Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Units Met Hydromodule En Pomp Met Variabel Toerental - Regeling Constant Drukverschil (Delta P Regeling); Procedure Voor Het Inregelen Van Het Delta P Setpoint; Units Met Hydromodule En Pomp Met Variabel Toerental - Regeling Constant Temperatuurverschil (Delta T Regeling) - CIAT AQUACIAT LD Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8 - WATERAANSLUITINGEN
8.5 - Units met hydromodule en pomp
met variabel toerental - regeling constant
drukverschil (Delta P regeling)
Het  systeemdebiet  is  niet  ingesteld  op  een  nominale  waarde. 
Het debiet wordt aangepast door het variëren van het toerental 
van de pomp zodat een constant drukverschil wordt gehandhaafd, 
ingesteld door de gebruiker. De drukopnemer bij de unituittrede 
(nr.  10  in  het  normale  watercircuitschema)  wordt  gebruikt  als 
controlemiddel.
Het  systeem  berekent  het  gemeten  drukverschil  en  vergelijkt 
deze waarde met het door de gebruiker geselecteerde regelpunt 
en moduleert het pomptoerental indien nodig. Het resultaat is:
■ Een groter debiet, als de gemeten waarde kleiner is dan het 
setpoint,
■ Een kleiner debiet, als de gemeten waarde groter is dan het 
setpoint.
De  debietvariatie  wordt  gerealiseerd  door  het  vergelijken  van 
het toegelaten minimum en maximum debiet van de unit en van
de minimum en maximum frequentie van de pompvoeding.
Het gehandhaafde drukverschil kan in sommige gevallen afwijken 
van de waarde van het setpoint:
■ Als de waarde van het setpoint te hoog is (bereikt voor een 
groter  debiet  dan  de  maximum  waarde  of  een  hogere 
frequentie dan de maximum waarde), stelt het systeem zich 
in op het maximum debiet of de maximum frequentie en dit 
leidt dan tot een kleiner drukverschil dan het setpoint.
■ Als de waarde van het setpoint te laag is (bereikt voor een 
kleiner  debiet  dan  de  minimum  waarde  of  een  lagere 
frequentie dan de minimum waarde), stelt het systeem zich 
in  op  het  minimum  debiet  of  de  minimum  frequentie  en  dit 
leidt dan tot een groter drukverschil dan het setpoint.
Neem contact op met de serviceafdeling van de fabrikant voor 
het toepassen van de hieronder beschreven procedures.
8.5.1 - Reinigingsmethode watercircuit
Voordat u dit doet, adviseren wij u alle eventuele verontreinigingen 
van het watercircuit te verwijderen.
■ Start  de  pomp  van  het  systeem  via  de  geforceerde 
startopdracht.
■ Stel de frequentie in op de maximum waarde om het grootste 
debiet te krijgen.
■ Als  het  alarm  ''Maximum  flow  exceeded''  (Max.  debiet 
overschreden) verschijnt, verminder dan de frequentie tot een 
aanvaardbare waarde.
■ Lees het debiet af op het bedieningspaneel.
■ Laat  de  pomp  continu  draaien  gedurende  2  uur  om  het 
watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van 
vaste ongerechtigheden).
■ Lees nogmaals het debiet af en vergelijk de waarde met de 
oorspronkelijke  waarde.  Als  de  stroming  is  verlaagd  dan 
betekent  dit  dat  het  gaasfilter  moet  worden  verwijderd  en 
gereinigd omdat het watercircuit vuildeeltjes bevat. Sluit in dit 
geval de afsluiters bij de waterintrede en -uittrede (nr. 19), tap 
de watersectie van de unit (nr. 6) af en verwijder de filters (nr. 
12 en 1).
■ Ontlucht het circuit (nr. 5 en 14).
■ Herhaal deze procedure indien nodig, om er zeker van te zijn 
dat er geen vuil meer aanwezig is in het filter.
AQUACIAT™ LD/ILD
8.5.2 - Procedure voor het inregelen van het Delta
P setpoint
Setpoint
Nadat  het  watercircuit  is  gereinigd  moet  het  zodanig  worden 
geconfigureerd dat de praktijksituatie ontstaat waarvoor de unit 
is  geselecteerd  (alle  kleppen/afsluiters  open  en  alle 
ventilatorconvectoren  ingeschakeld).  Lees  het  waterdebiet  uit 
op het bedieningspaneel en vergelijk deze met de theoretische 
selectiewaarde:
■ Als het gemeten waterdebiet groter is dan de gespecificeerde 
waarde, dan moet het toerental (%) worden verlaagd om het 
waterdebiet te verkleinen.
■ Als de debietwaarde kleiner is dan de gespecificeerde waarde, 
vergroot dan het drukverschil setpoint op het bedieningspaneel 
om het debiet te vergroten.
Herhaal deze procedure tot het waterdebiet is bereikt waarop 
de unit is geselecteerd. Noteer het benodigde drukverschil.
Stop de geforceerde aansturing van de pomp en ga verder met 
de configuratie van de unit voor de gewenste regelmethode.
Wijzig de regelparameters:
■ Stel  de  waterdebietregeling  in  op  'pressure  differential' 
(drukverschil)
■ Stel de waarde van het benodigde drukverschil in
Standaard  is  de  unit  ingesteld  op  het  minimum  toerental 
(frequentie: 50 Hz).
OPMERKINGEN:
Indien tijdens het inregelen het maximale of minimale
toerental wordt bereikt voordat het gespecificeerde debiet
wordt bereikt, houdt dan het drukverschil aan bij het
maximale of minimale toerental en gebruik deze waarde als
setpoint.
Als de gebruiker het vereiste drukverschil al kent, kan dit
rechtstreeks worden ingevoerd als regelparameter. Het
reinigen van het hydraulisch circuit mag niet worden
overgeslagen.
8.6 - Units met hydromodule en pomp
met variabel toerental - regeling constant
temperatuurverschil (Delta T regeling)
De  temperatuuropnemers  bij  de  intrede  en  uittrede  van  de 
warmtewisselaar (nr. 8 en 9 in het normale watercircuitschema) 
worden gebruikt als controlemiddel.
H e t   s y s t e e m   m e e t   d e   t e m p e r a t u r e n ,   b e r e k e n t   h e t 
temperatuurverschil  aan  de  hand  hiervan  en  vergelijkt  deze 
waarde met het door de gebruiker geselecteerde regelpunt en 
moduleert het pomptoerental indien nodig:
■ Als de gemeten Delta T groter is dan het setpoint, dan wordt 
het debiet verkleind;
■ Als de gemeten Delta T kleiner is dan het setpoint, dan wordt 
het debiet vergroot.
De  debietvariatie  wordt  gerealiseerd  door  het  vergelijken  van 
het toegelaten minimum en maximum debiet van de unit en van
de minimum en maximum frequentie van de pompvoeding.
NL-32

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave