VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
Instellingen
Item
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam gebruiken als
*1
loginnaam.
Voorletter (optioneel)
Index
*2
Gebruikersnr.
*1
Gebruikersnaam
*1, 3
Wachtwoord
Wachtwoord wijzigen
Vrijgeven
Opdrachtvergrendelingsstatus
E-mailadres
Pad naar basismap
Gebruik Inlog Naam en
Wachtwoord voor Gebruikers
Authenticatie.
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Wachtwoord wijzigen
*1
Authenticatie-instellingen
Authenticatieserver
Organisatie/Groep
Paginalimietgroep
Authoriteitsgroep
Favoriete handelingen-groep
Default Billing Code
Mijn map
*1 Wordt niet weergegeven als 'Gebruikersnr.' is geselecteerd als authenticatiemethode.
*2 Wordt weergegeven als 'Gebruikersnr.' is geselecteerd als authenticatiemethode.
*3 Niet vereist als netwerkauthenticatie wordt gebruikt, omdat het wachtwoord dat in de LDAP-server is opgeslagen wordt gebruikt.
Een gebruikersnaam van maximaal 255 tekens opslaan. Deze gebruikersnaam wordt
gebruikt als toetsnaam in het authenticatiescherm, als gebruikersnaam voor
documentarchivering en als verzendernaam.
Selecteer deze optie
als u de ingevoerde gebruikersnaam wilt gebruiken als
aanmeldnaam.
Hiermee wordt bepaald waar de gebruikersnaam wordt opgenomen in de gebruikerslijst. Voer
maximaal 10 karakters in voor de voorletters.
Selecteer een aangepaste index om op te slaan. De namen van aangepaste indexen zijn
dezelfde namen als in het adresboek.
Voer een gebruikersnummer van 5 tot 8 cijfers in.
Voer de gebruikersnaam in die wordt gebruikt wanneer authenticatie met behulp van een
gebruikersnaam en wachtwoord is ingeschakeld (maximaal 255 tekens). (De
gebruikersnaam moet uniek zijn.)
Voer het wachtwoord in (van 1 tot 255 tekens) dat wordt gebruikt voor gebruikersauthenticatie
met een gebruikersnaam en wachtwoord (het wachtwoord is optioneel).
Nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd, voert u het nogmaals in bij 'Wachtwoord
(bevestiging)'.
Vink dit vakje af om het ingestelde wachtwoord te veranderen.
Wordt getoond wanneer het aanmelden mislukt is, en later aanmelden op de printer is niet
mogelijk. Klik op [Uitvoeren] om deze blokkering van het aanmelden te verwijderen, en de
gebruiker toe te laten zich opnieuw aan te melden.
Voer het e-mailadres in dat wordt gebruikt in de verzendlijst en voor LDAP-authenticatie
(maximaal 255 tekens).
Voer maximaal 127 tekens in van volle of halve breedte voor het home directory-pad.
Geef aan of de combinatie gebruikersnaam/wachtwoord voor de gebruikersauthenticatie
identiek moeten zijn aan de combinatie gebruikersnaam/wachtwoord voor de authenticatie
voor het pad van de home directory.
Voer maximaal 127 tekens in van volle of halve breedte voor de gebruikersnaam voor
authenticatie van het home directory-pad.
Voer maximaal 255 cijfertekens in voor het wachtwoord voor authenticatie van het home
directory-pad.
Vink dit vakje af om het ingestelde wachtwoord te veranderen.
Selecteer [Lokaal aanmelden], [Netwerkauthenticatie] (als LDAP is ingeschakeld) of [Active
Directory] (als Active Directory is ingeschakeld) voor de authenticatie.
Als [Netwerkauthenticatie] is geselecteerd, selecteert u de server die voor
gebruikersauthenticatie moet worden gebruikt in de lijst met LDAP-servers die is
opgeslagen in de instellingsmodus (webversie).
Stel een groep in waarvan de gebruiker deel uitmaakt.
Er kunnen maximaal 8 groepen worden toegewezen.
Geef de paginalimiet voor de gebruiker op door een van de opgeslagen
paginalimietgroepen te selecteren. De fabrieksinstelling is [Onbeperkt].
Zie
'Paginalimietgroep (pagina
Geef de gebruikersbevoegdheden op door een van de opgeslagen authoriteitsgroepen te
selecteren. De fabrieksinstelling is [Gebruiker].
Zie
'Authoriteitsgroep (pagina
De Favoriete handelingen-groep wordt weergegeven als de gebruiker zich aanmeldt. De
fabrieksinstelling is [Volgens de systeeminstellingen].
Selecteer [Gebruikers -bediening] in de instellingsmodus (webversie) als u de instellingen wilt wijzigen.
De Main Code en Sub Code instellen als de gebruiker zich aanmeldt.
De fabrieksinstelling is [Niet ingesteld].
Sla de map die voor documentarchivering moet worden gebruikt als speciale gebruikersmap op
(of als Mijn map). U kunt een opgeslagen map selecteren of een nieuwe map maken en opgeven.
1-41
Beschrijving
1-50)' voor meer informatie.
1-51)' voor meer informatie.