INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN
Beveiligings- instellingen
Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie
VOEDING INSCHAKELEN (pagina
Wachtwoord wijzigen
Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord
Gebruik deze instelling om het aanmeldscherm weer te geven zodat de gebruiker zich moet aanmelden om toegang te
krijgen tot de webserver.
Wachtwoord wijzigen
Het beheerderswachtwoord kan worden gewijzigd.
Zorg ervoor dat u het nieuwe wachtwoord onthoudt wanneer u het wachtwoord wijzigt.
(Wij raden u aan het beheerderswachtwoord regelmatig te wijzigen.)
Voer een wachtwoord in met minimaal 1 en maximaal 255 tekens (beheerderswachtwoord: minimaal 5 en maximaal 255
tekens), en tik op de toets [Opslaan].
De instelling wordt pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
• Het wachtwoord voor authenticatie op gebruikersniveau is vereist om een bestemming toe te voegen, te bewerken of
te verwijderen. Wanneer u zich aanmeldt, voert u 'user' in als gebruikersnaam. Vervolgens voert u het
gebruikerswachtwoord in dat u bij deze optie hebt geregistreerd.
Het wachtwoord voor authenticatie op beheerdersniveau is vereist om alle instellingen en dezelfde functies te
selecteren die beschikbaar zijn met het wachtwoord op gebruikersniveau. Wanneer u zich aanmeldt, voert u 'admin' in
als gebruikersnaam. Vervolgens voert u het beheerderswachtwoord in dat u bij deze optie hebt geregistreerd.
• Als u op de toets [Opslaan] tikt zonder een wachtwoord in te voeren, wordt uitgegaan van de eerder ingestelde
waarde. Wachtwoordbeveiliging is standaard ingeschakeld.
Volgens de standaardinstellingen moet er een wachtwoord worden ingevoerd.
(Raadpleeg de 'Beknopte bedieningshandleiding' voor het standaardwachtwoord.)
1-9)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat.
7-100
'DE