelde tekst wilt selecteren die is opgeslagen in de instellingsmodus (webversie), tikt u op de toets [Voorkeurselec.].
  • Pagina 502 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) Verzend dezelfde gescande afbeelding in één bewerking naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.) Verzending Originelen...
  • Pagina 503 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Geef alle bestemmingen op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ►...
  • Pagina 504 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] (de toets [Start] in de normale modus) om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Pagina 505 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als internetfaxadressen inbegrepen zijn Als er bij de bestemmingen internetfaxadressen zijn, gelden de volgende beperkingen. Kleurmodus Vast ingesteld op zwart-wit binair. Bestandsindeling Vast ingesteld op TIFF. (bestandscompressie modus) Origineel De verzending wordt uitgevoerd naar alle adressen met dezelfde beeldbreedte als internetfax. Aanpassing Kan niet worden ingesteld.
  • Pagina 506 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN OPNIEUW VERZENDEN NAAR DISTRIBUTIEBESTEMMINGEN WAARBIJ DE VERBINDING IS MISLUKT De resultaten van een voltooide distributieverzending kunnen worden gecontroleerd in het opdrachtstatusscherm. Als een verzending naar een of meer bestemmingen mislukt, kunt u de afbeelding opnieuw verzenden naar deze bestemmingen.
  • Pagina 507 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Nadat u op de tab [Mislukt] hebt getikt, Opn.verz. naar alle adr. Details met fouten tijdens verz. tikt u op de toets [Opn.verz. naar alle Vorige Nummer: Adres Starttijd Status adr. met fouten tijdens verz.] in het aaa@aaa.□□□ 10:05 07/07 actiepaneel om de afbeelding opnieuw bbb@bbb.□□□...
  • Pagina 508 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN INTERNETFAX VANAF EEN PC VERZENDEN (PC-I-FAX) Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-I-Fax-functie). Verzending van faxen via de functie PC-I-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie.
  • Pagina 509 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN BEELDINSTELLINGEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-ZIJDIG ORIGINEEL) Als u originelen met een ander formaat dan het formaat van het origineel hebt geplaatst dat is gespecificeerd in "Stand. originele afmetingsins.", specificeer het formaat van het origineel dan manueel. Verzending scan 2-zijdig De voor- en achterkant worden gescand.
  • Pagina 510 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT (VERGROTEN/VERKLEINEN) Plaats de originelen en stel het formaat van het origineel in. In de normale modus wordt het formaat van het geplaatste origineel aangegeven als het 'Scanformaat' en het te verzenden formaat als het 'Verzendformaat'. Verzendgeschiedenis Adresboek Adres...
  • Pagina 511 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als u originelen met een ander formaat dan het formaat van het origineel hebt geplaatst dat is gespecificeerd in "Stand. originele afmetingsins.", specificeer het formaat van het origineel dan manueel. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd.
  • Pagina 512 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN Als u een origineel wilt scannen dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart of briefkaart, geeft u het formaat van het origineel na het plaatsen van het origineel met numerieke waarden op. De breedte kan 25 mm t/m 356 mm (1"...
  • Pagina 513 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, wijzigt en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • U kunt maximaal 12 niet-standaard origineelformaten registreren voor kopiëren, faxen en het verzenden van afbeeldingen. •...
  • Pagina 514 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op een toets ( ) om een Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond extra origineelformaat op te slaan. Langzamer Scan Mode. Scanformaat Dun origineel scannen Opslaan/Verwijderen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Select.
  • Pagina 515 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op de toets [Origineel]. Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat].
  • Pagina 516 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind.
  • Pagina 517 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Stand afbeelding] met Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond dezelfde afdrukstand als het origineel. Langzamer Scan Mode. Origineel Dun origineel scannen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Als deze instelling niet juist is, wordt er mogelijk geen Scanformaat Verzendformaat...
  • Pagina 518 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Selecteer een belichting en afbeeldingstype op basis van het origineel voor een optimale scankwaliteit. • Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u altijd de belichtingsinstelling wijzigen bij het wisselen van pagina's.
  • Pagina 519 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN In de scanmodus of de gegevensinvoermodus Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Tik op de toets [Belichting]. Tik op de toets die is toegewezen aan het type origineel dat u wilt instellen op basis van het type origineel.
  • Pagina 520 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN Geef de resolutie-instelling op. De resolutie selecteren Voor originelen met normale tekst is een resolutie van 200 x 200 dpi voldoende voor een leesbare afbeelding. Voor foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600 x 600 dpi, enzovoort) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie resulteert echter in een groter bestand en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk.
  • Pagina 521 Als PDF (inclusief versleuteling en hoge compressie) is geselecteerd voor de bestandsindeling, kan de bestandsgrootte verkleind worden met flate-compressie. Op de MX-C303/MX-C303W verschijnt dit enkel wanneer de Uitgebreide compressiekit geïnstalleerd is. Op de MX-C303/MX-C303W, wanneer het apparaat de OCR-functie niet heeft.
  • Pagina 522 Houd rekening met het volgende wanneer [PDF/Hoge comp] is opgegeven in de bestandsindeling [Kleur/ grijswaarde]. (Op de MX-C303/MX-C303W wordt dit alleen weergegeven wanneer de Uitgebreide compressiekit is geïnstalleerd.) • Bij distributie naar een adres waarvoor [PDF/Hoge comp] is opgegeven, worden alle bestanden voor de scanner als Compact PDF-bestanden verzonden.
  • Pagina 523 Tik op de toets voor het gewenste bestandstype. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op Op de MX-C303/MX-C303W, wanneer het apparaat de OCR-functie niet heeft. Als de toets [Z/W] is geselecteerd Als de toets [Kleur/ grijswaarde] is geselecteerd Best.Indeling...
  • Pagina 524 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN • Als "Lang Form." is geselecteerd voor het origineel, kan [OCR] niet gebruikt worden. • Selecteer de scantaal en de taalinstellingen. U kunt de volgende talen selecteren. Japans, Engels, Spaans, Frans, Duits, Italiaans, Nederlands, Zweeds, Noors, Fins, Deens, Hongaars, Tsjechisch, Pools, Russisch, Grieks, Portugees, Turks, Slovaaks, Catalaans, Chinees vereenvoudigd, Traditioneel Chinees, Koreaa.
  • Pagina 525 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets voor het gewenste bestandstype. Op de MX-C303/MX-C303W, wanneer het apparaat de OCR-functie niet heeft. Als de toets [Z/W] is geselecteerd Als de toets [Kleur/grijstinten] is geselecteerd Resolutie Resolutie Adres Adres Verzendresolutie wijzigen Verzendresolutie wijzigen...
  • Pagina 526 • [Nadruk zw. letter] op het tabblad [Kleur/grijstinten] is een bestandsindeling die het gegevensformaat beperkt en de afname van zwarte tekst onderdrukt. • (Bij gebruik van MX-C304/MX-C304W, of wanneer de OCR-uitbreidingskit is geïnstalleerd op enkel de MX-C303/ MX-C303W) Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op...
  • Pagina 527 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN INDELING WIJZIGEN IN DE INTERNETFAXMODUS Het formaat voor de internetfaxmodus wordt in de systeeminstellingen ingesteld. Internet Fax-instellingen (pagina 7-69) ► KLEURMODUS WIJZIGEN Wijzig de kleurmodus voor het scannen van originelen. In de Eenvoudige modus Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] als u het origineel gaat scannen. Als u de instellingen wilt opgeven voor de verschillende toetsen, selecteert u 'Instellingen (beheerder)' - [Systeeminstellingen] →...
  • Pagina 528 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Grijstinten] of [Mono] om de Z/W-modus voor automatische kleurselectie in te stellen. Geef op of voor het scannen van zwart-witoriginelen Mono2 of Grijstinten moet worden gebruikt. Als de bestandsindeling is ingesteld op JPEG, wordt er in grijstinten gescand. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op De Z/W-modus kan alleen worden ingesteld wanneer de toets [Auto] is geselecteerd in de kleurmodusinstelling (stap 3).
  • Pagina 529 • Automatisch scheve PDF corrigeren In de instellingsmodus kan elke ingestelde waarde/parameter worden gewijzigd. Op de MX-C303/MX-C303W is de OCR-uitbreidingskit vereist. • Als 'Auto Inst.' is ingeschakeld, kunt u de functies die niet beschikbaar zijn niet activeren. • Als een internetfaxadres is geselecteerd, kan "Auto Inst." niet worden ingeschakeld.
  • Pagina 530 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES Faxmodusdetailwaarschuwingen voor functies zoals N-Up afdrukken die dezelfde werkingsprocedures als faxmodus hebben. SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen. Stel dat elke maand documenten van A4-formaat (8-1/2" x 11") naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
  • Pagina 531 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES • De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending. • De volgende inhoud kan niet worden opgeslagen in programma's: • Tikken op de toets [Luid- spreker] •...
  • Pagina 532 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
  • Pagina 533 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (N-Up) Verklein twee origineelpagina's tot gelijk formaat en verzend deze als één pagina. Deze functie is handig als u een groot aantal originelen hebt en het aantal verzonden pagina's wilt terugdringen. Voor het standaardformaat (A4 (8-1/2"...
  • Pagina 534 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 535 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Met deze functie kunt u originelen van verschillende formaten gelijktijdig scannen en verzenden, bijvoorbeeld originelen van het formaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") gecombineerd met originelen van het formaat A4 (8-1/2" x 11"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel.
  • Pagina 536 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 537 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Verzend de voor- en achterzijde van een kaart als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Verzonden afbeelding Originelen Verzending Voorkant Voorbeeld van het verzenden van een scan met het formaat A4 (8-1/2"...
  • Pagina 538 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Kaart Formaat]. Tik op de toets [On] en geef het juiste Overige Aanpassing Achtergrond origineelformaat op. Kleurmodus Kaart Formaat Contrast Afbeeldingscontrast aanpassen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, ( 25~210 ) Scherpte Afbeeldingsomtrek aanpassen...
  • Pagina 539 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT (MULTI)) Scan meerdere kaarten tegelijkertijd en verzend ze met de voor- en achterzijde verbonden. Glasplaat voor origineel Verzonden afbeelding 1ste (Voorzijde) 2de (Achterzijde) Formaat met meerdere pagina’s zoals TIFF of PDF (PDF in dit geval) Er is een bestand aangemaakt Test_0001.pdf Test_0002.pdf...
  • Pagina 540 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 541 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES • Als u de kaart omdraait om de achterkant de scannen, plaats de kaart dan in dezelfde positie als toen u de voorkant scande. • Als er een scanfout optreedt terwijl u de achterzijde scant omwille van de plaatsing van het origineel of anders, zal er een boodschap op het aanraakscherm verschijnen.
  • Pagina 542 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Origineel scannen • Het detecteerbare gebied dat moet worden gescand in één gebied, is 118 mm (verticaal) x 188 mm (horizontaal). • Een origineelformaat van 86 mm x 45 mm kan worden gescand. Detecteerbaar gebied Margelijn A is de lengte van het uiteinde van de glasplaat tot de A:108 mm middenlijn.
  • Pagina 543 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES MEERDERE KAARTEN, BONNEN OF ANDERE KLEINE ORIGINELEN TEGELIJKERTIJD SCANNEN NAAR AFZONDERLIJKE BESTANDEN (MULTICROP) Met deze functie worden meerdere kaarten, bonnen of andere kleine originelen die op de glasplaat zijn geplaatst automatisch afgesneden en als afzonderlijke bestanden gescand. • Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar e-Mail, Scannen naar FTP/desktop, Scannen naar netwerkmap en Opslaan op extern geheugenapparaat.
  • Pagina 544 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de modusweergave om het beginscherm van de gewenste modus weer te geven. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ►...
  • Pagina 545 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN VISITEKAARTJE SCANNEN, DE TEKST INLEZEN, EEN BESTAND MAKEN, EN HET BESTAND VERZENDEN (VISITEKAARTJE SCANNEN) U kunt een visitekaartje scannen, de naam en het telefoonnummer uit de tekst laten halen die de OCR-functie herkend heeft, en een vCard of ander bestand maken en versturen. U kunt ook enkel de gescande kaartafbeeldingen verzenden. Verzenden vCard-bestand CSV-bestand...
  • Pagina 546 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats de kaart die u wilt scannen in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-113) Houd daarbij rekening met de volgende punten • (Met behulp van de automatische documentinvoereenheid) Er kunnen maximaal 12 visitekaartjes tegelijkertijd worden geplaatst.
  • Pagina 547 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scannen adreskaart]. (De OCR-uitbreidingskit is vereist.) Best.Indeling Overige Bestandsindeling selecteren Pas de instellingen zo nodig aan. Origineel Scannen adreskaart Aantal originelen Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets Bestandsindeling en daarna op de toets [Vorige].
