SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT
Gegevensinvoermodus
Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden
gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een
directory op een FTP-server of een toepassing op een pc.
De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
De applicatie-integratiemodule kan worden gecombineerd met de netwerkscanner om een metadatabestand aan een
gescand afbeeldingsbestand toe te voegen.
Metadata bieden informatie over een bestand, hoe het verwerkt moet worden en wat de relatie met andere objecten is.
Zie
'METADATA VERZENDEN (pagina
VOORDAT U DE NETWERKSCANNER GEBRUIKT
Als u het apparaat wilt gebruiken als een netwerkscanner, moet u afzendergegevens opslaan, serverinstellingen
configureren, bestemmingen in het adresboek opslaan en de overige vereiste handelingen uitvoeren.
Zorg dat de hoofdschakelaar op '
1
Als de Aan-indicator brandt, staat de hoofdschakelaar op '
hoofdschakelaar in de stand "
DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-9)
►
Controleer de datum en de tijd.
2
Controleer of de correcte datum en tijd op het apparaat zijn ingesteld.
De datum en tijd van het apparaat instellen:
Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Klok aanpassen].
Als [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden gewijzigd.
Selecteer [Systeeminstellingen] bij "Instellingen (beheerder)" →[Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] →
[Instellingen in /uitschakelen] → [Bedienings- Instellingen] om de instelling [Klokinstelling deactiveren] uit te schakelen.
Sla de gegevens van de afzender op.
3
Voordat u Scannen naar E-mail gaat gebruiken:
Sla de standaardnaam van de afzender op bij 'Naam Afzender' en het e-mailantwoordadres bij 'E-mailantwoordadres'.
5-149)' voor de bedieningsprocedure.
' staat.
" en drukt u op de toets [Aan] op het bedieningspaneel.
5-5
'. Als de Aan-indicator niet brandt, zet u de