Bedieningselementen oven
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de
ovenfuncties en schakelt u de ovenver-
lichting apart in.
U kunt de schakelaar links- en rechts-
om draaien.
In de stand 0 kunt u de schakelaar ver-
zinken door erop te drukken.
Ovenfuncties
Verlichting
Boven-Onderwarmte
Onderwarmte
Grill
Pyrolyse
Snelopwarmen
Hetelucht plus
Intensief bakken
Circulatiegrill
Gratineren
18
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperaturen voor de bereidingen in.
U kunt de schakelaar tot de aanslag
naar rechts draaien en weer terug. In de
stand kunt u de schakelaar verzinken
door erop te drukken.
Het temperatuurbereik vindt u op de
temperatuurschakelaar. Bij de ovens
ziet u de temperaturen ook op het be-
dieningspaneel.
Controlelampje temperatuur
Het controlelampje brandt als de
ovenverwarming ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur is be-
reikt, gebeurt het volgende:
– De ovenverwarming wordt uitgescha-
keld.
– Het controlelampje voor de tempera-
tuur dooft.
De temperatuurregeling van het appa-
raat zorgt ervoor dat de ovenverwar-
ming en het controlelampje weer wor-
den ingeschakeld, zodra de tempera-
tuur onder de ingestelde waarde daalt.