  • Pagina 548 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Bestandsnamen De gebruiker kan elke bestandsnaam toewijzen aan een bestand. Als [Gebruik de gehele naam als bestandsnaam] is ingeschakeld, kan de naam op een gescand visitekaartje worden toegewezen als bestandsnaam. Als u geen bestandsnaam instelt, wijst het apparaat een automatisch aangemaakte bestandsnaam toe. Regels voor bestandsnamen Bestandsnamen worden als volgt toegewezen in elke instelling.
  • Pagina 549 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES MEERDERE FOTO’S TEGELIJKERTIJD NAAR INDIVIDUELE BESTANDEN SCANNEN (Afbeelding bijsnijden) Deze functie scant automatisch foto’s die zijn geplaatst op de glasplaat naar individuele bestanden. Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar E-mail, Scannen naar FTP/Scannen naar desktop, Scannen naar netwerkmap, en Opslaan naar Extern Geheugentoestel.
  • Pagina 550 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 551 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VEEL ORIGINELEN TEGELIJK SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTEL.) Met deze functie kunt u een origineel dat bestaat uit een groot aantal pagina's opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid en de pagina's via één enkele verzending verzenden. U kunt een fax ook verzenden door originelen zowel in de automatisch documentinvoereenheid als op de glasplaat te plaatsen.
  • Pagina 552 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 553 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Lezen Klaar]. Wanneer u in faxmodus bent, als er gedurende één minuut geen actie wordt ondernomen nadat het bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de verzending gereserveerd. De tijd wijzigen tot automatisch verzenden: Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 554 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES KLEUREN EN TINTEN AANPASSEN DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE GEBIEDEN IN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (AANPASSING ACHTERGROND) U kunt de achtergrond aanpassen door lichte gebieden in het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] hiermee maakt u de achtergrond donkerder.
  • Pagina 555 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Aanpassing Achtergrond]. Tik op of gebruik de Best.Indeling Overige Bestandsindeling selecteren schuifregelaar om het opgegeven Scherpte Aanpassing Achtergrond Afbeeldingsomtrek aanpassen Pas Origineel Achtergrondintensiteit aan. Contrast bereik aan te passen. Afbeeldingscontrast aanpassen Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,...
  • Pagina 556 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CONTRAST TOEVOEGEN AAN HET GESCANDE ORIGINEEL (CONTRAST) Er is contrast Vaag origineel toegevoegd voor een scherpere afbeelding. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 557 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of gebruik de Scherpte Overige Afbeeldingsomtrek aanpassen schuifregelaar om het contrast aan te Resolutie Contrast Verzendresolutie wijzigen Belichting passen. Verzendbelichting opgeven Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Laag Hoog tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 558 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING DE CONTOUREN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL VERBETEREN (SCHERPTE) Maak de afbeelding Origineel met vage scherper voordat u die contouren gaat verzenden. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 559 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of schuif met de Contrast Overige Afbeeldingscontrast aanpassen schuifbalk om de scherpte aan te Resolutie Scherpte Verzendresolutie wijzigen Belichting passen. Verzendbelichting opgeven Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Minder Scherp Scherper tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 560 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CHROMATISCHE KLEUREN UIT HET GESCANDE ORIGINEEL VERWIJDEREN (UITVALKLEUR) Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ►...
  • Pagina 561 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 562 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB aanpassen) Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G) of blauw (B). R (Rood)+ G (Groen)+ B (Blauw)+ Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 563 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 564 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN SCANNEN SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN) Wanneer u dikke originelen of boeken scant, moet u de schaduwranden wissen die kunnen worden weergegeven op de afbeelding. Een dik boek scannen De wisfunctie niet De wisfunctie gebruiken gebruiken De schaduw verschijnt hier Er zijn schaduwen Er zijn geen schaduwen...
  • Pagina 565 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. Wanneer u in faxmodus bent, ga dan naar stap 3 na het voltooien van deze procedure. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-111) ►...
  • Pagina 566 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de breedte van de wisstrook op. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. • Tik op de getalsweergave die het gebied van de kantlijnverschuiving op de voorzijde of achterzijde aangeeft en voer het gebied in met de cijfertoetsen.
  • Pagina 567 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN DUN ORIGINEEL SCANNEN (LANGZAME SCANMODUS) Gebruik deze functie wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Bij selectie van de langzame scanmodus is 2-zijdig scannen niet mogelijk. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
  • Pagina 568 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de Overige Verzendgeschiedenis toets [Langz. scanm.]. Oproepen met Origineel Langz. scanm. Opdr. samenst. zoeknummer gem. form. Programmaregistratie Aantal Wissen Kaart Formaat Huidige inst. registreren originelen Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Koppeling naar de Kaart Formaat Scannen...
  • Pagina 569 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING WEGLATEN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden verzonden. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze blanco vellen kunt overslaan zonder een origineel te controleren.
  • Pagina 570 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Lege pagina Overslaan]. Tik op de toets [Lege pagina Dubbelz. scan Overige Opsplitsen in 2 pagina's overslaan] of [Lege pag./rugschaduw Origineel Lege pagina Overslaan overslaan]. Wissen Randschaduw wissen Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Belichting Verzendbelichting opgeven...
  • Pagina 571 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN) Tel vóór verzending het aantal vellen van het gescande origineel en geef dit aantal weer. Door het aantal gescande origineelvellen te controleren, kunt u vergissingen bij het verzenden voorkomen. •...
  • Pagina 572 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen is voltooid. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het voorbeeld van een afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt. 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 5-69)' voor meer informatie.
  • Pagina 573 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES SCHEVE PDF-SCANGEGEVENS AUTOMATISCH CORRIGEREN (AANPASSING SCHEVE PDF) Wanneer het origineel scheef geplaatst is, of wanneer afbeeldingen binnen het origineel scheef staan, corrigeert dit automatisch de scheve positie, en slaat het op als een document in PDF-formaat. PDF-FORMATEN DIE AANPASSING VAN SCHEVE PDF KUNNEN GEBRUIKEN Alle PDF-formaten kunnen deze functie gebruiken.
  • Pagina 574 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
  • Pagina 575 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES SPECIFIEKE FUNCTIES AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen I-Faxadr. Verz.) Uw afzendergegevens (datum, tijd, naam afzender, adres afzender, aantal pagina's) worden automatisch toegevoegd boven aan het bestand dat u verzendt. Deze functie kan niet worden gebruikt in de scanmodus of gegevensinvoermodus. Voorbeeld van de afgedrukte afzenderinformatie (1) Datum, tijd: datum en tijdstip van verzending (2) Naam afzender: de in het apparaat geprogrammeerde naam van de afzender...
  • Pagina 576 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES DE AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (TRANSMISSIERAPPORT) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een Internetfaxtransmissie mislukt of een distributieverzending wordt uitgevoerd. Het transactierapport bevat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam van bestemming, vereiste tijd, aantal pagina's, resultaat, enzovoort).
  • Pagina 577 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets van de Overige afdrukinstellingen. Transmissierapport Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Niet afdrukken tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. Afdrukken bij fouten Altijd Afdrukken Voorbeeld- weergave Beeld Van Origineel Afdrukken Start Vorige Ontvangen...
  • Pagina 578 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN VERZENDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP STARTEN (TIMER-VERZENDING) Geef een tijdstip op waarop automatisch moet worden begonnen met de verzending of distributieverzending. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Deze functie is nuttig wanneer u gereserveerde verzendingen, distributieverzendingen of andere verzendingen wilt uitvoeren tijdens uw afwezigheid, 's avond of op andere tijden waarop de telefoontarieven laag zijn.
  • Pagina 579 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-12) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ►...
  • Pagina 580 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de tijd op (uren en minuten), in 24-uursnotatie. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. • Tik op de gebieden waar respectievelijk de uren en minuten worden weergegeven en voer de waarden in via de cijfertoetsen.
  • Pagina 581 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN HANDTEKENING TOEVOEGEN ALS U EEN SCAN GAAT VERZENDEN (ELEKTRONISCHE HANDTEKENING) U kunt een handtekening toevoegen als u een scan gaat verzenden. Aan de hand van de elektronische handtekening kan de ontvanger de afzendergegevens controleren. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. Een elektronische handtekening aan een scan toevoegen •...
  • Pagina 582 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 583 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES DE TE VERZENDEN GEGEVENS VERSLEUTELEN (VERSLEUTELING) Om beveiligingsredenen kunt u de te verzenden gegevens versleutelen. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. De te verzenden gegevens versleutelen • Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Beveiligings- instellingen] → [S/MIME-instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen]. •...
  • Pagina 584 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 585 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST HET ACTIVITEITENLOGBOEK VAN INTERNETFAXEN CONTROLEREN ACTIVITEITENRAPPORTEN BEELD VERZENDEN AFDRUKKEN Druk een logboek van recente beeldverzendactiviteiten (datum, naam van bestemming, benodigde tijd, resultaat en andere items) af. Het rapport over beeldverzendactiviteiten bevat nuttige informatie voor het oplossen van problemen, bijvoorbeeld over de typen fouten die zich hebben voorgedaan.
  • Pagina 586 Er heeft zich een ongewone situatie voorgedaan als leveringsbevestiging is ingesteld. * Als het ontvangende apparaat een apparaat van SHARP is, retourneert het ontvangende apparaat 'dispatched' als de fax is ontvangen of 'processed' als de ontvangst is mislukt. Als de leveringsbevestiging is ingesteld voor internetfax, verschijnt de dispositieveldwaarde op de leveringsbevestiging op de teruggezonden e-mail.
  • Pagina 587 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST INTERNETFAXEN ONTVANGEN AUTOMATISCH INTERNETFAXEN ONTVANGEN De functie Internetfax maakt regelmatig contact met de mailserver (POP3-server) en controleert of er internetfaxen zijn ontvangen. Als er faxberichten zijn ontvangen, worden de faxen automatisch opgehaald en afgedrukt. Standaard wordt elke vijf minuten gecontroleerd of er faxberichten zijn ontvangen. •...
  • Pagina 588 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS AFDRUKKEN EEN FAX AFDRUKKEN DIE MET EEN PIN CODE IS BEVEILIGD (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) Schakel deze instelling in als u faxen in het geheugen wilt ontvangen en opslaan zonder deze af te drukken. Als u de faxen wilt afdrukken, moet de PIN Code worden ingevoerd.
  • Pagina 589 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP AFDRUKKEN Druk ontvangen gegevens op een opgegeven tijdstip af. Om zorgeloos te kunnen afdrukken, kunt u beter vermijden grote aantallen pagina's af te drukken tijdens piekuren en als u er niet dringend een afdruk van nodig hebt. •...
  • Pagina 590 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST HET BEELD VÓÓR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Controleer het beeld van ontvangen gegevens op het aanraakscherm voordat u deze afdrukt. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld 'Instellingen (beheerder).
  • Pagina 591 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Tik op de afbeelding die u wilt Selecteer afbeelding om te bedienen. Terug naar lijst met ontvangen gegevens afdrukken en op [Afdrukken] in het Afdrukken Doorsturen naar ander adres actiepaneel. Wissen Het apparaat begint met het afdrukken van de afbeelding. Bestand •...
  • Pagina 592 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ONTVANGEN INTERNETFAXEN DOORSTUREN (DOORSTUREN FAXDATA) Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat er geen papier of toner meer aanwezig is, worden ontvangen internetfaxen doorgestuurd naar een ander, vooraf geregistreerd internetfaxadres (inclusief directe SMTP). • Doorsturen is niet mogelijk wanneer geen faxen zijn ontvangen of geen faxnummer voor doorsturen is geprogrammeerd. •...
  • Pagina 593 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN NAAR VASTE BESTEMMINGEN (INSTELLINGEN INKOMENDE ROUTING) Ontvangen internetfaxen worden automatisch doorgestuurd naar het faxnummer van een bestemming, een internetfaxadres, een e-mailadres, het adres van een bestandsserver, een bureaubladadres of het adres van een netwerkmap. Ontvangen gegevens kunnen naar de opgegeven bestemmingen worden doorgestuurd zonder te worden afgedrukt.
  • Pagina 594 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Klik in de 'Instellingen (webversie)' op [Registratie Verzendadres] in het menu [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)]. Voer het adres of faxnummer van de afzender in bij 'Internet Faxadres' of 'Faxnummer' en klik op de knop [Toevoegen aan lijst]. Het ingevoerde verzendadres of -nummer wordt aan de lijst 'In te voeren adres' toegevoegd.
  • Pagina 595 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Selecteer de doorstuurvoorwaarden. • Als u de ontvangen gegevens altijd wilt doorsturen, selecteert u [Altijd doorsturen]. • Als u een dag en tijd wilt opgeven voor het doorsturen van ontvangen gegevens, selecteert u [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] en schakelt u het selectievakje van de gewenste dag van de week in.
  • Pagina 596 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Selecteer [Altijd doorsturen] of [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] in de doorstuurtabel. De instellingen voor de doorstuurrechten die hier worden weergegeven, zijn gekoppeld aan de doorstuurvoorwaarden die zijn ingesteld bij stap 9. Als u andere voorwaarden met betrekking tot doorsturen wilt gebruiken dan u in stap 9 hebt ingesteld, moet u de doorstuurrechten instellen.
