Grasbreedzaaicombinaties AMAZONE GBK
8.2.3
Afstellen van de glijgoot
64
De zijdelingse grenseggen mogen tijdens het werk nooit in de grond
grijpen, omdat ze dan een kleine geul zouden maken.
Met de glijgoot kan het zaaigoed gelijkmatig worden verdeeld, waarbij
het zaad naar de grond wordt geleid en verwaaien door de wind wordt
voorkomen.
Aan de hand van de hoek van de glijgoot kan de zaaidiepte worden
ingesteld.
Werking
Tijdens het werk vormt zich achter de schudeg afhankelijk van de
werkdiepte en de rijsnelheid min of meer een grondrug. Als de glijgoot
naar achteren (richting wals) wordt gekanteld, wordt het zaaigoed op
het bodemoppervlak gelegd. Als de glijgoot naar voren (richting
schudeg) wordt gekanteld, wordt het zaaigoed in de grond gewerkt;
het kan tot 3 - 4 cm worden ingewerkt.
Afstellen van de glijgoot:
·
Draai beide M10-moeren aan beide zijden van de glijgoot los
(afb. 8.2.3).
·
Kantel de glijgoot in de gewenste stand.
·
Draai de moeren weer vast.
GBK / GNK / HR BAF0004.0 02.09