❍ Maak een zodanige beeldcompositie dat elk beeld 30 tot 50% van het
aangrenzende beeld overlapt. Probeer de verticale lijnafwijking binnen 10% te
houden.
❍ Neem in het overlappende gebied geen bewegende objecten op.
❍ Probeer geen beelden aan elkaar te hechten waarin zowel nabij- als
verafgelegen onderwerpen aanwezig zijn. Objecten kunnen er dan gekromd of
dubbelgevouwen uitzien.
Ne
107