  • Pagina 597 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Ontvangen faxen opslaan op de harde schijf In de 'Instellingen (beheerder)' klikt u op [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen] → [Openbare map/ NAS- instelling]. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Selecteer [Toegestaan] bij 'faxreceive:Gebruik van opslag' en klik op de toets [Indienen].
  • Pagina 598 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS HANDMATIG DOORSTUREN Ontvangen faxen kunnen na ontvangst handmatig worden doorgestuurd. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Bedienings- Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder).
  • Pagina 599 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS OPSLAAN Sla ontvangen faxen op in de map voor documentarchivering. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Bedienings- Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder).
  • Pagina 600 SCANNER/INTERNETFAX►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een scanneropdracht controleren door op de tab [Scannen] te tikken. U kunt de status van een internetfaxopdracht controleren door op de tab [Internetfax] te tikken.
  • Pagina 601 SCANNER/INTERNETFAX►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN Een normale verzendingsopdracht wordt naar de opdrachtenlijst verplaatst wanneer verzending is voltooid. In het statusveld wordt dan 'Verzenden OK' weergegeven. Internetfaxopdrachten, zoals ontvangst, timerverzending, herhalingen en doorsturen, worden echter als volgt in het opdrachtstatusscherm weergegeven: Ontvangstopdracht Terwijl er een internetfax wordt ontvangen, wordt 'Ontvangen' in het statusveld van de opdrachtwachtrij weergegeven.
  • Pagina 602 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Installeer het scannerstuurprogramma op de computer en gebruik een TWAIN-compatibele toepassing* om de computer te gebruiken om te scannen. Scannen vanaf de computer is het handigst voor het scannen van originelen die uit één blad bestaan, zoals een foto, omdat u dan meteen de scaninstellingen kunt aanpassen.
  • Pagina 603 Start de TWAIN-compatibele toepassing op de computer en selecteer [Scanner selecteren] in het menu [Bestand]. Selecteer het scannerstuurprogramma van het apparaat. (1) Selecteer [SHARP MFP TWAIN V]. (2) Klik op de knop [Selecteren]. Selecteer [Afbeelding ophalen] in het menu [Bestand].
  • Pagina 604 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) Bekijk de afbeelding. (1) Selecteer de locatie van het origineel. Het menu 'Bron voor scannen': • Als het origineel uit één vel bestaat en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Simplex)]. • Als het origineel dubbelzijdig is en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Duplexeenh.
  • Pagina 605 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) De scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. De knop [Draaien]: Telkens als u op deze knop klikt, wordt het origineel 90 graden gedraaid. Zo kunt u de afdrukstand van de afbeelding wijzigen zonder de afbeelding op te pakken. Het afbeeldingsbestand wordt gemaakt op basis van de afdrukstand die in het voorbeeldvenster wordt weergegeven.
  • Pagina 606 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) [Op het apparaat] Tik op de toets [Verlaten]. 10:15 Deze machine staat in de PC-scanmodus. Verwijder het origineel niet. IP-adres scanner:0.0.0.0 Pc-scan Verlaten Toner hoeveelheid Bedienings- Vergrote Instellingen Totaal Helderheids- Taakstatus handleiding weergavemodus Aantal instelling Tik op de toets [Ja].
  • Pagina 607 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING (GEGEVENSINVOER) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geïnstalleerd, worden metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en aangeven hoe het bewerkt moet worden) gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie. Deze metadata worden apart verzonden van een afbeeldingsbestand dat wordt gegenereerd voor het verzenden van een gescande afbeelding.
  • Pagina 608 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN IN DE INSTELLINGSMODUS (WEBVERSIE) Als u de instellingen voor metadata wilt configureren, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Setup Metadata] → [Inserimento Metadati] bij 'Instellingen (beheerder)'. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Schakel de verzending van metadata in. Metadatasets opslaan Sla de items (metadataset) op die moeten worden geschreven naar het tijdens het scannen gegenereerde XML-bestand.
  • Pagina 609 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATA VERZENDEN METADATA VERZENDEN Selecteer een metadataset, voer elk item in en voer een metadataverzending uit. U kunt metadata verzenden met de functie voor documentarchivering. Het tabblad [Data-Invoer] wordt weergegeven in het scherm met verzendinstellingen van de functie voor documentarchivering om metadataverzending mogelijk te maken. Daarnaast kunnen metadataverzendingen met de functie voor documentarchivering worden uitgevoerd in [Inserimento Metadati] in de instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 610 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATAVELDEN De volgende drie soorten metadata worden ingesloten in het verzonden XML-bestand. • Automatisch door het apparaat gegenereerde gegevens Deze gegevens worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen op uw pc. • Vooraf gedefinieerde velden Deze velden worden automatisch herkend door het apparaat en toegewezen aan de juiste XML-tags. Deze velden kunnen worden geselecteerd en kunnen alleen worden ingesloten in het XML-bestand als ze zijn ingeschakeld in de instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 611 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING Setup Metadata Als de applicatie-integratiekit is geïnstalleerd, kunt u de metadata beheren die in andere applicaties moeten worden gebruikt. De opgeslagen metadata worden op de pagina met metadata weergegeven. U kunt metadata toevoegen, bewerken of verwijderen. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe metadata-set toe.
  • Pagina 612 Pictogrammen DOCUMENTARCHI- De functies die u kunt VERING gebruiken met Eenvoudige Scan BESTANDEN SAMENVOEGEN ....6-35 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDEN IN HET DOCUMENTARCHIVERING ....OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN .
  • Pagina 613 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING Met deze functie worden het origineel dat op het apparaat is gescand, de verzonden faxafbeelding of afdrukgegevens van een computer opgeslagen op de harde schijf van het apparaat of een extern geheugenapparaat. De opgeslagen bestanden kunnen desgewenst worden afgedrukt of verzonden. U kunt de opgeslagen bestanden ook bewerken, bijvoorbeeld combineren.
  • Pagina 614 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Toepassingen van documentarchivering Met de functie voor documentarchivering kunt u desgewenst conferentiemateriaal met dezelfde instellingen afdrukken of grootboekbladen voor routinetaken afdrukken. Conferentiemateriaal met dezelfde instellingen Grootboekbladen afdrukken afdrukken U hoeft geen Scannen is niet Alleen afdrukken Dagelijks rapport Alleen afdrukken instellingen op noodzakelijk.
  • Pagina 615 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Snelmap Documenten die zijn gescand met [Snelbestand] op het actiepaneel worden in deze map opgeslagen. Aan elke opdracht worden automatisch een gebruikersnaam en bestandsnaam toegewezen. Hoofdmap Gescande documenten worden opgeslagen in deze map. Wanneer u een opdracht opslaat in de hoofdmap, kunt u een eerder opgeslagen gebruikersnaam opgeven en een bestandsnaam toewijzen. U kunt desgewenst ook een wachtwoord (4 tot 32 tekens) opgeven als u een bestand opslaat ('Vertrouwelijk').
  • Pagina 616 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Het aantal pagina's en bestanden dat bij benadering kan worden opgeslagen Gecombineerd totaalaantal pagina's en bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Voorbeelden van soorten originelen Aantal pagina's* Aantal bestanden Meerkleuren-origin Max. 5700 (Bijvoorbeeld een tekst met een foto) Formaat: A4 Max.
  • Pagina 617 Wijzigen'. Sla geen gevoelige documenten op of documenten die niet door anderen mogen worden gebruikt. • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de functie Snelbestand of de functie Bestand, of van onjuiste toepassing van de functie Snelbestand of de functie Bestand door de gebruiker die de gegevens opslaat.
  • Pagina 618 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI Als u documentarchivering wilt gebruiken, selecteert in elke modus u het actiescherm. Als u bij met maken van een kopie of het verzenden van een fax de gegevens wilt opslaan, tikt u in het actiepaneel van elke modus op [Bestand] of [Snelbestand].
  • Pagina 619 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING BASISSCHERM VAN DE MODUS DOCUMENTARCHIVERING Wordt gebruikt om een bestand tijdelijk op te slaan. Wordt gebruikt om een bestand in een map te zoeken. Word gebruikt om Mapselectie Mijn map Scannen naar schijf De functies die beschikbaar originelen op te slaan die Scannen naar Hoofdmap Snelmap...
  • Pagina 620 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ARCHIVEREN TERWIJL U EEN ANDERE MODUS GEBRUIKT SNELBESTAND Met deze functie kunt u een origineel in de kopieer- of beeldverzendmodus als afbeeldingsbestand opslaan in de snelmap van het apparaat. Het afbeeldingsbestand dat in de modus Snelbestand is opgeslagen, kan op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document in de verzendmodus kunt kopiëren of verzenden zonder dat u het origineel hoeft te zoeken.
  • Pagina 621 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Start het maken van de kopie of het verzenden van het beeld. Wanneer de functie wordt uitgevoerd, worden de afbeeldingsgegevens van het origineel opgeslagen in de snelmap. Om te voorkomen dat het bestand onbedoeld wordt opgeslagen, wordt het bericht 'De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap' zes seconden weergegeven (standaardinstelling) nadat u op de toets [Start] ([Kleur Start] of [Z/W Start] in de kopieermodus) hebt getikt.
  • Pagina 622 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Activeer de Normale modus en tik in het actiepaneel op [Bestand] om de bestandsinformatie op te geven. Zie'BESTANDSINFORMATIE (pagina 6-12)' voor het selecteren van de gebruikersnaam, bestandsnaam, map en eigenschappen Opslaan op de harde schijf: ► De eigenschap wijzigen (pagina 6-12) ►...
  • Pagina 623 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSINFORMATIE De procedure voor uitgebreide instellingen wordt hieronder beschreven. Wanneer u een eigenschap, gebruikersnaam, bestandsnaam en map opgeeft, kan een bestand eenvoudiger worden beheerd en gevonden. Als u [Vertrouwelijk] selecteert voor Eigenschap en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
  • Pagina 624 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Een gebruikersnaam opgeven Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam]. Als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, wordt automatisch de gebruikersnaam geselecteerd die is gebruikt voor aanmelden. In dat geval kunt u deze stap overslaan. U moet de gebruikersnaam eerst opslaan door in de 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers- Lijst] te selecteren.
  • Pagina 625 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING PDF-bestand maken voor bladeren op de pc Tik op het selectievakje [PDF maken voor surfen op pc] om een openbaar PDF-bestand voor surfen op de pc te maken wanneer het bestand wordt opgeslagen. Zelfs als de scannerfunctie "SCHEVE PDF-SCANGEGEVENS AUTOMATISCH CORRIGEREN (AANPASSING SCHEVE PDF) (pagina 5-113)"...
  • Pagina 626 Start weergave Bij gebruik van MX-C304/MX-C304W, of wanneer de OCR-uitbreidingskit is geïnstalleerd op de MX-C303/MX-C303W tikt u op de toets [Auto Inst.] om de gelezen instellingen automatisch in te stellen om overeen te stemmen met het origineel. ► DE SCANINSTELLINGEN AUTOMATISCH INSTELLEN (AUTO INST.) (pagina 5-69) Voor het selecteren van de instellingen tikt u op de toets van de gewenste instelling.
  • Pagina 627 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het scannen te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en het opslaan van de bestanden is voltooid. Opslaan vanuit Documentarchivering Tik op de toets [Best.
  • Pagina 628 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING STANDAARDINSTELLINGEN VOOR SCAN OPSLAAN Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Stand afbeelding], [Standaardinstellingen kleurmodus], [Standaard Belichtingsinstellingen], [Standaard origineelafbeeldingstype], [Instelling Oorspronkelijke Resolutie], [Standaardbreedte Van Wisstrook Instellen] en [Kaart Formaat-Instellingen]. Stand afbeelding Hiermee wordt de afdrukstand van het beeld gewijzigd.
  • Pagina 629 Start weergave Bij gebruik van MX-C304/MX-C304W, of wanneer de OCR-uitbreidingskit is geïnstalleerd op de MX-C303/MX-C303W tikt u op de toets [Auto Inst.] om de gelezen instellingen automatisch in te stellen om overeen te stemmen met het origineel. ► DE SCANINSTELLINGEN AUTOMATISCH INSTELLEN (AUTO INST.) (pagina 5-69) Voor het selecteren van de instellingen tikt u op de toets van de gewenste instelling.
  • Pagina 630 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Opslaan vanuit Documentarchivering Tik op de toets [Best. ophalen van schijf] in het beginscherm. Tik op [Scannen naar extern geheugenapparaat] in het actiescherm. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 631 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Scannen naar een USB-stick Plaats de USB-stick in het apparaat. Tik op [Scannen naar extern 10:15 Het externe geheugenapparaat (USB) is aangesloten. geheugenapparaat] als er een scherm Afdrukken van extern verschijnt waarin u de actie moet geheugenapparaat (USB) Scannen naar extern geheugenapparaat...
  • Pagina 632 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Lees het bericht [Gegevens verzenden voltooid.] en verwijder de USB-stick uit het apparaat. 6-21...
  • Pagina 633 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND De schermen en procedures kunnen variëren, afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. De procedure voor het gebruik van een opgeslagen bestand afhankelijk van de situatie wordt uitgelegd. 'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina 1-31)' voor informatie over de procedures voor gebruikersauthenticatie.
  • Pagina 634 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Beschikbare Taak Voor De Taakinstellingen U kunt het gebruik van een opgeslagen bestand toestaan of niet toestaan door het type handeling en de modus waarin het bestand is opgeslagen te selecteren. Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering] → [Voorwaarde- Instellingen] →[Beschikbare Taak Voor De Taakinstellingen].
  • Pagina 635 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDSSELECTIESCHERM Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling 'Lijst' of 'Miniatuur' (als u de bestanden als miniaturen wilt weergeven). Modus voor lijstweergave Schakelen tussen de Geef aan welke bestanden voor elk type lijstweergave en de opdracht moeten worden weergegeven. miniatuurweergave.
  • Pagina 636 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN BESTAND SELECTEREN OM OP TE HALEN Tik op de toets [Best. ophalen van schijf]. Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en 'Mijn map" is geconfigureerd door [Gebruikers -bediening] te selecteren bij 'Instellingen (beheerder)' → [Gebruikers- instellingen] → [Gebruikers- Lijst], wordt de aangepaste map die als 'Mijn map' is ingesteld geopend.
  • Pagina 637 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Snel afdrukken Hiermee drukt u een bestand af met de instellingen waarmee het is opgeslagen. Selecteer een bestand en tik op de toets [Verwijderen]. Als u de gegevens na het afdrukken wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje [Gegevens afdrk. En verwijderen] in Als u het bestand in zwart/wit wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Z/W-afdruk] in ( Om het aantal bladen om af te drukken te wijzigen, tikt u op de toets [Aantal kopieën] en gebruikt u de numerieke toetsen om het aantal afdrukken in te stellen.
  • Pagina 638 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN Selecteer de toetsen van de bestanden die u wilt afdrukken. • Vertrouwelijke bestanden kunnen niet tegelijkertijd met andere bestanden worden afgedrukt. • Een bestand in de momenteel geselecteerde map kan niet tegelijkertijd worden geselecteerd met een bestand uit een andere map.
  • Pagina 639 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFDRUKKEN IN BATCHES Batch-afdrukinstellingen Selecteer in “Instellingen (beheerder)”, [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering]→ [Voorwaarde- Instellingen] → [Batch-afdrukinstellingen]. Selecteer of de toets [Alle gebruikers] en de toets [Gebr. Onbekend] verboden zijn in het scherm voor de selectie van de gebruikersnaam wanneer alle bestanden worden afgedrukt, of de bestanden op datum volgens nieuwste of oudste worden gesorteerd en of de bestandsnamen in oplopende of aflopende volgorde worden gesorteerd.
  • Pagina 640 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Tik op de toets [Start] om het afdrukken te starten. Als er geen bestanden zijn die overeenkomen met de zoekvoorwaarden, keert u terug naar het scherm met de bestandslijst. Als u in het actiepaneel op de toets [Gegevens verwijderen] tikt, worden alle bestanden verwijderd die voldoen aan de huidige zoekvoorwaarden.
  • Pagina 641 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERZENDEN De instellingen die werden gebruikt toen het bestand met documentarchivering werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand met dezelfde instellingen kan worden verzonden. Zo nodig kunt u ook de verzendinstellingen wijzigen om het opgehaalde bestand te wijzigen. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
  • Pagina 642 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERPLAATSEN Hiermee wijzigt u de opslaglocatie voor het bestand. (Het bestand wordt verplaatst naar een andere map.) Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verplaatst. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
  • Pagina 643 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet meer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verwijderd. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
  • Pagina 644 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Automatisch verwijderen van bestanden Door de mappen en de tijd op te geven, kunt u instellen dat gegevens voor documentarchivering in opgegeven mappen automatisch worden verwijderd. Als u de bestanden op het apparaat regelmatig verwijdert, voorkomt u dat gevoelige informatie openbaar kan worden gemaakt en wordt er ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
  • Pagina 645 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFBEELDINGSBESTANDEN CONTROLEREN Terug naar HDD_02022018_112030 Gebr. Onbekend Automatische kleur bestandskeuzescherm De bestandsinformatie. De voorbeeldafbeeldingen Het paginanummer. van de bestanden. Het totaal aantal pagina's. Het voorbeeldscherm Het voorbeeldscherm in vergroten of verkleinen. stappen van 90 graden draaien. • Afhankelijk van het formaat van de afbeelding, kan een deel van de afbeelding worden afgesneden in het scherm voor beeldcontrole op het aanraakscherm.
  • Pagina 646 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN SAMENVOEGEN U kunt bestanden combineren die zijn opgeslagen met Document archiveren. • Als u slechts één bestand selecteert, wordt de toets [Bestand combineren] niet weergegeven. • De bestandsnaam is een combinatie van de eerste bestandsnaam, een tilde en 'Serienr.'. U kunt de bestandsnaam later desgewenst wijzigen.
  • Pagina 647 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN IN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtstatusscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieeropdracht wilt afdrukken of snel een opgeslagen fax naar een andere bestemming wilt verzenden.
  • Pagina 648 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN ZOEKEN EN OPHALEN Als een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het vinden van een bestand veel tijd in beslag nemen. Met de zoekfunctie van de modus voor documentarchivering kunt u een bestand snel vinden. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent. Een map kan ook worden opgegeven als een zoekbereik.
  • Pagina 649 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Selecteer de zoekvoorwaarden. Selecteer afdrukbestand Hoofdmap Alle Bestanden van FTP Selecteer afdrukbestand Tik op elk tekstvak en stel de zoekvoorwaarde in. Zoeken uit USB-geheugen Selecteer afdrukbestand Als u naar de huidige map wilt zoeken, stelt u het uit netwerkmap Gebruikersnaam selectievakje [Alleen binnen map zoeken] in op...
  • Pagina 650 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN EXTERN BESTAND AFDRUKKEN U kunt een bestand op een FTP-server, op een USB-stick of in een netwerkmap van een pc afdrukken. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt. Tik in het actiepaneel op de toets [Selecteer afdrukbestand van FTP], [Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen] of [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap].
  • Pagina 651 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Zoeken Gebruik deze instellingen om de zoekvoorwaarden in te voeren. U kunt een opgegeven bestand bewerken door op [Afdrukken], [Verzenden], [Verplaatsen] of [Wissen] te klikken. Als het bestand dat u wilt bewerken beveiligd is met een wachtwoord, voert u het wachtwoord in bij 'Bestands PIN Code/Wachtwoord'. Item Beschrijving Gebruikersnaam...
  • Pagina 652 INSTELLINGSMODUS • Klokaanpassing ......7-82 INSTELLINGSMODUS • Productcode/Invoer toepassingsnummer ..7-83 • Geluidsinstellingen ..... . 7-84 INSTELLINGSMODUSLIJST Netwerk- instellingen.
  • Pagina 653 INSTELLINGSMODUS Systeemcontrole ......7-111 • Takenlogboek ......7-111 •...
  • Pagina 654 Systeem- instellingen Instellingen Kopieer- Printer- instellen. Sitemap Beginscherm Instellingen Instellingen Instellingen Instellingen Sharp OSA Het instellingenmenu wordt links naast het scherm dat Beeld verzend. Doc. Archiv. Instellingen daarop verschijnt weergegeven. Authenticatie- Algemenei Netwerk- instellingen Instellingen Instellingen Tik in het menu op de instelling die u wilt wijzigen.
  • Pagina 655 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUS De instellingsmodus weergeven (webversie) Als het apparaat is verbonden met een netwerk, hebt u toegang tot de ingebouwde webserver van het apparaat via de webbrowser van de pc. Druk het IP-adres van het apparaat af vanuit de instellingsmodus van het apparaat en voer het adres in de webbrowser van de pc in.
  • Pagina 656 Ontvangstinstellingen, Instelling aantal toestaan/weigeren, Polling-instelling. • Instellingen Beeld Verzenden → Scaninstellingen → Uitgangsinstellingen status, Voorwaarde-Instellingen • Instellingen Document- archivering • Sharp OSA-instellingen • Papierinstellingen. Bedienings- Instellingen, Toetsenbordinstellingen, Instellingen in /uitschakelen • Energie Besparen • Voor informatie over adresboekitems, zie "Gebruikershandleiding (Registratie adresboek)".
  • Pagina 657 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST Hieronder volgt een lijst van items in de instellingsmodus met de fabrieksinstellingen en beperkingen voor elk item. De onderstaande instellingsitems worden in elk van de handleidingen uitgelegd. A→Gebruikershandleiding (Registratie adresboek) B→Gebruikershandleiding (Bediening aanraakscherm) • Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 658 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Documenthandelingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ■ Documenthandelingen ● Document- Archivering  Hoofdmap –  Snelmap –  Aangepaste Map – 6-39  Mijn map –  Zoeken –  Batch-afdruk – ● Afdruktaak indienen – 3-80 *1 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van de webpagina configureren.
  • Pagina 659  Uitschakelen van Wijziging van Rekeningcode Uitgeschakeld  Pas Gebruikerscode toe terwijl U aangemeld bent met Uitgeschakeld Apparaataccount 1-73  Uitzonderingsinstelling voor Rekeningcode Functie • Sharp OSA Alle Ongeldig  Instelling displaynaam Rekeningcode • Maincode Displaynaam Standaard • Subcode Displaynaam Standaard ...
  • Pagina 660 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeeminstellingen Instellingen voor het beginscherm Voor informatie over de instellingsitems van het beginscherm, zie "Gebruikershandleiding (Bediening aanraakscherm)". Kopieerinstellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Kopieerinstellingen  Voorwaarde- Instellingen  Extra vaste-kopieerfactoren toevoegen of veranderen – 2-26 ...
  • Pagina 661 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Uitschakelen van auto papierselectie Uitgeschakeld 2-12  Instelling voor automatische selectie van lade met Uitgeschakeld papier  Registratie van aangepaste afbeelding uitschakelen Uitgeschakeld 2-88  Verzenden tijdens kopiëren uitschakelen Uitgeschakeld 2-117  Scannen in hoge kwaliteit vanaf documentinvoer Ingeschakeld (kleur) ...
  • Pagina 662 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Printerinstellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Printerinstellingen  Voorwaarde- Instellingen  Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld  Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld 7-59  A4/Letter-Formaat Auto Veranderen Uitgeschakeld  Instellingen handinvoerlade • Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Uitgeschakeld •...
  • Pagina 663 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Uitgangsinstellingen status  Aantal kopieën  Afdrukstand Portret  Papierformaat A4 (8-1/2" x 11")  Uitvoerlade Automatisch  Papiertype Normaal Papier 1  Resolutie-instelling 600dpi (Hoge kwaliteit)  Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Ingeschakeld  2-Zijdige Afdruk 1-Zijdig ...
  • Pagina 664  Controle-interval 5 minuten  SSL inschakelen Uitgeschakeld  Verbindingstest –  Directe Afdrukinstellingen (FTP)  Directe Afdrukinstellingen (Netwerkmap) –  Afdrukinstelling vanaf PC/Mobiele Terminal 7-66 • FTP afdrukken Ingeschakeld • Poortnummer Als de directe afdrukuitbreidingskit is geïnstalleerd. (MX-C303/MX-C303W) 7-13...
  • Pagina 665 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Beeld Verzenden Algemene instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Algemene instellingen  Voorwaarde- Instellingen  Instellingen enige tijd vasthouden nadat scannen is Uitgeschakeld voltooid  Automatische Starttijd voor Taak Tijdens Scannen 60sec. 4-11  Standaardweergave-Instellingen E-mail (Fax als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd)
  • Pagina 666 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Standaardbreedte Van Wisstrook Instellen • Breedte vrije ruimte rand 10mm (1/2") 5-104 • Breedte vrije ruimte midden 10mm (1/2") • Door tijd opgegeven uitvoer van ontvangen Uitgeschakeld 4-61 gegevens  Instellingen in /uitschakelen  Instel. voor deactiveren van registratie •...
  • Pagina 667 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Scaninstellingen Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Scaninstellingen  Scaninstellingen  Uitgangsinstellingen status  Standaardinstellingen kleurmodus • Scanner algemeen Auto: Mono - Wijzigen Z/W-instelling in automodus uitschakelen Uitgeschakeld • E-mail Auto: Mono - Wijzigen Z/W-instelling in automodus uitschakelen Uitgeschakeld  Instelling Oorspronkelijke Bestandsindeling ...
  • Pagina 668 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • OCR Instelling - Lettertype + Westerse Talen Arial + Japans MS Gothic + Chinees SimSun 5-12 + Traditioneel Chinees MingLiU + Koreaa Dotum - Detecteer Afbeeldingspositie Ingeschakeld - Bestandsnaam Extractie Uitgeschakeld  Eenvoudige Scaninstellingen • Kleur Auto •...
  • Pagina 669 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instellingen voor 'Koppeling naar de bestemming Ingeschakeld verzenden'  Koppeling naar de bestemming verzenden' als Uitgeschakeld standaard instellen  Bewaarperiode voor bestanden 4 Uur  SSL inschakelen Ingeschakeld 5-30  Instelling van maximum aantal verzenddata(E-Mail) Onbeperkt •...
  • Pagina 670  Automatisch een voetnoot toevoegen aan de inhoud Uitgeschakeld van het e-mailbericht  E-mailvoetnootregistratie –  Vooraf ingestelde registratie – Op de MX-C303/MX-C303W is de OCR-uitbreidingskit vereist. Voor de faxinstellingen raadpleegt u "INSTELLINGSMODUS VOOR FAX (pagina 7-121)". Internet Fax-instellingen Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ●...
  • Pagina 671 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken • Ontvangen Geen Afgedrukt 7-70 Rapport  Instelling Afdrukken Activiteitenrapport • Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitgeschakeld • Dagelijks afdrukken op opgegeven tijd Uitgeschakeld •...
  • Pagina 672 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instelling toestaan/weigeren van mail of domeinnaam • Instelling toestaan/weigeren van mail of Alle Ongeldig 7-74 domeinnaam • Nieuwe Toevoegen –  Serverinstellingen  Ontvangstinstellingen • Internetfax Ontvangen Ingeschakeld • POP3-server – • Poortnummer • POP-authenticatie Uitgeschakeld •...
  • Pagina 673 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel) Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel)  Faxinstellingen – 4-65  Internet Fax-instellingen  Start Ontvangst – 7-75  Handm. ontvangsttoets op beginscherm Ingeschakeld  Ontvangen gegevens doorsturen – *1 Wanneer MX-C303W/MX-C304W is gebruikt. *2 Als een internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
  • Pagina 674 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Bestandsnaaminstelling • Voorinstelling van teken - Teken 1, 2 – - Bestandsnaamgeving + Nr.1 Naam Afzender + Nr.2 Datum & tijd + Nr.3 Geen 7-77 + Nr.4 Geen + Nr.5 Geen + Nr.6 Geen + Nr.7 Geen + Indien ontvangen van een contact, dat Uitgeschakeld...
  • Pagina 675 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instelling van Resultaat Melding Adres bij Opslaan • Instellingen ontvangstmeldingen Uitgeschakeld 7-79 • Adres van Bestemming Bericht – • Directe Invoer – *1 Als een internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. *2 Wanneer MX-C303W/MX-C304W is gebruikt. Setup Metadata Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina...
  • Pagina 676 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Stand afbeelding Liggend  Standaardinstellingen kleurmodus Auto, Mono • Wijzigen Z/W-instelling in automodus uitschakelen Uitgeschakeld  Standaard Belichtingsinstellingen Auto 6-17  Standaard origineelafbeeldingstype Tekst  Uitgangsinstellingen resolutie 200x200dpi  Standaard Uitvoerlade Hangt af van de configuratie van het apparaat ...
  • Pagina 677 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Standaardinstelling van PDF-indeling voor surfen op pc • Z/W - Compressiemodus MMR (G4) • Kleur/grijstinten - Comprimeringsfactor Gemiddelde compressie • Aantal kopieën Uitgeschakeld - Resolutie toepassen bij uitvoering van taak Uitgeschakeld - Resolutie 200×200dpi • Printer Uitgeschakeld - Resolutie toepassen bij uitvoering van taak Uitgeschakeld...
  • Pagina 678 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Beschikbare Taak Voor De Taakinstellingen • Afdrukken - Aantal kopieën Ingeschakeld - Printer Ingeschakeld - Scan verzenden Uitgeschakeld - I-fax verzenden(Incl. PC-I-fax) Uitgeschakeld - Fax verzenden(Incl. PC-Fax) Uitgeschakeld - Scannen naar schijf Ingeschakeld • Scan verzenden - Aantal kopieën Uitgeschakeld - Printer...
  • Pagina 679 "Cloud-verbindingshan dleiding". *1 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van het apparaat configureren. *2 Op de MX-C303/MX-C303W is de applicatiecommunicatiemodule vereist. *3 Op de MX-C303/MX-C303W is de externe accountmodule vereist. Authenticatie-instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ...
  • Pagina 680 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instelling authenticatiemeth. Een gebruiker authenticeren d.m.v. loginnaam en 1-45 wachtwoord • Hoofdlettergevoeligheid van loginnaam is Ingeschakeld ingeschakeld.  Snel inloggen inschakelen Uitgeschakeld  Inst. apparaataccountmodus • Apparaataccountmodus Uitgeschakeld • Login door andere gebruiker toestaan Uitgeschakeld •...
  • Pagina 681 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Ext. Scanner Gebruiken Voordat U Inlogt. Uitgeschakeld  Taakstatus opnemen in gebruikersauthenticatie Uitgeschakeld  Schakel IPP-verificatie in, behalve voor het Ingeschakeld printerstuurprogramma  Acties bij authenticeren gebruiker –  Acties bij paginalimiet uitvoertaken wordt bereikt Opdracht wordt afgerond, ook wanneer de paginalimiet wordt...
  • Pagina 682 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Algemene instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Algemene instellingen  Papierinstellingen  Papierlade- instellingen • Automatisch schakelen van lade Ingeschakeld • Toon Papierlade-instellingen wanneer lade voor Ingeschakeld handmatige invoer papier detecteert. - Papiercassette 1 Normaal 1, A4 (8-1/2" x 11") 1-108 - Papiercassette 2...
  • Pagina 683 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Bedienings- Instellingen  Voorwaarde- Instellingen • Schermweergave-instellingen - Vergrote weergavemodus Uitgeschakeld - Mededelingentijd Instellen 6 sec. - Taalinstelling Afhankelijk van land en regio - Standaardweergave-Instellingen Beginscherm - Favoriete menu's standaard weergeven Uitgeschakeld - Actiepaneel als standaard weergeven. Ingeschakeld - Het pictogram wordt getoond wanneer de Ingeschakeld...
  • Pagina 684 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Kaften/insteekv. modus uitschakelen Uitgeschakeld 2-97 • Schakel afdrukken van Handleiding uit vanaf het Uitgeschakeld 1-89 Bedieningspaneel • Beginwaarde aantal originelen Alle Ongeldig 1-110  Voorbeeldinstelling • Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens Uitgeschakeld • Standaardlijst/miniatuurweergave *2, *3 •...
  • Pagina 685 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Modus Eenvoudige Instellingen – • Een bevestigingsbericht weergeven wanneer Ingeschakeld "Detail" in "Eenvoudige modi" wordt geselecteerd  Instelling favoriete toets –  Toon instelling van Mode toets • Weergave Modus – 1-12 • Mode toets weergave Home Ingeschakeld ...
  • Pagina 686 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Standaard detecteren in automatische kleurmodus 3 (normaal) • Uitschakelen van duplex Uitgeschakeld • Uitschakelen van kleurmodus Uitgeschakeld 7-81 • Uitschakelen van origineelinvoer Uitgeschakeld • Optionele papiertoevoer uitschakelen* Uitgeschakeld • Lade-instelling uitschakelen Uitgeschakeld  Statusindicatorinstell. – •...
  • Pagina 687 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Datumformaat - Huidige Waarde – 7-83 - Formaat Afhankelijk van land en regio  Instellingen in /uitschakelen • Authenticatie-instellingen - In apparaataccountmodus de modus Home Uitgeschakeld bewerken uitschakelen 1-47 - Uitschakelen van afdrukken door ongeldige Uitgeschakeld gebruiker •...
  • Pagina 688 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina - Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma 4-75 + Uitschakelen Alle Programma Items Uitgeschakeld Registratie/Wissen - Registratie van geheugenvak uitschakelen Alle Ongeldig 4-86 - Bestemmingsregistratie met Globaal zoeken Alle Ongeldig adres uitschakelen - Registratie door middel van Network Scanner Uitgeschakeld Tool - Uitschakelen van doorsturen via netwerk...
  • Pagina 689 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Apparaatbeheer - Uitschakelen van origineelinvoer Uitgeschakeld - Uitschakelen van duplex Uitgeschakeld - Optionele papiertoevoer uitschakelen Uitgeschakeld 7-81 - Lade-instelling uitschakelen Uitgeschakeld - Kleurmodus uitschakelen Uitgeschakeld • Beveiligings- instellingen - Instelling Verborgen patroon afdrukken 7-107 + Directe invoer uitschakelen Uitgeschakeld ...
  • Pagina 690 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Netwerk- instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Netwerk- instellingen  Snelle setup  Instellingen voor draadloos  Connectietype Alleen bekabeld 7-85  IPv4-instellingen • DHCP Ingeschakeld • IPv4-adres – • Subnetmasker – • Standaard gateway –...
  • Pagina 691 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • SSL inschakelen – • Verbindingstest –  Openbare map/ NAS- instelling • public - Gebruik van opslag Toegestaan 7-87 • shared - Gebruik van opslag Toegestaan • faxreceive - Gebruik van opslag Toegestaan  Instellingen Netwerknaam ...
  • Pagina 692 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • IPv6-instellingen – - Primaire server – - Secundaire server – 7-89 - Domeinnaam – - DNS update Uitgeschakeld  IEEE802.1X instelling • IEEE802.1X authentificatie (Bedraad) Uitgeschakeld • EAP authenticatiemethode EAP-TLS • EAP gebruikersnaam – • Wachtwoord –...
  • Pagina 693 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Kerberos – • Instelling Kerberos-authenticatie – - KDC-server – - Poortnummer - Bereik –  SNTP – • SNTP-instellingen – - SNTP Uitgeschakeld - SNTP-server – - Poortnummer - Time-out 5 seconden - Synchroon interval 6 uur - Synchroniseren bij start Uitgeschakeld...
  • Pagina 694 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  SMB-instellingen • SMB 1.0 gebruiken Ingeschakeld • SMB 2.0 gebruiken Ingeschakeld • SMB 2.1 gebruiken Ingeschakeld • SMB 3.0 gebruiken Ingeschakeld  Direct print instellingen  LPD • Instelling LPD - LPD Ingeschakeld 7-93 - Time-out 90 seconden - Banner gebruiken Uitgeschakeld...
  • Pagina 695 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Account Toestelregistratie –  Gebruik.Naam – 1-62  Wachtwoord –  Status –  Openbare map/ NAS- instelling  public • Gebruik van opslag Toegestaan  shared 1-80 • Gebruik van opslag Toegestaan  faxreceive •...
  • Pagina 696 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Beveiligings- instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Beveiligings- instellingen  Wachtwoord wijzigen – 7-100  Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via – Wachtwoord  Voorwaarde- Instellingen  Afdruktaken beperken andere dan de huidige Uitgeschakeld Afdruktaak in Wachtrij •...
  • Pagina 697 - Poortnummer • SMB Uitgeschakeld • SMTP Ingeschakeld • WSD Ingeschakeld • Afdrukvrijgave Uitgeschakeld - Poortnummer 53000 7-102 • Sharp OSA (uitbreidingsplatform) • HTTPS Ingeschakeld - Poortnummer 10080 • HTTPS Ingeschakeld - Poortnummer 10443  Client-poort • HTTP Ingeschakeld • HTTPS Ingeschakeld •...
  • Pagina 698 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • SNMP-TRAP Ingeschakeld - Poortnummer • Opdracht voltooid Ingeschakeld • LDAP Ingeschakeld • LDAP-SSL Ingeschakeld • SMB Ingeschakeld • SNTP Uitgeschakeld • mDNS Ingeschakeld • Gegevensback-up verzenden Ingeschakeld • Afdrukvrijgave Ingeschakeld • XMPP Uitgeschakeld  Filterinstelling Uitgeschakeld ...
  • Pagina 699 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Client-poort - HTTPS Ingeschakeld - FTPS Ingeschakeld - SMTP-SSL Ingeschakeld - POP3-SSL Ingeschakeld - LDAP-SSL Ingeschakeld - Controleer de handtekening van het Uitgeschakeld servercertificaat van de andere partij. - Gebruik alleen TLS 1.2 Uitgeschakeld - syslog-SSL Ingeschakeld 7-103 •...
  • Pagina 700 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • IKEv1-instellingen - Vooraf gedeelde sleutel – - SA-levensduur (tijd) 28800 seconden 7-104 - SA-levensduur (grootte) 28800 KB - IKE-levensduur 30 sec.  IPsec-regels – 7-104  Documentbeheerfunctie  Bestemmingsinstellingen doorsturen (Verzonden gegevens) • Verzendingsgegevens doorsturen Uitgeschakeld - E-mail –...
  • Pagina 701 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Lettertypestijl Standaard • Camouflagepatroon Patroon 1 • Afdrukmethode Positief • Instelling afdrukinhoud • Vooringest. woord Ingeschakeld, NIET KOPIËREN • Vooraf Instellen Uitgeschakeld • Serienummer Uitgeschakeld • Accounttaak-id Uitgeschakeld 7-107 • Aanmeldnaam/gebr.nr. Uitgeschakeld • Controlenummer Uitgeschakeld •...
  • Pagina 702 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Selecteer de taak die u wilt afdrukken • Kopieren Ingeschakeld • Afdrukken Ingeschakeld • Afdrukken (Doc.a.) Ingeschakeld • Internetfax Ontvangen* Ingeschakeld • Fax Ontvangen* Ingeschakeld • Afdrukken tonen Ingeschakeld  Privé /apparaatgeg. initialis.* –  Beveiligingscode invoeren* –...
  • Pagina 703 Uitgeschakeld  Kopieren Uitgeschakeld  Beeld Verzenden Alle ingeschakeld  Document- Archivering Alle ingeschakeld  Systeeminstellingen Ingeschakeld  Sharp OSA Alle ingeschakeld  Lijst met energiebesparingspatronen  Patroon automatische update –  Origineel eco-patroon –  Instellingen specifieke datumhandeling –...
  • Pagina 704 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeem- controle G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Systeem- controle  Takenlogboek  Opdrachtlogboekgebruik – • Takenlogboek – • Opdrachtlogboek opslaan - Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail 50000 7-111 • Opdrachtlogboek verwijderen – • Opdrachtlogboek bekijken –...
  • Pagina 705 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Aanpassing beeldkwaliteit G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Aanpassing beeldkwaliteit  Collectieve Aanpassing  Registratieaanpassing* –  Stand fuserreiniging* – 7-116  Zwarte Letter/Zwarte Lijn Dikte verstelling  Verminder zwarte strepen Uitgeschakeld  Geef waarschuwingsbericht bij opmerken zwarte Uitgeschakeld strepen.
  • Pagina 706 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Afbeeldingskwaliteit Scan  RGB-instelling Alles 0  Scherpte 3 (normaal)  Contrast 3 (normaal) 7-118  Kleurprofielinstellingen* –  Aangepast CMYK-simulatieprofiel –  Aangepast invoerprofiel –  Aangepast uitvoerprofiel –  Algemene functies* –  Auto Kleurcalibratie (voor Kopie) –...
  • Pagina 707 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Eerste Ingebruikneming G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Instellingen Eerste Ingebruikneming  Voorwaarde- Instellingen  Naam –  Machinecode –  Machinelocatie –  Memo –  Klok aanpassen  Huidige datum –  Geef de tijdzone aan –...
  • Pagina 708 INSTELLINGSMODUS►STATUS STATUS Status Machine-identificatie Het scherm Machine-identificatie bevat de systeeminformatie van het apparaat. Hier worden de modelnaam, de huidige status en de locatie van het apparaat weergegeven. Item Beschrijving Toets [Update] Hiermee werkt u de weergegeven informatie bij. Serienummer Toont het serienummer van het apparaat. Als [Naam] niet is ingesteld, wordt [Niet ingesteld] weergegeven.
  • Pagina 709 INSTELLINGSMODUS►STATUS Item Beschrijving Voorraadstatus Toont de huidige status van de benodigdheden. Status papierinvoercassette Toont de huidige status van de papierladen die in het apparaat zijn geïnstalleerd. Toont het scherm voor opnieuw opstarten. Toets [Start de MFP opnieuw] (Beheerdersrechten zijn vereist.) Toets [Schakel de Toont het scherm van de energiespaarmodus.
  • Pagina 710 INSTELLINGSMODUS►STATUS Firmwareversie Geeft de firmwareversie van het apparaat in een lijst weer. Spanning uit/aan Via het scherm In-/uitschakelen kunt u het apparaat opnieuw opstarten of de energiespaarmodus inschakelen. Voor deze functie hebt u beheerdersrechten nodig. Item Beschrijving Hiermee wordt het apparaat opnieuw opgestart. Start de MFP opnieuw Tik op de toets [Uitvoeren] om het scherm Opnieuw opstarten te openen en tik daarna nogmaals op de toets [Uitvoeren] om het apparaat opnieuw op te starten.
  • Pagina 711 • Lijst Metadata-set • Gemeenschappelijke Instellingenlijst • Scaninstellingenlijst • Faxinstellingenlijst* • I-Fax Instellingenlijst* • Documentarchivering Instellingenlijst • Sharp OSA-instellingenlijst • Lijst authenticatie-instellingen Algemeen U kunt lijsten met beheerdersinstellingen afdrukken voor de volgende modi. • Lijst Papierinstellingen • Instellingenlijst Printeridentificatie • Uitvoeringsinstellingenlijst •...
  • Pagina 712 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Interface-Instellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkpoort te controleren en te bewaken. Hexadecimale Dump Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van een computer af te drukken in hexadecimale indeling, samen met de bijbehorende ASCII-tekst.
  • Pagina 713 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitgangsinstellingen status Als u gegevens afdrukt in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (met andere woorden: als u gegevens afdrukt via het MS-DOS-systeem of als u gegevens afdrukt via een pc waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd), stelt u de gedetailleerde afdrukvoorwaarden in.
  • Pagina 714 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN PCL-instellingen Hiermee worden symbolensets, lettertypen en regeleindecode ingesteld die worden gebruikt in een PCL-omgeving. Instellingen Instellingsitems Instellingen Instelling • Maak een selectie uit 35 PCL-symbolenset instel. Geef de symbolenset op die wordt gebruikt voor het afdrukken. items. • Intern lettertype •...
  • Pagina 715 (Uitgeschakeld) OOXML-instellingen Als u een Excel-bestand wilt afdrukken met Rechtstreeks afdrukken, selecteert u een vel (waarvan het deel waarop moet worden afgedrukt is geselecteerd) of het hele boek. Op de MX-C303/MX-C303W is de directe afdrukuitbreidingskit vereist. Afdrukvrijgave Instellingen Selecteer deze optie om E-mail afdrukken te gebruiken. Zie 'Handleiding vrijgave van afdrukken' voor meer informatie.
  • Pagina 716 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor e-mail afdrukken Selecteer deze optie om E-mail afdrukken te gebruiken. E-mail afdrukken Geef aan of E-mail afdrukken al dan niet moet worden uitgevoerd. POP3-server Stel de POP3-server voor e-mail in. Poortnummer Stel het poortnummer van de e-mailserver in. POP-authenticatie Stel deze optie in om POP-authenticatie voor e-mail uit te voeren.
  • Pagina 717 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Directe Afdrukinstellingen (Netwerkmap) Configureer deze instellingen als u bestanden in een netwerkmap met Rechtstreek afdrukken wilt gaan afdrukken. Er wordt een lijst met beschikbare netwerkmappen weergegeven. Als u een netwerkmap wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen] en configureert u de instellingen. Registratie van netwerkmap Configureer de instellingen voor de netwerkmap.
  • Pagina 718 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Beeld Verzenden Scaninstellingen Standaardadres Instelling standaard adres U kunt een standaardadres opslaan zodat u een bericht kunt verzenden door op de toets [Kleur Start] of de toets [Z/W Start] te drukken zonder een adres op te geven. Als [Voeg E-mailadres gebruiker toe voor aanmelden.] is geselecteerd, wordt het e-mailadres van de aangemelde gebruiker ingesteld als de standaardbestemming.
  • Pagina 719 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Onderwerpnaaminstellingen Standaardonderwerp Stel een maximum in van 80 volle of halve breedte tekens voor het standaardonderwerp voor een e-mail of internetfax. Vooraf ingestelde registratie U kunt u een vooraf ingestelde bestandsnaam voor verzonden bestanden gebruiken. Klik op de toets [Toevoegen] en stel een maximum in van 80 volle of halve breedte tekens voor de bestandsnaam.
  • Pagina 720 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Internet Fax-instellingen Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (Internetfax, Directe SMTP, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. Voorwaarde-Instellingen Hiermee worden de standaardinstellingen voor de modus Internetfax geconfigureerd. Resolutie-instelling Ingest. resolutie toepassen bij opslag U kunt de resolutie-instelling die was opgegeven toen het bestand werd opgeslagen gebruiken voor verzending. Resolutie-instelling De resolutie voor verzending van het bestand instellen.
  • Pagina 721 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Origineel afdrukken op transactierapport Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt, wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van de verzending op het transactierapport af te drukken. Selecteer een van de volgende instellingen. • Altijd Afdrukken • Afdrukken bij fouten •...
  • Pagina 722 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen verzenden Deze instellingen worden gebruikt om de instellingen voor de modus Internetfax te configureren. I-Fax Ontvanstrapport Aan/Uit Instelling Met deze instelling wordt een ontvangstrapport aangevraagd bij het verzenden van een internetfax. Time-Out Aanvraag I-Fax Ontvangstrapport Instellen De tijdsduur dat het apparaat wacht op het ontvangstrapport van het ontvangende apparaat kan worden ingesteld op elke waarde tussen 1 uur en 240 uur in stappen van 1 minuut.
  • Pagina 723 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Opnieuw bellen indien communicatiefout (Deze instelling werkt alleen bij Directe SMTP-verzending.) Deze instelling bepaalt hoe vaak het apparaat automatisch probeert terug te bellen als een faxverzending mislukt door een communicatiefout. Aantal herhaalde pogingen bij fouten Geef op hoe vaak het apparaat opnieuw een oproep moet plaatsen wanneer een communicatiefout optreedt. U kunt voor het opnieuw bellen het aantal belpogingen instellen.
  • Pagina 724 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Ontvangstdatum/-tijd afdrukken Schakel deze instelling in om de datum en tijd van ontvangst af te drukken. Selecteer [Binnen het ontvangen beeld] of [Buiten het ontvangen beeld] als positie waar de datum en tijd moeten worden afgedrukt. Wanneer [Binnen het ontvangen beeld] wordt geselecteerd, worden datum en tijd op de ontvangen afbeelding afgedrukt.
  • Pagina 725 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling toestaan/weigeren van mail of domeinnaam Hiermee wordt ontvangst van opgegeven adressen/domeinen wel of niet toegestaan. Item Instellingen Item Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is niet toegestaan. Ontvangst Toestaan Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is toegestaan. Alle Ongeldig Alle ongeldig Hiermee wordt een nieuw adres of domein (maximaal 50) toegevoegd waarvan ontvangst wel of niet is toegestaan.
  • Pagina 726 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling directe SMTP Poortnummer (ontvangen), Poortnummer (verzenden) Geef het poortnummer op dat moet worden gebruikt voor verzending en ontvangst via Directe SMTP. Time-out Geef de tijd op waarna de verzending of ontvangst wordt geannuleerd als er geen respons van de server wordt ontvangen tijdens verzenden/ontvangen via Directe SMTP.
  • Pagina 727 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan) Op een model dat niet is uitgerust met een harde schijf, wordt de instellingsnaam aangegeven als "Inkomende routeringinstellingen". Instellingen inkomende routing De ontvangen fax- en internetfaxgegevens kunnen worden doorgestuurd volgens de opgeslagen doorstuurtabel. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u de ontvangen internetfaxen ook doorsturen naar een specifiek e-mailadres zonder ze af te drukken.
  • Pagina 728 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie Verzendadres Hiermee wordt een nieuw afzendernummer of -adres opgeslagen voor gebruik bij inkomende routing. Lijstnaam Instellingen In te voeren adres Toont het ingevoerde afzendernummer of -adres. Voer een faxnummer in dat als de afzender moet worden opgeslagen. Als u meerdere Faxnummer afzendernummers invoert, moet u deze van elkaar scheiden met een puntkomma (;) of komma (,).
  • Pagina 729 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN De functie [Inkomende routing] inschakelen. Tik op [Beheerinstellingen] in het menu. Schakel de functie [Inkomende routing] via het instellingsscherm in. Sla het nummer of adres van de afzender op. Tik op [Registratie van afzendernummer/-adres] in het menu. Voer het bestemmingsnummer of -adres in dat u wilt opslaan. Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, hoeft u het afzendernummer en -adres niet afzonderlijk op te slaan.
  • Pagina 730 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Inbound Routing (opslaan) Instellingen voor opslag op harde schijf van ontvangen data U kunt een externe accountapplicatie toevoegen en beheren: Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de harde schijf. Item Instellingen Automatische Opslag in HDD van Stel in of u ontvangen faxen wilt opslaan op de harde schijf.
  • Pagina 731 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene instellingen Papierinstellingen Papierlade- instellingen Papiergewicht Hiermee wordt de fuseertemperatuur van de toner in overeenstemming met het gewicht van het papier geregeld. Deze instellingen zijn van toepassing op normaal papier, gerecycled papier, geperforeerd papier, voorbedrukt papier, briefhoofdpapier, gekleurd papier en eigen papier van de gebruiker. U kunt "60 - 89 g/m "...
  • Pagina 732 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaard detecteren in automatische kleurmodus Als de kleurmodus in de kleurmodus/modus beeldverzending is ingesteld op automatisch, kan het punt van onderscheid voor het detecteren of originelen kleur of zwart-wit zijn op één van de vijf niveaus worden ingesteld. Wanneer dit is ingesteld op [Dichter Z/W], worden originelen eerder herkend als in kleur.
  • Pagina 733 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Klokaanpassing Gebruik deze functie om de datum en tijd van de ingebouwde klok van het apparaat in te stellen. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld. Item Beschrijving Als uw zone voor ligt op GMT (Greenwich Mean Time), selecteert u [+].
  • Pagina 734 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Datumformaat Dit is de eerste basisinstelling voor de bediening van het apparaat. De notatie die wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld.
  • Pagina 735 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Geluidsinstellingen Configureer de geluiden en het volume ervan voor meldingen van het apparaat. Instellingen pieptoon (algemeen) Toetsgeluid Regelt het geluidsniveau van het toetsgeluid of schakelt het geluid uit. Pieptoon ongeldige invoer Regelt het volume van het geluid, of schakel het geluid uit bij een ongeldige instelling, zoals wanneer een nummer is ingegeven dat niet kan worden gespecificeerd.
  • Pagina 736 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerk- instellingen Snelle setup Selecteer de minimaal vereiste instellingen voor de apparaatverbinding met het netwerk. Instellingen voor draadloos Deze instelling verschijnt wanneer de MX-C303W/MX-C304W wordt gebruikt. Connectietype Gebruik deze instelling om te schakelen tussen [Alleen bekabeld], [Bedraad+Draadloos (Access Point Mode)] of [Draadloos (Infrastructuur Modus)].
  • Pagina 737 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN IPv4-adres Voer het IP-adres van het apparaat in. Subnetmasker Voer het IP-subnetmasker in. Standaard gateway Voer het standaardgateway-adres in. Instellingen Netwerknaam Apparaatnaam Voer een apparaatnaam in. Domeinnaam Voer de naam van het domein in. Opmerking Voer een opmerking in DNS-instellingen Primaire server Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
  • Pagina 738 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Wachtwoord Voer het wachtwoord in. Wachtwoord wijzigen Wijzig het wachtwoord door in te stellen. Verbindingstest Tik op de knop [Uitvoeren] om de verbinding met de SMTP-server te testen. LDAP-installatie Naam Voer de adresboeknaam in. Zoek-root Voert de standaardzoekinstellingen in voor het zoeken naar een specifiek gebied van de LDAP-directorygegevensstructuur.
  • Pagina 739 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Netwerknaam Apparaatnaam Voer een apparaatnaam in. Domeinnaam Voer de naam van het domein in. Opmerking Voer een opmerking in Protocolinstelling Selecteer de algemene netwerkinstellingen. De TCP/IP-gegevens kunnen worden ingesteld. Connectietype Schakel tussen [Alleen bekabeld], [Bedraad+Draadloos (Access Point Mode)], of [Draadloos (Infrastructuur Modus)] om zich aan te passen aan de netwerkverbindingsstatus.
  • Pagina 740 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN DHCPv6 Gebruik deze instelling om het IP-adres automatisch te verkrijgen met behulp van DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v6. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, is het niet nodig om het IP-adres handmatig in te voeren. Handmatig adres / Lengte van prefix Voer het IP-adres en de prefixlengte (0 t/m 128) van het apparaat in.
  • Pagina 741 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN IEEE802.1X instelling Met IEEE802.1X kan een gebruiker worden gemachtigd tot gebruik van het apparaat. Het IEEE802.1X-protocol definieert authenticatie op poortbasis voor zowel bedrade als draadloze netwerken. Gebruik IEEE802.1X-authenticatie om alleen geauthenticeerde apparaten gebruik te laten maken van het netwerk en het netwerk te beschermen tegen misbruik door derden.
  • Pagina 742 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Services instellingen Configureer de algemene netwerkinstellingen. Configureer de instellingen voor SMTP, Kerberos-authenticatie, SNTP, mDNS, SNMP en SMB. SMTP SMTP-instelling Primaire server Voer de hostnaam of het IP-adres van de primaire SMTP-server in. Secundaire server voer de hostnaam of het IP-adres van de secundaire SMTP-server in. Poortnummer Voer een poortnummer in.
  • Pagina 743 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Kerberos Instelling Kerberos-authenticatie KDC-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de Kerberos-authenticatieserver in. Poortnummer Voer het poortnummer van de Kerberos-authenticatieserver in. De standaardinstelling is poort 88. Bereik Voer de Kerberos-realm in. SNTP SNTP-instellingen SNTP Stel deze optie in om het SNTP-protocol te gebruiken. SNTP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de SNTP-server in.
  • Pagina 744 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Trap Community Voer de communitynaam in voor de SNMP TRAP die vanaf het apparaat wordt verstuurd. TRAP-doeladres Voer het IP-adres van de bestemmingscomputer voor SNMP TRAP-communicatie in. SNMP v3-instellingen SNMP v3-instellingen Stel deze optie in om de SNMPv3-instellingen te gebruiken. Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in.
  • Pagina 745 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN WSD-instellingen WSD afdrukken Stel deze optie in om WSD afdrukken te gebruiken. Multicast Discovery gebruiken Stel deze optie in om multicast-detectie te gebruiken. Instellingen voor externe afdrukservices Voor Google Cloudafdrukinstellingen, zie de "Handleiding cloud-verbinding". Voor AirPrint instellingen, zie de "Handleiding AirPrint". LDAP-installatie De LDAP-instellingen worden hierna uitgelegd.
  • Pagina 746 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingsitems Instelling Gebruikersnaam Voer de accountnaam voor de LDAP-instelling in. Voer het wachtwoord in. Wachtwoord Als u het wachtwoord wilt wijzigen, stelt u [Wachtwoord wijzigen] in op Authenticatietype Selecteer de authenticatieserver in de vervolgkeuzelijst. Prefix binden Stel de bindprefix in. De standaardinstelling is 'uid'. Stel de serverapplicatie in.
  • Pagina 747 (Bijvoorbeeld: "10*" (gelijk aan 100.nnn.nnn.nnn tot 109.nnn.nnn.nnn) Als de Sharp OSA-toepassing die "HTML Browser 3.5" gebruikt is ingesteld op een uitzonderingsadres, kan regel (3) niet worden gebruikt. 4) U kunt een scheidingsteken (puntkomma (;)) gebruiken om meerdere adressen in te voeren.
  • Pagina 748 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Scherm voor draadloze instellingen weergeven Klik op de knop [Setup]. In het scherm Instellingen voor draadloos kunt u de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode voor het draadloze netwerk instellen. Draadloze instellingen initialiseren Klik op de knop [Initialiseren]. De instellingen voor de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode worden geïnitialiseerd.
  • Pagina 749 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Scherm Instellingen voor draadloos (Infrastructuur Modus) Als [Connectietype] is ingesteld op [Draadloos (Infrastructuur Modus)] en u op de knop [Setup] klikt, dan wordt het scherm Instellingen voor draadloos (Infrastructuur Modus) weergegeven. Configureer hier de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode voor het draadloze netwerk. Wanneer u op de knop [Indienen] klikt, worden de instellingen opgeslagen.
  • Pagina 750 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Webpagina-instelling Apparaat Hierna worden de toegangsinstellingen voor de instellingsmodus (webversie) uitgelegd. HTTP- toegangs- instellingen Aantal gebruikers dat tegelijkertijd kan aanmelden Voer het aantal gebruikers in dat gelijktijdig toegang heeft tot de instellingsmodus (webversie). Tijd voor automatisch afmelden Voer een tijd in voor automatische afmelding wanneer de communicatie met het apparaat niet meer voortduurt. Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart.
  • Pagina 751 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligings- instellingen Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-9)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat. Wachtwoord wijzigen Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord Gebruik deze instelling om het aanmeldscherm weer te geven zodat de gebruiker zich moet aanmelden om toegang te krijgen tot de webserver.
  • Pagina 752 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-Instellingen Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij U kunt de instellingen selecteren voor het annuleren van afdrukopdrachten die niet moeten worden vastgehouden of juist aangeven dat alle afdrukopdrachten moeten worden vastgehouden. Als [Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij] is ingeschakeld, kunnen onderstaande instellingen worden geselecteerd.
  • Pagina 753 • LDAP-SSL • SMTP • SMB/WINS • WSD • SNTP • Afdrukken vrijgeven • mDNS • Sharp OSA (uitbreidingsplatform) • Gegevensback-up (verzenden) • HTTP • Afdrukken vrijgeven • HTTPS • XMPP Filterinstelling U kunt de filter via een IP- of MAC-adres instellen om ongeautoriseerde toegang tot het apparaat via een netwerk te voorkomen.
  • Pagina 754 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Client-poort • HTTPS: SSL-versleuteling toepassen op HTTP-communicatie. • FTPS: SSL-versleuteling toepassen op FTP-communicatie. • SMTP-SSL: SSL-versleuteling toepassen op SMTP-communicatie. • POP3-SSL: SSL-versleuteling toepassen op POP3-communicatie. • LDAP-SSL: SSL-versleuteling toepassen op LDAP-communicatie. • Controleer de handtekening van het servercertificaat van de andere partij.: Controleer het certificaat van de communicatiebestemmingsserver.
  • Pagina 755 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Versleutelingsinstellingen E-mail ondertekenen Schakel 'E-mail ondertekenen' in om een handtekening te gebruiken. Versleutelen Schakel versleuteling in. Schakelen verzenden uit, naar de adressen die niet kunnen worden versleuteld. Verbied verzending naar adressen die niet kunnen worden versleuteld. Certificaatinformatie Wanneer er een certificaat van het apparaat is geïnstalleerd, klikt u op de toets [Weergeven] om de certificaatinformatie weer te geven.
  • Pagina 756 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Clientadres Stel het type IP-adres voor de bestemming in en het poortnummer (voor IPv6 geeft u het poortnummer en de prefixlengte op). Protocol Stel het protocol in dat moet worden gebruikt. Filtermodus Geef de filter op die voor IPsec moet worden gebruikt. IPsec-encryptie Configureer de instellingen voor de authenticatiemethode voor IPsec.
  • Pagina 757 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Documentbeheerfunctie Alle verzonden beeldgegevens (verzonden of ontvangen via fax of e-mail) kunnen naar elke willekeurige bestemming worden doorgestuurd. Lijstnaam Instellingen Bestemmingsinstellingen doorsturen (Verzonden gegevens) Verzendingsgegevens doorsturen Stel een bestemming in voor het doorsturen van de verzonden gegevens. Selecteer een doorstuurtype voor de verzonden of ontvangen beeldgegevens. Selecteer E-mail/Netwerkmap/FTP/ vervolgens de bestemming via het adresboek.
  • Pagina 758 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verborgen patroon afdrukken Selecteer Instelling Verborgen patroon afdrukken. De functie Verborgen patroonafdrukken voorkomt niet-geautoriseerd kopiëren, omdat de opgegeven tekst op de achtergrond van de uitvoervellen wordt afgedrukt. Uitgangsinstellingen status Standaardinstellingen Item Instellingen Instelling Verborgen patroon Een patroonafdruk kan worden afgedrukt met deze instellingen. afdrukken Afdrukkleur Selecteer een afdrukkleur.
  • Pagina 759 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Traceer- gegevensafdruk Hiermee drukt u de tracking-informatie boven of onder aan uitgevoerde pagina's af wanneer een kopieer- of afdrukopdracht wordt uitgevoerd. Item Instellingen Instelling traceergegevensafdruk Stel deze optie in om de tracking-informatie af te drukken. De volgende informatie kan worden afgedrukt. Afdrukgegevens •...
  • Pagina 760 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Certificaatbeheer Certificaatbeheer van apparaat Importeren Importeer certificaat/geheime sleutel. Exporteren Exporteer certificaat/geheime sleutel. Certificaatinformatie Toont de status van het certificaat. Aanmaken Certificaat en Private Sleutel Algemene naam (verplicht) Voer de naam in die moet worden gebruikt. Organisatie Voer de naam van de organisatie in. Organisatorische eenheid Voer de naam van de eenheid binnen de organisatie in.
  • Pagina 761 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Maker van Certificate Signing Request(CSR) Algemene naam (verplicht) Voer de naam in die moet worden gebruikt. Organisatie Voer de naam van de organisatie in. Organisatorische eenheid Voer de naam van de eenheid binnen de organisatie in. Plaats/locatie Voer de plaats of de locatie in. Staat/provincie Voer de staat of de provincie in.
  • Pagina 762 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Systeemcontrole Takenlogboek Opdrachtlogboekgebruik Hiermee wordt het logboek van een uitgevoerde opdracht op het apparaat verwijderd of opgeslagen. Stel het aantal opdrachten in voor [Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail] en klik op [Opslaan]. Tik op de toets [Wissen] om het takenlogboek te verwijderen. U kunt het takenlogboek opslaan door [Takenlogboek] te selecteren in de instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 763 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaat kopiëren De instellingsinformatie van het apparaat wordt in XML-indeling opgeslagen en gekopieerd naar een ander apparaat. Met deze functie hoeft u dezelfde instellingen niet telkens opnieuw te configureren in verschillende apparaten. Als u het apparaat wilt gebruiken om een bestand te bewerken, plaatst u de USB-stick in het apparaat. Als u instellingen op de webpagina moet selecteren, gebruikt u de computer om het bestand te bewerken.
  • Pagina 764 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Bewaren/ oproepen van systeeminstellingen U kunt de instellingen van de huidige instellingsmodus naar de vorige opgeslagen instellingen of naar de fabrieksinstellingen terugzetten. Huidige Configuratie Opslaan Hiermee wordt de momenteel geconfigureerde instellingsmodus opgeslagen in het apparaatgeheugen. De opgeslagen instellingen worden bewaard, ook nadat u het apparaat met de toets [Aan] hebt uitgeschakeld. Gebruik 'Configuratie Herstellen' hieronder om de opgeslagen instellingen op te halen.
  • Pagina 765 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Status- en waarschuwingsbericht via e-mail Statusbericht Hiermee selecteert u de instellingen voor de standaard e-mailstatusfunctie of geavanceerde e-mailstatusfunctie. De e-mailstatusfunctie kan periodiek de apparaatinformatie naar het opgeslagen adres verzenden. Standaard Hiermee stelt u de E-mailstatusadreslijst 1, E-mailstatusadreslijst 2 en E-mailstatusdealeradreslijst afzonderlijk in. Item Beschrijving Voer het bestemmingse-mailadres voor verzending van de apparaatstatusinformatie in.
  • Pagina 766 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN SMTP-instelling Gebruik SMTP-server in [Netwerk- instellingen]. Stel de SMTP-serverinstellingen in die worden gebruikt voor e-mailstatus en e-mailwaarschuwing, in dezelfde instellingen als SMTP-instelling (pagina 7-86) van netwerkinstelling. SMTP-instelling Gebruik deze instelling indien "Gebruik SMTP-server in [Netwerk- instellingen]." niet wordt gebruikt. Primaire server Voer de hostnaam of het IP-adres van de primaire SMTP-server in.
  • Pagina 767 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit aanpassen • Registratieaanpassing of Fuser schoonmaakfunctie in [Collectieve Aanpassing], alle algemene functies en het verwijderen van een tonercartridge kunnen alleen in de instellingsmodus op het apparaat worden uitgevoerd. • De kleurprofielinstellingen kunnen alleen op de webpagina worden geconfigureerd. Collectieve Aanpassing Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld.
  • Pagina 768 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit Afdruk Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit U kunt de kopieerkwaliteit eenvoudig aanpassen vanuit de standaardinstellingen. U kunt de standaardinstelling ([2]) op [1 (Zacht)] of [3 (Scherp)]. zetten. Kleurbalans Instellen (Kleur / Z/W) U kunt de standaard kleurschakeringen en de dichtheid van uren- en zwart/wit-kopieën aanpassen. De dichtheid van elke kleur is verdeeld over drie bereiken en u kunt het niveau van elk bereik instellen.
  • Pagina 769 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit Scan RGB-instelling Stel de kleurtoon (RGB) voor scannen in. Scherpte Gebruik deze instelling voor een scherpe gescande afbeelding. Contrast Het contrast van gescande afbeeldingen kan worden aangepast. Kleurprofielinstellingen Stel de kleurprofielen voor afdrukken in. Aangepast CMYK-simulatieprofiel Huidige profielnaam Hier wordt de profielnaam weergegeven die momenteel is ingesteld.
  • Pagina 770 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene functies Auto Kleurcalibratie (voor Kopie) Auto Kleurcalibratie (voor Afdrukken) Kopiecalibratie vanaf Scherm Printer Kalibratie door Scherm Automatische kleurcorrectie uitvoeren als de kleur niet klopt. Bij kopiëren gebruikt u [Auto Kleurcalibratie (voor Kopie)] voor de aanpassing. Bij afdrukken gebruikt u [Auto Kleurcalibratie (voor Afdrukken)] voor de aanpassing.
  • Pagina 771 INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Eerste Ingebruikneming Hiermee worden de items gegroepeerd die direct na de installatie van het apparaat zijn ingesteld. De Instellingen Eerste Ingebruikneming komen overeen met de normale instellingen met dezelfde naam. Raadpleeg voor meer informatie over een instelling de uitleg over het normale item. Item Beschrijving Voorwaarde- Instellingen...
  • Pagina 772 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Hierna volgt een overzicht van de instellingsmodus voor fax- en fabrieksinstellingen. • Deze instelling verschijnt wanneer de MX-C303W/MX-C304W wordt gebruikt. • Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 773 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Instelling Afdrukken Activiteitenrapport - Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitge schak. 4-107 - Dagelijks afdrukken op opgegeven tijd Uitge schak. • Super G3 instelling Ingeschakeld 4-52 • ECM Ingeschakeld 4-52 • Digitaal lijnnetwerk Uitge schak.
  • Pagina 774 INSTELLINGSMODUS►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Instelling aantal toestaan/weigeren 4-59 - Instelling aantal toestaan/weigeren Alle Ongeldig  Fax Navraagbeveiliging • Set faxdetectiebeveiliging in Ingeschakeld 4-85 • Nieuw Toev –  F-Codegeheugenvak – 4-89 • Vaktype Alle vakken • Opties tonen ●...
  • Pagina 775 The copyrights for the software components and various relevant documents included with this product that were developed or written by SHARP are owned by SHARP and are protected by the Copyright Act, international treaties, and other relevant laws. This product also makes use of freely distributed software and software components whose copyrights are held by third parties.
  • Pagina 776 Copyright (c) 1995 - 2008 Kungliga Tekniska Högskolan (Royal Institute of Technology, Stockholm, Sweden). All rights reserved. All rights reserved. Export of this software from the United States of America may require a specific license from the United States Government. It is the responsibility of any person or organization contemplating export to obtain such a license before exporting.
  • Pagina 777 THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
  • Pagina 778 The licence and distribution terms for any publically available version orderivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply becopied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.] D3DES License --------------- Copyright (c) 1988,1989,1990,1991,1992 by Richard Outerbridge. (GEnie : OUTER; CIS : [71755,204]) Graven Imagery, 1992.
  • Pagina 779 Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that redistributors of a free program will individually obtain patent licenses, in effect making the program proprietary. To prevent this, we have made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all. The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow.
  • Pagina 780 sections as part of a whole which is a work based on the Program, the distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of who wrote it.
  • Pagina 781 may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties to this License. 7. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License.
  • Pagina 782 THE QUALITY AND PERFORMANCE OF THE PROGRAM IS WITH YOU. SHOULD THE PROGRAM PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION. 12. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER, OR ANY OTHER PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE PROGRAM AS PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO YOU FOR DAMAGES, INCLUDING ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES ARISING OUT OF THE USE OR INABILITY TO USE THE PROGRAM...
  • Pagina 783 You should also get your employer (if you work as a programmer) or your school, if any, to sign a "copyright disclaimer" for the program, if necessary. Here is a sample; alter the names: Yoyodyne, Inc., hereby disclaims all copyright interest in the program `Gnomovision' (which makes passes at compilers) written by James Hacker.
  • Pagina 784 library, you must provide complete object files to the recipients, so that they can relink them with the library after making changes to the library and recompiling it. And you must show them these terms so they know their rights. We protect your rights with a two-step method: (1) we copyright the library, and (2) we offer you this license, which gives you legal permission to copy, distribute and/or modify the library.
  • Pagina 785 The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow. Pay close attention to the difference between a "work based on the library" and a "work that uses the library". The former contains code derived from the library, whereas the latter must be combined with the library in order to run. GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION 0.
  • Pagina 786 c) You must cause the whole of the work to be licensed at no charge to all third parties under the terms of this License. d) If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be supplied by an application program that uses the facility, other than as an argument passed when the facility is invoked, then you must make a good faith effort to ensure that, in the event an application does not supply such function or table, the facility still operates, and performs whatever part of its purpose remains meaningful.
  • Pagina 787 However, linking a "work that uses the Library" with the Library creates an executable that is a derivative of the Library (because it contains portions of the Library), rather than a "work that uses the library". The executable is therefore covered by this License.
  • Pagina 788 For an executable, the required form of the "work that uses the Library" must include any data and utility programs needed for reproducing the executable from it. However, as a special exception, the materials to be distributed need not include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component itself accompanies the executable.
  • Pagina 789 If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section is intended to apply, and the section as a whole is intended to apply in other circumstances. It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other property right claims or to contest validity of any such claims;...
  • Pagina 790 YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE LIBRARY TO OPERATE WITH ANY OTHER SOFTWARE), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Libraries If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the public, we recommend making it free software that everyone can redistribute and change.
  • Pagina 791 GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 3, 29 June 2007 Copyright (C) 2007 Free Software Foundation, Inc. <http://fsf.org/> Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble The GNU General Public License is a free, copyleft license for software and other kinds of works. The licenses for most software and other practical works are designed to take away your freedom to share and change the works.
  • Pagina 792 "This License" refers to version 3 of the GNU General Public License. "Copyright" also means copyright-like laws that apply to other kinds of works, such as semiconductor masks. "The Program" refers to any copyrightable work licensed under this License. Each licensee is addressed as "you". "Licensees"...
  • Pagina 793 The Corresponding Source for a work in source code form is that same work. 2. Basic Permissions. All rights granted under this License are granted for the term of copyright on the Program, and are irrevocable provided the stated conditions are met. This License explicitly affirms your unlimited permission to run the unmodified Program. The output from running a covered work is covered by this License only if the output, given its content, constitutes a covered work.
  • Pagina 794 d) If the work has interactive user interfaces, each must display Appropriate Legal Notices; however, if the Program has interactive interfaces that do not display Appropriate Legal Notices, your work need not make them do so. A compilation of a covered work with other separate and independent works, which are not by their nature extensions of the covered work, and which are not combined with it such as to form a larger program, in or on a volume of a storage or distribution medium, is called an "aggregate"...
  • Pagina 795 Corresponding Source. The information must suffice to ensure that the continued functioning of the modified object code is in no case prevented or interfered with solely because modification has been made. If you convey an object code work under this section in, or with, or specifically for use in, a User Product, and the conveying occurs as part of a transaction in which the right of possession and use of the User Product is transferred to the recipient in perpetuity or for a fixed term (regardless of how the transaction is characterized), the Corresponding Source conveyed under this section must be accompanied by the Installation Information.
  • Pagina 796 relicensing or conveying under this License, you may add to a covered work material governed by the terms of that license document, provided that the further restriction does not survive such relicensing or conveying. If you add terms to a covered work in accord with this section, you must place, in the relevant source files, a statement of the additional terms that apply to those files, or a notice indicating where to find the applicable terms.
  • Pagina 797 A "contributor" is a copyright holder who authorizes use under this License of the Program or a work on which the Program is based. The work thus licensed is called the contributor's "contributor version". A contributor's "essential patent claims" are all patent claims owned or controlled by the contributor, whether already acquired or hereafter acquired, that would be infringed by some manner, permitted by this License, of making, using, or selling its contributor version, but do not include claims that would be infringed only as a consequence of further modification of the contributor version.
  • Pagina 798 Notwithstanding any other provision of this License, you have permission to link or combine any covered work with a work licensed under version 3 of the GNU Affero General Public License into a single combined work, and to convey the resulting work.
  • Pagina 799 END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Programs If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the public, the best way to achieve this is to make it free software which everyone can redistribute and change under these terms. To do so, attach the following notices to the program.
  • Pagina 800 ---------------------------------------------------------------------------libtiff--------------------------------------------------------------------------- Copyright (c) 1988-1997 Sam Leffler Copyright (c) 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
  • Pagina 801 (de "Software"), en hieraan gerelateerde documentatie worden aan u in licentie gegeven door SHARP. U bent eigenaar van de schijf waarop de Software is vastgelegd, maar SHARP en/of de licentienemers van SHARP behouden het eigendomsrecht op de Software en hieraan gerelateerde documentatie.
  • Pagina 802 De Software en hieraan gerelateerde documentatie worden in hun huidige vorm ("ZOALS DEZE IS") geleverd, zonder garantie van welke aard dan ook en SHARP en de Licentienemer(s) van SHARP (met betrekking tot bepalingen 6 en 7 zal naar SHARP en de Licentienemer(s) van SHARP gezamenlijk worden verwezen als "SHARP") WIJZEN UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES, IMPLICIET DAN WEL EXPLICIET, AF MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE GEÏMPLICEERDE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
  • Pagina 803 2019C-NL2...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mx-c303wMx-c304Mx-c304w